ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Hematologie
  

Component behoort tot O.O.: Hematologie
Afstudeerrichting: -:-
Code: 10048
Academiejaar: 2007-2008
Type: ?
Niveau: ?
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: :
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 75
Totaal aantal contacturen: 54
Totaal studietijd: 156
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Winnen Patricia


 

KORTE OMSCHRIJVING
Hematologie is de leer van het bloed en bestaat uit cytologie of de leer van de cellen, immuunhematologie waar o.a. de bloedgroepbepalingen aan bod komen en hemostase waar de bloedplaatjes deel uitmaken van de primaire stolling.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
  • BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
  • BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
  • BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
  • BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
  • BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
  • BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
  • BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Basisbegrippen uit de hematologie
    • De uitrijping van de belangrijkste bloedcellen uitleggen
    • De morfologie van de belangrijkste bloedcellen beschrijven en herkennen.
    • De afwijkende morfologie van rbc beschrijven en herkennen.
    • Vorming en functie van hemoglobine beschrijven
    • De meest voorkomende hemoglobines kort beschrijven
    • De referentiewaarden van de belangrijkste hematol. parameters
    • Onderscheid maken tussen relatieve en absolute tellingen.
    • Verbanden leggen tussen de verschillende hematol. parameters.
    • De funtie van bloedplaatjes en bijhorende factoren bespreken in het kader van de 1ste fase van de bloedstolling.
    • ABO-en Rh-bepalingen interpreterende student kan ABO-en RH-incompatibiliteiten herkennen.   

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    geen


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    Opleidingsonderdeel "Eiwitten" uit periode 2
    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    • De hematologie is de leer van het bloed, meer bepaald van de bloedcellen. We noem dit deel van de hematologie de cytologie.
    • Daarnaast speelt bloed een belangrijke rol in de bloedstolling of hemostase. Bloedplaatjes en stollingseiwitten zijn hier essentiële componenten.
    • De immuunhematolgie is een derde belangrijk onderdeel van de hematologie: hier zijn de op de b loedcellen a anwezige antigenen en hun respectievelijke antistoffen de belangrijkste spelers.
    • In het cytologisch gedeelte wordt aandacht geschonken aan het ‘ontstaan’ van de bloedcellen uitgaande van de stamcel, ook wel de hematopoiese genaamd.
    • Er wordt vervolgens dieper ingegaan op de rode bloedcel in de erytrpoiese met o.a. rol van EPO, reticulocytenenz…. Aanmaak en functie van hemoglobine wordt besproken.
    • Ook enkele biochem. parameters – die een rol spelen in de erytropoiese-worden kort toegelicht.
    • In de myel opoiese zullen hoofdzakelijk granulocyten besproken worden.
    • De cytologie wordt afgerond met de trombopoiese of de vorming van de bloedplaatjes en aansluitend hierop wordt de primaire hemostase nader toegelicht m.a.w. wat is de functie van een bloedplaatj e in de hemostase.
    • In de immuunhematologie wordt het ABO- en Rhesussysteem besproken.
    • In werkcolleges zal de aandacht gaan naar volgende punten:
      - Bloedafname.
      - Bloedafnamebuisjes en de verschillende anticoagulantia die in de praktijk gebruikt worden in de bloedafnamebuisjes.
      - Referentiewaarden.
      - Verwerken van labo-aanvragen en pre-analytische fase-analytische fase. Enkele ethische aspecten.
      - Rode bloedcelindexen – hematocriet – sedimentatie.
      - Eenvoudige berekeningen in de hematologie (bv. absolute tellingen…)
      - Morfologie- Oefeningen op bloedgroepinterpretaties – bloedgroepencompatibiliteit
    • In practica worden de verschillende basishandelingen, de bepaling van de bloedgroepen en het herkennen van cellen in bloeduitstrijkjes aangeleerd,. .     

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus R.Flies en P.Winnen
    • Internet
    • CD-Rom
    • Atlas hematologie
    • Microscopen
    • Labnota"s

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    29

     lesuren

      18,35

    practicum en oefeningen:

    23

     lesuren

      14,56

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    104

     klokuren

      65,82

    Verdere toelichting:

    Hoorcolleges, werkcolleges en praktijksessies


    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • INT 3-3
    •   Schriftelijk examen met o.a. praktische vragen en berekeningen.
    • e valuatie van de praktijksessies:
      • aanwezigheid
      • houding en werk
      • verslagen
    • Verdeling theorie/praktijk : 80%/20%

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     01,27

    Tweede examenperiode
    INT 3-3
    Schriftelijk examen met o.a. praktische vragen en berekeningen.
    De e
    valuatie van de praktijksessies blijven behouden uit de eerste examenperiode.