ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bedrijfseconomie/1
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 1RT01
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: M:1
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 5
Totaal aantal contacturen: 51
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Stroobandt Patrick


 

KORTE OMSCHRIJVING
Dit opleidingsonderdeel geeft de student een inzicht in de werking en samenhang van economische grootheden (op micro- en macroniveau). De student leert actuele informatie te interpreteren, verwerken en begrijpen door de koppeling van theorie aan actuele economische thema's.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Beroepsspecifieke competenties
  • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
  • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Vraag en aanbod kunnen afleiden in een markt van volkomen concurrentie en monopolie.
  • Kennnis en inzicht hebben in een aantal macro-economische variabelen (inflatie,werkloosheid,conjunctuur,...).

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

geen


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
 
  • basiskennis rekenen (getallen, basis algebra, eerstegraadsvergelijkingen)

  • LEERINHOUDEN
    • consumentengedrag
    • productengedrag
    • prijsvorming
    • macro-economische indicatoren
    • nationaal inkomen en werkgelegenheid
    • geld, monetair beleid en inflatie
    • internationaal betalingsverkeer
    • internationaal handelsverkeer
    • conjunctuur en economische groei
    • overheid

    STUDIEMATERIAAL

    Handboek ‘Economie vandaag 2007’; De Cnuydt en De Velder, Academia press


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    15

     lesuren

      11,54

    practicum en oefeningen:

    20

     lesuren

      15,38

    vormen van groepsleren:

    14

     lesuren

      10,77

    studietijd buiten contacturen:

    79

     klokuren

      60,77

    Verdere toelichting:

    Werkvormen : Hoorcolleges, oefeningen en een gastsprekers, werkbezoek (waarschijnlijk o.a.Vlaams Parlement)

    Leerbegeleiding : Er wordt een oefentest gegeven gedurende de module die door de lector verbeterd en besproken wordt.

    Er is steeds mogelijkheid om een monitoraat te organiseren voor de studenten die hun leerstof reeds doorgenomen hebben.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
      • Schriftelijk examen (14/20 punten) waarbij zowel theorie als oefeningen aanbod komen. De theorie wordt ondervraagd door middel van meerkeuze vragen. De oefeningen zijn open oefeningen, die vergelijkbaar zijn met diegene die we in de les gemaakt hebben (zie ook handboek)

      • Paper in team (minimum 2 personen) over een macro-economisch onderwerp (6/20 punten). De beoordeling gebeurt hier op twee elementen:

        • Vorm (inhoudstafel, voorwoord, probleemstelling, structuur, besluit, bibliografie, spelling, woordgebruik, presentatie) (1,5/6)

        • Inhoud (gebruik van wetenschappelijke bronnen, inhoudelijke uitwerking van het thema) (4,5/6)

     


    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     01,54

    Tweede examenperiode

    Tweede examenperiode:

    Schriftelijk examen (20/20 punten). Hierbij zal de theorie ondervraagd worden door middel van meerkeuze vragen (6/20) en de oefeningen ondervraagd worden door vergelijkbare oefeningen van tijdens het academiejaar (14/20).

     

     

    1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bronnenstudie/1
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 10174
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: inleidend
    Programmajaar: 1
    Periode binnen het modeltraject: M:1
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Lecoutre Rudi


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Definitie van recht. Recht t.o.v. de historische, filosofische en sociologische achtergrond. De diverse kenbronnen van recht. Kennismaking met de bibliotheken en de daarin aanwezige databanken. Inleiding tot de heuristiek. Toelichting bij de praktische opdracht, zijnde de ontleding van een cassatiearrest.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    Algemene beroepsgerichte competenties
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

      Andere begincompetenties

      LEERINHOUDEN
      1. WETGEVING
      1.1   Algemeeen
      1.2   De kenbronnen van het wettenrecht
      1.2.1.Officiële kenbronnen
      1.2.2.Niet officiële kenbronnen
      1.3.Opzoekingsmethode
      1.3.1.Juiste datum is gekend
      1.3.2.Juiste datum is niet gekend
      1.3.2.1.Maar jaar wel
      1.3.2.2.maar jaar wel ongeveer
      1.3.2.3.helemaal niets gekend
      1.4.De voorbereidende werken
      1.5.Verwijzingen
      1.5.1.Afkortingen
      1.5.2.Citeerwijzen
      2.RECHTSPRAAK
      2.1.Rechtelijke organisatie
      2.1.1.Algemene bepalingen
      2.1.2.Het Vredegerecht
      2.1.3.De Politierechtbank
      2.1.4.De Rechtbank van Eerste Aanleg
      2.1.5.De Rechtbank van Koophandel
      2.1.6.De Arbeidsrechtbank
      2.1.7.De Arrondissementsrechtbank
      2.1.8.Het Hof van Beroep
      2.1.9.Het Arbeidshof
      2.1.10.Het Hof van Assisen
      2.1.11.Het Hof van Cassatie
      2.2.Verwijzingswerken
      2.3.Vindplaatsen
      2.4.Verwijzingen
      3.RECHTSLEER
      3.1.Algemeen
      3.2.Verwijzingswerken
      3.3.Vindplaatsen
      3.3.1.Encyclopedieën
      3.3.2.Handboeken
      3.3.3.Monografieën
      3.3.4.Bijdragen in tijdschriften
      3.4.Verwijzingen
      4.DE OVERIGE RECHTSBRONNEN
      5.ONTLEDING VAN RECHTSPRAAK: CASSATIEARRESTEN
      4.1.Schema4.2.Bespreking van een arrest

      STUDIEMATERIAAL
      • BOUCKAERT, B. en DE MOOR, B., Handleiding juridisch schrijven, 2000, Antwerpen, Maklu, 133 p.
      • DIRIX, E., TILLEMAN, B., VAN ORSHOVEN, P. (eds.), Juridsch verklarend woordenboek, Antwerpen, Intersentia, 2001, 400 p.
      • INTERUNIVERSITAIRE COMMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN, Juridische verwijzingen en afkortingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1997, 203 p.
      • VRG-codex 2007-2008, Larcier.

       


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      20

       lesuren

        18,52

      practicum en oefeningen:

      8

       lesuren

        07,41

      vormen van groepsleren:

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      78

       klokuren

        72,22

      Verdere toelichting:
      • De studenten krijgen (opgenomen in de cursus) een opgave waarbij zij aan de hand van een een opgegeven trefwoord een cassatiearrest dienen op te zoeken, te bespreken en te plaatsen in zijn context met verwerking van de rechtspraak en de rechtsleer desbetreffend.
      • De paper dient ingeleverd te worden ten laatste tijdens de laatste lesweek van de module bij aanvang van de cursus aan de lector. Laattijdig ingediende opgaven krijgen een nul als beoordeling.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      Enerzijds worden de studenten beoordeeld op basis van de opgave die zij dienen te maken. De opgave staat op tien punten. De opgaven worden verdeeld aan de hand vanhet nummer van de student op de kaslijst zoals die in de eerste les wordt bekendgemaakt en zal steeds via blackboard ter inzage zijn. Anderzijds is er een ecamen over twee uur betreffende het theoretisch gedeelte. Dit onderdeel staat op tien punten. Op het examen mag gebruik gemaakt worden van het wetboek, het Verklarend Juridisch Woordenboek en het grijze boekje aangaande de verwijzingen en de afkortingen.
      tijd voor examinering
      uren
      2

      %
       
       01,85

      Tweede examenperiode
      Voor tweede zittijd dienen de studenten een opgave te maken overeenkomstig de opgave in eerste zittijd. De opgaven worden via blackboard bekendgemaakt onmiddellijk na de proclamatie en kunnen tevens afgehaald worden op het studentensecretariaat. Tevens is er een examen over twee uur betreffende het theoretisch gedeelte. Dit onderdeel staat op 10 punten. Op het examen mag gebruik gemaakt worden van het wetboek, het Verklarend Juridisch Woordenboek en het grijze boekje aangaande de verwijzingen en afkortingen.

       

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Toepassingen ICT/1
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: -:-
      Code: 1RT03
      Academiejaar: 2007-2008
      Type: kern
      Niveau: uitdiepend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: M:1
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 153
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma:
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Gerené Kiki


       

      KORTE OMSCHRIJVING

      De module Toepassingen ICT1 is gericht op het aanleren van een aantal ICT-basisvaardigheden die je onder de knie moet hebben wil je communicatief en organisatorisch sterk staan. Je krijgt noodzakelijke begrippen mee, je leert op een efficiënte manier informatie te verwerken en op te zoeken op het Internet. Multimedia en Compatibiliteit bieden toepassingen waarmee je gegevens kunt uitwisselen en je ontdekt hoe je met Windows, Outlook en Mindmapping je werk kunt organiseren.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
      • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student kan de recentste administratieve softwarepakketten die courant gebruikt worden in de praktijk aanwenden.
      • De student kan elektronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in de dagdagelijkse beroepspraktijk hanteren.
      • De student kan basisbegrippen en -vaardigheden aanwenden om een computer in een Windowsomgeving efficiënt te beheren.
      • De student kan gegevens zoeken, verwerken en uitwisselen door gebruik te maken van hard- en software.
      • De student maakt en beheert documenten volgens de geldende normen (BIN- en APA-normering).
      • De student past aangeleerde technieken toe in oefeningen die hij zelfstandig oplost.
      • De student bekijkt de eigen oplossingen met de nodige kritische zin, vergelijkt op juistheid met de aangereikte oplossing en brengt daar waar nodig verbeteringen aan.
      • De student kan dermate vot werken met de aangeleerde toepassingssoftware dat opdrachten binnen een beperkt tijdsbestek tot een goed einde gebracht kunnen worden.
      • De student zoekt op een efficiënte manier informatie op het Internet, bekijkt de gevonden gegevens kritisch en kan data op een geheugenzuinige manier uitwisselen tussen andere softwarepakketten.

       


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

      geen

       


      Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
      geen
      Andere begincompetenties
      • Het ABC van de computer moet gekend zijn: werken met muis en toetsenbord, bestanden aanmaken, bewaren en openen.

      LEERINHOUDEN
      • Werken met Blackboard, op de E-campus en de ISI-omgeving en met het Intranet.
      • Basiscomponenten van een computersysteem kennen.
      • Werken in een MS Windowsomgeving (Mijn Documenten, bureaublad, vensters, pictogrammen, menu's, pakketten en verschillende bestandstypes).
      • Via Windows Verkenner elementaire taken uitvoeren (kopiëren, verplaatsen, wissen, herbenoemen van bestanden en mappen).
      • Gegevens, objecten en figuren van het Internet of een ander medium optimaal uitwisselen tussen verschillende pakketten binnen een Windowsomgeving en in een Officetoepassing integreren.
      • Bestanden en mappen comprimeren en deze uitwisselen tussen verschillende computers via gecomprimeerde mappen.
      • Basisprincipes van datacommunicatie, lokale en wereldwijde netwerken.
      • Gericht opzoeken van informatie op het Internet met de browser Internet Explorer.
      • Het opstellen van correspondentie en e-mail volgens de BIN-normen.
      • Het respecteren van de APA-normen volgens het pakket CAVIA in zelfstudie.
      • Mindmaps aanmaken en bewerken met het pakket Mindmanager en uitwisselen tussen andere Officeoepassingen.
      • Werken met e-mails en contactpersonen, afspraken maken, taken en agenda beheren, bestanden uitwisselen en adressen bijhouden via MS Outlook.
      • Zie SW op BB voor aanvullende informatie over dit opleidingsonderdeel.

      STUDIEMATERIAAL
      • USB memory stick
      • Syllabus ICT, Basisvaardigheden (Module 1) - C91311104 - Universitas
      • BIN-normen (efficiënte communicatie) - VVLSP - Uitgeverij: LICAP
      • Cavia is een pakket voor zelfstudie. Plantijnhogeschool verwacht dat voor eindwerken, project, stagewerken en taken de APA-normen worden gerespecteerd. Verplichte literatuur op http://portaal.plantijn.edu/cavia/index.htm

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm uren  

      %

      hoor- en werkcolleges:

      19

       lesuren

        20,60

      practicum en oefeningen:

      9

       lesuren

        09,76

      vormen van groepsleren:

      0

       lesuren

        00,00

      studietijd buiten contacturen:

      63

       klokuren

        68,29

      Verdere toelichting:
      • Hoor- en werkcolleges met uiteenzettingen en uitgewerkte voorbeelden, gevolgd door practicum en oefeningen.
      • Zelfstandig verwerken van oefeningen.
      • Zelfevaluatie van opgeloste oefeningen aan de hand van computergestuurde testen.
      • De student krijgt op BB een studiewijzer (SW) ter beschikking als steun in het leerproces, met aanvullende informatie over het opleidingsonderdeel zoals de werkvormen, de opdrachten en de leerinhouden.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      • Multiple Choice examentest: 3 punten.
      • Taak: 5 punten.
      • Digitaal en/of schriftelijk examen van 75 minuten op 12 punten.
      • Indien goedgekeurd aan de hand van het examenreglement: digitaal en/of schriftelijk inhaalexamen van 75 minuten op 12 punten.
      • Voor de Multiple Choice examentest en de taak wordt enkel een inhaalmogelijkheid voorzien indien de student de afwezigheid kan wettigen d.m.v. een medisch attest. Het originele medisch attest dient binnen de 5 werkdagen aan het studentensecretariaat afgegeven te worden, een kopie van het attest moet binnen 3 dagen na het verstrijken van de datum op het attest afgegeven worden aan de lector. De inhaalmogelijkheid wordt voorzien na de laatste ICT-examensessie tijdens de 8ste moduleweek.
      • Om technische redenen is het niet toegestaan na het officiële aanvangsuur aan het examen deel te nemen. Studenten dienen een kwartier voor de start van de examensessie aanwezig te zijn aan het juiste lokaal. Wie te laat komt, kan dus niet meer deelnemen. De aanvangstijd zoals meegedeeld op het examenrooster zal strikt gehanteerd worden. De studenten dienen zich te houden aan de timing en de afspraken die gelden voor de examengroep (sessie én lokaal) waarin ze ingedeeld zijn. Het is bijgevolg niet toegestaan te wisselen van examengroep. De toezichthoudende lectoren zullen deze afspraken stipt opvolgen. Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats. Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd. De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen meegedeeld. Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd. Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard. De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt meegedeeld bij de aanvang van het examen en op de examenkopij.
      • Zie SW op BB voor aanvullende informatie over dit opleidingsonderdeel.

      tijd voor examinering
      uren
      1.25

      %
       
       01,36

      Tweede examenperiode
    • Multiple Choice examentest: 4 punten.
    • Digitaal en/of schriftelijk examen van 75 minuten op 16 punten.
    • Zie SW op BB voor aanvullende informatie over dit opleidingsonderdeel.
    •  

       

      1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Boekhouden & handelsdocumenten (deel1)/2
        

      O.O. heeft componenten: Neen
      Afstudeerrichting: -:-
      Code: 00064
      Academiejaar: 2007-2008
      Type: kernondersteunend
      Niveau: inleidend
      Programmajaar: 1
      Periode binnen het modeltraject: M:2
      Aantal studiepunten: 3
      Wegingscoëfficient: 3
      Totaal aantal contacturen: 28
      Totaal studietijd: 78
      Deeltijds programma:
      Examencontract: mogelijk
      Deliberatie: mogelijk
      Vrijstelling of overdracht: mogelijk
      Onderwijstaal: Nederlands
      Lector(en): Moerenhout Leen


       

      KORTE OMSCHRIJVING
      De cursus beoogt een brede basiskennis boekhouden bij te brengen. Daarbij zijn vooral inzicht en redeneervermogen belangrijk.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        • Het boekhoudsysteem begrijpen.
        • Kunnen werken met een rekeningstelsel en grondig de handelsdocumenten begrijpen die bedrijven en financiële instellingen gebruiken.

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
        geen
        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
        geen
        Andere begincompetenties
        geen
        LEERINHOUDEN
        • deel 1: het systeem van het dubbel boekhouden (module 2)
        • deel 2: aan- en verkoopscyclus met uitgaven en inkomstenstroom (module 3)
        • deel 3: de personeelskosten en hun uitgavenstroom (module 3)
        • deel 4: enkele analytische ratio's kunnen berekenen en interpreteren (module 3)

        STUDIEMATERIAAL
        een handboek: Boekhouden voor het beleid, Christine van Liedekerke, Guy Walraevens, Els Koolen en Luk van Haute. Uitgeverij: De Boek, jaar 2007
        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

        14

         lesuren

          15,05

        practicum en oefeningen:

        14

         lesuren

          15,05

        vormen van groepsleren:

        0

         lesuren

          00,00

        studietijd buiten contacturen:

        65

         klokuren

          69,89

        Verdere toelichting:
        Naast de hoorcolleges is er practicum met individuele feedback van de lector.

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode

        Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen  als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.


        tijd voor examinering
        uren
        0

        %
         
         00,00

        Tweede examenperiode

        Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen  als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.

         

         

        1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Toepassingen ICT/2
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: -:-
        Code: 1RT05
        Academiejaar: 2007-2008
        Type: kern
        Niveau: uitdiepend
        Programmajaar: 1
        Periode binnen het modeltraject: M:2
        Aantal studiepunten: 6
        Wegingscoëfficient: 6
        Totaal aantal contacturen: 57
        Totaal studietijd: 156
        Deeltijds programma:
        Examencontract: mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): Cockx Yoke
        Mostien Cliff
        Soudyn Mireille


         

        KORTE OMSCHRIJVING
        Tijdens module 2 leer je op een professionele manier teksten verwerken. Er wordt zorgvuldig aandacht besteed aan technieken die in het bedrijfsleven een must zijn om efficiënt te werken. De theorie wordt door middel van praktijkgerichte toepassingen ingeoefend. Studenten die niet over de elementaire basiskennis van Word beschikken kunnen deze bijwerken in zelfstudie. Indien je nog niet tienvinger, blind kan typen, dien je dit in te studeren aan de hand van een computergestuurd zelfstudiepakket (Typ Top Vandaag).

        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
        • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
        • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
        • JM104 Creativiteit
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
        Beroepsspecifieke competenties
        • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
        • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
        • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        • Op zelfstandige wijze  met Word 2003 kunnen werken.
        • Er wordt van de studenten verwacht dat zij een volledige klavierbeheersing hebben.
        • Inzicht hebben in de werkwijze van de aangeleerde Wordonderdelen.
        • Vanuit een grondig inzicht de verschillende handelingen in Word integreren in nieuwe situaties.
        • Zelfstandig de opgelegde taak aan de hand van de verworven kennis maken.
        • Kunnen aangeven welke de meest efficiënte manier is om een probleem binnen Word op te lossen.

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
        geen
        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
        geen
        Andere begincompetenties
        • Het klavier met tien vingers kunnen bedienen.
        • De basis van Word beheersen en indien nodig ze in zelfstudie aanleren.
        • Oefeningen en/of problemen moeten de studenten efficiënt kunnen oplossen binnen een beperkt tijdsbestek

        LEERINHOUDEN
        • de BIN
        • opmaakprofielen
        • paginaopmaak met kop- en voetteksten
        • voetnoten
        • tabellen en kolommen
        • sjablonen
        • tekstfragmenten
        • de overzichtsweergave
        • figuren, WordArt, grafieken
        • diagrammen: organogram, cyclus-, radiaal-, piramide-, venn- of doeldiagrammen
        • inhoudsopgave, lijsten, index en bronvermelding
        • standaardbrieven: "formulieren"
        • praktijkgerichte teksten en oefeningen

        STUDIEMATERIAAL

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

        28

         lesuren

          30,43

        practicum en oefeningen:

        28

         lesuren

          30,43

        vormen van groepsleren:

        0

         lesuren

          00,00

        studietijd buiten contacturen:

        35

         klokuren

          38,04

        Verdere toelichting:
        • hoorcolleges met vraag- en leergesprekken van ongeveer 28 uren
        • oefeningensessie: ongeveer 28 uren
        • bij het einde van de cursus zijn er begeleidingsmomenten voor individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent
        • voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten een taak te maken waarin ze al hun verworven kennis kunnen toepassen

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        • de evaluatietaak wordt gequoteerd op 4 punten
        • typ-top proef wordt gequoteerd op 3 punten
        • het examen wordt gequoteerd op 13 punten en duurt 75 minuten
        • inhaalexamen wordt gequoteerd op 13 punten en duurt 75 minuten
        • voor de taak en typ-top proef is er geen inhaalmogelijkheid voorzien: niets afgeven of niet deelnemen= 0
        • Om technische redenen is het niet toegestaan na het officiële aanvangsuur aan het examen deel te nemen. De aanvangstijd zoals meegedeeld op het rooster zal strikt gehanteerd worden. Studenten dienen een kwartier op voorhand aanwezig te zijn aan het juiste lokaal. Wanneer de deur van het examenlokaal gesloten wordt, betekent dit het begin van de examensessie. Wie te laat komt, kan dus niet meer deelnemen. De studenten dienen zich te houden aan de timing en aan de afspraken die gelden voor de examengroep waarin ze zijn ingedeeld. Het is bijgevolg niet toegestaan te wisselen van examengroep. De toezichthoudende lectoren zullen deze afspraken stipt opvolgen.
          Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats. Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd. De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen meegedeeld. Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd. Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard. De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt meegedeeld bij de aanvang van het examen en op de examenkopij.
        • het examen wordt afgelegd met gesloten boek

        tijd voor examinering
        uren
        1

        %
         
         01,09

        Tweede examenperiode
        • schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten
        • de leerstof voor de tweede zittijd is dezelfde als de leerstof voor de eerste zittijd
        • er wordt geen taak gemaakt voor de tweede zittijd en de typ top proef telt ook niet meer mee

         

         

        1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Gerechtelijk privaatrecht/2
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: -:-
        Code: 00538
        Academiejaar: 2007-2008
        Type: kern
        Niveau: gespecialiseerd
        Programmajaar: 1
        Periode binnen het modeltraject: M:2
        Aantal studiepunten: 3
        Wegingscoëfficient: 3
        Totaal aantal contacturen: 28
        Totaal studietijd: 78
        Deeltijds programma:
        Examencontract: mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): Scheers Dirk


         

        KORTE OMSCHRIJVING
        In het eerste deel van Gerechtelijk Privaatrecht worden de basisbegrippen van het burgerlijk procesrecht behandeld. Daarbij wordt een overzicht gegeven van de rechterlijke organisatie en de organisatie van enkele specifieke juridische beroepen. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de bevoegdheid van de verschillende rechtscolleges.

        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
        • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
        • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
        Beroepsspecifieke competenties
        • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
        • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
        • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
        • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
        • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
        • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        • De student heeft inzicht in de basiskenmerken van het burgerlijk procesrecht en de organisatie van een aantal juridische beroepen en ambten. De student kan dit inzicht aantonen door het oplossen van concrete en praktijkgerichte casussen.
        • De student kan aan de hand van een concrete hoofdvordering of tussenvordering de bevoegde rechter bepalen.

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
        geen
        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

        De student wordt veronderstelt het opleidingsonderdeel Bronnenstudie reeds gevolgd te hebben zodat er reeds inzicht is verworven in de begrippen rechtsleer, rechtspraak en juridische bronnen geconsulteerd kunnen worden.


        Andere begincompetenties
        geen
        LEERINHOUDEN

        DEEL I: ALGEMENE BEGINSELEN

        Titel I Wezen en functie van het gerechtelijk recht

        • Hoofdstuk 1: Begripsomschrijving
        • Hoofdstuk 2: Bronnen
        • Hoofdstuk 3: Karaktertrekken
        • Hoofdstuk 4: Basisbeginselen
        • Hoofdstuk 5: Toepassingsgebied

        Titel II Basisbegrippen van het gerechtelijk recht

        • Hoofdstuk 1: De rechtsvordering
        • Hoofdstuk 2: Het geschil
        • Hoofdstuk 3: Het geding
        • Hoofdstuk 4: De rechtsprekende handeling

        Titel III Rechterlijke organisatie

        • Hoofdstuk 1: Staatsmacht
        • Hoofdstuk 2: De Hoge Raad voor de Justitie en de Adviesraad van de Magistratuur
        • Hoofdstuk 3: Leden van de rechterlijke macht
        • Hoofdstuk 4: Medewerkers van het gerecht

        DEEL II DE BEVOEGDHEID

        Titel I Begripsomschrijving

        • Hoofdstuk 1: Rechtsmacht
        • Hoofdstuk 2: Bevoegdheid

        Titel II Rechtskarakter

        • Hoofdstuk 1: Rechtsmacht
        • Hoofdstuk 2: Bevoegdheid

        Titel III Algemene beginselen

        • Hoofdstuk 1: Materiële bevoegdheid
        • Hoofdstuk 2: Territoriale bevoegdheid

        Titel IV Bevoegdheidsregeling

        • Hoofdstuk 1: Materiële bevoegdheid
        • Hoofdstuk 2: Territoriale bevoegdheid
        • Hoofdstuk 3: Bevoegdheidsincidenten

         

         


        STUDIEMATERIAAL
        • Gerechtelijk Wetboek
        • LAENENS, J., BROECKX, K. en SCHEERS, D., Handboek gerechtelijk recht, Antwerpen, Intersentia, 2004, 691. (studenteneditie)
        • Door middel van het handboek kunnen de colleges gevolgd worden en kan de student de leerstof verder uitdiepen.

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

        22

         lesuren

          22,92

        practicum en oefeningen:

        2

         lesuren

          02,08

        vormen van groepsleren:

        2

         lesuren

          02,08

        studietijd buiten contacturen:

        68

         klokuren

          70,83

        Verdere toelichting:
        • Hoorcolleges.
        • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door studenten, onmiddellijke en mondelinge feedback door docent.
        • Voor de persoonlijke verwerking krijgt de student oefeningen ter beschikking die tijdens het laatste college in groep worden besproken.

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode

        Schriftelijk examen over twee uren met tien praktijkvragen die met gebruik van het wetboek behandeld dienen te worden. Elke vraag staat telkens voor twee punten. De antwoorden dienen telkens gemotiveerd te worden en de toe te passen wetgeving dient aangegeven te worden. Een niet gemotiveerd antwoord, ook al is het correct, wordt met een nul gekwoteerd. Op het examen mag het wetboek worden gebruikt. In het wetboek is onderlijnen en kleuren toegelaten maar geschreven tekst of cijfers zijn niet toegelaten.


        tijd voor examinering
        uren
        2

        %
         
         02,08

        Tweede examenperiode

        Idem eerste periode.

         

         

        1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Boekhouden & handelsdocumenten (deel2)/3
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: -:-
        Code: 00072
        Academiejaar: 2007-2008
        Type: kernondersteunend
        Niveau: inleidend
        Programmajaar: 1
        Periode binnen het modeltraject: M:3
        Aantal studiepunten: 3
        Wegingscoëfficient: 3
        Totaal aantal contacturen: 28
        Totaal studietijd: 78
        Deeltijds programma:
        Examencontract: mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): Moerenhout Leen


         

        KORTE OMSCHRIJVING
        De cursus beoogt een brede basiskennis boekhouden bij te brengen. Daarbij zijn inzicht en redeneringsvermogen belangrijk.

        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
        • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
        • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • JM208 Teamgericht kunnen werken
        • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
        Beroepsspecifieke competenties

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          Vetrouwd zijn met de boekhoudkundige filosofie via boekhoudkundige kenrwoorden zoals schulden, bezittingen, vorderingen, kosten en opbrengsten van een organisatie.

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

          geen


          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
          Kennis boekhouden module 2.
          Andere begincompetenties
          geen
          LEERINHOUDEN
          • Deel 4: De uitgebreide studie van de activa
          • Deel 5: De uitgebreide studie van de passiva
          • Deel 6: Boekhoudkundige registratie op het einde van het jaar
          • Deel 7: Beleidsinstrumenten

           


          STUDIEMATERIAAL
          Een handboek: Boekhouden voor het beleid, Christine van Liedekerke, Guy Walraevens Els Koolen en Luk van Haute. Uitgeverij: De Boek, jaar 2007
          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          14

           lesuren

            15,05

          practicum en oefeningen:

          14

           lesuren

            15,05

          vormen van groepsleren:

          0

           lesuren

            00,00

          studietijd buiten contacturen:

          65

           klokuren

            69,89

          Verdere toelichting:
          • Hoorcolleges en werkcolleges
          • Practicum en oefeningen met individuele feedback van de lector.

          EVALUATIE

          Eerste examenperiode

          Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen  als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.


          tijd voor examinering
          uren

          %
           
           00,00

          Tweede examenperiode

          Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen  als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.

           

           

          1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Zakenrecht/3
            

          O.O. heeft componenten: Neen
          Afstudeerrichting: -:-
          Code: 1RT08
          Academiejaar: 2007-2008
          Type: kern
          Niveau: inleidend
          Programmajaar: 1
          Periode binnen het modeltraject: M:3
          Aantal studiepunten: 3
          Wegingscoëfficient: 3
          Totaal aantal contacturen: 28
          Totaal studietijd: 78
          Deeltijds programma:
          Examencontract: mogelijk
          Deliberatie: mogelijk
          Vrijstelling of overdracht: mogelijk
          Onderwijstaal: Nederlands
          Lector(en): Nelen Walter


           

          KORTE OMSCHRIJVING

          In een eerste algemeen deel worden de diverse soorten zaken en goederen omschreven en ingedeeld.

          In een tweede bijzonder deel komen alle zakelijke rechten aan bod en wordt er nagegaan op welke manier eigendom kan worden verkregen en beschermd.

           

           


          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
          • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
          Beroepsspecifieke competenties
          • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het zakenrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak.
          • Als juridisch medewerker van een notariskantoor een juridisch probleem kunnen duiden en een eerste advies formuleren voor dit juridisch probleem, dat wordt voorgelegd door een cliënt, hetzij telefonisch, hetzij aan de balie van het kantoor.
          • Aan de hand van de kennis van het zakenrecht in staat zijn om een oplossing te vinden voor een concreet probleem (bv burengeschil of erfdienstbaarheid) dat aangebracht wordt dmv een casus.

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
          geen
          Andere begincompetenties
          De informatie en leerinhoud goed kunnen ordenen en interpreteren en concreet en probleemoplossend een casus kunnen verwerken.
          LEERINHOUDEN

          1. ALGEMEEN DEEL

          • Indeling van goederen en zaken
          • Soorten roerende en onroerende goederen
          • Zakelijke subrogatie

          2. BIJZONDER DEEL

          • Eigendomsrecht
          • Begrip, beperkingen, grenzen, meervoudige eigendom
          • Zakelijke genotsrechten
          • Vruchtgebruik
          • Recht van gebruik en bewoning
          • Recht van opstal
          • Erfpacht
          • Erfdienstbaarheden
          • Eigendomsverkrijging en eigendomsbescherming

          STUDIEMATERIAAL
          • Syllabus zakenrecht van Walter Nelen.
          • Burgerlijk Wetboek.

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          20

           lesuren

            21,98

          practicum en oefeningen:

          6

           lesuren

            06,59

          vormen van groepsleren:

          0

           lesuren

            00,00

          studietijd buiten contacturen:

          63

           klokuren

            69,23

          Verdere toelichting:
          • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken: ca. 20 uur: de discussie met de studenten wordt nagestreefd.
          • Oefeningen en oplossen van cases: ca. 6 uur
          • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door studenten, feedback door lector
          • De studenten krijgen enkele cases via Blackboard om de lesinhoud te verwerken en het examen voor te bereiden.

           


          EVALUATIE

          Eerste examenperiode

          Schriftelijk examen van 2 uur (20 punten)

          • Multiple choice vragen: 14 punten
          • Casus (1 of 2) : 6 punten

          tijd voor examinering
          uren
          2

          %
           
           02,20

          Tweede examenperiode

          Schriftelijk examen van 2 uur (20 punten)

          • Multiple choice vragen: 10 punten
          • Theorievragen en casus: 10 punten

           

           

          1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bedrijfscommunicatie/3
            

          O.O. heeft componenten: Neen
          Afstudeerrichting: -:-
          Code: 1RT09
          Academiejaar: 2007-2008
          Type: kern
          Niveau: inleidend
          Programmajaar: 1
          Periode binnen het modeltraject: M:3
          Aantal studiepunten: 3
          Wegingscoëfficient: 3
          Totaal aantal contacturen: 30
          Totaal studietijd: 78
          Deeltijds programma:
          Examencontract: mogelijk
          Deliberatie: mogelijk
          Vrijstelling of overdracht: mogelijk
          Onderwijstaal: Nederlands
          Lector(en): Verstraeten Bart


           

          KORTE OMSCHRIJVING
          De student(e) leert in een zakelijke context effectief en efficiënt communiceren. De nadruk ligt op correspondentie.

          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
          • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
          • JM104 Creativiteit
          • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
          • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • JM208 Teamgericht kunnen werken
          • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
          Beroepsspecifieke competenties
          • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
          • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
          • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
          • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
          • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant
          • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijk karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten
          • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • Ontvanger- en doelgericht communiceren op basisniveau.
          • Mondelinge en schriftelijke teksten van een passende structuur voorzien.
          • Schrijfstijl optimaliseren op woord- en zinsniveau.
          • Gericht zijn op correct taalgebruik en daarvoor zonodig externe hulpbronnen inschakelen.
          • Een kort improviseren betoog houden voor diverse doelgroepen.
          • Informatieve brieven, faxen en e-mails schrijven.
          • Correspondentie vormgeven met de BIN-normen.
          • De werkwoordspelling van het Nederlands beheersen.
          • Algemene woordenschat uitbreiden.

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
          De student(e) beschikt voor Nederlands over het niveau C 1 volgens het Europees Referentiekader.
          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
          geen
          Andere begincompetenties
          geen
          LEERINHOUDEN
          • Onvanger- en doelgerichte communicatie
          • Tekstopbouw
          • Schrijfstijl: nauwkeurigheid en bondigheid
          • Correct taalgebruik: verwijs- en signaalwoorden, woordgebruik (vooral gallicismen)
          • Improviseren en overtuigen
          • Brieven, faxen en e-mails: algemeen
          • Vormgevind van correspondentie: BIN-normen
          • Briefsoorten: informatie geven en informatie vragen
          • Werkwoordspelling
          • Algemene woordenschat

          STUDIEMATERIAAL
          • Cursus bedrijfscommunicatie module 3 (theorie mondelinge en schriftelijke communicatie; oefeningen).
          • Renkema, J. (2005). Schrijfwijzer compact. Den Haag: Sdu uitgevers. (theorie ontvanger- en doelgerichte communicatie, tekstopbouw, stijl, correct taalgebruik en spelling).
          • Internet: spellingoefeningen, correspondentiehulp, taal- en communicatielinks.
          • Blackboard: woordenschat en uitwerkingen van sommige oefeningen.

           


          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          15

           lesuren

            16,13

          practicum en oefeningen:

          8

           lesuren

            08,60

          vormen van groepsleren:

          5

           lesuren

            05,38

          studietijd buiten contacturen:

          63

           klokuren

            67,74

          Verdere toelichting:
          • Hoor- en werkcolleges met leergesprekken
          • Oefeningensessies: individueel en in groep (telkens met coaching)

           


          EVALUATIE

          Eerste examenperiode

          Schriftelijke communicatieopdracht in groepsverband via peer-assessment
          (4 ptn.)
          Criteria:
          1. inhoud en structuur
          2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
          3. lay-out

          Mondelinge improvisatieoefening en feedback (4 ptn.)
          Criteria:
          1. vlotheid
          2. gepast taalgebruik
          3. overtuigingskracht
          respectievelijk
          1. relevantie
          2. toonzetting
          3. taalgebruik

          Schriftelijk examen (12 ptn.)
          Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
          Criteria:
          1. geïntegreerde kennis
          2. efficiënt en correct taalgebruik
          3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau


          tijd voor examinering
          uren
          2

          %
           
           02,15

          Tweede examenperiode

          Schriftelijk examen (20 ptn.)
          Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
          Criteria:
          1. geïntegreerde kennis
          2. efficiënt en correct taalgebruik
          3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

           

           

          1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Verbintenissen/3
            

          O.O. heeft componenten: Neen
          Afstudeerrichting: -:-
          Code: 10173
          Academiejaar: 2007-2008
          Type: kern
          Niveau: gespecialiseerd
          Programmajaar: 1
          Periode binnen het modeltraject: M:3
          Aantal studiepunten: 4
          Wegingscoëfficient: 4
          Totaal aantal contacturen: 74
          Totaal studietijd: 104
          Deeltijds programma:
          Examencontract: mogelijk
          Deliberatie: mogelijk
          Vrijstelling of overdracht: mogelijk
          Onderwijstaal: Nederlands
          Lector(en): Waumans Peter


           

          KORTE OMSCHRIJVING
          Verbintenissen zoals omschreven in het Burgerlijk Wetboek wordt behandeld in dit vak.

          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
          • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
          • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
          • JM104 Creativiteit
          • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
          • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • JM208 Teamgericht kunnen werken
          • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
          • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
          • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
          Beroepsspecifieke competenties
          • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
          • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
          • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
          • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers, hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
          • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
          • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
          • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
          • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
          • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
          • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
          • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
          • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
          • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
          • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
          • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          Aan de hand van concrete en actuele voorbeelden de student duidelijk maken welke verbintenis technische constructie voor de berokken partij belangrijk is maar tevens ook het inzicht verwerft om de juist juridische oplossing aan te reiken.

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

          Andere begincompetenties

          Student dient een analytisch denkvermogen te hebben teneinde de concrete gevalstudies te kunnen oplossen.

          Kennis van bronnenstudie.


          LEERINHOUDEN

          De vermogensrechtelijke verbintenis.

          Verbintenissen uit meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen

             -uit oveeenkomst

             -uit eenzijdige rechtshandelingen en natuurlijke verbintenissen

          Vebintenissen ui de wet

             -quasi-contractuele verbintenissen

             -uit aansprakelijkheid, samenloop en coëxistentie

             -uit andermans daad voor zaken en dieren

             -schade en schadeloosstelling

             -aanspraklijkeheid van de overheid

          verbintenissen in het algemeen

             -modaliteiten

             -overgang

             -tenietgaan


          STUDIEMATERIAAL
          Verbintenissenrecht, Walter van Gerven, Acco Leuven/Voorburg, ISBN 90-334-6121-8, tweede herwerkte uitgave2006.
          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          36

           lesuren

            30,25

          practicum en oefeningen:

          36

           lesuren

            30,25

          vormen van groepsleren:

           lesuren

            00,00

          studietijd buiten contacturen:

          45

           klokuren

            37,82

          Verdere toelichting:

          Verplichte aanwezigheid tijdens de hoorcolleges.

          Elke student bereidt de volgende lesinoud voor teneinde te participeren in een goepsgesprek.

          Elk verslag wordt steeds schrifelijk op A4 fomaat afgeleverd; geen electronische versie.

          Opdrahten worden enkel tijdns de hoorcolleges afgegeven aan de studenten door de lector.

          In week: 6 van module 3 hoorcolleges worden vervangen door monitoring teneinde de student de oplossing voor de cases te vinden.

          Er wordt NIET gegeten of gedronken tijdens de hoorcolleges.

          Bronvermeldingen vanuit het internet zijn niet toegestaan.

           


          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          Schriftelijk examen: 4 vragen telkens op 5 punten = 20 punten
          tijd voor examinering
          uren
          2

          %
           
           01,68

          Tweede examenperiode
          Zelfde regeling als in eerste zittijd.

           

           

          1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Personen- en familierecht/4
            

          O.O. heeft componenten: Neen
          Afstudeerrichting: -:-
          Code: 1RT11
          Academiejaar: 2007-2008
          Type: kern
          Niveau: inleidend
          Programmajaar: 1
          Periode binnen het modeltraject: M:4
          Aantal studiepunten: 5
          Wegingscoëfficient: 5
          Totaal aantal contacturen: 44
          Totaal studietijd: 130
          Deeltijds programma:
          Examencontract: mogelijk
          Deliberatie: mogelijk
          Vrijstelling of overdracht: mogelijk
          Onderwijstaal: Nederlands
          Lector(en): Herman Jef
          Lecoutre Rudi


           

          KORTE OMSCHRIJVING

          Studie van het juridisch statuut van de persoon zelf en in zijn relatie tot de familie van bij de geboorte tot het overlijden.

           


          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
          • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
          • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
          Beroepsspecifieke competenties
          • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
          • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
          • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
          • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
          • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
          • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
          • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
          • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
          • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • De student heeft inzicht in de basisprincipes van het Personenrecht, het Gezins- en familierecht.
          • De student kan aan de hand van een concrete minicasus de verworven kennis toepassen en een oplossing uitwerken.

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

          geen


          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
          geen
          Andere begincompetenties
          De student dient in het wetboek opzoekingen te kunnen verrichten.
          LEERINHOUDEN
          1. Inleiding tot het peronenrecht
          2. Het bestaan van de persoon
          3. De staat van de persoon
          4. De identificatie van de persoon
          5. Registratie en publiciteit
          6. De persoonlijkheidsrechten
          7. De nationaliteit
          8. Dwangopneming van geesteszieken
          9. Inleiding tot de onbekwaamheid
          10. Rechtsonbekwamen
          11. Minderjarigen
          12. Onbekwame en beschermde meerderjarigen
          13. Inleiding tot het gezins- en familierecht
          14. Inleiding tot het verticale gezins- en familierecht
          15. De oorspronkelijke of declaratieve afstamming
          16. De adoptieve of constitutieve afstamming: adoptie
          17. Afgesplitste afstamming
          18. Verwantschap
          19. Aanverwantschap
          20. Onderhoudsrecht
          21. Gezag en contact
          22. Inleiding tot het horizontale familierecht
          23. Huwelijk
          24. Wettelijke samenwoning
          25. Feitelijke samenwoning

          STUDIEMATERIAAL
          • SEYNAEVE, P.,.Personen- en Familierecht, Leuven, Acco 2006
          • Burgerlijk Wetboek

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          42

           lesuren

            26,92

          practicum en oefeningen:

          0

           lesuren

            00,00

          vormen van groepsleren:

          0

           lesuren

            00,00

          studietijd buiten contacturen:

          112

           klokuren

            71,79

          Verdere toelichting:
          Hoorcolleges, vraag- en leergesprek: de student krijgt de mogelijkheid tot het stellen van individuele vragen; het ontwikkelen van een klassikale discussie wordt gestimuleerd

          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          Schriftelijk examen over twee uren met vijf praktijkvragen die met gebruik van het wetboek behandeld dienen te worden. Elke vraag staat telkens voor vier punten. De antwoorden dienen gemotiveerd te worden en de toe te passen wetgeving dient aangegeven te worden. Een niet gemotiveerd antwoord, ook al is het correct, wordt met een nul gekwoteerd. Op het examen mag het wetboek worden gebruikt. In het wetboek is onderlijnen en kleuren toegelaten maar geschreven tekst of cijfers zijn niet toegelaten.
          tijd voor examinering
          uren
          2

          %
           
           01,28

          Tweede examenperiode
          Schriftelijk examen over twee uren met vijf praktijkvragen die met gebruik van het wetboek behandeld dienen te worden. Elke vraag staat telkens voor vier punten. De antwoorden dienen gemotiveerd te worden en de toe te passen wetgeving dient aangegeven te worden. Een niet gemotiveerd antwoord, ook al is het correct, wordt met een nul gekwoteerd. Op het examen mag het wetboek worden gebruikt. In het wetboek is onderlijnen en kleuren toegelaten maar geschreven tekst of cijfers zijn niet toegelaten.

           

           

          1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bijzondere contracten/4
            

          O.O. heeft componenten: Neen
          Afstudeerrichting: -:-
          Code: 1RT12
          Academiejaar: 2007-2008
          Type: kern
          Niveau: inleidend
          Programmajaar: 1
          Periode binnen het modeltraject: M:4
          Aantal studiepunten: 4
          Wegingscoëfficient: 4
          Totaal aantal contacturen: 156
          Totaal studietijd: 104
          Deeltijds programma:
          Examencontract: mogelijk
          Deliberatie: mogelijk
          Vrijstelling of overdracht: mogelijk
          Onderwijstaal: Nederlands
          Lector(en): Waumans Peter


           

          KORTE OMSCHRIJVING

          Wat zijn benoemde contracten ? Wat zijn onbenoemde contracten ? Belang van dit onderscheid ?

          Welke contracen heeft de wetgever geregeld in het Burgerlijk wetboek ? Van Koop tot dading ze worden allemaal behandeld tijdens de hoorcolleges.


          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
          • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
          • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • JM208 Teamgericht kunnen werken
          • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
          • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
          Beroepsspecifieke competenties
          • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
          • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
          • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
          • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
          • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
          • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
          • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
          • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
          • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
          • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
          • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
          • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
          • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • Analyseren van verschillende en verscheidene contracttypes.
          • De voornaamste verplichtingen van contracterende partijen en het onderscheid tussen dwingende rechtsregels en aanvullende rechtsregels teneinde regelmatige afwijkingen op standaard regelingen te voorzien. 

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

          Andere begincompetenties

          Analytische redeneervermogen kernachtige verslaggeving


          LEERINHOUDEN
          Koop, huur, inneming, dading, bewaargeving, lastgeving, pacht, en pand. Zowel de wetgeving als de rechtspraak wordt behandeld van deze contractvormen.
          STUDIEMATERIAAL
          • Burgerlijk Wetboek
          • Bijzondere contracten, Acco, 2007 
          • Documentatie gegeven tijdens de hoorcolleges aan de studenten.

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          14

           lesuren

            08,97

          practicum en oefeningen:

          140

           lesuren

            89,74

          vormen van groepsleren:

          0

           lesuren

            00,00

          studietijd buiten contacturen:

          0

           klokuren

            00,00

          Verdere toelichting:

          Verplichte aanwezigheid tijdens de hoorcolleges

          Schriftelijke verslaggeving en opdrachten enkel op A4 formaat. Electonische verslaggeving wordt niet aanvaard.

          Er wordt niet gegeten en/of gedronken tijdens de les.

          Bronvermeldingen vanuit internet is niet toegestaan.


          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          Schriftelijk examen bestaande uit 4 vragen telkens op 5 punten: 20 punten
          tijd voor examinering
          uren
          2

          %
           
           01,28

          Tweede examenperiode
          Schriftelijke examen bestaande uit 4 vragen telkens op 5 punten: 20 punten

           

           

          1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bedrijfscommunicatie/4
            

          O.O. heeft componenten: Neen
          Afstudeerrichting: -:-
          Code: 1RT13
          Academiejaar: 2007-2008
          Type: kern
          Niveau: inleidend
          Programmajaar: 1
          Periode binnen het modeltraject: M:4
          Aantal studiepunten: 3
          Wegingscoëfficient: 3
          Totaal aantal contacturen: 30
          Totaal studietijd: 78
          Deeltijds programma:
          Examencontract: mogelijk
          Deliberatie: mogelijk
          Vrijstelling of overdracht: mogelijk
          Onderwijstaal: Nederlands
          Lector(en): Verstraeten Bart


           

          KORTE OMSCHRIJVING
          De student(e) leert in een zakelijke context effectief en efficiënt communiceren. De nadruk ligt op vergaderingen.

          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
          • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
          • JM104 Creativiteit
          • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
          • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • JM208 Teamgericht kunnen werken
          • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
          Beroepsspecifieke competenties
          • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
          • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers, hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
          • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
          • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
          • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
          • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
          • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
          • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
          • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant
          • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijk karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten
          • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • Zakelijke teksten treffend mondeling en schriftelijk samenvatten.
          • Schrijfstijl optimaliseren door ambtelijk taalgebruik te vermijden.
          • Gericht zijn op correct taalgebruik en daarvoor zonodig externe hulpbronnen inschakelen.
          • Luistergedrag optimaliseren en doeltreffend aantekeningen maken.
          • Beknopte vergaderverslagen opstellen.
          • Probleemoplossende vergaderingen houden.
          • Constructief omgaan met conflicten.
          • De basisvaardigheden van het onderhandelen beheersen.
          • De Nederlandse spellingregels toepassen.
          • Algemene woordenschat uitbreiden.

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

          geen


          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

          Bedrijfscommunicatie module 3


          Andere begincompetenties
          geen
          LEERINHOUDEN
          • Samenvattingen
          • Ambtelijke stijl: omhaal van woorden, passieve zinnen, tang- en naamwoordconstructies
          • Luisteren en aantekeningen maken
          • Soorten vergaderverslagen
          • Vergaderen
          • Conflicthantering & onderhandelen
          • Correcte spelling
          • Algemene woordenschat

          STUDIEMATERIAAL
          • Cursus Bedrijfscommunicatie module 4 (theorie mondelinge en schriftelijke communicatie; oefeningen)
          •  Renkema, J. (2005). Schrijfwijzer Compact. Den Haag: Sdu Uitgevers. (theorie stijl en spelling)
          • Videomateriaal over Vergaderverslagen, Vergaderen & Onderhandelen
          • Internet: spellingoefeningen
          • Blackboard: woordenschat, uitwerkingen van sommige oefeningen

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          15

           lesuren

            16,13

          practicum en oefeningen:

          8

           lesuren

            08,60

          vormen van groepsleren:

          5

           lesuren

            05,38

          studietijd buiten contacturen:

          63

           klokuren

            67,74

          Verdere toelichting:
          • Hoor- en werkcolleges met leergesprekken
          • Oefeningensessies: individueel en in groep (telkens met coaching)

          EVALUATIE

          Eerste examenperiode

          Schriftelijke communicatieopdracht in groepsverband via peer-assessment (4 ptn.)
          Criteria:
          1. inhoud en structuur
          2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
          3. lay-out

          Vergadering/onderhandeling en feedback (4 ptn.)
          Criteria:
          1. effectiviteit
          2. taalgebruik
          3. overtuigingskracht
          respectievelijk
          1. relevantie
          2. toonzetting
          3. taalgebruik

          Schriftelijk examen (12 ptn.)
          Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
          Criteria:
          1. (geïntegreerde) kennis
          2. efficiënt en correct taalgebruik
          3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau


          tijd voor examinering
          uren
          2

          %
           
           02,15

          Tweede examenperiode

          Schriftelijk examen (20 ptn.)
          Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
          Criteria:
          1. (geïntegreerde) kennis
          2. efficiënt en correct taalgebruik
          3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

           

           

          1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Frans
            

          O.O. heeft componenten: Neen
          Afstudeerrichting: -:-
          Code: 1RT14
          Academiejaar: 2007-2008
          Type: kernondersteunend
          Niveau: inleidend
          Programmajaar: 1
          Periode binnen het modeltraject: M:1
          Aantal studiepunten: 6
          Wegingscoëfficient: 6
          Totaal aantal contacturen: 696
          Totaal studietijd: 156
          Deeltijds programma:
          Examencontract: mogelijk
          Deliberatie: mogelijk
          Vrijstelling of overdracht: mogelijk
          Onderwijstaal: Frans
          Lector(en): Orgielewski Yvona


           

          KORTE OMSCHRIJVING
          In een maatschappij die haar grenzen steeds meer opentrekt, is tweetaligheid voor studenten en toekomstige werknemers een must. De tweede landstaal is in het bedrijfsleven onontbeerlijk om ruime(re) contacten te leggen met klanten en andere bedrijven. Dit opleidingsonderdeel biedt de basis voor zowel algemene als economisch-juridische communicatievaardigheden.

          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
          • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
          • JM104 Creativiteit
          • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • JM208 Teamgericht kunnen werken
          • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
          Beroepsspecifieke competenties
          • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
          • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • De student verstevigt zijn grammaticale basis alsook zijn algemeen woordenschap en ontwikkelt een vakspecifieke terminologie. Zijn communicatievaardigheden worden verfijnd dankzij spreek-, luister-, schrijft- en leesvaardigheid .
          • De student kan, zowel mondeling als schriftelijk, doelgericht communiceren (algemeen en vakspecifiek). (M1, 2, 3 en 4)
          • De studant kan zijn persoonlijke mening uiten. (M1)
          • De student kan een persoon telefonisch correct te woord staan en de nodige inlichtingen verschaffen (telefoon opnemen, zichzelf voorstellen, doorverwijzen, strategische vragen stellen, informeren, telefoonboodschap opnemen). (M1)
          • De student kan een afspraak maken binnen een professionele context, deze afsrpaak verzetten en annuleren. (M1)
          • De student kan eenvoudige richtlijnen/memo's opstellen (M1)
          • De student kan deelnemen aan korte gesprekken over alledaagse onderwerpen, zijn eigen mening geven, het ergens mee eens of oneens zijn, over zichzelf vertellen.Vragen stellen over de andere. (M1)
          • De student kan, binnen een specifieke context, de betekenis van onbekende woorden afleiden. (M1 en 2)
          • Introductie tot de Franse schriftelijke handelscorrespondentie: inforemeren, een aanvraag doen, een antwoord op een vraag formuleren, een bestelling, een bericht van verzending, een uitnodiging. (M2)
          • De student kan zelfstandig informatie zoeken, interpreteren, selecteren, samenstellen en aan belanghebbenden communiceren. (M1, 2, 3 en 4)
          • De student kan een gekend thema zelfstandig besturderen, bespreken en zijn eigen mening daarover geven in duidelijke correcte zinnen. (M2)
          • De student kan onvoorbereid aan een gesprek over bekende en minder bekende onderwerpen deelnemen. (M3)
          • De student kan een tekst logisch opbouwen aan de hande van aangeleerde technieken, met samengestelde zinnen, in verschillende grammaticale tijden en in verschillende genres (ananlyse van een situatie, handelscorrespondentie, marktanalyse. (M1, 2, 3 en 4)
          • De student kan de belangrijkste informatie uit een tekst halen en deze weergeven in een schema (M2, 3 en 4)
          • De student kan een schema lezen en bekommentariëren (M3 en 4) 



          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
          geen
          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

          Module 2: de student dient module 1 gevolgd te hebben

          Module 3: de student dient module 2 gevolgd te hebben

          Module 4: de student dient module 3 gevolgd te hebben

           


          Andere begincompetenties
          • Goede grammaticale basiskennis uit de humaniora alsook een algemeen woordenschat die beide beantwoorden aan het niveau B1 van het Europese referentiekader.
          • Kritische kijk op de wereld
          • Software pakketten (Word, Excell, PowerPoint)
          • Vlot en gericht informatie opzoeken op het internet
          • Vervorven competenties uit vorige modules (M2, M3, M4)

          LEERINHOUDEN
          • Algemeen woordenschat
          • Economische, politieke en juridische terminologie
          • Grammatica M1: herhaling van l'indicatif présent, l'impératif, les nombres, la question, les prépositions fixes, le passé composé, l'imparfait, le plus-que-parfait, l'adjectif, l'adverbe. (
          • Grammatica M2: le futur simple, le conditionnel présent et passé, le pronom personnel, le pronom relatif
          • Grammatica M3: l'hypothèse Si, le passif, les prépositions, le subjonctif.
          • Grammatica M4: l'expression de la quantité, de l'intensité, du temps, du lieu, but, cause, conséquence.
          • Veschil in taalgebruik bij mondelinge en schirftelijke communicatie (M1)
          • Telefoneren en afspraken maken (M1).
          • Handelscorrepondentie: informatie opvragen en een bestelling plaatsen (M 2)
          • Economische analyse van de Belgische markt (Mod 2)
          • Politieke instellingen van ons land (M 3)
          • Politiek instellingen van Europa (M 3)
          • Justitie en rechtbanken (M4)
          • Presentaties in groep of individueel over vakgerelateerde them'as

          STUDIEMATERIAAL
          • Cursus Frans: Yvona Orgielewski
          • Grammaire 2000
          • Comme il faut
          • Media (kranten, radio, tv-programma's, internet)
          • Vertalend woordenboek 

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          600

           lesuren

            80,13

          practicum en oefeningen:

          72

           lesuren

            09,62

          vormen van groepsleren:

          12

           lesuren

            01,60

          studietijd buiten contacturen:

          52.8

           klokuren

            07,05

          Verdere toelichting:
          • Hoor- en werkcollege's
          • Practicum en oefeningen
          • Presentaties

          EVALUATIE

          Eerste examenperiode

          Permanente evaluatie (30%) in de loop van de module en een schriftelijk examen van 2 uur (70%) met betrekking tot de geziene leerstof op het einde van de module, met kennis-, inzichts, toepassings- en open vragen. Deelname is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.

          Elke module kent en permanente evaluatiemoment ingedeeld in schriftelijke tests (15%) en mondelinge presentaties (15%)

           

          Permanente evaluatie Mod 1 :

          (S)    opstelling van een tekst met aandacht naar : coherentie, logische opbouw en gebruik van : indicatif présent, adjectifs, adverbes

          -        zijn eigen mening aan de hand van duidelijke argumenten en voorbeelden, met aandacht naar het gebruik van verschillende grammaticale tijden, logische opbouw en uitwerking van een gegeven thema.

          (M) –   telefoongesprek

          -        zichzelf presenteren

           

          Permanente evaluatie Mod 2 :

          (S)    test over “les pronoms”

          -        zakelijke brief: informatie opvragen

          (M) –   een ongeziene en een gekend tekst zelf analyseren en becommentariëren

          -        presentatie over één aspect van de Belgische economie

           

          Permanente evaluatie Mod 3 :

          (S)    test over “le subjonctif” en/of  “l’hypothèse”

          (M) –   presentatie van een persartikel met referentie naar rechtsbron

           

          Permanente evaluatie Mod 4 :

          (S)    Opstelling van een “fait divers” met aandacht naar de beschrijving van plaats, persoon en gebeurtenis, juiste hantering van grammaticale tijden

          (M) –   presentatie van een rechtszaak

           


          tijd voor examinering
          uren
          12

          %
           
           01,60

          Tweede examenperiode

          Een schriftelijk examen van 3 uur met betrekking tot de 4 modules samen, met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (80%).

          Een mondelinge proef van maximum 10 minuten met een presentantie waarin een eigen mening dient gegeven te worden over een gekend en een niet gekend onderwerp (20% ).

           

           

          1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Engels
            

          O.O. heeft componenten: Neen
          Afstudeerrichting: -:-
          Code: 1RT15
          Academiejaar: 2007-2008
          Type: kernondersteunend
          Niveau: inleidend
          Programmajaar: 1
          Periode binnen het modeltraject: M:1
          Aantal studiepunten: 6
          Wegingscoëfficient: 6
          Totaal aantal contacturen: 92
          Totaal studietijd: 156
          Deeltijds programma:
          Examencontract: mogelijk
          Deliberatie: mogelijk
          Vrijstelling of overdracht: mogelijk
          Onderwijstaal: Engels
          Lector(en): Decock Erika


           

          KORTE OMSCHRIJVING

          Kennis van de Engelse taal is vandaag de dag onontbeerlijk in onze maatschappij, en zeker in het bedrijfsleven. Engels wordt steeds vaker gebruikt als lingua franca, als gemeenschappelijke taal om met mensen van andere nationaliteit(en) te communiceren. In dit opleidingsonderdeel wordt dan ook een solide basis gelegd om zich vaardig in het Engels uit de slag te trekken.


          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
          • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
          • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • JM208 Teamgericht kunnen werken
          • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
          Beroepsspecifieke competenties
          • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • De student verwerft een grondige kennis van de Engelse grammatica en woordenschat met speciale aandacht voor het aanscherpen van de lees-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid.
             

          Volgende specifieke doelstellingen worden vooropgesteld:

          • De student kan de basisregels van de Engelse grammatica toepassen. (M1, 2, 3 en 4)
          • De student kan eenvoudige, grammaticaal correcte zinnen schrijven. (M1)
          • De student kan complexere grammaticaal correcte zinnen schrijven. (M2, 3 en 4)
          • De student kan eenvoudige Nederlandse zinnen vertalen naar het Engels. (M1)
          • De student kan complexere Nederlandse zinnen vertalen naar het Engels. (M2, 3 en 4)
          • De student kan geschreven en gesproken Engels ((upper)-intermediate level; verschillende topics) begrijpen. (M1, 2, 3 en 4)
          • De student kan de meest courante woorden foutloos schrijven. (M1, 2, 3 en 4)
          • De student kan zijn/haar mening zowel mondeling als schriftelijk in het Engels formuleren. (M1, 2, 3 en 4)
          • De student beheerst de aangeboden thematische woordenschat van algemene aard. (M1, 2, 3 en 4)
          • De student kan een informatief telefoongesprek voeren. (M2)
          • De student kan mondeling verslag uitbrengen over een nieuwsitem. (M2)
          • De student kan degelijke feedback geven aan medestudenten. (M3 en 4)
          • De student kan een vlotte en duidelijke uiteenzetting geven over een onderwerp naar keuze. (M3)
          • De student kan een vlotte en duidelijke uiteenzetting geven over een vakgerelateerd onderwerp. (M4)
          • De student kan de weg uitleggen in een stad/dorp en in een gebouw. (M4)
          • De student heeft inzicht in de structuur en werking van het Brits Parlement. (M4)

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

          geen


          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
        • Voor module 2 geldt dat de student module 1 gevolgd heeft.
        • Voor module 3 geldt dat de student modules 1 en 2 gevolgd heeft.
        • Voor module 4 geldt dat de student modules 1, 2 en 3 gevolgd heeft.

        • Andere begincompetenties
          • De student voldoet aan de eindtermen van de gevolgde studierichting in het SO en heeft een intermediate level (B1 niveau volgens het Europees referentiekader) op gebied van grammaticale kennis en de vier vaardigheden.

           


          LEERINHOUDEN
          • Grammatica: present and past tenses; irregular verbs. (M1)
          • Grammatica: future tenses, conditional clauses, passive voice. (M2)
          • Grammatica: the noun, the genitive, the adjective, verbs often mixed up, numbers and dates. (M3)
          • Grammatica: the adverb, expressions of quantity, modals, articles and confusing words. (M4)
          • Spelling. (M1 en 2)
          • Woordenschat: een selectie van topics met inbegrip van woordvorming en leerstrategieën, gedeeltelijk klassikaal en gedeeltelijk zelfstudie. (M1, 2)
          • Woordenschat: een selectie van topics (zelfstudie). (M3 en M4)
          • Studie van enkele actuele lees- of luisterteksten van intermediate, upper-intermediate of advanced level. (M1, 2, 3 en 4)
          • Telefoneren. (M2)
          • Feedback geven. (M3)
          • Het geven van een presentatie in kleine groepjes over een onderwerp naar keuze. (M3)
          • Het geven van een presentatie in kleine groepjes over een vakgerelateerd onderwerp. (M4)
          • De weg uitleggen in een stad/dorp en in een gebouw. (M4)
          • De structuur en werking van het Brits Parlement. (M4)

          STUDIEMATERIAAL
          • Decock E. en Hoefnagels H., "English Grammar and Exercises", 2007. (eigen cursus voor gebruik tijdens de les en voor inoefening en studie)
          • McCarthy en O'Dell, "English Vocabulary in Use (upper-intermediate)", CUP, 2001. (handboek voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie) 
          • Actuele lees- of luisterteksten uit de databank van The Guardian en MacMillan Publishers of van de BBC of andere bronnen.

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm uren  

          %

          hoor- en werkcolleges:

          74

           lesuren

            09,88

          practicum en oefeningen:

          0

           lesuren

            00,00

          vormen van groepsleren:

          10

           lesuren

            01,34

          studietijd buiten contacturen:

          656.8

           klokuren

            87,71

          Verdere toelichting:
          • Hoorcolleges met oefensessies.
          • De presentaties in modules 3 en 4 vormen het groepsleren.
          • Er wordt tijdens de les bijna constant mondeling feedback gegeven.

          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          • M1:
            • 20 procent permanente evaluatie in de vorm van een schriftelijke test (irregular verbs en woordenschat) . Aanwezigheid is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Dit geeft recht op een inhaalbeurt. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
            • 80 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
          • M2:
            • 30 procent permanente evaluatie: 20 procent in de vorm van een schriftelijke test (spelling en woordenschat) en 10 procent in de vorm van een mondelinge oefening (verslag uitbrengen over een nieuwsitem). Aanwezigheid is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Dat geeft recht op een inhaalbeurt. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
            • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
          • M3:
            • 30 procent permanente evaluatie in de vorm van een presentatie in kleine groepjes over een onderwerp naar keuze. Bij de evaluatie wordt gelet op aanpak (o.a. verwerken van informatie), structuur, taal, vlotheid en houding. Ook wordt feedback geven aan medestudenten beoordeeld. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
            • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
          • M4:
            • 30 procent permanente evaluatie in de vorm van een presentatie in kleine groepjes over een vakgerelateerd onderwerp. Bij de evaluatie wordt gelet op aanpak (o.a.verwerken van informatie, rekening houden met feedback op eerste presentatie), structuur, taal, vlotheid en houding. Ook wordt feedback geven aan medestudenten beoordeeld. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
            • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)

          tijd voor examinering
          uren
          8

          %
           
           01,07

          Tweede examenperiode
          • 80 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 3 uur)
          • 20 procent mondeling examen: het geven van een korte presentatie over een vakgerelateerd onderwerp (15 procent) en de weg uitleggen (5 procent) (duurtijd: 10 minuten)
          • De leerstof van de 4 modules dient gekend te zijn.