ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Erfrecht/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 2JM35
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: M:5
Aantal studiepunten: 5
Wegingscoëfficient: 5
Totaal aantal contacturen: 43
Totaal studietijd: 130
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Adriaenssens Kristine


 

KORTE OMSCHRIJVING

Een overzicht van de regels van het wettelijk erfrecht (wie erft wat?) en van de regels inzake het testamentair erfrecht (hoe maak ik een testament en wat zijn de voorwaarden?).


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Beroepsspecifieke competenties
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het erfrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak.
  • Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het erfrecht en gerelateerde materies als de fiscale gevolgen van vermogensplanning.
  • Vanuit grondig inzicht in de technieken/consequenties van familiale vermogensplanning gepast advies kunnen geven in deze materie.
  • Zelfstandig nalatenschappen vereffenen, ook bij minder courante familiesituaties.

 


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
Beschikken over een grondige basiskennis burgerlijk recht: o.a. rond verbintenissen, contracten, personen- en familierecht en bronnenstudie.

 


LEERINHOUDEN
  • Openvallen van de nalatenschap ( (ogenblik, afwezigen, plaats, formaliteiten)
  • Bekwaamheid om te erven (bestaan, niet onwaardig zijn)
  • Toebedeling van de nalatenschap (orde, lijn, graad, plaatsvervulling, kloving)
  • Toebedeling in vier erforden
  • Erfrecht en adoptie
  • Erfrecht van de langstlevende echtgenoot en langstlevende samenwonende partner
  • Rechten van de staat
  • Reserve (historiek, omvang beschikbaar deel, gevallen van samenloop)
  • Fictieve massa (samenstelling, aanrekening van giften, inkorting)
  • Kenmerken van de reserve
  • Giften aan erfgenamen: inbreng en toerekening
  • Geldigheidsvereisten, eigen aan giften
  • Schenkingen onder de levenden
  • Testament (kenmerken, vormen, interpretatie, studie van de legaten, problemen ivm aanduiding van de legataris)
  • Bijzondere soorten giften (erfstelling over de hand, ouderlijke boedelverdeling, contractuele erfstelling)
  • Overgang van de nalatenschap (ab intestato, testamentaire nalatenschap)
  • Stichting

STUDIEMATERIAAL
  • cursus erfrecht Kristine Adriaenssens
  • Burgerlijk Wetboek

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

15

 lesuren

  09,74

practicum en oefeningen:

25

 lesuren

  16,23

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

111

 klokuren

  72,08

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken: ca 15 uur: de inbreng van de student via discussie is daarbij essentieel.
  • Practica: ca 25 uur
  • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door de studenten, feedback door docent
  • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten oefencases ter beschikking

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Schriftelijk examen van 3 uur (op 20 punten)
  • Voor 8 punten: open vraagstelling omtrent kennis en inzicht (erfrecht, vermogensplanning en gerelateerde materies; zie leerdoelen 1,2 en 3)
  • Voor 12 punten: toepassingsopdracht rond de vereffening van nalatenschappen (zie leerdoel 4). Criteria: inzichtelijke uitwerking, correcte vereffening.

 


tijd voor examinering
uren
3

%
 
 01,95

Tweede examenperiode
  • Schriftelijk examen van 3 uur (op 20 punten)
  • Voor 8 punten: open vraagstelling omtrent kennis en inzicht (erfrecht, vermogensplanning en gerelateerde materies; zie leerdoelen 1,2 en 3)
  • Voor 12 punten: toepassingsopdracht rond de vereffening van nalatenschappen (zie leerdoel 4). Criteria: inzichtelijke uitwerking, correcte vereffening.

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Huwelijksvermogenrecht/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 2JM36
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: M:5
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 25
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Ryck Machteld


 

KORTE OMSCHRIJVING

Het vak geeft een volledig overzicht van het actuele huwelijksvermogensrecht onderbouwd met rechtspraak en rechtsleer en praktijkvoorbeelden.

Speciale aandacht gaat ook naar de nieuwe maatschappelijke tendenzen terzake.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

Vanuit conrete probleemsituaties oplossingen kunnen  vinden

De theoretische basiskennis kunnen toepassen in specifieke casusmogelijkheden.goede ba


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties
Basiskennis burgerlijk recht en bronnenstudie en algemeen het vermogen om te analyseren
LEERINHOUDEN
  • cursus uit 2 delen : primair stelsel en de huwelijksstelsels aangepast aan
  • de ontwikkelingen in het vakgebied (nieuwe samenlevingsvormen bvb)

STUDIEMATERIAAL
  •  curus van de lector en  recente rechtspraak, jaarlijks aangepast, verslagen studiedagen
  • cases uit eigen advocatenpraktijkpraktijk.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

18

 lesuren

  19,35

practicum en oefeningen:

6

 lesuren

  06,45

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

68

 klokuren

  73,12

Verdere toelichting:
hoor- en werkcolleges

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • mondeling examen van ongeveer 15 minuten met schriftelijke voorbereidingstijd van ongeveer 30 minuten voor 17 punten.
  • evaluatie van praktische oefening (bespreking vonnis of arrest met toetsing aan de leerstof) per 2 studenten voor 3 punten.

tijd voor examinering
uren
1

%
 
 01,08

Tweede examenperiode
  • mondeling examen van ongeveer 15 minuten met schriftelijke voorbereidingstijd van ongeveer 30 minuten voor 17 punten.
  • evaluatie van praktische oefening (bespreking vonnis of arrest met toetsing aan de leerstof) per 2 studenten voor 3 punten tijdens de lesweken.
  • de praktische oefening dient niet te worden overgedaan tenzij de helft niet is gehaald of de oefening niet werd uitgevoerd

 

 

2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Milieurecht/5
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 00543
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: M:5
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 29
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Stryckers Paul


 

KORTE OMSCHRIJVING
In het vak milieurecht maakt de student kennis met de omvang, de veelzijdigheid en de interne samenhang van het Vlaamse milieurecht in een Europese context. Het is niet de bedoeling complexe juridische problemen zelf te kunnen oplossen. Wel moet de student na het vak doorlopen te hebben in staat zijn om een concrete casus juridisch te analyseren en de relevante wet- en regelgeving te verzamelen. Om tegemoet te komen aan verschillende leerstijlen bij studenten, wisselen hoorcolleges en groepswerk elkaar af.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
  • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student bezit kennis van de grondslagen van het Vlaamse milieurecht.
  • De student bezit kennis van de hoofdlijnen van het Vlaamse milieurecht binnen de Europese context.
  • De student kan vanuit de kennis van wet(ten), decre(e)t(en) en regelgeving(en) inzake milieuhygiëne, milieubeheer en natuurbehoud een bijdrage leveren aan het vinden van goede oplossingen voor een concreet milieuprobleem dat –door middel van een casus– contextmatig geschetst wordt.
  • De student heeft inzicht in de samenhang tussen de verschillende onderdelen van het milieurecht, d.w.z. kan een probleem 'doorzien'.
  • De student kan aan teamwork doen en kan beroep doen op de moderne informatietechnologie.
  • De student kan een casus samenvatten en verzorgd (schriftelijk) presenteren.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

geen


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties
  • Kennis van burgerlijk recht (aansprakelijkheid).
  • Kennis van gerechtelijk recht (strafprocesrecht; kort geding).
  • ICT-vaardigheden: juridische gegevens kunnen opzoeken via internet.

  • LEERINHOUDEN
    • De begrippen natuur en milieu, in hun relatie tot de mens.
    • Kernpunten uit het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid.
    • Integrale regelingen: integraal waterbeleid - grondwaterbeheer - mariene milieu.
    • Ruimtelijk ordeningsrecht: de oude wet (Coördinatiedecreet) - het nieuwe decreet - overgangsregeling - stedenbouwkundige vergunning.
    • Milieuhygiënerecht: Vlarem - afval - water - lucht - geluid - bodemsanering - milieuvergunning.
    • Milieubeheerrecht: oppervlaktedelfstoffen.
    • Natuurbehoudsrecht: Decreet natuurbehoud - Habitatrichtlijn - Vogelrichtlijn - Bosdecreet - natuurvergunning - kapmachtiging.
    • Onroerend erfgoed - beschermde landschappen - ankerplaatsen en erfgoedlandschappen - bindende adviezen en toestemmingen.

    STUDIEMATERIAAL
    • Repertorium Milieurecht (Paul Stryckers, uitg. Plantijnhogeschool): leidraad bij het volgen van de hoorcolleges (een handout van de powerpointpresentaties is bijgevoegd); wordt aan iedere student bezorgd en mag gebruikt worden tijdens het examen. 
    • Milieuzakboekje (Wolters - Kluwer) 2005, 2006 of 2007 : hulpmiddel bij het oplossen van de casussen; te raadplegen in het EMI en wordt ter beschikking gesteld tijdens het examen.
    • Codex Milieurecht (EMI): hulpmiddel bij het oplossen van de casussen; te raadplegen in het EMI.
    • Diverse websites internet zoals opgegeven in het Repertorium Milieurecht: hulpmiddel bij het oplossen van de casussen.

     


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    14

     lesuren

      17,72

    practicum en oefeningen:

    14

     lesuren

      17,72

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    50

     klokuren

      63,29

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met leergesprekken.
    • Practica: bespreking van de opgeloste casus met de ganse groep.
    • Groepswerk: oplossen van een casus die betrekking heeft op alle voorgaande lessen; schriftelijke samenvatting.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Permanente evaluatie: elke week krijgen de studenten per groepje een casus op te lossen. Hiervan wordt per groepje studenten een schriftelijke samenvatting ingediend. Op basis hiervan wordt een groepsbeoordeling op 5 punten toegekend. Deze wordt voor aanvang van het examen aan de student meegedeeld. Studenten kunnen meedoen aan het examen zonder aan het groepswerk te hebben deelgenomen, maar verliezen dan de 5 punten voor groepswerk.
    • Mondeling examen: de student krijgt 30 minuten tijd om een casus voor te bereiden analoog aan die welke tijdens de lessen werden opgelost, slaande op de ganse stof. De student mag gebruik maken van het Repertorium Milieurecht, het Milieuzakboekje, de Codex Milieurecht en eigen notities. Op dit examen staan 15 punten.
    • Criteria voor de beoordeling van permanente evaluatie en examen: de student kan alle juridisch relevante onderdelen uit de casus distilleren; de student kan alle toepasselijke wet- en regelgeving opsommen; de student kan aangeven welke stappen tot een oplossing van het gegeven probleem kunnen leiden (b.v. welke milieumisdrijven kunnen worden vervolgd? Welke vergunningen moeten worden aangevraagd? Waarvoor?).

    tijd voor examinering
    uren
    1

    %
     
     01,27

    Tweede examenperiode
    • Permanente evaluatie: elke week krijgen de studenten per groepje een casus op te lossen. Hiervan wordt per groepje studenten een schriftelijke samenvatting ingediend. Op basis hiervan wordt een groepsbeoordeling op 5 punten toegekend. Deze wordt voor aanvang van het examen aan de student meegedeeld. Studenten kunnen meedoen aan het examen zonder aan het groepswerk te hebben deelgenomen, maar verliezen dan de 5 punten voor groepswerk.
    • Mondeling examen: de student krijgt 30 minuten tijd om een casus voor te bereiden analoog aan die welke tijdens de lessen werden opgelost, slaande op de ganse stof. De student mag gebruik maken van het Repertorium Milieurecht, het Milieuzakboekje, de Codex Milieurecht en eigen notities. Op dit examen staan 15 punten.
    • Criteria voor de beoordeling van permanente evaluatie en examen: de student kan alle juridisch relevante onderdelen uit de casus distilleren; de student kan alle toepasselijke wet- en regelgeving opsommen; de student kan aangeven welke stappen tot een oplossing van het gegeven probleem kunnen leiden (b.v. welke milieumisdrijven kunnen worden vervolgd? Welke vergunningen moeten worden aangevraagd? Waarvoor?).

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Strafrecht en procedures/6
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 2JM22
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:6
    Aantal studiepunten: 5
    Wegingscoëfficient: 5
    Totaal aantal contacturen: 42,25
    Totaal studietijd: 130
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Van Loon Chris


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    De cursus beoogt een overzicht te geven van de eerste 100 arts. van het strafwetboek, waarbij regelmatig verwezen wordt naar de arts. uit het bijzonder strafrecht. Daarnaast komt het strafprocesrecht in beperkt bestek aan bod, alsook het internationaal strafrecht.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Het kunnen plaatsen van het Belgisch strafrecht binnen de sociale context van onze huidige maatschappij
    • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het Belgisch strafrecht en strafprocesrecht
    • In staat zijn tot persoonlijke reflectie over elementaire strafrechterlijke vraagstukken en problemen 

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties
    Beschikken over een basiskennis gerechtelijk recht o.a. organisatie en structuur van de rechtbanken, het voeren van gerechtelijke procedures, akten van rechtsingang, rechtsmiddelen,uitvoering, en bronnenstudie.

    LEERINHOUDEN
    • algemene oriëntatie
    • het materieel strafrechtde strafwet
    • het misdrijf
    • de strafrechtelijke verantwoordelijkheid
    • de strafbare poging en strafbare deelneming
    • de sanctie
    • het formeel strafrecht
    • het strafonderzoek
    • de strafvordering
    • het gerechtelijk onderzoek
    • de burgerlijke vordering

    STUDIEMATERIAAL
    • strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, Van den WYngaert C., deel 1, Maklu 2OO3, vijfde herwerkte uitgave
    • strafwetboek wetboek van strafvordering, editie 2007
    • syllabus van Christine van Loon , editie 2007

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    42

     lesuren

      23,33

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    113

     klokuren

      62,78

    Verdere toelichting:

    hoorcolleges :

    • doceren
    • leergesprek

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    mondeling examen

    • schriftelijke voorbereiding van 15 minuten
    • mondelinge ondervraging van 15 minuten
    • student mag op het examen gebruik maken van zijn strafwetboek en wetboek van strafvordering ; hierin mag onderlijnd worden maar geen aanvullingen met eigen nota's
    • examen staat op 2O punten
    • de student wordt beoordeeld op zijn theoretische kennis van het strafrecht en het strafprocesrecht waarbij het gebruik van de wetboeken als essentieel wordt aanzien.
    • de student krijgt de lijst met de examenvragen bij het einde van de cursus ; de vragen zijn zeer ruim opgevat en tijdens het mondelinge examen wordt gepeild naar het inzicht, het kunnen verbanden leggen, het inzichtelijk bevatten van de strafrechtelijke begrippen en het kunnen linken aan de actualiteit

    tijd voor examinering
    uren
    0,25

    %
     
     13,89

    Tweede examenperiode

    mondeling examen

    • schriftelijke voorbereiding van 15 minuten
    • mondelinge ondervraging van 15 minuten
    • student mag op het examen gebruik maken van zijn strafwetboek en wetboek van strafvordering ; hierin mag onderlijnd worden maar geen aanvullingen met eigen nota's
    • examen staat op 2O punten
    • de student wordt beoordeeld op zijn theoretische kennis van het strafrecht en het strafprocesrecht waarbij het gebruik van de wetboeken als essentieel wordt aanzien.
    • de student krijgt de lijst met de examenvragen bij het einde van de cursus ; de vragen zijn zeer ruim opgevat en tijdens het mondelinge examen wordt gepeild naar het inzicht, het kunnen verbanden leggen, het inzichtelijk bevatten van de strafrechtelijke begrippen en het kunnen linken aan de actualiteit

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Europees recht en instellingen/6
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 00076
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: inleidend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:6
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Engels
    Lector(en): Roels Bart


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Dit opleidingsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis, actoren, rechtsbronnen en beleidsdomeinen van de Europese Unie. Tevens worden bondig andere internationale organisaties behandeld.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Inzicht bezitten in het grondwettelijk recht van de Europese Unie
    • Strategieën beheersen om informatie te vinden over de EU
    • Vermogen bezitten om Europese politieke thema’s in hun context te plaatsen
    • Goede kennis hebben van geschiedenis, actoren en rechtsbronnen van Europees recht
    • Elementaire kennis hebben van de beleidsdomeinen van de Europese politiek
    • Elementaire kennis hebben van andere internationale organisaties

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties
    Basiskennis van het eigen nationale recht en van de engelse taal.
    LEERINHOUDEN
    • Geschiedenis van de Europese Unie
    • Actoren van de EU en hun bevoegdheden (Europees Parlement, Raad van de EU, Europese Commissie, Europees Hof van Justitie, Rekenkamer, …)
    • Rechtsbronnen van de EU (Gemeenschapsrecht en niet-gemeenschapsrecht)
    • Beleidsdomeinen van de Gemeenschapspolitiek (Gemeenschappelijke/interne markt, Economische en monetaire politiek, Andere beleidsdomeinen inz. de sociale politiek)
    • Andere internationale organisaties (Raad van Europa, Europese Vrijhandelsassociatie, Verenigde Naties, …)

    STUDIEMATERIAAL

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    28

     lesuren

      38,57

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    42.6

     klokuren

      58,68

    Verdere toelichting:
    • Lessen en gastlessen met discussies
    • Taken: oplossen van multiple choice vragen, bespreking van arrest van Europees Hof van Justitie, verkenning van de EU-website (http://europa.eu)
    • Coaching: de lector geeft feedback in de les en via blackboard
    • Georganiseerd studiebezoek: Europese Instelling in Brussel, Europe Direct information relay in Antwerpen, …

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    Schriftelijk examen: multiple choice vragen (10 punten) en algemene vragen (10 punten). De Companion to the European Union and EU-publicaties kunnen gebruikt worden als er niets in geschreven is, ofschoon onderstrepen en markeren toegelaten (en aanbevolen) zijn.

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,75

    Tweede examenperiode

    Schriftelijk examen: multiple choice vragen (10 punten) en algemene vragen (10 punten). De Companion to the European Union and EU-publikaties kunnen gebruikt worden als er niets in geschreven is, ofschoon onderstrepen en markeren toegelaten (en aanbevolen) zijn.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Fiscaal & sociaal recht/6
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 2JM24
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: inleidend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:6
    Aantal studiepunten: 4
    Wegingscoëfficient: 4
    Totaal aantal contacturen: 60
    Totaal studietijd: 104
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Vandewalle Koen


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Fiscaal recht:

    Voor de burger wordt het alsmaar moeilijker om zijn aangifte correct in te vullen.  Nadat de student vetrouwd gemaakt wordt met een aantal basisbegrippen (personen ten laste, belastingvrije som, kadastraal inkomen, enz.), moet deze in staat zijn om een eenvoudige aangifte in te dienen.

    Sociaal recht:

    De nadruk wordt gelegd op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.  Daarnaast komen ook een aantal topics inzake sociale zekerheid aan bod, zoals bijvoorbeeld de gezinsbijslagen.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
    • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
    • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student is in staat om analytisch en kritisch te denken, om informatie te verwerken en te analyseren, om de geziene leerstof te toetsen aan praktijkvoorbeelden.
    • De student heeft de attitude om bij te leren, om vragen te stellen, om zich te informeren en de actualiteit op te volgen, om sociaal vaardig gedrag te tonen, om taken tijdig en verzorgd in te leveren en te controleren op hun volledigheid, om in teamverband te kunnen werken, om zijn persoonlijke visie stevig te onderbouwen.


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Geen.


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Geen.


    Andere begincompetenties

    Geen.


    LEERINHOUDEN
    • Fiscaal recht: inleiding tot de personenbelasting.
    • Sociaal recht: inleiding tot het arbeidsrecht + inleiding tot het sociaal zekerheidsrecht.

    STUDIEMATERIAAL
    • 'Initiatiecursus Personenbelasting', Pelckmans, meest recente versie!  (De bijlagen mogen worden geraadpleegd tijdens de hoor- en werkcolleges, alsook op het examen op voorwaarde dat er niets werd bijgeschreven.  Loutere aanduidingen met fluo en/of onderstrepingen zijn wél toegelaten).
    • De bijlagen uit de cursus 'Praktisch sociaal recht', meest recente versie!  (De bijlagen mogen worden geraadpleegd tijdens de hoor- en werkcolleges, alsook op het examen op voorwaarde dat er niets werd bijgeschreven.  Loutere aanduidingen met fluo en/of onderstrepingen zijn wél toegelaten).
    • Een wetboek (naar keuze) mag worden geraadpleegd tijdens de hoor- en werkcolleges, alsook op het examen op voorwaarde dat er niets werd bijgeschreven (loutere aanduidingen met fluo en/of onderstrepingen zijn wél toegelaten).  Het is evenwel uitsluitend de verantwoordelijkheid van de student te beschikken over een up-to-date wetboek.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    38

     lesuren

      31,67

    practicum en oefeningen:

    10

     lesuren

      08,33

    vormen van groepsleren:

    10

     lesuren

      08,33

    studietijd buiten contacturen:

    60

     klokuren

      50,00

    Verdere toelichting:
    • Hoor- en werkcolleges met praktische toepassingen.
    • Zelfstandig werk.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Groepswerken (5 punten, waarvan 2,5 punten voor fiscaal recht en 2,5 punten voor sociaal recht - Deze cijfers bestaan voor 50% uit de behaalde groepsscores en voor 50% uit de gemiddelde scores op peerevaluatie).
    • Bijdragen aan het discussieforum op Blackboard (3 punten).  De bijdragen betreffen de persoonlijke commentaren van studenten aangaande actuele thema's inzake sociaal recht en personenbelasting.
    • Schriftelijk examen van twee klokuren (12 punten, waarvan 6 punten voor fiscaal recht en 6 punten voor sociaal recht).
      Fiscaal recht: uitsluitend praktische oefeningen;
      Sociaal recht: zowel theorievragen (cfr. de vragen die telkenmale achter ieder hoofdstuk in het handboek staan vermeld), alsook praktische oefeningen.  De nadruk zal evenwel gelegd worden op de praktische oefeningen.

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     01,67

    Tweede examenperiode
    • Overdracht van de punten van de groepswerken (5 punten)
    • Overdracht van de punten van de bijdragen aan het discussieforum op Blackboard (3 punten)
    • Schriftelijk examen van twee klokuren (12 punten, waarvan 6 punten voor fiscaal recht en 6 punten voor sociaal recht)

     

    OPMERKINGEN (voor zowel de eerste als de tweede examenperiode):

    • De bijlagen uit de cursus 'Initiatiecursus Personenbelasting' (meest recente versie!) mogen worden geraadpleegd op voorwaarde dat er niets werd bijgeschreven (loutere aanduidingen met fluo en/of onderstrepingen zijn wél toegelaten).
    • De bijlagen uit de cursus 'Praktisch sociaal recht' (meest recente versie!) mogen worden geraadpleegd op voorwaarde dat er niets werd bijgeschreven (loutere aanduidingen met fluo en/of onderstrepingen zijn wél toegelaten).
    • Een wetboek (naar keuze) op voorwaarde dat er niets werd bijgeschreven (loutere aanduidingen met fluo en/of onderstrepingen zijn wél toegelaten).  Het is evenwel uitsluitend de verantwoordelijkheid van de student te beschikken over een up-to-date wetboek.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Grondwettelijk & administratief recht/7
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 00077
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: inleidend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:7
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 4
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): De Ryck Machteld


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Het vak bestaat uit 2 specifieke delen, enerzijds het Grondwettelijk Recht waarin onze huidige staatsinrichting grondig wordt besproken alsmede de rechten en vrijheden van de burgers in dit land, en anderzijds het Administatief Recht dat een overzicht geeft van hoe de bestuurlijke inrichting van ons land in elkaar zit.

     


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • de studenten de basis bijbrengen
    • kennis van ons staatsbestel en de grondrechten van elke burger
    • een inzicht laten verwerven in het administratief recht, waarin vooral de houding burger-staat centraal staat
    • aandacht voor de politieke actualiteit 

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties
    • Leerstof verwerken en analyseren, verbanden kunnen leggen.
    • Minimum aan inzicht en interesse voor de materie.
    • volgen van de actualiteit via media 

    LEERINHOUDEN
    conform cursus en voorbeelden
    STUDIEMATERIAAL

    Cursus van de lector, aangevuld met eigen nota's, bespreken van mijlpaalarresten voor administratief recht.


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    3

     lesuren

      03,23

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    89

     klokuren

      95,70

    Verdere toelichting:
    Hoorcolleges met vraagstelling

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Mondeling examen op 20 punten.

    schriftelijke voorbereiding van minimum 30 minuten


    tijd voor examinering
    uren
    1

    %
     
     01,08

    Tweede examenperiode
    Mondeling examen op 20 punten.

    schriftelijke voorbereiding van minimum 30 minuten

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Toepassingen ICT/7
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 2JM27
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:7
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 29
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Cockx Yoke


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Het verder uitwerken van de leerstof van het 1e jaar Toepassingen ICT module 2 voor Word en een grondige studie van het volledige pakket PowerPoint.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers, hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Op zelfstandige wijze met Word 2003 en PowerPoint 2003 kunnen werken.
    • Er wordt van de studenten verwacht dat zij een volledige klavierbeheersing hebben.
    • Inzicht hebben in de werkwijze van de aangeleerde automatiseringstechnieken van de verschillende Wordonderdelen.
    • Studenten moeten routinetaken via Word kunnen automatiseren.
    • Vanuit grondig inzicht de verschillende handelingen in Word en PowerPoint integreren in nieuwe situaties.
    • Zelfstandig een gecombineerde Wordtaak aan de hand van de verworven kennis maken.
    • Zelfstandig een presentatie maken aan de hand van de verworven kennis.
    • Kunnen aangeven welke de meest efficiënte manier is om een probleem binnen Word of Powerpoint op te lossen.
    • Een Word en Powerpoint oefening binnen een aangegeven tijdstip kunnen afwerken (75 minuten voor 2 oefeningen)

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Een goede klavierbeheersing
  • De leerstof van het 1e jaar Toepassingen ICT module 2
  • Studenten die niet geslaagd zijn in Toepassingen ICT module 2 kunnen niet deelnemen aan de cursus Toepassingen ICT module 7

  • Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Toepassingen ICT module 2


    Andere begincompetenties
    Beschikken over een grondige basiskennis van Word.

    LEERINHOUDEN
    • WORD 2003
      • samenvoegen van bestanden
      • gegevensbestanden sorteren en selecteren
      • gebruik van Word-velden in samenvoegbewerkingen
      • etiketten en enveloppen opmaken en afdrukken
      • werken met macro’s
      • hyperlinks en hypertekst
    • POWERPOINT 2003
      • een presentatie opstellen
      • werken met de verschillende weergaven
      • diaopmaak en presenteren met effecten
      • werken met grafische objecten, afbeeldingen en grafieken
      • tekstfuncties toepassen

    STUDIEMATERIAAL
    • Ms Word 2003: E. Van den Broeck en E. Cuypers uitgeverij De Boeck
    • BIN-normen: efficiënte communicatie: uitgeverij Lica
    • Ms PowerPoint 2003: E. Van den Broeck en E. Cuypers uitgeverij De Boeck 
    • Cursus Word 2003 - PowerPoint 2003 :
    • Informatie betreffende het invoeren van voetteksten, voetnoten, bibliografie, bronvermelding op Cavia/index.htm te bereiken via de Plantijn portaalsite (zelfstudie)
    • Info over zakelijke briefschikking op:
      http://www.kuleuven.be/personeel/opleidingen/_data/Syllabus_briefschrijven_200512.pdf

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    14

     lesuren

      32,56

    practicum en oefeningen:

    14

     lesuren

      32,56

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    14

     klokuren

      32,56

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken van ongeveer 14 uren.
    • Oefeningensessie: ongeveer 14 uren.
    • Bij het einde van de cursus zijn er begeleidingsmomenten voor individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten
    • Het examen wordt afgelegd met gesloten boek
    • Inhaalexamen wordt gequoteerd op 20 punten en duurt eveneens 75 minuten
    • Het examen vangt stipt aan op het aangegeven aanvangsuur.  Wanneer de deur van het examenlokaal gesloten wordt, betekent dit het begin van de examensessie. De studenten moeten 15 minuten voor de aanvang van het examen aanwezig zijn. De studenten die te laat komen op de aan hen toegewezen examensessie kunnen niet meer aan het examen deelnemen.  Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats.  Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd.  De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen medegedeeld.  Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd.  Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard.  De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt medegedeeld bij de aanvang van het examen.

    tijd voor examinering
    uren
    1

    %
     
     02,33

    Tweede examenperiode
    • Schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten.
    • De leerstof van de tweede zittijd is gelijk aan die van de eerste zittijd.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Bedrijfscommunicatie/7
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 2JM28
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:7
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): De Smet Wouter


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    In de eerste plaats bouwen we verder op de talenkennis en vaardigheden die je in de vorige modules Bedrijfscommunicatie verworven hebt. Omdat je alweer wat dichter bij het beroepsleven staat, bereiden we je voor op je sollicitatie. Je leert de technieken om een slechtnieuwsbrief te schrijven en een slechtnieuwsgesprek te voeren.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student brengt de aangeleerde technieken om slecht nieuws te verwoorden, in de praktijk als hij slechtnieuwsbrieven schrijft.
    • De student kan een slechtnieuwsgesprek voeren volgens de aangeleerde methoden.
    • De student hanteert in zijn gesproken en geschreven comunicatie steeds gepast en correct Nederlands.
    • De student komt positief en overtuigend over tijdens een sollicitatiegesprek.
    • De student kan een vlotte en correcte sollicitatiebrief schrijven.
    • De student is in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie steeds gericht op een constructieve gesprekssfeer.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    Bedrijfscommunicatie eerste jaar met succes doorlopen (mod. 3 & 4).
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    Bedrijfscommunicatie eerste jaar met succes doorlopen (mod. 3 & 4).
    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    • Slecht nieuws: de slechtnieuwsbrieven en het slechtnieuwsgesprek.
    • Solliciteren: de sollicitatiebrief, het cv en het sollicitatiegesprek.
    • Taalzuivering en stijl: praktische oefeningen.
    • Woordenschat: rechtstaal.

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus Bedrijfscommunicatie module 7 (theorie, oefeningen, opdrachten,...)
    • Rechtstaalbeheersing - Oefeningen en teksten, Gerits J., Leuven, Acco, 1999.
      (oefeningen correct taalgebruik en stijl).
    • Schrijfwijzer Compact, Renkema J., Sdu Uitgevers, Den Haag, 2005 (nieuwe spelling). 
    • BIN-normen. Efficiënte communicatie. Brussel, VVKSO, 2002 (brochure)
    • Blackboard (uitwerking van sommige oefeningen).
    • TFC TrainingsMedia (z.j.). Medewerker & functioneringsgesprek … hoe krijg je het 'voor elkaar'?. Velp: TFC (video).

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    15

     lesuren

      16,13

    practicum en oefeningen:

    8

     lesuren

      08,60

    vormen van groepsleren:

    5

     lesuren

      05,38

    studietijd buiten contacturen:

    63

     klokuren

      67,74

    Verdere toelichting:
    • Van de studenten wordt een actieve deelname aan de lessen verwacht.
    • Tijdens de groepsopdrachten en oefeningensessies worden de studenten gecoacht.
    • Er is persoonlijke feedback op spreek- en schrijfoefeningen.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Slechtnieuwsgesprek (3 ptn. - tijdens de les)
      Criteria:
      1. inhoud en structuur
      2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
      3. effectiviteit en aanpak
    • Sollicitatiegesprek (3 ptn. - tijdens de les)
      Criteria:
      1. effectiviteit
      2. taalgebruik
      3. overtuigingskracht
    • Schriftelijk examen (14 ptn. - tijdens examenweek)
      Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
      Criteria:
      1. (geïntegreerde) kennis
      2. efficiënt en correct taalgebruik
      3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,15

    Tweede examenperiode

    Schriftelijk examen: 14 punten

    Mondeling examen: 6 punten

    Criteria en onderdelen zijn dezelfde als in eerste zittijd.

    Spreekopdracht(en) waarvoor de student in eerste zittijd slaagde, moeten niet overgedaan worden. In dat geval worden de punten van eerste zittijd overgenomen voor die ene of beide opdracht(en).

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Gerechtelijk privaatrecht/7
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 00544
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:7
    Aantal studiepunten: 4
    Wegingscoëfficient: 4
    Totaal aantal contacturen: 44
    Totaal studietijd: 104
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Scheers Dirk


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    In het tweede deel van Gerechtelijk Privaatrecht wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de burgerlijke procedure in alle aspecten. Tevens wordt een overzicht gegeven van het executierecht.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
    • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student heeft inzicht in het procesverloop van een burgerlijke procedure. De student kan dit inzicht aantonen door een oplossing uit te werken voor een concrete casus.
    • De student heeft inzicht in de principes van het executierecht. De student kan dit inzicht aantonen door een oplossing uit te werken voor een concrete casus.
    • De student kan aan de hand van een concreet dossier een procedurestuk opstellen.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    De student dient voor het opleidingsonderdeel Gerechtelijk Privaatrecht van het eerste studiejaar een credit verworden te hebben.
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    De student dient het opleidingsonderdeel Bronnenstudie gevolgd te hebben en inzicht te hebben in rechtsleer en rechtspraak en de consultatie van juridische bronnen.


    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    (volgend op het deel uit het eerste jaar)
    DEEL III. DE RECHTSPLEGING
    TITEL I. PROCESVERLOOP
    Hoofdstuk 1. Rechtshulp en rechtsbijstand
    Hoofdstuk 2. Rechtsingang
    Hoofdstuk 3. Inleidende zitting
    Hoofdstuk 4. Behandeling van de zaak op tegenspraak
    Hoofdstuk 5. Berechting van de zaak
    Hoofdstuk 6. Gerechtskosten
    TITEL II. INCIDENTEN
    Hoofdstuk 1. Tussengeschillen i.v.m. de ingestelde eisen
    Hoofdstuk 2. Tussengeschillen i.v.m. de partijen
    Hoofdstuk 3. Tussengeschillen m.b.t. bepaalde procesactoren
    Hoofdstuk 4. Tussengeschillen in verband met de loop van het geding
    TITEL III. HET BEWIJSRECHT
    Hoofdstuk 1. Algemene inleiding
    Hoofdstuk 2. De bewijslast
    Hoofdstuk 3. De bewijsmiddelen
    Hoofdstuk 4. De bewijsprocedure
    TITEL IV. RECHTSMIDDELEN
    Hoofdstuk 1. Algemene beginselen
    Hoofdstuk 2. Gewone rechtsmiddelen
    Hoofdstuk 3. Buitengewone rechtsmiddelen
    TITEL V. BESLAG EN EXECUTIE
    Hoofdstuk 1. Inleiding
    Hoofdstuk 2. Bewarende maatregelen
    Hoofdstuk 3. Gedwongen tenuitvoerlegging
    Hoofdstuk 4. Collectieve schuldenregeling

    STUDIEMATERIAAL
    • Gerechtelijk Wetboek
    • LAENENS, J., BROECKX, K. en SCHEERS, D., Handboek gerechtelijk recht, Antwerpen,
    • Intersentia, 2004, 691. (studenteneditie)
    • SCHEERS, D. en THIRIAR, P., Het gerechtelijk recht in de hoogste versnelling?; Antwerpen, Intersentia, 2007, 222. (studenteneditie)
    • De colleges kunnen aan de hand van de handboeken gevolgd worden en de student kan ze tevens aanwenden tot verdere verdieping van de leerstof.
    • Bundel met procedurestukken die in de les behandeld worden.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    24

     lesuren

      19,35

    practicum en oefeningen:

    10

     lesuren

      08,06

    vormen van groepsleren:

    8

     lesuren

      06,45

    studietijd buiten contacturen:

    80

     klokuren

      64,52

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges
    • Onder begeleiding opstellen van procedurestukken waarbij de nodige feedback wordt gegeven door de docent.
    • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten oefeningen ter beschikking die tijdens het laatste college in groep worden besproken.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    Enerzijds is er een mondeling examen waarbij de student drie praktische opgaven dient op te lossen waarvan minstens één uit het executierecht.  De student krijgt daarvoor ruime voorbereidingstijd en mag gebruik maken van een wetboek.  Anderzijds zijn er de drie procedurestukken die de studenten dienen op te stellen gedurende het verloop van de lessen.  Het examen is goed voor drie vierden van de punten en de opgaven samen voor één vierde. Weliswaar dienen de studenten de drie opgaven te maken én op het examen aanwezig te zijn om punten te verwerven. Wanneer een student één van de drie opgaven niet afgeeft, wordt de student niet toegelaten tot het mondeling examen en zal de student als afwezig worden aangezien voor dit gehele opleidingsonderdeel. Wanneer de student de opgaven indient maar afwezig blijft op het examen, zal de student geen punten verwerven voor de ingediende opgaven.

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     01,61

    Tweede examenperiode

    Voor de tweede zittijd is er enkel een mondeling examen waarbij de student drie praktische opgaven dient op te lossen waarvan minstens één uit het executierecht.  De student krijgt daarvoor ruime voorbereidingstijd en mag gebruik maken van een wetboek.

     

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Handels- & economisch recht/8
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 2JM31
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: gespecialiseerd
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:8
    Aantal studiepunten: 6
    Wegingscoëfficient: 6
    Totaal aantal contacturen: 44
    Totaal studietijd: 156
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Waumans Peter


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Waaom wijkt handelsrecht af van het basis recht ? Wat is de verhouding tussen handelsrecht en burgrlijk recht ? Heeft de 'handelaar' een uitzonderlijke hoedanigheid ?

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
    • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
    • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
    • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
    • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
    • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
    • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Volg Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het burgerlijk en handelsrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak
    • Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het handelsrecht

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties
    • Teksten kunnen analyseren en samenvatten.
    • Grondige kennis van het burgerlijk recht en de bronnenstudie.

    LEERINHOUDEN
    • Wie is een handelaar ?
    • Daden van koophandel
    • Bewijs in handelszaken
    • Handelstussenpersonen
    • Vereffening van een handelszaak
    • Vennootschappen
    • Intellectuele rechten

    STUDIEMATERIAAL

    Handelsrecht in hoofdlijnen, Dierickx en Ballon, Intersentia, 2006


    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    21

     lesuren

      47,73

    practicum en oefeningen:

    21

     lesuren

      47,73

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    0

     klokuren

      00,00

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met vraag en leergesprekken, ca. 14 uur de inbreng van de student via discussie is daarbij essentieel.
    • Practica: 14 uur
    • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten kennis, toepassingvragen en cases via de hoorcolleges
    • Week 22  hoorcolleges, vervangen door monitoring: voorbereiding vragenreeks en cases uitgedeeld tijdens de hoorcolleges .
    • Week 23,geen hoorcolleges, afgeven van de oplosssingen uit de vragenreeks en cases op vrijdag om 12.00 plaatst wordt afgesproken tijdens dehoorcolleges.
    • Verplichte aanwezigheid tijdens de hoorcollegesen monitoring
    • Verboden te eten of drinken tijdens de les
    • geen electronische versie van oplossingen vor de cases toegestaan. Enkel schriftelijk op A4 formaat, getypt.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    Schriftelijk examen van 4 vragen op 5 punten: 20 punten in het totaal

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     04,55

    Tweede examenperiode
    Schriftelijk examen van 4 vragen op 5 punten: 20 punten in het totaal

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Bedrijfscommunicatie/8
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 2JM32
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:8
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): De Lange Pascale


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    In deze laatste module van Bedrijfscommunicatie behandelen we de laatste briefsoort, de persuasieve brieven. Daarnaast ligt de focus op mondeling, zakelijk taalgebruik. We zien diverse vormen van een tweegesprek en we sluiten het jaar af met een functioneringsgesprek zoals dat in het echte bedrijfsleven gebeurt.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM104 Creativiteit
    • JM105 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant
    • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijk karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten
    • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student kan een effectieve en correcte persuasieve brief schrijven.
    • De student kan verschillende soorten bedrijfsteksten onderscheiden en toetsen op hun effectiviteit.
    • De student streeft naar perfectie in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie. 
    • De student optimaliseert zijn schrijfstijl door ambtelijk taalgebruik te vermijden (vaktermen, vreemde woorden, ingewikkelde en lange zinnen).
    • De student kan een efficiënt en effectief tweegesprek in bedrijfscontext voeren.
    • De student kan een beleefde en correcte e-mail versturen naar een klant of overste.
    • De student komt overtuigend, beleefd en correct over in een functioneringsgesprek. 

     


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    Bedrijfscommunicatie eerste jaar met succes doorlopen (mod. 3 & 4).
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    Bedrijfscommunicatie eerste jaar met succes doorlopen (mod. 3 & 4).
    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    • Persuasieve brieven
    • E-mailcommunicatie
    • Tweegesprekken: vormen en praktijkoefeningen
    • Functioneringsgesprek: theorie en oefeningen 
    • Taalzuivering en stijl: praktische oefeningen
    • Woordenschat: computer & internet

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus Bedrijfscommunicatie module 8 (theorie, oefeningen, opdrachten,...)
    • Rechtstaalbeheersing - Oefeningen en teksten, Gerits J., Leuven, Acco, 1999. (oefeningen correct taalgebruik en stijl)
    • Schrijfwijzer Compact, Renkema J., Sdu Uitgevers, Den Haag, 2005 (nieuwe spelling).
    • BIN-normen. Efficiënte communicatie. Brussel, VVKSO, 2002 (brochure).
    • Blackboard (uitwerkingen van sommige oefeningen).

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    15

     lesuren

      16,13

    practicum en oefeningen:

    8

     lesuren

      08,60

    vormen van groepsleren:

    5

     lesuren

      05,38

    studietijd buiten contacturen:

    63

     klokuren

      67,74

    Verdere toelichting:
    • Van de studenten wordt een actieve deelname aan de lessen verwacht.
    • Tijdens de groepsopdrachten en oefeningensessies worden de studenten gecoacht.
    • Er is persoonlijke feedback op spreek- en schrijfoefeningen.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Tweegesprek (3 ptn.)
      Criteria:
      1. inhoud en structuur
      2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
      3. effectiviteit en aanpak
    • Functioneringsgesprek (3 ptn.)
      Criteria:
      1. effectiviteit
      2. taalgebruik
      3. omgangsvormen en stijl
    • Schriftelijk examen (14 ptn.)
      Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
      Criteria:
      1. (geïntegreerde) kennis
      2. efficiënt en correct taalgebruik
      3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,15

    Tweede examenperiode

    Schriftelijk examen: 14 punten

    Mondeling examen: 6 punten

    Criteria en onderdelen zijn dezelfde als in eerste zittijd.

    Spreekopdracht(en) waarvoor de student in eerste zittijd slaagde, moeten niet overgedaan worden. In dat geval worden de punten van eerste zittijd overgenomen voor die ene of beide opdracht(en).

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Toepassingen ICT/8
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 2JM33
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kern
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:8
    Aantal studiepunten: 3
    Wegingscoëfficient: 3
    Totaal aantal contacturen: 30
    Totaal studietijd: 78
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Nederlands
    Lector(en): Gerené Kiki


     

    KORTE OMSCHRIJVING
    In hoorcolleges leert de student aan de hand van praktische voorbeelden optimaal Excel 2003 gebruiken. Nadien verwerkt de student deze kennis door oefeningen te maken: vooreerst eenvoudige oefeningen waar de verschillende elementaire handelingen en vaardigheden aan bod komen, nadien worden er moeilijkere problemen uit de praktijk aangepakt. Er wordt nadruk gelegd op automatisering en efficiëntie. De student moet in een kort tijdsbestek een probleem tot een goed einde kunnen brengen.
    Een greep uit de oefeningen: maken van facturen waarbij productgegevens worden opgezocht in een prijslijst, automatisch berekenen van lonen na het ingeven van het aanvangsuur en het einduur, procentberekeningen, kortingstabellen, … Verder worden omzetcijfers verwerkt in grafieken en draaitabellen en leren ze aldus gegevens analyseren en interpreteren.

    Tijdens 1 hoorcollege leert de student werken met Access 2003. Na het aanleren van de basistechnieken aan de hand van praktische voorbeelden verwerkt de student de leerstof door eenvoudige oefeningen te maken.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
    • JM104 Creativiteit
    • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
    • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
    • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
    • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
    • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
    • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
    • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De student kan vlot werken met Excel zodat binnen een beperkt tijdsbestek rekenkundige problemen geanalyseerd en zo optimaal mogelijk opgelost worden.
    • De student maakt zelfstandig en creatief geautomatiseerde documenten d.m.v. zoekopdrachten en berekeningen te gebruiken zodat door het wijzigen van 1 parameter het hele rekenblad herberekend wordt.
    • De student kan op een efficiënte wijze gegevens structureren in een tabel en kan vervolgens de gewenste data zonder problemen terugvinden.
    • De student kan data verwerken in een draaitabel en/of grafiek en het resultaat interpreteren.
    • De student kan de basisprincipes van Access gebruiken en kan efficiënt en economisch data beheren.
    • De student kan de zoekstrategieën van het databankonderdeel binnen Excel transformeren en integreren binnen de databank Access.
    • De student kan de aangeleerde technieken concretiseren in oefeningen en deze op zelfstandige basis oplossen.
    • De student kan met de nodige kritische zin zijn oplossingen bekijken en vergelijkt deze op juistheid met de gegeven oplossing. 
    • De student kan de verworven kennis van de verschillende Office pakketten concretiseren door gegevens uit te wisselen tussen de verschillende pakketten (Word, Excel, Access).

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Toepassingen ICT/1.


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties
    • Studenten moeten via WINDOWS VERKENNER elementaire handelingen kunnen uitvoeren zoals kopiëren/herbenoemen/wissen/... van files; het maken/herbenoemen/wissen/... van mappen; het ordenen van files in een netwerkomgeving.
    • Basiskennis wiskunde: omzetting naar %, voorrangsregels (+, -, *, /, of, en), interest berekenen, berekening van een percentage inclusief/exclusief, "regel van 3", ...

    LEERINHOUDEN
    • Werken met het pakket Microsoft Excel 2003 en basiskennis Microsoft Access 2003.
    • Invoeren/bewerken van gegevens (kleur, kaders, lettertype, uitlijning, formaat, ...).
    • Invoeren van formules.
    • Gebruik van functies: wiskundige, logische, statistische, datum, ... (som, en, of, als, gemiddelde, max, min, aantal, nu, ...).
    • Absolute/relatieve celadressen.
    • Kopiëren/verplaatsen van cellen/formules binnen EXCEL.
    • Het gebruik van grafische elementen.
    • Pagina-instellingen, afdrukbereik.
    • Grafieken.
    • Databank binnen EXCEL: formulieren, filter, sorteren, draaitabel, subtotalen, zoeken.
    • Het maken van eenvoudige tabellen binnen ACCESS.
    • Werken met queries in ACCESS.
    • Eenvoudige rapporten en formulieren maken in ACCESS.
    • Data uitwisselen van ACCESS naar EXCEL en WORD en omgekeerd.

    STUDIEMATERIAAL
    • USB memory stick.
    • Eigen cursus: extra uitleg bij het handboek MS EXCEL 2003 + extra oefeningen, basisprinvipes MS ACCESS 2003 + oefeningen (Universitas).
    • MS EXCEL 2003 - Eric Cuypers en Eddy Van den Broeck - Uitgeverij: De Boeck -
      ISBN 90 455 1574 1 (Standaard boekhandel).

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    13

     lesuren

      13,83

    practicum en oefeningen:

    15

     lesuren

      15,96

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    64

     klokuren

      68,09

    Verdere toelichting:
    • Hoor- en werkcolleges met uiteenzettingen en uitgewerkte voorbeelden, gevolgd door practicum en oefeningen.
    • Zelfstandig verwerken van oefeningen, zowel tijdens de practicum-uren als thuis (zie studiewijzer). Tijdens de practicumlessen kunnen er vragen gesteld worden aan medestudenten of de lector. De studenten beschikken over de oplossingen van de lector en kunnen alsdus zelf hun oefeningen evalueren. Eventuele vragen over de leerstof of de oefeningen kunnen de volgende week/weken gesteld worden bij aanvang van de colleges of tijdens de practicum-uren.
    • Zelfevaluatie aan de hand van computergestuurde testen op Blackboard.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Digitaal en/of schriftelijk examen (over de leerstof Access en Excel) van 100 minuten op 20 punten.
    • Indien goedgekeurd aan de hand van het examenreglement: digitaal en/of schriftelijk inhaalexamen (over de leerstof Access en Excel) van 100 minuten op 20 punten.
    • Om technische redenen is het niet toegestaan na het officiële aanvangsuur aan het examen deel te nemen. De aanvangstijd zoals meegedeeld op het rooster zal strikt gehanteerd worden. Studenten dienen een kwartier op voorhand aanwezig te zijn aan het juiste lokaal. Wie te laat komt, kan dus niet meer deelnemen. De studenten dienen zich te houden aan de timing en aan de afspraken die gelden voor de examengroep waarin ze zijn ingedeeld. Het is bijgevolg niet toegestaan te wisselen van examengroep. De toezichthoudende lectoren zullen deze afspraken stipt opvolgen.
      Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats. Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd. De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen meegedeeld. Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd. Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard. De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt meegedeeld bij de aanvang van het examen en op de examenkopij.

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     02,13

    Tweede examenperiode
    Digitaal en/of schriftelijk examen (over de leerstof Access en Excel) van 100 minuten op 20 punten.

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Frans
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 00545
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kernondersteunend
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:5
    Aantal studiepunten: 6
    Wegingscoëfficient: 6
    Totaal aantal contacturen: 100
    Totaal studietijd: 156
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Frans
    Lector(en): Orgielewski Yvona


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Het gebruik van de Franse taal wordt verder verfijnd en aanpast aan verschillende economische en juridische situaties/doelgroepen.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM208 Teamgericht kunnen werken
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
    • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
    • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep.
       Volgende specifieke doelstellingen worden vooropgesteld: 
    • De student kan een communicatieboodschap (zakelijk en alledaags) aanpassen aan de ontvanger en gepast reageren op zakelijke boodschappen. (M5, 6, 7 en 8) 
    • De student kan zelfstandig informatie opzoeken en verwerken en deze aan anderen communiceren. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan zijn kritische kijk op een specifieke thematiek verwoorden. (M5, 6, 7 en 8) 
    • De student kan informatie en mening duidelijk onder woorden brengen en ingaan op de mening van anderen. (M6, 7 en 8) 
    • De student kan argumenten uit verschillende bronnen samenvatten, probleem helder uiteenzetten, oorzaken en gevolg geven, voor- en nadelen vermelden, oplossingen bieden. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan radio/tv-programma’s volgen. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan een bondig zakelijk verslag uitbrengen (M6)
    • De student kan vakgerichte artikels begrijpen, samenvatten en in duidelijke samengestelde zinnen rapporteren, met duidelijke opbouw van redenering en argumenten vóór en tegen. (M6)
    • De student kan persuasieve handelscorrespondentie (klacht, dreigbrief, ) hanteren. (M6)
    • Franse handels- en juridische correspondentie verder ontwikkelen. (M7)
    • De studen kan cijfer- en beeldmateriaal opzoeken, verwerken en aan anderen communiceren. (M7)
    • De student kan een bedrijf voorstellen: pertinente econmische en juridische informatie distilleren en vakkundig presenteren. (M7)
    • De studen kan zelfstandig een sollicitatiebrief opstellen (informatie over het bedrijf opzoeken en verwerken, zichzelf voorstellen). (M8)
    • De student kan tijdens een sollicitatiegesprek zichzelf professioneel voorstellen en over zijn carriere/ambities spreken.(M8)
    • De student kan formuleringen en stijl aanpassen aan de doelgroep. (M8)
    • De student kan deelnemen aan groepsdiscussies over alledaagse of beroepsgerichte onderwerpen.(M8)


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
  • Verworven competenties uit vorige modules.

  • Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
  • Vorige modules gevolgd hebben

  • Andere begincompetenties
    • Software pakketten (Word, Excell, PowerPoint)
    • Vlot en gericht informatie opzoeken op het internet

    LEERINHOUDEN
    • Uitbreiding van economische en juridische terminologie aan de hand van vakgerichte teksten (M5, 6, 7 en 8)
    • Uitbreiding van de handelscorrespondentie: klachtbrief (M6), sollicitaitebrief (M8)
    • Introductie tot de juridische correspondentie met referentie naar een wetsartikel (M5)
    • Een vonnis analsyeren (M5)
    • Verschillende types verzekeringen en andere contracten bespreken (M6)
    • Rechten en plichten van juridische personen bestuderen (M6)
    • Rechten en plichten van de consument bestuderen (M7)
    • Statuten analsyseren (M7)
    • Werkgeralteerde thema's en situaties behandelen : hiërarchie, werkcontract, sollicitatiebrief en -gesprek, aanwerving en ontslag (M8)
    • Omschrijving en herkenning van verschillende juridische documenten
    • (M5, 6, 7 en 8)
    • Vergelijking van juridische en handelsdocumenten (M5, 6, 7 en 8)
    • Becommentariëring en analyse van een geschreven, auditief of visueel document (M6, 7 en 8)
    • Verder werken aan de logische en structurele opbouw van een tekst (geschreven of gesproken) (M5, 6, 7 en 8)  
    • Grammatica uit 1 RP verder toegepassen in mondelinge en schriftelijke communicatie
    • Nieuwe grammaticale thema's: woorden begrijpen zonder gebruik van een woordenboek (M5), technieken hanteren voor een betere spelling (M5); la mise en reliëf  et l'opposition/la concession (M6); le passif (M7); la cause/conséquence (M8)

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus Frans: Yvona Orgielewski
    • Grammaire 2000
    • Vertalend woordenboek
    • Media (kranten, radio, tv-programma's, internet) 

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    76

     lesuren

      21,22

    practicum en oefeningen:

    12

     lesuren

      03,35

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    258.2

     klokuren

      72,08

    Verdere toelichting:
    • Hoorcollege's  met oefenmomenten, presentaties, rollenspel
    • Mondelinge toelichting bij de cursus, de oefeningen en de presentaties

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode

    Permanente evaluatie (30%) in de loop van de module en een schriftelijk examen van 2 uur (70%) met betrekking tot de geziene leerstof op het einde van de module, met kennis-, inzichts, toepassings- en open vragen. Deelname is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.

    Een module kent twee permanente evaluatiemomenten van elk 15%

    Permanente evaluatie Mod 5 :

    -        Antwoordbrief over een juridische problematiek

    -        Presentatie van een “case”-studie

     

    Permanente evaluatie Mod 6 :

    -        Klachtenbrief

    -        Een verzekering verkopen met de nodige uitleg en onderhandeling

     

    Permanente evaluatie Mod 7:

    -        2 internetsites vergelijking mbt de specialisatie van het derde jaar

    -        Een juidische problematiek presenteren bij één van de eerder besproken vennooschappen

     

    Permanente evaluatie mod 8 :

    -        Sollicitatiebrief

    -        Sollicitatiegesprek


    tijd voor examinering
    uren
    12

    %
     
     03,35

    Tweede examenperiode

    Een schriftelijk examen van 3 uur met betrekking tot de 4 modules samen, met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (80%).

    Een mondelinge proef van maximum 10 minuten met een presentantie waarin twee juridische documenten met elkaar vergeleken worden (20% ).

     

     

    2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Engels
      

    O.O. heeft componenten: Neen
    Afstudeerrichting: -:-
    Code: 00546
    Academiejaar: 2007-2008
    Type: kernondersteunend
    Niveau: uitdiepend
    Programmajaar: 2
    Periode binnen het modeltraject: M:5
    Aantal studiepunten: 6
    Wegingscoëfficient: 6
    Totaal aantal contacturen: 64
    Totaal studietijd: 156
    Deeltijds programma:
    Examencontract: mogelijk
    Deliberatie: mogelijk
    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
    Onderwijstaal: Engels
    Lector(en): Decock Erika


     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Nu we een solide basis hebben, leren we Engels hanteren in diverse zakelijke en juridische situaties.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
    • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
    • JM104 Creativiteit
    • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
    Beroepsspecifieke competenties
    • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
    • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
    • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid verder ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen, juridisch en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student begrijpt en assimileert de aangeboden zakelijke en juridische teksten. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student begrijpt gesproken (zakelijk) Engels en distilleert de gevraagde informatie. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student beheerst de aangeboden algemene, zakelijke en juridische woordenschat. (M5, 6, 7 en 8) 
    • De student krijgt meer inzicht in verschillende juridische en zakelijke thema's. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan zijn/haar mening zowel mondeling als schriftelijk in het Engels formuleren. (M5, 6, 7 en 8)
    • De student kan onvoorbereid zijn/haar mening mondeling in het Engels formuleren. (M5)
    • De student kan deelnemen aan een vergadering. (deel 1) (M5)
    • De student krijgt een inleiding tot de handelscorrespondentie (lay-out en stijl). (M5)
    • De student kan deelnemen aan een vergadering. (deel 2) (M6)
    • De student kan een vraag om inlichtingen formuleren. (M6)
    • De student heeft inzicht in het Brits rechtssysteem. (M6)
    • De student kan social English gebruiken in algemene en zakelijke situaties. (M7)
    • De student kan een efficiënt onderhandelingsgesprek voeren. (deel 1) (M7)
    • De student kan een antwoord op een vraag om inlichtingen formuleren. (M7)
    • De student kan een efficiënt onderhandelingsgesprek voeren. (deel 2) (M8)
    • De student kan een klachtenbrief schrijven en er gepast op reageren. (M8)

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

    Engels uit 1 RP


    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    • Voor module 6 geldt dat de student module 5 gevolgd heeft.
    • Voor module 7 geldt dat de student modules 5 en 6 gevolgd heeft.
    • Voor module 8 geldt dat de student modules 5, 6 en 7 gevolgd heeft.

     


    Andere begincompetenties

    geen


    LEERINHOUDEN
    • Legal English: studie van juridische teksten/thema's met gepaste oefeningen (gedeeltelijk zelfstudie). (M5, 6, 7 en 8)
    • Business English: studie van zakelijke thema's via luister-, lees- en spreekoefeningen. (M5, 6, 7 en 8)
    • Woordenschatuitbreiding op algemeen, zakelijk en juridisch vlak (gedeeltelijk zelfstudie). (M5, 6, 7 en 8)
    • Vergadertechnieken en vergaderen. (M5 en 6)
    • Brits rechtssysteem. (M6)
    • Inleiding tot de handelscorrespondentie. (M5)
    • Zakelijke correspondentie: vraag om inlichtingen. (M6)
    • Zakelijke correspondentie: antwoord op een vraag om inlichtingen. (M7)
    • Zakelijke correspondentie: klachtenbrief en reactie. (M8)
    • Social English. (M7)
    • Onderhandelingsgesprek. (M7 en 8)

    STUDIEMATERIAAL
    • Brown and Rice, "Professional English in Use - Law", CUP, Cambridge, 2007. (handboek voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
    • Cotton, Falvey and Kent, "Market  Leader New Edition, Intermediate Business English Course Book", Pearson Education Limited, Harlow, 2005. (handboek voor klassikaal gebruik)
    • Decock, E., "Commercial Correspondence", 2007. (cursus voor klassikaal gebruik)
    • McCarthy and O'Dell, "English Vocabulary in Use (upper-intermediate)",  CUP, Cambridge, 2001.  (handboek voor zelfstudie)
    • Tricia Smith, "Market Leader - Business Law", Pearson Education Limited, Harlow, 2000. (losse juridische teksten voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    45

     lesuren

      11,53

    practicum en oefeningen:

    0

     lesuren

      00,00

    vormen van groepsleren:

    11

     lesuren

      02,82

    studietijd buiten contacturen:

    326.4

     klokuren

      83,61

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges met oefensessies, rollenspel en groepswerk (bij correspondentie, vergaderen en onderhandelen tijdens de permanente evaluatie-opdracht).
    • Er wordt tijdens de les bijna constant mondeling feedback gegeven.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • M5:
      • 30 procent permanente evaluatie in de vorm van een vergadering (20 %) en van een spontane mondelinge oefening (10 %). Bij het vergaderen wordt gelet op taal, aanpak, vlotheid en aandeel in de vergadering. Bij de spontane mondelinge oefening wordt gelet op taal en vlotheid. Deelname is verplicht! Afwezigheden moeten gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings-, en open vragen (duurtijd: 2 uur)
    • M6:
      • 40 procent permanente evaluatie in de vorm van het houden van een vergadering (20%) en van het schrijven van een zakelijke brief (20%). Bij het vergaderen wordt gelet op taal, aanpak, vlotheid en aandeel in de vergadering. Bij de zakelijke brief worden layout, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid) en taal (zinstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
    • M7:
      • 40 procent permanente evaluatie: onderhandelingsgesprek (20%) en zakelijke brief (20%). Bij het onderhandelingsgesprek wordt gelet op taal, aanpak/efficiëntie, vlotheid, aandeel in het gesprek. Bij de zakelijke brief worden layout, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid), taal (zinstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur) 
    • M8:
      • 40 procent permanente evaluatie in de vorm van het voeren van een onderhandelingsgesprek (20 %) en van het schrijven van een zakelijke brief (20 %). Bij het onderhandelingsgesprek wordt gelet op taal, aanpak/efficiëntie, vlotheid, aandeel in het gesprek. Bij de zakelijke brief worden layout, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid), taal (zinstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
      • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)

     


    tijd voor examinering
    uren
    8

    %
     
     02,05

    Tweede examenperiode
    • 80 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings-, en open vragen (duurtijd: 3 uur)
    • 20 procent mondeling examen: onderhandelingsgesprek (10 procent) en een korte onvoorbereide reactie op een stelling of nieuwsitem (10 procent) (duurtijd: 10 minuten)
    • De leerstof van de 4 modules dient gekend te zijn.