ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 
Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Opleidingsonderdelen
  
id onderdeelbenamingstudiepunten
10021Psychiatrische stoornissen/13
10022Specifiek opvoeden & begeleiden (d1)/23
10023Specifiek opvoeden en begeleiden (d2)/33
10024Project en paper/36
10025Person. met een psychiatr. stoornis/44
10026De mens in zijn omgeving/43
10027Project en paper/48
 

Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Onderdelen - Psychiatrische stoornissen/1
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 10021
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: O
Periode binnen het modeltraject: M:1
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 177
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Portael Veerle
Walravens Lieve


 

KORTE OMSCHRIJVING
In welke sector je ook werkt, overal zal je ooit wel eens in contact komen met cliënten met een psychiatrische stoornis. In dit opleidingsonderdeel staan we stil bij visies op een aantal psychiatrische stoornissen (zie leerinhouden) vanuit de maatschappij en vanuit een wetenschappelijk kader. Je leert over mogelijke oorzaken van psychiatrische stoornissen, de verschijningsvormen ervan, de prognose en aandachtspunten voor de behandeling en de begeleiding van deze cliënten. Aan de hand van beeldmateriaal, gevalsbeschrijvingen en oefeningen kan je je een concreter beeld vormen van deze aspecten.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        • De student kent het begrippenkader ivm de aangeboden theoretische en methodische kaders en wetenschappelijke kennis.
        • De student kan de voornaamste vormen van psychiatrische stoornissen herkennen en van elkaar onderscheiden.
        • De student heeft inzicht in de theorieën en modellen ten grondslag liggend aan de behandeling van psychische, psychosociale en psychosomatische problemen.
        • De student analyseert vanuit zijn kennis van psychiatrische stoornissen (probleem)situaties met cliënten behorend tot verschillende doelgroepen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze.
        • De student kan de verkregen inzichten integreren in de begeleiding van en de hulpverlening aan verschillende doelgroepen.
        • De student kan op een adequate, zelfstandige en kritische wijze verschillende geschreven en elektronische bronnen raadplegen. 
        • De student kan de ingewonnen informatie uit toegepaste wetenschappelijke literatuur begrijpen en interpreteren.
        • De student kan theoretische, methodische en wetenschappelijke kennis opzoeken en verwerken in functie van meer  specifieke problematieken en/of doelgroepen.
        • De student kan de verkregen informatie en inzichten communiceren op heldere wijze.
        • De student kan een aantal belangrijke begrippen benoemen en deze hanteren ten behoeve van de samenwerking met andere disciplines die betrokken zijn bij de behandeling van psychiatrische patiënten.
        • De student bejegent mensen (cliënten, leerlingen of ouders) met een psychiatrische stoornis op een professionele en respectvolle manier.
        • De student kan m.b.t. de beeldvorming rond en bejegening van personen met een psychiatrische stoornis sensibiliserend optreden t.a.v. derden.

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
        geen
        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
        geen
        Andere begincompetenties
        diploma Sociaal Hoger Onderwijs - korte type voor sociale promotie van gegradueerde in de orthopedagogie (modulair/lineair/ 8 semesters)
        LEERINHOUDEN
        • Inleiding en diagnostisch proces
        • Psychotische stoornissen
        • Stemmingsstoornissen
        • Somatoforme stoornissen
        • Dissociatieve stoornissen
        • Seksuele en geslachtsidentiteitsstoornissen
        • Persoonlijkheidsstoornissen
        • Psychofarmacologie
        • CBCL
        • Voor de behandelde stoornissen komen volgende aspecten aan bod: etiologie, behandeling, verloop, preventie, omgaan met personnen met een pychiatrische stoornis

        STUDIEMATERIAAL
        • Syllabus 'Psychiatrische stoornissen'
        • Rigter, J., (2002) Ontwikkelingspsychopathologie, Coutinho, Bussum.
          ISBN 90 6283 030 7 NUGI 771
        • PowerPoint Presentaties bij de hoorcolleges en werkcolleges (op Blackboard)

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

        17.5

         lesuren

          22,01

        practicum en oefeningen:

        0

         lesuren

          00,00

        vormen van groepsleren:

        0

         lesuren

          00,00

        studietijd buiten contacturen:

        60

         klokuren

          75,47

        Verdere toelichting:
        • hoorcolege 2u/week
        • werkcollege 1u/week 
        • zelfstudie van een aantal teksten
        • leesopdrachten te voorbereiding van hoor- en werkcolleges

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        •   Twee individuele schriftelijke opdrachten elk  op 1 van de 20 punten
          • De opdrachten worden thuis gemaakt en worden in samenspraak met de lector tijdig ingediend. Bij het afwezig zijn bij het indienen van opdrachten moet deze afwezigheid gewettigd zijn door een officieel document.De taak moet dan de eerstvolgende les worden afgegeven.
          • Voor schriftelijke rapportage kan er tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm; dit geldt niet voor de schriftelijke examens.
        • Een schriftelijk examen op 18 van de 20 punten

        .


        tijd voor examinering
        uren
        2

        %
         
         02,52

        Tweede examenperiode
        • De punten van de opdrachten blijven behouden.
        • Een schriftelijk examen op 18 van de 20 punten

        .

         

         

        Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Onderdelen - Specifiek opvoeden & begeleiden (d1)/2
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: -:-
        Code: 10022
        Academiejaar: 2007-2008
        Type: kern
        Niveau: inleidend
        Programmajaar: O
        Periode binnen het modeltraject: M:2
        Aantal studiepunten: 3
        Wegingscoëfficient: 3
        Totaal aantal contacturen: 16
        Totaal studietijd: 78
        Deeltijds programma:
        Examencontract: mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): Adams Carl
        Melis Ann
        Schraepen Beno


         

        KORTE OMSCHRIJVING

        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

          Algemene beroepsgerichte competenties
            Beroepsspecifieke competenties

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
              • Inzien dat je visie op mensen en zorg bepaald wordt door maatschappelijke en culturele evoluties
              • De historische en culturele evolutie kunnen kunnen weergeven van de zorg voor personen met een beperking, armen, jongeren en delinquenten.
              • Dit kunnen uitleggen en aantonen met voorbeelden uit de orthopedagogische zorg vandaag.
              • Verschillende begrippen, personen en thema's binnen deze historische en culturele evolutie kunnen situeren en verklaren.
              • De impact hiervan kunnen aantonen op de orthopedagogische zorg vandaag.
              • De verschillende mensvisies of basishoudingen i.v.m. personen met een beperking kunnen geven, uitleggen en illustreren met eigen voorbeelden.
              • Het verband tussen deze mensvisies en hun historische en culturele bepaaldheid kunnen aantonen.
              • Kunnen omschrijven, inzien en illustreren welke mensvisies jezelf als opvoeder/begeleider dient na te streven en dit kunnen vertalen naar eigen handelen.
              • Dit alles kunnen linken aan de verschillende doelgroepen binnen de zorg.
              • De weg van segregatie naar inclusie kunnen uitleggen en illustreren.
              • Inclusie kunnen bekijken vanuit verschillende levensdomeinen: maatschappelijk, onderwijs, tewerkstelling, vrijetijdsbesteding.
              • Hier voorbeelden van kunnen geven.
              • Zelf komen tot een werkbare actuele visie op hulpverlening en die kunnen omschrijven.

              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
              geen
              Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

              Andere begincompetenties

              LEERINHOUDEN
              • Centraal staat de schets rond specifiek opvoeden vanuit een historische en culturele bepaaldheid en geplaatst binnen een internationale context en ethische dimensies.
              • Hoorcolleges: beeldvorming t.a.v. personen met een handicap is het uitgangspung: welke beeldvorming vinden we terug in onze maatschappij, hoe komt dat, vanuit welke beeldvorming vertrekt een gespecialiseerd opvoeder-begeleider.
              • Volgende onderwerpen en thema's komen aan bod:
                • zorg van de prehistorie over de middeleeuwen tot Itard, over de verlichting naar de industriële revolutie.
                • evolutie in België, Vlaanderen, Nederland, Duitsland, ... met nadruk op 19e Eeuw (caritas, schoolstrijd, kweekscholen, congregaties en religieuzen, politionele zorg, protestantse huisvader, heilpedagogiek) en de 20e Eeuw: eeuw van het kind, 1e kinderwetten, wet op kinderbescherming Vl/Ned, verpleging pmh, thuishulp, ontstaan buitengewoon onderwijs, migratiestromen.
                • 3 pijlers van de orthopedagogiek: zorg voor pmh, bijzondere jeugdzorg, child giudance clinics
                • recente invloeden op de orthopedagogische zorg
                • mens- en maatschappijvisie binnen de orthopedagogiek nl. basishoudingen t.o.v. pmh (Ben Wuyst): onvolwaardig, ongelukkig, zwak, abnormaal, benadeeld, anders maar niet minder.
              • Werkcollegs: inclusie als visie, sociale uitsluiting, inclusief onderwijs, inclusieve tewerkstelling en inclusieve vrije tijd.

              STUDIEMATERIAAL
              • 'Over narren, kreupelen, doven en blinden', Ben Wuyts, 2005, Davidsfonds Leuven
              • aangevuld met een syllabus samengesteld uit artikels en slides
              • voorbereidende opdracht wordt besproken in de werkcolleges: info linken aan leerinhouden, taak wordt uitgevoerd in groep of individueel, dient als voorbereiding op het examen

              WERKVORMEN
              Soort werkvorm uren  

              %

              hoor- en werkcolleges:

              14

               lesuren

                17,50

              practicum en oefeningen:

               lesuren

                00,00

              vormen van groepsleren:

               lesuren

                00,00

              studietijd buiten contacturen:

              64

               klokuren

                80,00

              Verdere toelichting:
              • 1 hoorcollege per week
              • 1 werkcollege per week

              EVALUATIE

              Eerste examenperiode

              Schriftelijk examen met open vragen:

              • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgsteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen
              • evaluatie van de opdracht via examenvragen
              • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

              tijd voor examinering
              uren
              2

              %
               
               02,50

              Tweede examenperiode

              Schriftelijk examen met open vragen:

              • toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen
              • geen evaluatie van de opdracht meer
              • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

               

               

              Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Onderdelen - Specifiek opvoeden en begeleiden (d2)/3
                

              O.O. heeft componenten: Neen
              Afstudeerrichting: -:-
              Code: 10023
              Academiejaar: 2007-2008
              Type: kern
              Niveau: inleidend
              Programmajaar: O
              Periode binnen het modeltraject: M:3
              Aantal studiepunten: 3
              Wegingscoëfficient: 3
              Totaal aantal contacturen: nog niet beschikbaar
              Totaal studietijd: 78
              Deeltijds programma:
              Examencontract: mogelijk
              Deliberatie: mogelijk
              Vrijstelling of overdracht: mogelijk
              Onderwijstaal: Nederlands
              Lector(en): Adams Carl
              Melis Ann
              Schraepen Beno

              Nog geen gegevens gevonden

               

              Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Onderdelen - Project en paper/3
                

              O.O. heeft componenten: Neen
              Afstudeerrichting: -:-
              Code: 10024
              Academiejaar: 2007-2008
              Type: kern
              Niveau: uitdiepend
              Programmajaar: O
              Periode binnen het modeltraject: M:3
              Aantal studiepunten: 6
              Wegingscoëfficient: 6
              Totaal aantal contacturen: 35
              Totaal studietijd: 156
              Deeltijds programma:
              Examencontract: niet mogelijk
              Deliberatie: mogelijk
              Vrijstelling of overdracht: mogelijk
              Onderwijstaal: Nederlands
              Lector(en): Stinkens Wim


               

              KORTE OMSCHRIJVING

              In het opleidingsonderdeel 'Project' willen we op een ervaringsgerichte wijze een opleidings- en werkrelevant thema uitwerken.
              Hierin verdiepen we thematisch, van probleemstelling tot oplossing, van theorie naar praktijk. Tegelijk verbreden we: integratief, opleidingsonderdelen overschrijdend.
              Binnen het project werken een groep studenten gedurende een langere periode, in samenspraak met de begeleiding aan een opdracht. Op deze wijze verwerven ze kennis, vaardigheden en attitudes. In de projectgroep werken ze een oplossing uit voor het gestelde probleem/opdracht gebruikmakend van theoretische en praktische kennis, lerend aan, van en met elkaar.

              De paper is een werkstuk waarin een (ortho)(ped)agogische thema wordt uitgediept en waarin de eigen visie zichtbaar wordt gemaakt.
              Het gaat om een beschouwende, goed afgebakende en systematisch opgebouwde tekst waarin de onderliggende redenering duidelijk werd gemaakt. De stelling moet op een (ortho)(ped)agogische wijze benaderd worden. Dit betekent dat de student(e) de motivatie en de argumenten vanuit een (ortho)(ped)agogisch perspectief formuleert. Met ‘eigen visie’ willen we bedoelen dat de tekst geschreven werd vanuit een persoonlijke invalshoek. De tekst is gekleurd door het eigen referentiekader. We verwachten dus veel meer dan een persoonlijke reflectie op de opgegeven stelling.


              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

              • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
              • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
              • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
              • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Genereert een creatieve oplossing. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
              • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
              • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
              • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
              Algemene beroepsgerichte competenties
              • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
              • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
              Beroepsspecifieke competenties
              • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
              • OM314 Organiseert woon-, leer-,werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze. Begeleidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze. Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden. Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen.
              • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
              • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

              Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

              Andere begincompetenties

              Denk- en redeneervaardigheid

              • Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties
              • analyseert praktijksituaties
              • Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn orthopedagogisch handelen

              Informatie verwerven en verwerken

              • Doet aan communicatieve informatieverwerking.
              • Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.

              Kritisch reflecteren

              • Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan
              • Hanteert kritische zelfreflectie als een beroepshouding
              • Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.

              Wetenschappelijke toepassing

              • Refereert correct
              • Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken

              Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling

              • Analyseert een voor hem / haar nieuwe (niet eerder behandeld) probleem
              • Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen
              • Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden

              Leidinggeven

              • Neemt de leiding voor een vergadering
              • Handelt consequent volgens de beroepscode en wijst andere gedragingen af.

              Beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

              • Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer.
              • Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze
              • Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen

              Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

              • Identificeert op basis van een kritische reflectie op het eigen functioneren
              • Formuleert leerpunten
              • Gaat op zoek naar wegen om de vastgestelde punten weg te werken
              • Verbreedt en verdiept de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling

              Internationale gerichtheid

              • Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen
              • Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen

              Teamgericht werken

              • Heeft respect voor de inbreng van anderen.
              • Werkt op een coöpertieve manier samen, motiveert,s timuleert, enthosiasmeert, coacht binnen het team en in de ruime context van de organisatie
              • Getuigt van een groepsgerichte ingesteldheid
              • Hanteert elementaire sociaalagogische en communicatieve vaardigheden met alle betrokkenen binnen en buiten de organisatie
              • Neemt veratnwoordelijkheid op in / voor het team
              • Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een persoonlijke, constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen

              Oplossingsgericht werken

              • Maakt een onderscheid tussen hoofdzaken, bijzaken, bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later
              • Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie
              • Analyseert een taak of een werkproces
              • Beschikt over verschillende methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren
              • Komt door vragen of verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en theoretische inzichten.

              Handelingsplanner

              • Analyseert de hulpvraag van de cliënt / cliëntsysteem in zijn context
              • Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'.
              • Herformuleert agogische vragen
              • Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties

              Organisator en ondersteuner m.b.t. wonen, leren en vrije tijd

              • Organiseert woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze.
              • Begeidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze.
              • Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden
              • Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen

              Preventiewerker

              • Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen
              • Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschapeijke ontwikkelingen en beleidslijnen.
              • Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn orthopedagogisch handelen
              • Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening.
              • Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

              Psychosociaal begeleider

              • Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen.
              • Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen.
              • Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

              (Ped)agogisch begeleider

              • Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen.
              • Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.

              Ondersteuner en ontwikkelaar van netwerken

              • Ondersteunt en ontwikkelt netwerken van de cliënt
              • Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem
              • Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / cliëntsysteem leeft en werkt.

              LEERINHOUDEN
              De leerinhouden zijn project- & paper-specifiek en die zin afhankelijk van de projectkeuze van de student.
              STUDIEMATERIAAL
              • Teksten, literatuur in functie van het uit te werken project
              • projecthandleiding
              • richtlijnen doelstellingen en werkwijze paper

              WERKVORMEN
              Soort werkvorm uren  

              %

              hoor- en werkcolleges:

              1

               lesuren

                00,64

              practicum en oefeningen:

              20

               lesuren

                12,82

              vormen van groepsleren:

              14

               lesuren

                08,97

              studietijd buiten contacturen:

              121

               klokuren

                77,56

              Verdere toelichting:
              • Projectvergaderingen
              • Werkvergaderingen
              • Groepssupervisie
              • Internationale studiereis

              EVALUATIE

              Eerste examenperiode

              Cfr. document in bijlage + bijlage projectbundel voor evaluatie project.

              De paper zal beoordeeld worden door de paper-begeleider en een extern deskundige. Zij zullen de competenties beoordelen die aangegeven zijn in het document 'Sluitstuk van de opleiding deel I: paper.'
              De paper heeft een waarde van 2 sp en vertegenwoordigt een totaal van 3 punten binnen dit opleidingsonderdeel.

              Het opleidingsonderdeel project en paper kan pas beoordeeld worden wanneer zowel paper als project ter beoordeling voorgelegd werden.
              Een student kan pas slagen nadat hij/zij aan alle onderwijsactiviteiten heeft deelgenomen.

               

              Wat het project betreft moeten de afwezigheden gewettigd worden. Na twee ongewettigde afwezigheden is slagen voor dit opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode niet meer mogelijk en wordt de student naar de tweede examenperiode  verwezen.

               

              Studenten die:

              • hun deelname aan een project/projectgroep stop zetten of
              • waar in de feiten door onvoldoende aanwezigheid deze betekenis zal aan gegeven worden (fragmentarische aanwezigheid waardoor er niet de vereiste voldoende brede basis aanwezig is om te kunnen beoordelen) en/of
              • die om deze redenen zich niet met de projectgroep waarin ze waren toegewezen voor assessment aanbieden

              worden uitgesloten voor een tweede examenperiode

               

               


              tijd voor examinering
              uren
              0

              %
               
               00,00

              Tweede examenperiode
              • Wanneer een individuele student van de projectgroep niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard en omvang van de individuele vervangende opdracht. De paper zal op basis van de aanwijzingen van de beoordelaars herwerkt worden en opnieuw ingediend worden.
              • Wanneer een projectgroep/team in zijn totaliteit of een deel van een projectgroep/team niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard, omvang en  wijze waarop het project/projectonderdeel moet bijgestuurd worden. De paper zal op basis van de aanwijzingen van de beoordelaars herwerkt worden en opnieuw ingediend worden.

              Het is de verantwoordelijkheid van de student, om de opdrachten voor de tweede examenperiode van Blackboard te halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de juiste opdrachten, volledig en tijdig aan de betrokken lectoren te overhandigen.

                   

               

               

              Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Onderdelen - Person. met een psychiatr. stoornis/4
                

              O.O. heeft componenten: Neen
              Afstudeerrichting: -:-
              Code: 10025
              Academiejaar: 2007-2008
              Type: kern
              Niveau: inleidend
              Programmajaar: O
              Periode binnen het modeltraject: M:4
              Aantal studiepunten: 4
              Wegingscoëfficient: 4
              Totaal aantal contacturen: 37
              Totaal studietijd: 104
              Deeltijds programma:
              Examencontract: mogelijk
              Deliberatie: mogelijk
              Vrijstelling of overdracht: mogelijk
              Onderwijstaal: Nederlands
              Lector(en): Peeters Silke
              Portael Veerle
              Walravens Lieve


               

              KORTE OMSCHRIJVING
              In welke sector je ook werkt, overal zal je ooit wel eens in contact komen met cliënten met een psychiatrische stoornis. In dit opleidingsonderdeel staan we stil bij visies op een aantal psychiatrische stoornissen (zie leerinhouden) vanuit de maatschappij en vanuit een wetenschappelijk kader. Je leert over mogelijke oorzaken van psychiatrische stoornissen, de verschijningsvormen ervan, de prognose en aandachtspunten voor de behandeling en de begeleiding van deze cliënten. Aan de hand van beeldmateriaal, gevalsbeschrijvingen en oefeningen kan je je een concreter beeld vormen van deze aspecten.

              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

              • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
              • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
              • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
              • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Genereert een creatieve oplossing. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
              Algemene beroepsgerichte competenties
              • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
              • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
              Beroepsspecifieke competenties
              • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.
              • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
              • De student kent het begrippenkader ivm de aangeboden theoretische en methodische kaders en wetenschappelijke kennis.
              • De student kan de voornaamste vormen van psychiatrische stoornissen herkennen en van elkaar onderscheiden.
              • De student heeft inzicht in de theorieën en modellen ten grondslag liggend aan de behandeling van psychische, psychosociale en psychosomatische problemen.
              • De student analyseert vanuit zijn kennis van psychiatrische stoornissen (probleem)situaties met cliënten behorend tot verschillende doelgroepen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze.
              • De student kan de verkregen inzichten integreren in de begeleiding van en de hulpverlening aan verschillende doelgroepen.
              • De student kan op een adequate, zelfstandige en kritische wijze verschillende geschreven en elektronische bronnen raadplegen.  
              • De student kan de ingewonnen informatie uit toegepaste wetenschappelijke literatuur begrijpen en interpreteren.
              • De student kan theoretische, methodische en wetenschappelijke kennis opzoeken en verwerken in functie van meer  specifieke problematieken en/of doelgroepen.
              • De student kan de verkregen informatie en inzichten communiceren op heldere wijze. 
              • De student kan een aantal belangrijke begrippen benoemen en deze hanteren ten behoeve van de samenwerking met andere disciplines die betrokken zijn bij de behandeling van psychiatrische patiënten. 
              • De student bejegent mensen (cliënten, leerlingen of ouders) met een psychiatrische stoornis op een professionele en respectvolle manier.
              • De student kan m.b.t. de beeldvorming rond en bejegening van personen met een psychiatrische stoornis sensibiliserend optreden t.a.v. derden 

              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
              geen
              Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
              geen
              Andere begincompetenties
              Eindtermen hoger secundair onderwijs.
              LEERINHOUDEN
              • Inleiding en diagnostisch proces (zelfstudie)
              • KOPP-kinderen 
              •   Reactieve hechtingsstoornissen
              • Leer- en taalstoornissen
              • Autismespectrumstoornissen
              • Aandachtstekortstoornissen
              • Gedragsstoornissen
              • Stoornissen in de impulsbeheersing
              • Angststoornissen 
              • Ticstoornissen
              • Stoornissen in de zindelijkheid
              • Voedings-en eetstoornissen
              • Slaapstoornissen
              • Delirium, dementie en andere amnestische stoornissen
              • Voor de behandelde stoornissen komen volgende aspecten aan bod: etiologie, behandeling, verloop, preventie, omgaan met personen met een psychiatrische stoornis

              STUDIEMATERIAAL
              • Syllabus 'Personen met een psychiatrische stoornis'.
              • Rigter, J., (2002) Ontwikkelingspsychopathologie, Coutinho, Bussum. ISBN 90 6283 030 7 NUGI 771.
              • PowerPoint Presentaties bij de hoorcolleges en werkcolleges (op Blackboard).
              • Nota's die je maakt tijdens de lessen.

              WERKVORMEN
              Soort werkvorm uren  

              %

              hoor- en werkcolleges:

              35

               lesuren

                28,04

              practicum en oefeningen:

              0

               lesuren

                00,00

              vormen van groepsleren:

              0

               lesuren

                00,00

              studietijd buiten contacturen:

              87.8

               klokuren

                70,35

              Verdere toelichting:
            • Hoorcollege 3u/week.
            • Werkcollege 2u/week.
            • Zelfstudie van een aantal teksten.
            • Leesopdrachten ter voorbereiding van hoor- en werkcolleges.

            • EVALUATIE

              Eerste examenperiode
              Een schriftelijk examen op 20 punten.
              tijd voor examinering
              uren
              2

              %
               
               01,60

              Tweede examenperiode
              Een schriftelijk examen op 20 punten.

               

               

              Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Onderdelen - De mens in zijn omgeving/4
                

              O.O. heeft componenten: Neen
              Afstudeerrichting: -:-
              Code: 10026
              Academiejaar: 2007-2008
              Type: kernondersteunend
              Niveau: inleidend
              Programmajaar: O
              Periode binnen het modeltraject: M:4
              Aantal studiepunten: 3
              Wegingscoëfficient: 3
              Totaal aantal contacturen: 30
              Totaal studietijd: 78
              Deeltijds programma:
              Examencontract: mogelijk
              Deliberatie: mogelijk
              Vrijstelling of overdracht: mogelijk
              Onderwijstaal: Nederlands
              Lector(en): Franck Jo


               

              KORTE OMSCHRIJVING
              De interactie van iemand met zijn omgeving in al zijn facetten is hier de invalshoek.  Als omgeving  kan het gaan om eigen ingenomen of ontmoete ruimtes in de omgeving, of om de leefomgeving en –omstandigheden, of nog om anderen ontmoet in die omgeving. Hoe komt in dit verband waarneming tot stand, welke kennis wordt hier rond opgebouwd, welke opstellingen worden aangenomen, welke invloeden spelen er wederzijds, en welk gedrag kan waargenomen worden. In het hoorcollege verwerf je een woordenschat om hierover te praten en te denken, en verwerf je handvaten om te begrijpen en te volgen wat zich tussen iemand en zijn omgeving afspeelt. In het werkcollege worden diverse facetten van wat zich kan afspelen, in verschillende sociale omgevingen concreet gemaakt.

              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

              • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
              • OM102 Doet aan communicatieve informatieverwerking in de vorm van het gebruik van classificatiesystemen, de opmaak van databanken, het samenstellen van dossiers, het inbrengen en ordenen van gegevens over de cliënt. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.
              • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
              • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Genereert een creatieve oplossing. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
              • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
              • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
              • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
              • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
              Algemene beroepsgerichte competenties
              • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
              • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
              • OM212 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Verantwoordt de maatschappelijke en ethische implicaties van het probleemoplossend denken en handelen in concrete praktijksituaties. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep en inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
              Beroepsspecifieke competenties
              • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
              • De student kan vanuit de theoretische kaders, wetenschappelijke kennis en
                      inleefsituaties de mens in zijn omgeving beschrijven.
              • De student kan vanuit aangeboden leersituaties binnen een gewone context de
                      lichamelijke, socioemotionele, cognitieve, creatief integratieve,
                      ethisch-conatieve ontwikkeling en functionering van personen in hun
                      omgeving omschrijven.
              • De student leerd bekwaam te zijn om in gewone opvoedingssituaties de ontwikkelings-
                      en begeleidingsprocessen van individuele personen te observeren en
                      hierover zowel schriftelijk als mondeling te rapporteren in een
                      leersituatie.
              • De student Functioneel kan ICT mogelijkheden hanteren, meer bepaald
                      Windows, Word, Internet en E-mail.
              • De student is bekwaam om op een adequate, zelfstandige en kritische wijze
                      verscheidene terzake bronnen te raadplegen.
              • De student leert bekwaam te zijn om
                      informatie uit toegepaste wetenschappelijke literatuur te kunnen
                      begrijpen en te kunnen interpreteren.

              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

              Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

              Andere begincompetenties

              LEERINHOUDEN
              • Sociaal gedrag.
              • Sociale cognitie : persoonsperceptie, vooroordelen, stigmatisering,
                              indrukvorming, zelfperceptie,attributie.
              • Aantrekking en persoonlijke relaties.
              • Sociale invloeden (deïndividuatie, inschikkelijkheid, sociale impact).
              • Leren van elkaar.
              • Omgevingsperspectief.
              • Sociaal-emotionele informatieverwerking.

              STUDIEMATERIAAL
              • Cursus met slides uitgave 2008.
              • (internet)bronnen.

              WERKVORMEN
              Soort werkvorm uren  

              %

              hoor- en werkcolleges:

              28

               lesuren

                35,90

              practicum en oefeningen:

               lesuren

                00,00

              vormen van groepsleren:

               lesuren

                00,00

              studietijd buiten contacturen:

              48

               klokuren

                61,54

              Verdere toelichting:

              EVALUATIE

              Eerste examenperiode
              • Schriftelijke summatieve evaluatie (14/20).
              • Opdracht werkcollege en assessment (6/20): toepassingstaak m.b.t. een aspect uit de sociale psychologie, presentatie van de toepassingstaak  en integratie van begrippen uit de presentaties van medestudenten. Op basis van peer assessment kunnen inviduele scores afwijken van het groepspunt.
              • Voor schriftelijke rapportage gaat 20% van de punten naar taal envorm en 80 % naar inhoud.  Dit geldt niet voor de schriftelijke examens.

              tijd voor examinering
              uren
              2

              %
               
               02,56

              Tweede examenperiode
              • Schriftelijke summatieve evaluatie (14/20).
              • Vervangende opdracht (6/20)
                 Het is de verantwoordelijkheid van de student, om de opdrachten voor de tweede examenperiode van Blackboard te halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de juiste opdrachten, volledig en tijdig aan de betrokken lectoren te overhandigen.
              • Voor schriftelijke rapportage gaat 20 % van de punten naar taal en
                vorm en 80 % naar inhoud.  Dit geldt niet voor de schriftelijke
                examens.

               

               

              Orthopedagogie - Orthopedagogie Verkort Programma - Onderdelen - Project en paper/4
                

              O.O. heeft componenten: Neen
              Afstudeerrichting: -:-
              Code: 10027
              Academiejaar: 2007-2008
              Type: kern
              Niveau: uitdiepend
              Programmajaar: O
              Periode binnen het modeltraject: M:4
              Aantal studiepunten: 8
              Wegingscoëfficient: 8
              Totaal aantal contacturen: 40
              Totaal studietijd: 208
              Deeltijds programma:
              Examencontract: niet mogelijk
              Deliberatie: mogelijk
              Vrijstelling of overdracht: mogelijk
              Onderwijstaal: Nederlands
              Lector(en): Stinkens Wim


               

              KORTE OMSCHRIJVING

              In het opleidingsonderdeel 'Project' willen we op een ervaringsgerichte wijze een opleidings- en werkrelevant thema uitwerken.
              Hierin verdiepen we thematisch, van probleemstelling tot oplossing, van theorie naar praktijk. Tegelijk verbreden we: integratief, opleidingsonderdelen overschrijdend.
              Binnen het project werken een groep studenten gedurende een langere periode, in samenspraak met de begeleiding aan een opdracht. Op deze wijze verwerven ze kennis, vaardigheden en attitudes. In de projectgroep werken ze een oplossing uit voor het gestelde probleem/opdracht gebruikmakend van theoretische en praktische kennis, lerend aan, van en met elkaar.

              De paper is een werkstuk waarin een (ortho)(ped)agogische thema wordt uitgediept en waarin de eigen visie zichtbaar wordt gemaakt.
              Het gaat om een beschouwende, goed afgebakende en systematisch opgebouwde tekst waarin de onderliggende redenering duidelijk werd gemaakt. De stelling moet op een (ortho)(ped)agogische wijze benaderd worden. Dit betekent dat de student(e) de motivatie en de argumenten vanuit een (ortho)(ped)agogisch perspectief formuleert. Met ‘eigen visie’ willen we bedoelen dat de tekst geschreven werd vanuit een persoonlijke invalshoek. De tekst is gekleurd door het eigen referentiekader. We verwachten dus veel meer dan een persoonlijke reflectie op de opgegeven stelling.


              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

              • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
              • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
              • OM104 Refereert correct. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen. Kadert informatie binnen een grotere context. Hanteert technieken en methoden van onderzoek. Past beschrijvend onderzoek adequaat toe. Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken.
              • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Genereert een creatieve oplossing. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
              • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
              • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
              • OM109 Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen. Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen. Heeft de startbekwaamheid om zich te integreren in een internationale omgeving.
              Algemene beroepsgerichte competenties
              • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
              • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
              Beroepsspecifieke competenties
              • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
              • OM314 Organiseert woon-, leer-,werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze. Begeleidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze. Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden. Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen.
              • OM315 Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen. Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen en beleidslijnen. Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening. Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.
              • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

              Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

              Andere begincompetenties

              Denk- en redeneervaardigheid

              • Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties
              • analyseert praktijksituaties
              • Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn orthopedagogisch handelen

              Informatie verwerven en verwerken

              • Doet aan communicatieve informatieverwerking.
              • Hanteert functioneel ICT mogelijkheden zoals internet, bestandsbeheer, tekstverwerkingsprogramma's, databanken en rekenblad.

              Kritisch reflecteren

              • Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan
              • Hanteert kritische zelfreflectie als een beroepshouding
              • Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.

              Wetenschappelijke toepassing

              • Refereert correct
              • Gaat op zoek naar geformuleerde oplossingen in de literatuur om een gelijkaardige situatie aan te pakken

              Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling

              • Analyseert een voor hem / haar nieuwe (niet eerder behandeld) probleem
              • Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen
              • Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden

              Leidinggeven

              • Neemt de leiding voor een vergadering
              • Handelt consequent volgens de beroepscode en wijst andere gedragingen af.

              Beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

              • Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer.
              • Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze
              • Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen

              Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

              • Identificeert op basis van een kritische reflectie op het eigen functioneren
              • Formuleert leerpunten
              • Gaat op zoek naar wegen om de vastgestelde punten weg te werken
              • Verbreedt en verdiept de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling

              Internationale gerichtheid

              • Is zich bewust van de eigen cultuur als basis voor kennismaking met andere culturen
              • Gaat op een professionele wijze om met cultuurverschillen

              Teamgericht werken

              • Heeft respect voor de inbreng van anderen.
              • Werkt op een coöpertieve manier samen, motiveert,s timuleert, enthosiasmeert, coacht binnen het team en in de ruime context van de organisatie
              • Getuigt van een groepsgerichte ingesteldheid
              • Hanteert elementaire sociaalagogische en communicatieve vaardigheden met alle betrokkenen binnen en buiten de organisatie
              • Neemt veratnwoordelijkheid op in / voor het team
              • Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een persoonlijke, constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen

              Oplossingsgericht werken

              • Maakt een onderscheid tussen hoofdzaken, bijzaken, bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later
              • Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie
              • Analyseert een taak of een werkproces
              • Beschikt over verschillende methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren
              • Komt door vragen of verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en theoretische inzichten.

              Handelingsplanner

              • Analyseert de hulpvraag van de cliënt / cliëntsysteem in zijn context
              • Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'.
              • Herformuleert agogische vragen
              • Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties

              Organisator en ondersteuner m.b.t. wonen, leren en vrije tijd

              • Organiseert woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze.
              • Begeidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze.
              • Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden
              • Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen

              Preventiewerker

              • Onderneemt preventieve acties in dagelijkse situaties ter voorkoming of verergering van problemen
              • Signaleert risicofactoren ten aanzien van maatschapeijke ontwikkelingen en beleidslijnen.
              • Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn orthopedagogisch handelen
              • Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening.
              • Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

              Psychosociaal begeleider

              • Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen.
              • Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen.
              • Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.

              (Ped)agogisch begeleider

              • Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen.
              • Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.

              Ondersteuner en ontwikkelaar van netwerken

              • Ondersteunt en ontwikklet netwerken van de cliënt
              • Behartigt de belangen en de rechten van de cliënt en het cliëntsysteem
              • Brengt verbindingen tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt / cliëntsysteem leeft en werkt.

              LEERINHOUDEN
              De leerinhouden zijn project- & paper-specifiek en die zin afhankelijk van de projectkeuze van de student.
              STUDIEMATERIAAL
            • teksten, literatuur in functie van het uit te werken project
            • projecthandleiding
            • richtlijnen doelstellingen en werkwijze paper

            • WERKVORMEN
              Soort werkvorm uren  

              %

              hoor- en werkcolleges:

              1

               lesuren

                00,48

              practicum en oefeningen:

              20

               lesuren

                09,62

              vormen van groepsleren:

              14

               lesuren

                06,73

              studietijd buiten contacturen:

              168

               klokuren

                80,77

              Verdere toelichting:
            • Projectvergaderingen
            • Werkvergaderingen
            • Groepssupervisie
            • Internationale studiereis

            • EVALUATIE

              Eerste examenperiode

              Cfr. document in bijlage + bijlage projectbundel voor evaluatie project.

              De paper zal beoordeeld worden door de paper-begeleider en een extern deskundige. Zij zullen de competenties beoordelen die aangegeven zijn in het document 'Sluitstuk van de opleiding deel I: paper.'
              De paper heeft een waarde van 2 sp en vertegenwoordigt een totaal van 3 punten binnen dit opleidingsonderdeel.

              Het opleidingsonderdeel project en paper kan pas beoordeeld worden wanneer zowel paper als project ter beoordeling voorgelegd werden.
              Een student kan pas slagen nadat hij/zij aan alle onderwijsactiviteiten heeft deelgenomen.

               

              Wat het project betreft moeten de afwezigheden gewettigd worden. Na twee ongewettigde afwezigheden is slagen voor dit opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode niet meer mogelijk en wordt de student naar de tweede examenperiode  verwezen.

               

              Studenten die:

              • hun deelname aan een project/projectgroep stop zetten of
              • waar in de feiten door onvoldoende aanwezigheid deze betekenis zal aan gegeven worden (fragmentarische aanwezigheid waardoor er niet de vereiste voldoende brede basis aanwezig is om te kunnen beoordelen) en/of
              • die om deze redenen zich niet met de projectgroep waarin ze waren toegewezen voor assessment aanbieden

              worden uitgesloten voor een tweede examenperiode

               

               


              tijd voor examinering
              uren
              5

              %
               
               02,40

              Tweede examenperiode
                • Wanneer een individuele student van de projectgroep niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard en omvang van de individuele vervangende opdracht. De paper zal op basis van de aanwijzingen van de beoordelaars herwerkt worden en opnieuw ingediend worden.
                • Wanneer een projectgroep/team in zijn totaliteit of een deel van een projectgroep/team  niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard, omvang en  wijze waarop het project/projectonderdeel moet bijgestuurd worden. De paper zal op basis van de aanwijzingen van de beoordelaars herwerkt worden en opnieuw ingediend worden.

                Het is de verantwoordelijkheid van de student, om de opdrachten voor de tweede examenperiode van Blackboard te halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de juiste opdrachten, volledig en tijdig aan de betrokken lectoren te overhandigen.