ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Elektromechanica - 3ISE - Onderdelen - Labo aandrijftechnieken
  

Component behoort tot O.O.: Aandrijftechnieken
Afstudeerrichting: -:-
Code: 00413
Academiejaar: 2007-2008
Type: kernondersteunend
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: M:7
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 60
Totaal aantal contacturen: 27
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Pauw Erik


 

KORTE OMSCHRIJVING

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
  • EM102 De student kan geordend, kernachtig en gesynthetiseerd een verslag opstellen, toelichten en/of een opvolgingsdossier beheren. De student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
  • EM106 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakmanschap) uit te voeren. / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
  • EM215 De student kan onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden effectief blijven functioneren.
Beroepsspecifieke competenties
  • EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
  • EM321 De student is in staat om installaties/machines, of delen ervan, na onderhoudsactiviteiten af te regelen, te testen, op te starten en in dienst te nemen.
  • EM333 De student kan een eenvoudig productieproces analyseren.
  • EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan omgaan met elektronische motorsturingen (DC en AC).
  • De student kan verschillende types sturingen herkennen.
  • De student kan samenstellende delen onderscheiden en bemeten.
  • De student kan meetresultaten interpreteren.
  • De student kan de belangrijkste parameters instellen en het belang ervan nagaan.
  • De student kan de mogelijkheden en beperkingen van de diverse sturingen nagaan.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Vermogenselektronica
  • Elektriciteit
  • Elektrische machines

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • Geen

Andere begincompetenties
  • Geen

LEERINHOUDEN
  • Metingen aan gelijkstroomaandrijvingen:
    • Instellingen
    • Vermogenkring en stuursysteem
    • Motorgrootheden
    • Respontie op snelheidssprongen
    • Overgang van motor- op generatorwerking met en zonder draaizinomkering
    • Metingen zonder kringstroom en met kringstroom
  • Metingen aan AC-aandrijvingen met digitale frequentieomvormer:
    • Oefeningen met RS-compensatie
    • Oefeningen op de vermogenkring
    • Oefeningen op de frequentiesturing van een driefasige asynchrone motor
    • Oefeningen op versnellen en afremmen van de asynchrone motor
    • Oefeningen met de synchrone motor
  • Proefnemingen met industriële frequentieomvormer en servo-aandrijving/rem.

  • STUDIEMATERIAAL
    • Syllabus met opdrachten, departement elektromechanica, E. De Pauw
    • Beschikbare literatuur, informatie en documentatiebronnen.
    • Service manuals, databoeken en technische documentatie van fabrikanten.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    0

     lesuren

      00,00

    practicum en oefeningen:

    25

     lesuren

      32,05

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    51

     klokuren

      65,38

    Verdere toelichting:
    • Behandeling van de opgaven in kleine groep (3 à 4 pers) op een vrij zelfstandige manier gedurende labozittingen onder begeleiding van de lector.
    • Klassikale behandeling van sommige onderwerpen.
    • Zelfstudie.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Permanente observatie bij uitvoering van de metingen (punt A)
    • Testen van de zelfstudie bij de start van elke labozitting (punt B)
    • Nazicht van gemaakte rapporten (punt C).
    • Praktische toetsing op het einde van de module (punt D).
    • Totaal = (A+C+D)XB.
    • Een student die onwettig afwezig is bij de eindevaluatie  wordt voor het desbetreffende deelexamen direct doorverwezen naar de tweede examenperiode.

     


    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,56

    Tweede examenperiode
    • Enkel punt D kan opnieuw gedaan worden. Behaalde punten van de permanente evaluatie (A,B en C) tijdens de onderwijsperiode blijven behouden.