ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Huwelijksvermogenrecht/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 2JM36
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: M:5
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 25
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Ryck Machteld


 

KORTE OMSCHRIJVING

Het vak geeft een volledig overzicht van het actuele huwelijksvermogensrecht onderbouwd met rechtspraak en rechtsleer en praktijkvoorbeelden.

Speciale aandacht gaat ook naar de nieuwe maatschappelijke tendenzen terzake.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

Vanuit conrete probleemsituaties oplossingen kunnen  vinden

De theoretische basiskennis kunnen toepassen in specifieke casusmogelijkheden.goede ba


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
Basiskennis burgerlijk recht en bronnenstudie en algemeen het vermogen om te analyseren
LEERINHOUDEN
  • cursus uit 2 delen : primair stelsel en de huwelijksstelsels aangepast aan
  • de ontwikkelingen in het vakgebied (nieuwe samenlevingsvormen bvb)

STUDIEMATERIAAL
  •  curus van de lector en  recente rechtspraak, jaarlijks aangepast, verslagen studiedagen
  • cases uit eigen advocatenpraktijkpraktijk.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

18

 lesuren

  19,35

practicum en oefeningen:

6

 lesuren

  06,45

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

68

 klokuren

  73,12

Verdere toelichting:
hoor- en werkcolleges

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • mondeling examen van ongeveer 15 minuten met schriftelijke voorbereidingstijd van ongeveer 30 minuten voor 17 punten.
  • evaluatie van praktische oefening (bespreking vonnis of arrest met toetsing aan de leerstof) per 2 studenten voor 3 punten.

tijd voor examinering
uren
1

%
 
 01,08

Tweede examenperiode
  • mondeling examen van ongeveer 15 minuten met schriftelijke voorbereidingstijd van ongeveer 30 minuten voor 17 punten.
  • evaluatie van praktische oefening (bespreking vonnis of arrest met toetsing aan de leerstof) per 2 studenten voor 3 punten tijdens de lesweken.
  • de praktische oefening dient niet te worden overgedaan tenzij de helft niet is gehaald of de oefening niet werd uitgevoerd