ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Journalistiek - 2JOU - Onderdelen - Engels 2
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 00266
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: S:1
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 1
Totaal aantal contacturen: 68
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Engels
Lector(en): Goossens Erik


 

KORTE OMSCHRIJVING
Je verdiept je in de Amerikaanse en Britse media en cultuur. Door gerichte opdrachten verwerf je almaar meer inzicht in de grammatica en beroepsspecifieke Engelse woordenschat. Je oefent uitgebreid je mondelinge taalbeheersing. En je leert je in elke communicatieve situatie met zin voor nuance uit te drukken.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JO102 De student kan creatief denken.
  • JO103 De student kan meertalig communiceren.
  • JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  • JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JO206 De student kan teamgericht werken.
  • JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
Beroepsspecifieke competenties
  • JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  • JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  • JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  • JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  • JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  • JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  • JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
  • JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actie
  • JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur: vlot communiceren voor micro en camera, vertrouwd zijn met radiotaal.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student Journalistiek moet vreemde talen verwerven om later anderstalige bronnen te kunnen begrijpen, analyseren en verwerken. Naast het ontwikkelen van een algemene basis wordt veel aandacht geschonken aan mondelinge taalbeheersing. Zo kan de student een eenvoudige gesprek voeren, een nieuwsuitzending of radioprogramma presenteren, (anderstalige) gesprekspartners interviewen. Uitspraak en zinsintonatie spelen hier ook een belangrijke rol.
  • De student toont bereidheid tot communicatie en kan (eventuele) spreekangst doorbreken.
  • De student beheerst de 4 vaardigheden als samenhangend geheel: luistervaardigheid, leesvaardigheid, spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid. De student kan een radio of TV-programma of een tekst/krantenartikel begrijpen, mondeling of schriftelijk samenvatten en becommentariëren.
  • De student kan strategieën ontwikkelen om (eventueel) een onvolledige kennis van de taal te compenseren.
  • De student kan nieuwe woordenschat assimileren en actief gebruiken in een nieuwe context.
  • De student kan een aantal grammaticale items zelfstandig verwerken.
  • De student legt een portfolio aan dat bestaat uit een aantal artikels over de Britse en Amerikaanse cultuur en samenleving. Hij kan over een vijftal thema's rapporteren en discussiëren. 

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • ENGELS 1
  • Mondelinge taalvaardigheid: 'Intermediate' niveau: zich vrij vlot kunnen uitdrukken

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Geen
Andere begincompetenties
Geen
LEERINHOUDEN
  • Grip on Grammar + Practical English Usage: enkele grammaticale items die aan bod komen: modals - passive voice - causative 'have/get' - relatives - reported speech - gerund/infinitive - time clauses - + een aantal 'pitfalls' en 'collocations'
  • Media and Communication: theoretische en praktische oefeningen i.v.m. de gedrukte en audiovisuele pers: lees- en luistervaardigheid
  • American and British society in keywords: enkele thema's: Amerikaanse verkiezingen - het politieke landschap - bevolking - onderwijs - godsdienst - media en entertainment
  • Mondelinge bespreking van teksten/programma's uit de gedrukte en audiovisuele pers.
  • WebQuest: The Printed Press in Britain

STUDIEMATERIAAL
  • Syllabus
  • Handboeken: Grip on Grammar - J. Dentant & G. Claeys - Wolters Plantyn
  • Practical English Usage - Swan - Oxford
  • DVD-/Videomateriaal en/of audiocassettes
  • Lesmateriaal en oefeningen via Blackboard en internet
  • WebQuest: The Printed Media

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

26

 lesuren

  16,88

practicum en oefeningen:

26

 lesuren

  16,88

vormen van groepsleren:

10

 lesuren

  06,49

studietijd buiten contacturen:

86

 klokuren

  55,84

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • 3 testen in de loop van het jaar: een gedetailleerde beschrijving van de leerstof per deelexamen staat in de syllabus.
    • Test 1 : 10 % (november) 
    • Test 2 : 20 % (januari)  
    • Test 3 :   - 30 % (juni) 
                    - Mondeling examen (30 %)  
    • Permanente evaluatie/mondelinge oefeningen (10%).
      Aanwezigheid voor mondelinge oefeningen verplicht. 
    • Bij elk deelexamen wordt per zware fout een punt afgerokken van de score van het deelexamen. De scores van de deelexamens worden mathematisch opgeteld. Er bestaat een exhaustieve lijst van zware fouten.
    • Zich houden aan deadlines is een vereiste.

Als je afwezig bent op een deelexamen georganiseerd buiten de examenreeks, mag je dat deelexamen inhalen indien je afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medisch attest. Het originele attest bezorg je aan het studentensecretariaat, de kopie ervan aan de betrokken lector en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag.
Je maakt zelf een afspraak met de lector omtrent het tijdstip en de wijze waarop je het deelexamen kan inhalen. Indien je binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, ben je ongewettigd afwezig en krijg jegeen punten op dat deelexamen..
Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet.  Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in artikels 94 tot en met 97 van het OER.)

tijd voor examinering
uren
6

%
 
 03,90

Tweede examenperiode

Leerstof van het hele jaar:

  • schriftelijk examen: 60%
  • mondeling examen: 40%