ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Journalistiek - 2JOU - Onderdelen - Redactie 2: gedrukte media
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 00263
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: S:1
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 1
Totaal aantal contacturen: 26
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: niet mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Frateur Wouter


 

KORTE OMSCHRIJVING
Hoe schrijf je een vlot leesbare journalistieke tekst? Een sportbericht, een recensie of een reportage? Door teksten van gerenommeerde journalisten te bestuderen, specifieke oefeningen te maken en vooral ... door te schrijven, vééél te schrijven . .

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JO101 De student kan strategisch redeneren.
  • JO102 De student kan creatief denken.
  • JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
Beroepsspecifieke competenties
  • JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  • JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  • JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  • JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  • JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actie
  • JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student beheerst de basisprincipes van redactionele organisatie en planning
  • De student kan artikels schrijven in verschillende genres (recensie, interview, nieuwsbericht)

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Geslaagd zijn voor redactie1

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Geen
Andere begincompetenties
Geen
LEERINHOUDEN
  • Schriftelijke verwerking van interviews
  • Productie van recensies
  • Productie van nieuwsberichten
  • Productie van nieuwsverslagen

STUDIEMATERIAAL
  • Artikels en teksten door de lector aangeleverd.
  • aanbevolen: L. Permentier: Stijlboek.-Roularta.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

8

 lesuren

  11,59

practicum en oefeningen:

16

 lesuren

  23,19

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

43

 klokuren

  62,32

Verdere toelichting:
Geen

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • quotering voor schrijfopdrachten en portfolio (65%) 
  • schriftelijk examen op het einde van het semester (35%)

Alle schrijfopdrachten worden op basis van volgende criteria geëvalueerd: correct taalgebruik, aantrekkelijkheid op het vlak van inhoud en redactionele aanpak (koppen, intro's, streamers, bijschriften, kaderstukjes, ...), het voldoen aan de eisen van het journalistieke genre (nieuwsbericht, interview, recensie).

Voor een taak/werkstuk dat niet, of te laat, wordt afgegeven krijgt de student een 0 op het deelexamen. De scores van de deelexamens worden mathematisch opgeteld.

Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 tot en met 97 van het OER).

De drie bovenstaande opmerkingen gelden ook voor de tweede examenperiode.


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,90

Tweede examenperiode
  • schriftelijk examen (50%)
  • op het studiebegeleidingsmoment bespreken we welke taken je opnieuw moet maken (50%)
  • !Opgelet: voor een zware spelfout verlies je 1 punt van de 20 van het eindtotaal, zowel in de eerste als in de tweede examenperiode!