ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Voedings- en dieetkunde - 1VD - Onderdelen - Warenwetgeving
  

Component behoort tot O.O.: Voedingsmiddelentechnologie
Afstudeerrichting: -:-
Code: 10147
Academiejaar: 2007-2008
Type: kernondersteunend
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: P:3
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 16
Totaal aantal contacturen: 9
Totaal studietijd: 29,12
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Vanherle Koen


 

KORTE OMSCHRIJVING
‘Warenwetgeving’ is een ‘begeleid’ zelfstudiepakket. Je krijgt een overzicht van de nationale en internationale wetgevende en uitvoerende instanties en van het wetgevingsproces. Daarna verwerf je inzicht in de verticale (specifieke voedingsmiddelen) en algemene horizontale reglementen door opzoekopdrachten. Je leert kritisch/analytisch lezen en omgaan met wetteksten en efficiënt gebruik maken van de warenwetgeving als databank.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
  • VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
  • VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan de opbouw van de warenwetgeving: basis- en procedure-reglementen, algemene of horizontale reglementen en specifieke of verticale reglementen
  • De student kent het verschil/overeenkomst tussen de Europese regelgeving en de Belgische wetgeving, en idem voro de bevoegde instanties
  • De student kent de meest recente regelgeving inzake etikettering en claims
  • De student kan de warenwetgeving efficiënt gebruiken als databank voor alle reglementeringen inzake voedingsmiddelen en voedingsmiddelentechnologie
  • De student kan een wettekst lezen en op een begrijpelijke manier de essentie ervan weergeven
  • De student kan de reglementaire bepalingen inzake levensmiddelen opzoeken en toepassen op de besproken voedingsmiddelen in “Voedingsmiddelentechnologie”
  • De student kan de huidige reglementering (en veranderingen) in reglementering kritisch bespreken
  • De student kan de antwoorden op de opzoekvragen zelfstandig opzoeken, en nadien dan ook formuleren (zie leerinhoud in ECTS en cursus)
  • De student kan  m.b.v. opgegeven en zelf op te zoeken informatiebronnen de leerinhoud verwerken

    .

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Voedingswetenschappen - deel I (periode 1)

Fysicochemie en microbiologie van voedsel, Algemene chemie (periode 2)


Andere begincompetenties
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek.
LEERINHOUDEN
  • Inleiding: ontstaan van voedselinspectie en evolutie naar warenwetgeving.
  • De warenwetgeving: beschrijving van de warenwetgeving in het Belgisch recht.
  • De nationale regelgeving – wetgevende en uitvoerende macht in België – Uitvoeringsbesluiten, KB en MB.
  • Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV): oprichting – opdrachten - bevoegdheden.
  • Federale Overheidsdienst Volksgezondheid .
  • Regionale wetgeving (gemeenschappen en gewesten).
  • Europese regelgeving: wetgevingsproces (Raad van de EU, Europese Commissie, Europees Parlement) – Europese maatregelen (Verordeningen, Richtlijnen, Besluiten en Aanbevelingen).
  • Witboek Voedselveiligheid van de Europese Commissie.
  • Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA): voorgeschiedenis en huidige structuur.
  • Demonstratie a.d.h.v. KB 28/10/76 betreffende consumptie-ijs, mengsels en basispreparaten voor consumptie-ijs (gewijzigd door KB 02/10/19, KB 27/04/87, KB 09/02/90).
  • Codex Alimentarius.
  • Principes – overzicht en inhoud van de warenwetgeving.
  • Basiswet van 24 januari 1977.
  • Soorten reglementen: basisreglementen, horizontale reglementen en vertikale reglementen (met voorbeelden).
  • Gebruik van de warenwetgeving (uitgeverij Die Keure):
    - de digitale warenwetgeving raadplegen op het intranet
    - inhoud en mogelijkheden van de digitale versie van de warenwetgeving
    - praktisch werken met de digitale versie van de warenwetgeving (zoeken op boekdeel, trefwoord, datum en full-text-search); teksten overbrengen naar een tekstverwerker.
  • Aan de hand van het KB betreffende “etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen” een wettekst leren lezen en begrijpelijk samenvatten.
  • Onderscheid tussen soorten reglementeringen en onderscheid tussen reglementering op Europees en Belgisch niveau.
  • De student leert hoe hij “iets” moet opzoeken in de warenwetgeving.
  • Opgegeven opdrachten verwerken in verband met:
    - basisreglementen en horizontale reglementen: basiswet 1977, hygiëne, autocontrole en traceerbaarheid, meldingsplicht, etikettering en allergenen, claims, reclame, voedingslabels, verpakkingsmateriaal, additieven en contaminanten,…
    - vertikale reglementen: telkens (alle aspecten van) de wetgeving opzoeken die bij het onderwerp van de les “Voedingsmiddelentechnologie” horen (zie leerinhoud “Voedingsmiddelentechnologie”: bv. terminologie, samenstelling,... volgens warenwet).

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus: ‘warenwetgeving’ – auteur: Koen Vanherle - Plantijnhogeschool.
  • “De Warenwetgeving, Verzameling van elle reglementen betreffende voedingsmiddelen en andere consumptieproducten”. G. Temmerman, Deel 1A en 1B, Die Keure, Brugge (beschikbaar in de bibliotheek en digitaal op educatief netwerk).
  • Website: www.europa.eu.int/eur-lex/nl, http://www.favv.be/, http://www.fevia.be/, …
  • Verscheidene artikels uit:
  • - Nieuwsbrief Voedselveiligheid  (voedselveiligheid vb. contaminanten, gezondheidsclaims, etikettering, technologie, …).
  • - Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek (vb. reclamecode).
  • - Test Gezondheid (vb. allergenen in VM, chemische verontreiniging thuis) en Test Aankoop (vb. Voeding en voedselveiligheid in 2005).
  • - kranten (actualiteit vb. oorsprongsbenaming mattentaarten, reclamecode, het Europees Parlement en zijn medespelers, … ).

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

4

 lesuren

  11,94

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

29

 klokuren

  86,57

Verdere toelichting:
  • Hoorcollege met uiteenzetting, toepassing d.m.v. demonstratie (projectie) en situering in het opleidingsonderdeel door lector.
  • Voornamelijk studietijd buiten contacturen: studietijd die voorzien is voor opzoeken en verwerking van KB's in de warenwetgeving.
  • Opdrachten zelfstandig uit te voeren en op te zoeken: --> enkel tijdens de lesweken kan de lector geraadpleegd worden bij vragen/problemen in verband met deze opdrachten.
  • Opzoeken en verwerken van de opgezochte KB’s als voorbereiding op de lessen “Voedingsmiddelentechnologie”. De inhoud van de KB’s die gekend moet zijn wordt gespecifieerd tijdens de les “Voedingsmiddelentechnologie”.De student neemt telkens een afdruk van de relevante info van deze KB’s mee naar de bijpassende les. De student toont hiermee aan dat hij/zij in staat is om zelfstandig KB's op te zoeken en te verwerken (gebruik van de warenwetgeving): dit  is een noodzakelijke voorwaarde tot evaluatie.
  • Discussieforum via Blackboard.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Puntenverdeling: ca. 85% op INT, 10% op opdrachten vanuit merkenkennis en 5% op opdrachten vanuit VMT en warenwetgeving.
  • Integratieve toets INT3-3 (telt mee voor min. 85% van het eindresultaat): schriftelijk examen met kennis- en toepassingsvragen. Voedingsmiddelentechnologie en warenwetgeving peilen eerder naar kennis en inzicht;  merkenkennis peilt naar inzicht en vooral ook toepassing. Aangezien de toets integratief is ligt het aandeel van elke afzonderlijke compontent niet vast.
  • De onderwerpen die zelfstandig moeten bestudeerd worden en de opgegeven opdrachten tijdens de lesweken maken integraal deel uit van deze toets. (opm. bij vragen of problemen omtrent de opgegeven opdrachten kan enkel tijdens de volledige lesweken de hulp van de lector ingeroepen worden).
  • De toets bestaat uit open vragen (bespreek…) en gesloten vragen (matchvragen, waar/onwaar, som voorbeelden op…). De student moet vanuit technologisch inzicht (grondstoffen, bewerking en verwerking, samenstelling,…) en kennis van de warenwetgeving  in staat zijn om de nutritionele kwaliteit van voedingsmiddelen en bepaalde merken te voorspellen en beoordelen.
  • De student neemt telkens een afdruk van de verplicht opgezochte KB’s mee naar de bijpassende les “Voedingsmiddelentechnologie”! De student toont hiermee aan dat hij/zij in staat is om zelfstandig KB's op te zoeken en te verwerken (gebruik van de warenwetgeving): dit  is een noodzakelijke voorwaarde tot evaluatie.
  • ‘Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.

tijd voor examinering
uren
0.5

%
 
 01,49

Tweede examenperiode

Enkel de integratieve toets wordt hernomen; de punten behaald via opdrachten blijven behouden.

Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.