ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Orthopedagogie - 2OM - Onderdelen - (Ortho) (ped)agogisch handelen/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 00060
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: M:5
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 5
Totaal aantal contacturen: 186
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Adams Carl
Brams Ann
De Meulder Bert
Eraets Kristel
Hofman Bart
Van Dingenen Gwen
Van Heden Anki
Vanschel Myriam
Verbeek Mieke


 

KORTE OMSCHRIJVING

Dit opleidingsonderdeel reikt in de hoorcolleges, toegepast theoretisch, psychologische kaders aan die de opvoeder-begeleider ondersteunen bij de fundering van het handelen.

Het handelen wordt uitvoerig 'uitgedacht' en 'uitgeprobeerd' in de (ortho) (ped) agogische en expressieve oefengroepen op vlak van het methodisch begeleiden van groepen.

Verder worden nog vaardigheden geoefend op vlak van het voeren van probleemverhelderende gesprekken, het methodisch omgaan met pesten in groepssituaties, methodisch handelen bij conflicten tussen cliënt(en) en de opvoeder-begeleider en het methodisch handelen bij agressief gedrag in crisissituaties.

Aan deze laatste twee thema's wordt ook in de bewegingsagogische oefengroep gewerkt.  

 


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM101 Hanteert geleerde begrippenkaders actief in praktijksituaties. Analyseert praktijksituaties. Integreert de wisselwerking theorie / praktijk in zijn handelen.
  • OM103 Geeft zijn mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Controleert voortgang en resultaten van het werkproces of project en stuurt bij waar nodig. Hanteert kritische zelfreflectie. Geeft op basis van die reflectie de eigen loopbaan permanent en actief vorm.
  • OM105 Analyseert een voor hem / haar nieuw (niet eerder behandeld) probleem. Relateert een probleem aan reeds gekende en opgeloste problemen. Genereert een creatieve oplossing. Vraagt gericht hulp bij eventuele moeilijkheden.
  • OM106 Neemt leidinggevend initiatief. Bewaakt groepsprocessen en coacht. Helpt met de uitvoering en evaluatie van kwaliteitszorg binnen de organisatie. Voert beheerstaken uit waarvoor hij verantwoordelijk is op financieel en administratief gebied, op gebied van personeelsplanning en dienstverlening.
  • OM107 Verduidelijkt en schrijft ideeën, meningen en informatie in begrijpelijke en correcte taal neer. Presenteert ideeën en feiten op heldere wijze. Maakt gebruik van juiste communicatiemiddelen.
  • OM108 Gaat in alle contexten van het functioneren de nodige kennis en competenties verwerven om de professionele, sociale en culturele taken in een snel veranderde samenleving beter aan te kunnen. Reflecteert kritisch op het eigen functioneren. Formuleert leerpunten en tracht deze weg te werken door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM210 Respecteert de inbreng van anderen. Werkt op een coöperatieve manier samen, motiveert en coacht. Is groepsgericht ingesteld. Hanteert sociaalagogische en communicatieve vaardigheden. Neemt verantwoordelijkheid op. Werkt als vertegenwoordiger van de eigen organisatie op een constructieve en respectvolle wijze samen in diverse beroepsomgevingen.
  • OM211 Bepaalt eerst de hoofdlijnen en detailleert later. Ziet informatietekort, zoekt naar aanvullende informatie. Analyseert een taak of werkproces. Beschikt over methoden om complexe problemen aan te pakken en de oplossing te evalueren. Komt door verder onderzoek tot oplossingen en hanteert hiertoe relevante kennis en (theoretische) inzichten.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM313 Analyseert de hulpvraag van de cliënt / het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handelingsplan of begeleidingsplan op vanuit het doel 'kwaliteit van leven'. Herformuleert agogische vragen. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobserveerde evoluties.
  • OM314 Organiseert woon-, leer-,werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodische, planmatige wijze. Begeleidt woon-, leer-, werk- en vrijetijdsvaardigheden op methodisch, planmatige wijze. Hanteert een instrumentarium van muzisch-agogische methoden. Hanteert bewust en doelgericht orthopedagogische grondvormen.
  • OM316 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt / het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en middelen. Onderbouwt deze keuzes vanuit theoretische, orthoagogische en ethische kaders.
  • OM317 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten met een ondersteuningsbehoefte optimale ontwikkelings- en ontplooiingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • m.b.t. werken met (leef)groepen van cliënten kan de student
    • groepssituaties, waarbinnen cliënten functioneren, analyseren vanuit het conceptueel kader dat in 1 OM in het OO 'Ervaren, exploreren en communiceren' is aangebracht
    • hypothesen formuleren omtrent het functioneren van een (leef)groep van cliënten
    • actievoorstellen formuleren om processen en patronen in (leef)groepen van cliënten te ondersteunen en te begeleiden
    • functionele regelhantering en programmering  hanteren als methode van opvoeden en begeleiden naar (leef)groepen met cliënten
    • leiderschap opnemen in groepssituaties en groepsactiviteiten met cliënten  leiden in gesimuleerde situaties, waaronder groepsgesprekken, beeldende expressieve en bewegingsexpressieve activiteiten
  • m.b.t. het werken met cliënten in een één-één situatie, heeft de student funderende en conceptuele kennis m.b.t. 
    • het werken vanuit een cliëntgerichte benadering (grondslagen van de humanistische psychologie met praktijkgerichte toepassingen, grondslagen van de creatieve agogiek)
    • veranderingsprocessen bij mensen (grondslagen van de biologische en cognitieve psychologie en van het behaviorisme)
    • begeleidende tweegesprekken (fasenmodel, processen van overdracht, tegenoverdracht en verdedigingsmechanismen m.i.v. de grondslagen van de psychoanalyse)
    • benoemen van gespreksinterventies in begeleidende tweegesprekken
    • beoordelen van begeleidende tweegesprekken vanuit een cliëntgerichte benadering
    • voeren van probleemverhelderende gesprekken vanuit een cliëntgerichte grondhouding en een samenwerkingsmodel
  • werkt de student met cliënten vanuit een bewegingsagogische en beeldend agogische grondhouding
  • m.b.t. het methodisch handelen bij pesten, conflictsituaties en situaties met agressief gedrag en geweld:
    • is de student zich bewust van de eigen weerbaarheid en de eigen conflicthanteringsstijl 
    • hanteert hij/zij funderende, conceptuele en methodische kennis m.b.t. het omgaan met pesten 
    • analyseert hij/zij conflictsituaties, beoordeelt  hij/zij de aanpak en de toepassing van de handelwijze 'persoon ontmoeten', 'conflict ontwijken' en 'gedrag beheersen' 
    • hanteert hij/zij funderende, betekenisverlenende en methodische kennis m.b.t. het omgaan met agressief gedrag en geweld

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
Ervaren, exploreren en communiceren delen 1, 2 en 3
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

geen


Andere begincompetenties
geen
LEERINHOUDEN
  • Psychologische denkkaders met hun (orthopedagogische) toepassingsmogelijkheden
    • psychoanalyse
    • behaviorisme
    • humanistische psychologie
    • cognitieve psychologie
    • biologische psychologie
  • Processen en patronen in (leef)groepen van cliënten
    • Methodisch hanteren van (leef)groepen in de functie van een opvoeder-begeleider en het uitdiepen van volgende methodes :
      • het inzetten van leiderschap
      • functionele regelhantering
      • programmering
      • het  ledien van groepsgesprekken
  • Bewegingsagogische methodes en roltraining geweldloos omgaan met fysieke agressie.
  • Beeldendagogische methodes
  • Individuele gespreksvoering vanuit een cliëntgerichte grondhouding en een samenwerkingsmodel
  • Methodisch hanteren van
    • pesten in een groepssituatie
    • conflictsituaties tussen opvoeder/begeleider en cliënt
    • agressief gedrag  in crisissituaties

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus '(Ortho)(ped)agogisch handelen ', (ortho)(ped)agogische oefengroep 2 OM
  • Syllabus Bewegingsagogische oefengroep 2 OM Myriam Van Schel
  • Syllabus 'Beeldendagogische oefengroep 1 OM' Ann Brams
  • RIGTER, J. (2003). Het Palet van de Psychologie. Stromingen en hun toepassingen in de hulpverlening. Bussum : Coutinho.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

7

 lesuren

  04,95

practicum en oefeningen:

49

 lesuren

  34,68

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

84

 klokuren

  59,45

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges: aanreiken van funderende en conceptuele kennis (psychologische kaders en hun toepassingen in de hulpverlening).

 

  • Oefengroepen :
    • oefenen en trainen van grondhouding en vaardigheden i.v.m. het (be)(ge)leiden van groepssituaties, individuele gespreksvoering en het methodisch hanteren van 'moeilijke' situaties  (pesten, conflictsituaties, agressief gedrag) d.m.v. opdrachten en rollenspelen (met o.a. het gebruik van audiovisuele middelen). 
    • verdiepen, uitwerken en toepassen van expressief agogische werkvormen in het begeleiden van een groep
  • Opdrachten
    • het begeleiden van de groep vanuit een bewegingsagogische en beeldend agogische werkwijze
    • het voeren, analyseren en beoordelen van een cliëntgericht gesprek
    • het maken van een uitgewerkt schema  van een conflict tussen GOB-cliënt in groepscontext
  • (Begeleide) zelfstudie :
    • een aantal hoofdstukken uit het boek van Jakop Rigter : Het palet van de psychologie
    • de cursus '(Ortho)(ped)agogisch handelen ' bij de (ortho)(ped)agogisch OG
    • de cursus bij de bewegingsagogische OG

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Mondeling luik m.b.t. de leerinhouden van de (ortho)(ped)agogische oefengroepen op  10 van de 20 punten.
  • Schriftelijk luik m.b.t. de leerinhouden van de hoorcolleges  op 6 van de 20 punten.
  • Opdrachten:  
    • Beoordeling van het  begeleiden van een groep bij de beeldendagogische oefengroep (met schriftelijk uitwerking volgens structuur in map) op 2 van de 20 punten .
    • Beoordeling van het begeleiden van een groep bij bewegingsagogisch oefengroep (met verslaggeving) op 2 van de 20 punten .
      Voor het schriftelijke deel van de begeleidingsopdrachten vanuit  de beeldende- en bewegingsagogische oefengroepen, kan tot 20% van het totaal aantal punten worden afgetrokken voor taal en vorm. 

tijd voor examinering
uren
1.30

%
 
 00,92

Tweede examenperiode
  • Mondeling luik m.b.t. de leerinhouden van de (ortho)(ped)agogische oefengroepen op 10 van de 20 punten.
  • Schriftelijk luik m.b.t. de leerinhouden van de hoorcolleges op 6 van de 20 punten.
  • De punten van het begeleiden van een groep bij de beeldende en bewegingsagogische oefengroepen (met verslaggeving) blijven behouden in de tweede zittijd (4  van de 20 punten)