ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Elektromechanica - 3AUT - Onderdelen - Labo Robotica
  

Component behoort tot O.O.: Multiprojecten AUT
Afstudeerrichting: -:-
Code: 30128
Academiejaar: 2007-2008
Type: kernondersteunend
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: M:7
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 14
Totaal aantal contacturen: 20
Totaal studietijd: 54,6
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van den Broeck Jo


 

KORTE OMSCHRIJVING
De opleidingsonderdelen labo automatisatie, labo M&R, labo aandrijftechnieken en labo robotica zijn verweven in de twee in-house projecten en het project dat door de industrie wordt aangeleverd.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
  • EM102 De student kan geordend, kernachtig en gesynthetiseerd een verslag opstellen, toelichten en/of een opvolgingsdossier beheren. De student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
  • EM103 Doelgericht leren (evalueren) van je eigen handelingen (er positieve en negatieve kanten in identificeren) en gericht werken aan verbeteringen ( leerpunten formuleren).
  • EM104 De student kan in een multidisciplinaire groep en vanuit zijn specifieke optie-(afstudeer)achtergrond een bijdrage leveren aan de totstandkoming van het gewenste resultaat. / De student kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
  • EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
  • EM106 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
  • EM107 De student kan, op basis van zijn multidisciplinaire en afstudeerspecifieke kennis, communicatie met opdrachtgevers/klanten/ontwikkelaars/productiemedewerkers ontwikkelen en onderhouden.
  • EM108 De student is in staat om, vanuit een basishouding van leven(s)lang leren, zelfstandig een leerdoel en leerstrategie te bepalen, uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • EM209 De student kan zich vlot in een groep/team integreren zodat hij/zij snel en efficiënt kan deelnemen aan de taken.
  • EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
  • EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
  • EM212 De student kan bij beroepsmatige en ethische dilemma's (bv. de verhoging van de productiviteit door minder veilig te werken) een afweging maken op basis van gedegen maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden en een besluit nemen.
  • EM213 De student kan in snel veranderende werkomstandigheden en op basis van zijn/haar doorzettingsvermogen, prestatiegericht werken.
  • EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakmanschap) uit te voeren. / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
  • EM215 De student kan onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden effectief blijven functioneren.
Beroepsspecifieke competenties
  • EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
  • EM320 De student is in staat om Meet- en Regelsystemen te ontwerpen, te installeren, aan te sluiten, te koppelen en te vervangen volgens de gegeven schema's en plantekeningen, rekening houdend met de vigerende veiligheidsregels en -middelen die hij/zij kritisch weet toe te passen.
  • EM321 De student is in staat om installaties/machines, of delen ervan, na onderhoudsactiviteiten af te regelen, te testen, op te starten en in dienst te nemen.
  • EM324 De student is na het ontwerp van het automatiseringssysteem in staat om dit systeem te installeren, op te starten, te testen en af te stellen, rekening houdende met de noodzakelijke veiligheidsregels.
  • EM330 De student is in staat om, op basis van machinehistoriek of contructeursgegevens, preventieve onderhoudsplannen op te stellen, uit te voeren en bij te sturen.
  • EM332 De student is in staat om een eenvoudig produktieproces te automatiseren.
  • EM339 De student kan op een doordachte manier een probleem analyseren en de oplossingen omzetten naar een programma.
  • EM341 De student is in staat om een meet- en regelsysteem te herkennen tussen een veelvoud van applicaties en om van daaruit, met de nodige kennis van de toegepaste meet- en regelprincipes, onderhoudwerkzaamheden, kalibraties en testen uit te voeren.
  • EM342 De student is in staat om door gebruik te maken van de huidige stand van de techniek een veelvoud aan data en parameters te verzamelen, te visualiseren, te bewaken en te bewaren, met de bedoeling ze bruikbaar te maken voor de proceseigenaars/procestechnologen.
  • EM344 De student kan aan de hand van een ruimtelijk inzicht eenvoudige roboticatoepassingen analyseren, ontwerpen en implementeren.
  • EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  1. Student is in staat om als een beginnend beroepsbeoefenaar, binnen een gegeven beroepscontext en met de beschikbare middelen, een maatschappelijk verantwoorde technische oplossing te formuleren, uit te werken en in dienst te nemen.
  2. Student kan zijn kennis en vaardigheden uit verschillende domeinen integreren en toepassen op het juiste moment en in een gegeven context.
  3. Student is in staat om zelf leerdoelen te formuleren
  4. Student is in staat om relevante literatuur op te zoeken, te verwerken en toe te passen.
  5. Student bezit de nodige sociale vaardigheden om in teamverband te werken aan een gemeenschapelijk project
  6. Student is in staat om te reflecteren over de behaalde resultaten en verbeterdoelen te formuleren

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Minimum 100 studiepunten verworven hebben in de eerste twee programmajaren binnen dezelfde afstudeerrichting van het departement Elektromechanica

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • Geen

Andere begincompetenties
  • Geen

LEERINHOUDEN
  • Leerinhouden van de opleidingsonderdelen in het eerste en tweede programmajaar
  • Cursus Bedrijfsmanagement, departement elektromechanica, Dhr. F. Bekx

STUDIEMATERIAAL
  • Cursussen, departement elektromechanica, 1EM-2AUT
  •  Relevante vakliteratuur, websites, databanken en  technische specificaties van diverse fabrikanten

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

18

 lesuren

  32,97

studietijd buiten contacturen:

34.6

 klokuren

  63,37

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • (100 % van de punten) op basis van groepspresentatie, portfolio en peer-assessment . Score van peer-assessment wordt omgezet naar een factor , die als vermenigvuldiger wordt gebruikt van de behaalde cijfers van de portfolio (meer gedetailleerde informatie kan je vinden in de evaluatietabel van de syllabus Multiprojecten en bijhorend addendum)

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 03,66

Tweede examenperiode
  • Geen