ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Journalistiek - 2JOU - Onderdelen - Audiovisuele media
  

Component behoort tot O.O.: Massamedia
Afstudeerrichting: -:-
Code: 2PV62
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: S:1
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 50
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 52
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Herroelen Patrick


 

KORTE OMSCHRIJVING

In deze component ga je de structuren achter radio en televisie ontdekken. Je bestudeert lokale en landelijke radio, regionale en landelijke televisie, digitale televisie, de openbare omroep. Gestart wordt er met de overheid, de actoren en het beleid en nadien worden alle spelers in het medialandschap besproken


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JO101 De student kan strategisch redeneren.
  • JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  • JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
Beroepsspecifieke competenties
  • JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  • JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  • JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  • JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  • JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  • JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  • JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actie
  • JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur: vlot communiceren voor micro en camera, vertrouwd zijn met radiotaal.
  • JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De actoren in het Vlaamse radio en televisielandschap zijn gekend
  • Radio en televisie als communicatiekanalen kunnen kaderen in het medialandschap in de ruime zin

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • basiskennis Vlaamse massamedia (zie Media eerste jaar)

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
  • belangstelling voor massamedia en media-actualiteit

  • LEERINHOUDEN
    • Organisatie, werking en beleid van radio en televisie in Vlaanderen (België) staan centraal. 
    • Een beperkte historische schetst de voornaamste evolutielijnen inzake radio en televisie. 
    • Het medialandschap wordt geschetst vanuit de variatie aan radio en televisie zoals die zich voor de studenten thans aandient. Achtereen-volgens worden volgende domeinen behandeld:
      • mediabeleid: in evolutie van productie naar distributie
      • de bevoegdheid radio en televisie 
      • de opeenvolgende ministers 
      • de adviesorganen 
    • Publieke radio en televisie: VRT
       statuut  organisatie  wie is wie?
    • Private radio de moeizame weg naar een volwaardig medium    landelijke radio  regionale en lokale radio
    • Private televisie het VTM-verhaal 
    • VT4 zorgt voor concurrentie 
    • regionale televisie 

    De digitalisering - distributie wordt een belangrijker competitiedomein


    STUDIEMATERIAAL

    Cursustekst
    Media-Actualiteit


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    24

     lesuren

      38,46

    practicum en oefeningen:

    4

     lesuren

      06,41

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    32.4

     klokuren

      51,92

    Verdere toelichting:
    hoorcolleges zijn gericht op kennisoverdracht - interactiviteit wordt aangemoedigd

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Examen. Schriftelijk. 20 meerkeuzevragen - 20 ptn.
    Foute én blanco antwoorden worden gesanctioneerd (-1/3 punt)

    Audiovisuele media is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel: een tekort voor één van de samenstellende componenten levert altijd een tekort op voor het volledige opleidingsonderdeel.  Zelfs al zou het mathematische gemiddelde van de scores voor de verschillende componenten een cijfer boven of gelijk aan tien opleveren, toch verschijnt er dan voor het gehele opleidingsonderdeel op het rapport ten hoogste een negen. Bovendien wordt er dan bij de deliberatie gekeken naar het tekort voor de betrokken component. Indien een student geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet hij herkansen voor de component(en) waarvoor hij een tekort haalde. De component waarvoor hij een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar een volgende examenperiode van hetzelfde academiejaar of van het volgende academiejaar.


    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     03,21

    Tweede examenperiode

    Examen. Schriftelijk. 20 meerkeuzevragen - 20 ptn.
    Foute én blanco antwoorden worden gesanctioneerd (-1/3 punt)

    Audiovisuele media is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel: een tekort voor één van de samenstellende componenten levert altijd een tekort op voor het volledige opleidingsonderdeel.  Zelfs al zou het mathematische gemiddelde van de scores voor de verschillende componenten een cijfer boven of gelijk aan tien opleveren, toch verschijnt er dan voor het gehele opleidingsonderdeel op het rapport ten hoogste een negen. Bovendien wordt er dan bij de deliberatie gekeken naar het tekort voor de betrokken component. Indien een student geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet hij herkansen voor de component(en) waarvoor hij een tekort haalde. De component waarvoor hij een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar een volgende examenperiode van hetzelfde academiejaar of van het volgende academiejaar.