ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Onderdelen - Specifiek opvoeden & begeleiden (d1)/2
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 10022
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: O
Periode binnen het modeltraject: M:2
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 16
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Adams Carl
Melis Ann
Schraepen Beno


 

KORTE OMSCHRIJVING

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        • Inzien dat je visie op mensen en zorg bepaald wordt door maatschappelijke en culturele evoluties
        • De historische en culturele evolutie kunnen kunnen weergeven van de zorg voor personen met een beperking, armen, jongeren en delinquenten.
        • Dit kunnen uitleggen en aantonen met voorbeelden uit de orthopedagogische zorg vandaag.
        • Verschillende begrippen, personen en thema's binnen deze historische en culturele evolutie kunnen situeren en verklaren.
        • De impact hiervan kunnen aantonen op de orthopedagogische zorg vandaag.
        • De verschillende mensvisies of basishoudingen i.v.m. personen met een beperking kunnen geven, uitleggen en illustreren met eigen voorbeelden.
        • Het verband tussen deze mensvisies en hun historische en culturele bepaaldheid kunnen aantonen.
        • Kunnen omschrijven, inzien en illustreren welke mensvisies jezelf als opvoeder/begeleider dient na te streven en dit kunnen vertalen naar eigen handelen.
        • Dit alles kunnen linken aan de verschillende doelgroepen binnen de zorg.
        • De weg van segregatie naar inclusie kunnen uitleggen en illustreren.
        • Inclusie kunnen bekijken vanuit verschillende levensdomeinen: maatschappelijk, onderwijs, tewerkstelling, vrijetijdsbesteding.
        • Hier voorbeelden van kunnen geven.
        • Zelf komen tot een werkbare actuele visie op hulpverlening en die kunnen omschrijven.

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
        geen
        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

        Andere begincompetenties

        LEERINHOUDEN
        • Centraal staat de schets rond specifiek opvoeden vanuit een historische en culturele bepaaldheid en geplaatst binnen een internationale context en ethische dimensies.
        • Hoorcolleges: beeldvorming t.a.v. personen met een handicap is het uitgangspung: welke beeldvorming vinden we terug in onze maatschappij, hoe komt dat, vanuit welke beeldvorming vertrekt een gespecialiseerd opvoeder-begeleider.
        • Volgende onderwerpen en thema's komen aan bod:
          • zorg van de prehistorie over de middeleeuwen tot Itard, over de verlichting naar de industriële revolutie.
          • evolutie in België, Vlaanderen, Nederland, Duitsland, ... met nadruk op 19e Eeuw (caritas, schoolstrijd, kweekscholen, congregaties en religieuzen, politionele zorg, protestantse huisvader, heilpedagogiek) en de 20e Eeuw: eeuw van het kind, 1e kinderwetten, wet op kinderbescherming Vl/Ned, verpleging pmh, thuishulp, ontstaan buitengewoon onderwijs, migratiestromen.
          • 3 pijlers van de orthopedagogiek: zorg voor pmh, bijzondere jeugdzorg, child giudance clinics
          • recente invloeden op de orthopedagogische zorg
          • mens- en maatschappijvisie binnen de orthopedagogiek nl. basishoudingen t.o.v. pmh (Ben Wuyst): onvolwaardig, ongelukkig, zwak, abnormaal, benadeeld, anders maar niet minder.
        • Werkcollegs: inclusie als visie, sociale uitsluiting, inclusief onderwijs, inclusieve tewerkstelling en inclusieve vrije tijd.

        STUDIEMATERIAAL
        • 'Over narren, kreupelen, doven en blinden', Ben Wuyts, 2005, Davidsfonds Leuven
        • aangevuld met een syllabus samengesteld uit artikels en slides
        • voorbereidende opdracht wordt besproken in de werkcolleges: info linken aan leerinhouden, taak wordt uitgevoerd in groep of individueel, dient als voorbereiding op het examen

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

        14

         lesuren

          17,50

        practicum en oefeningen:

         lesuren

          00,00

        vormen van groepsleren:

         lesuren

          00,00

        studietijd buiten contacturen:

        64

         klokuren

          80,00

        Verdere toelichting:
        • 1 hoorcollege per week
        • 1 werkcollege per week

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode

        Schriftelijk examen met open vragen:

        • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgsteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen
        • evaluatie van de opdracht via examenvragen
        • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

        tijd voor examinering
        uren
        2

        %
         
         02,50

        Tweede examenperiode

        Schriftelijk examen met open vragen:

        • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen
        • geen evaluatie van de opdracht meer
        • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd