ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - Groepsdynamica
  

Component behoort tot O.O.: Beroepsvaardigheden
Afstudeerrichting: -:-
Code: 30101
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:7
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 30
Totaal aantal contacturen: 13
Totaal studietijd: 31,2
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Aertsen Lea


 

KORTE OMSCHRIJVING

Als voorbereiding op de stage en het latere beroep komen in periode 7 de communicatieve vaardigheden binnen het kader van groepsdynamische processen aan bod. Je oefent de nodige professionele vaardigheden om taak- en teamgericht te kunnen werken.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
  • VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
  • VD209 Kunnen functioneren in teamverband
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
  • VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
  • VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
  • VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
  • VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan de volgende elementaire communicatieve vaardigheden en knelpunten herkennen bij zichzelf en bij anderen: waarnemings- en interpretatieitems, non- verbaal gedrag, actief luisteren, samenvatten, concretiseren, geven/doorvragen van meningen, uiten/ doorvragen van gevoelens, geven/ontvangen van feedback, assertief reageren.
  • De student kan reflecteren (schriftelijk en mondeling) over deze communicatieve vaardigheden.
  • De student kan deze communicatieve vaardigheden toepassen in de omgang met cliënten/patiënten, peers en oversten.
  • De student kan stadia van groepsontwikkeling herkennen en aangeven welke factoren hierin een rol spelen.
  • De student kan samenwerkingsproblemen zowel zij die verband houden met relationele zaken (samen-problemen) als met inhoud en taken (werkproblemen) als met beide onderkennen en en heeft inzicht  het oplossen van deze problemen.
  • De student kan het ontstaan, functies en verloop van conflicten herkennen en kan hierbij actief optreden.
  • De student erkent het effect van deskundig onderhandelen bij uiteenlopende belangen en kan zonodig beïnvloeden in het voordeel van de gezamenlijke belangen.
  • De student kan de kwaliteiten van een goed team en goed leiderschap benoemen.
  • De student kan een reflectie neerschrijven over zijn/haar functioneren binnen een team en vraagt hierrond feedback.
  • De student kent eigen sterke en zwakke punten van persoonlijke leiderschap en kan deze verder ontwikkelen.
  • De student kan de Roos van Leary als een waardevol instrument kunnen gebruiken voor een professioneel niveau van communicatie en leidinggeven.
  • De student onderkent de waarde van intervisie bij werkproblemen en kan de methodes van intervisie toepassen.
  • De student beheerst de belangrijke grondhoudingen van een hulpverlener t.a.v. een zorgvrager en reflecteert hierbij zijn/haar sterke punten en zijn/ haar leepunten.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • student is geslaagd voor 2VD.

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties

Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.


LEERINHOUDEN
  • Basisbegrippen rond communicatieleer: Waslawick, Maslow, Mattheeusen, Oomkes, Schultz..
  • De 10 elementaire communicatieve vaardigheden van een zorgverlener t.a.v. een zorgvrager uitdiepen aan de hand van theorie en oefeningen in de klasgroep: waarnemen, interpreteren, non-verbaal gedrag, actief luisteren, stellen van vragen, samenvatten, concretiseren, geven/ doorvragen van meningen, uiten/doorvragen van gevoelens, geven/ontvangen van feedback, assertiviteit
  • De basisgrondhoudingen van een hulpverlener uitdiepen en toepassen in oefeningen
  • elementaire begrippen en denkkaders van groepsdynamica verkennen en toepassen
  • stagedoelstellingen concretiseren
  • Belang en voorstel van intervisiemethode voor diëtisten

STUDIEMATERIAAL
  • Elementaire sociale vaardigheden: skillslab-reeks voor verzorgende vaardigheden, Transferpunt vaardigheidsonderwijs
  • Cursus:'oefeningen communicatieve vaardigheden"- auteur: Lea Aertsen- Plantijnhogeschool
  • Cursus: "groepsdynamica en zelfreflectie"- auteur: Lea Aertsen- Plantijnhogeschool

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

12

 lesuren

  36,36

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

20

 klokuren

  60,61

Verdere toelichting:
  • Theorie: basisbegrippen rond communicatie, grondhoudingen in de hulpverlening; intervisiemethoden en groepsdynamica
  • Praktijksessies: oefenen en reflecteren op de eigen vaardigheden en functioneren in groep
  • Opdracht tijdens stage over eigen functioneren met een reflectie hierop

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Mondeling examen. Theoretische modellen worden getoetst. Tevens dient student een reflectie te kunnen verwoorden van eigen leerpunten en kwaliteiten aangaande zijn functioneren in groep.
  • een student die afwezig is op één van de twee examens INT7-1 en INT7-2 van het opleidingsonderdeel 'beroepsvaardigheden' haalt een A voor het opleidingsonderdeel
  • Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.

tijd voor examinering
uren
1

%
 
 03,03

Tweede examenperiode
  • een student die niet geslaagd is voor het opleidingsonderdeel 'beroepsvaardigheden' krijgt eind juni een taak voor de onderwijseenheid 'groepsdynamica'.  De student bereidt deze schriftelijk voor en bezorgd deze minstens tien dagen voor het examen aan de lector (mail), deze schriftelijke neerslag wordt gebruikt bij het mondeling examen INT7-2.
  • een student die niet geslaagd is en geen credit behaalde voor het opleidingsonderdeel 'beroepsvaardigheden' legt in deze examenperiode de twee toetsen INT7-1 en INT7-2 opnieuw af.  Een student die afwezig is op één van de twee examens haalt een A voor het opleidingsonderdeel.
  • Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.