|
3 Bedrijfsmanagement - 3RPIN - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
3 Bedrijfsmanagement - 3RPIN - Onderdelen - Vennootschapsrecht/9 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3JMII |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:9 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
37 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Waumans Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De Belgische vennootschappenwet wordt getoetst aan rechtspraak en rechtsleer. Tevens wordt rechtsvergelijking toegepast met Frankrijk en Nederland.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM104 Creativiteit
- JM105 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
- JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
- JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
- JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
- JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
- JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers, hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
- JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
- JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
- JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
- JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
- JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
- JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
- JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
- JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
- JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
- JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
- JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
- JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
- JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
- JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
- JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
- JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
- JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
- JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant
- JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijk karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten
- JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
- JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
- JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.
- JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het vennootschappenrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak.
- Verbanden kunnen leggen tussen de wettelijke bepalinegn van het vennootschappenrecht en gerelateerde materies zoals de overname van vennootschappen.
- Vanuit grondig inzcht in de technieken van de opstart, werking en verfeffening van vennootschappen, gepast advies kunnen geven in deze materie.
- Zelfstandig een oprichtingsakte opstellen of omvormingsakte aanpassen.
- Vanuit een complexe praktijksituatie een aanvaarbare juridische oplossing aanreiken alsook de juiste vennootschapsvorm
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Beschikken over een grondige kennis van burgerlijk en handelsrecht.
Bronnenstudie en analyse van vonissen en arresten.
|
LEERINHOUDEN
|
- vennootschappen
- algemeen
- rechtspersoonlijkheid
- oprichting
- kapitaal in de NV en BVBA
- de vennoten
- identificatie van de vennootschap
- bestruur en vertegenwoordiging van de vennootschap
- aansprakelijkheid van de bestuurders
- toezicht en informatieplicht
- algemene vergadering
- fusie en splitsing
- ontbinding en vereffening
- uitsluiting en uittredeing van aandeelhouders
- gedwongen verkoop van effecten
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Vennootschappenwet
- Handels en economisch recht in hoofdlijnen, Van den Bergh,Dirix,Vanhees, Intersentia, 2002, ISBN 90-5095-254-2
- documentatie en schema's worden verstrekt via de hoorcolleges.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
13,71
|
practicum en oefeningen:
|
18
|
lesuren
|
14,52
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
87
|
klokuren
|
70,16
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met vraag en leergesprekken; ca 17 uur.
- Practica: 18 uur Inbreng van de student is essentieel voor zowel het individuele als het groepswerk.
- Week 5, 6 en 7 geen hoorcolleges; deze worden vervangen door monitoring. Deze monitoring gaat doori n de bibliotheek van UA te Wilrijk.
- Week 7 geen les, afgeven van werk op vrijdag om 12.00u STIPT.
- Aanwezigheid is verplicht
- Enkel schriftelijke verslage op A4 formaat, gtypt, zijn toegestaan. Geen electronische versie.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- schriftelijk werk op 10 punten
- schriftelijk examen op 10 punten; 2 vragen/ 5 punten per vraag.
- Totaal: 20 punten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Schriftelijk examen bestaande uit 4 vragen , elk op 5 punten: 20 punten
|
|
| |
|
3 Bedrijfsmanagement - 3RPIN - Onderdelen - Onroerend goed/9 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3JMIJ |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:9 |
Aantal studiepunten: |
8 |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
40,25 |
Totaal studietijd: |
208 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Den Broeck Wim
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het opleidingsonderdeel heeft tot doel de student kennis te laten maken met de juridische en praktische aspecten van onroerend goed en de aanverwante transacties.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
- JM104 Creativiteit
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
- JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
- JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
- JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers, hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
- JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
- JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
- JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
- JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
- JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
- JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Op een zelfstandige en gefundeerde juridische manier zowel in het notariaat als op een immobiliënkantoor de dagelijkse praktische probleemgevallen op te lossen
- De student zal in staat zijn de een verkoop - verhuur kontrakten optemaken;
- Hij zal de verhoudingen tussen de kontrakterende partijen kunnen verduidelijken en in adviezen en /of overeenkomsten omzetten .
- Destudent zal in staat zijn alle courante vragen m.b.t.medeeigendom te beantwoorden en deze regels in de praktijk kunnen omzetten.
- Over ruimtelijke ordening en milieuwetgeving zal hij de basisbegrippen kunnen uitleggen en enkele raakpunten aanhalen m.b.t. onroerende goederen .
- Hij zal autonoom een plaatsbeschrijving kunnen opmaken en een verkoops en/of verhuurdossier opmaken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Algemene juridische begrippen als parate kennis.
|
LEERINHOUDEN
|
- VERKOOPOVEREENKOMST EN AKTE
- DE VERSCHILLENDE huurovereenkomsten (huur hoofdverblijfplaats,handelshuur,huur garage enz.)
- MEDEEIGENDOM en regels m.b.t. het beheer ervan
- BASISBEGRIPPEN RUIMTELIJKE ORDENING en milieuwetgeving
- OPMAKEN plaatsbeschrijving en samenstelling verkoop-en-of verhuurdossier
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Casestudies uit de praktijkcursus van de lector
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
lesuren
|
07,58
|
practicum en oefeningen:
|
15
|
lesuren
|
05,68
|
vormen van groepsleren:
|
5
|
lesuren
|
01,89
|
studietijd buiten contacturen:
|
199
|
klokuren
|
75,38
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met vraag en leergesprekken
- Practica : concrete cases uit de praktijk worden besproken
- Groepswerk, waarbij de studenten autonoom werken
- Plaatsbezoeken in panden met het doel om concrete dossiers op te stellen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Groepswerk (15%)
- Mondelinge proef op het einde van de leergang (85%)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|
3 Bedrijfsmanagement - 3RPIN - Onderdelen - Registratie-en successierechten/10 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3JMIL |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:10 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
30 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Bogman Dominique
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het opleidingsonderdeel beoogt de studenten voor te bereiden voor de tewerkstelling in de notariële praktijk, repectievelijke de overheidsisntellingen of private bedrijven actief rond onroerend goed. Dit wordt gerealiseerd door het aanbrengen en uitdiepen van theoretische kennis en praktijktoepassingen omtrent successie- en registratierecht.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
- JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
- JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
- JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
- JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
- JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student heeft inzicht en heeft kennis verworven waardoor hij /zij in staat is een dossier voor te bereiden in de notariële praktijk voor de aangifte in een nalatenschap en bij een verkoop van een onroerend goed.
- De student maakt een inschatting van juridische context van een opdracht en vervult vervolgens de opdracht.
Volgende specifieke doelstellingen worden vooropgesteld:
- De student kent de terminologie van het specifieke item;
- De student maakt een inschatting van een specifieke opdracht en vervult de opdracht zoals het voorbereiden van een dossier voor aangifte van een nalatenschap bij openvallen van de nalatenschap en zelf het invullen van een eenvoudige aangifte van een nalatenschap.
- De voornaamste onderdelen van het successierecht en de verschillende vormen van registratierechten zijn passief gekend.
- De student kent de notariële dossier behandeling en de voorbereiding van zulk een dossier inzake verkoop van een onroerend goed.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
erfrecht
huwelijksvermogensrecht
burgerlijk recht (de verkoop)
gerechtelijk recht (de openbare verkoop)
nederlands; vermogen tot zelfstandig leren
|
LEERINHOUDEN
|
- De plaats van de registratierechten en successierechten in het geheel van het belastingsrecht.
- Wanneer wordt een successierecht verschuldigd?
- Wat zijn de verplichtingen van de belastingplichtige?
- Wat is een aangifte van de nalatenschap? Wie dient deze te realiseren, onder welke vorm en binnen welke termijn (sancties?) Wat is het lot van bepaalde activa en passiva in deze?
- Checklist voor de voorbereiding van de aangifte van de nalatenschap.
- De verkoop/aankoop van een onroerend goed in de notariële praktijk.
- De Registratierechten.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Burgerlijk en Gerechtelijk Wetboek; De fiscale codes;
Cursus:
Literatuur VERBEKE A., 'Belgisch erfrecht in kort bestek', Intersentia, 2002; DE WULF C. & DE DECKER H., 'Het opstellen van notariële akten', Kluwer, 1995 en BOEYNAEMS L., Registratierechten in Fiscale Rechtspraakoverzichten, 2002, VZW FISKOFOON
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
lesuren
|
24,04
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
4
|
lesuren
|
03,85
|
studietijd buiten contacturen:
|
74
|
klokuren
|
71,15
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege met praktische vraagstellingen na elk hoofdstuk.
- Concrete cases worden besproken en fictieve voorbeelden worden opgelost.
- Een groepsopdracht wordt opgegeven.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Schriftelijk examen op 20 punten met een inzichtsvraag (een vergelijking, een evolutie van een geziene specifiek onderdeel van de leerinhoud), terminologie (een definitie of verklaring van een term uit de leerinhoud), een kennisvraag (een letterlijk weer te geven deel van de leerinhoud), een concrete casus of toepassing; elke vraag staat op 5 punten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Schriftelijk idem eerste zittijd
|
|
| |
|
3 Bedrijfsmanagement - 3RPIN - Onderdelen - Notarieel familierecht/10 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3JMIM |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:10 |
Aantal studiepunten: |
8 |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
52,25 |
Totaal studietijd: |
208 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Lecoutre Rudi Nelen Walter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het opleidingsonderdeel beoogt studenten voor te bereiden op tewerkstelling in de notariële praktijk, respectievelijk in de sector immobiliën d.m.v. het aanbrengen en uitdiepen van praktische casussen omtrent het vakgebied.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
- JM104 Creativiteit
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
- JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
- JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
- JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
- JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
- JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
- JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
- JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
- JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
- JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
- JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
- JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
- JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
- JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Als notarieel medewerker zelfstandig een dossier in deze materie kunnen behandelen
- Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het notarieel familierecht, de concrete toepassing ervan in de notariële praktijk en in de tendensen in de rechtspraak.
- Via de kennis van het notarieel familierecht in staat zijn om als notarieel medewerker voor een concreet dossier zelfstandig een oplossing uit te werken en cliënten correct en duidelijk in te lichten en te adviseren (uitgewerkt aan de hand van een casus).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Burgerlijk recht
Erfrecht
Huwelijksvermogensrecht
|
LEERINHOUDEN
|
- Echtscheiding door onderlinge toestemming (E.O.T.) (deel 1)
- Procedure (deel 1)
- Vermogensrechtelijke regeling (deel 1)
- Familierechtelijke overeenkomst (deel 1)
- Fiscaalrechtelijke aspecten van de E.O.T. (deel 1)
- Sociaalrechtelijke aspecten van de E.O.T. (deel 1)
- Feitelijke gezinsstructuren met aanverwante contracten (deel 1)
- Adoptiewetgeving (deel 2)
- Vereffening en verdeling na echtscheiding respectievelijk overlijden (deel 2)
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Burgerlijk Wetboek, Gerechtelijk Wetboek
- Rechtsleer en rechtspraak door de student zelf op te zoeken
- Optionele lectuur : 1) Echtscheiding door onderlinge toestemming, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Brudge, Die Keure, 2002, 204 p. 2) Brouwers, S., Echtscheiding door onderlinge toestemming, Brussel, Larcier, 2006, 271 p.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
36
|
lesuren
|
09,98
|
practicum en oefeningen:
|
12
|
lesuren
|
03,33
|
vormen van groepsleren:
|
4
|
lesuren
|
01,11
|
studietijd buiten contacturen:
|
283.6
|
klokuren
|
78,65
|
Verdere toelichting:
- Deel 1:
- Hoorcolleges met vraag en leergesprekken.
- Groepsdiscussie.
- Oefeningen en maken van cases.
- Begeleidingsmomenten : individuele vraagstelling door studenten, feedback door lector.
- Deel 2:
- De thema’s worden overgedragen door de lector, aan de studenten wordt gevraagd hieromtrent informatie in te zamelen en diverse papers voor te bereiden die naderhand klassikaal dienen toegelicht.
De inhoud van deze papers dient verspreid onder de studint en vormt voor hen de theoretische kennis waaromtrent zijn ondervraagd worden.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Deel 1:
- Mondeling examen op 20 punten, later herleid naar 10 (deel 1)
- Schriftelijke voorbereiding van 15'
- Kennis- en toepassingsvragen (met casus)
- Deel 2:
- Mondeling examen op 20 punten, later herleid naar 10 (deel 1)
- Schriftelijke voorbereiding van 15'
- Kennis- en toepassingsvragen (met casus)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Deel 1:
- Mondeling examen op 20 punten, later herleid naar 10 (deel 1)
- Schriftelijke voorbereiding van 15'
- Kennis- en toepassingsvragen (met casus)
- Deel 2:
- Mondeling examen op 20 punten, later herleid naar 10 (deel 1)
- Schriftelijke voorbereiding van 15'
- Kennis- en toepassingsvragen (met casus)
|
|
| |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00549 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:9 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
48 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Frans |
Lector(en): |
Orgielewski Yvona
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het gebruik van de Franse taal wordt verder verfijnd en aanpast aan verschillende economische en juridische situaties/doelgroepen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
- JM104 Creativiteit
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
- JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
- JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
- JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
- JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
- JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep.
- De student kan volledig zelfstandig een afspraak maken (mondeling met schriftelijke bevestiging) met een Franstalig bedriif en er een bezoek voor zijn/haar groep plannen. (M9)
- De student kan in een zuiver Franstalige professionele omgeving een zakelijk gesprek voeren en een representatieve gesprekspartner interviewen. Hij/zij kan deze informatie nadien verwerken, samenvatten en, logisch opgebouwd, aan anderen communiceren. (M9)
- De student kan, in groep, een thema presenteren binnen zijn vakgebied (prioriteiten stellen, werk verdelen). (M9)
- De student kan cijfer- en beeldmateriaal analyseren en becommentariëren. (M9)
- De student kan deelnemen aan groepsdiscussies over alledaagse of beroepsgerichte onderwerpen, ook onvoorbereid. (M9)
- Franse schriftelijke handelscorrespondentie verder ontwikkelen. (M10)
- Professionele taalvaardigheid in de interne en externe zakelijke communicatie verdiepen. (M10)
- De student kan zelfstandig functioneren in verschillende commerciële situaties (M10)
- De student kan complexe beroepsgerichte en algemene informatie begrijpen, samenvatten, verwoorden en vergelijken met andere gelijkaardige informatie. (M10)
- De student kan algemene en beroepsspecifieke onderwerpen presenteren en daarover debateren en notuleren (eigen mening verdedigen, kritische standpunten innemen). (M10)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Frans uit vorige modules.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Vorige modules gevolgd hebben.
|
Andere begincompetenties
|
- Software pakketten (Word, Excell, PowerPoint)
- Vlot en gericht informatie opzoeken op het internet
|
LEERINHOUDEN
|
-
Uitbreiding van economische en juridische terminologie aan de hand van vakgerichte teksten. (M9 en M10)
-
Samenbrengen van verworven vaardigheden uit vorige modules (1 t/m 8) en deze toetsen en toepassen aan de hand van concrete oefeningen en opdrachten, zowel mondeling als schriftelijk. (M9 en 10): telefonsiche afspraken, zich op een professionele manier voorstellen, vragen stellen (over de andere, over een beroep, de arbeidsmarkt, de evolutie op de markt, ...), zakelijke handelscorrespondentie, één specifiek thema grondig bespreken aan de hand van gekende technieken en verworven terminologie, verwijzen naa een wet, wet uitleggen, een situatie en een gebeurtenis beschrijven, reageren op een gebeurtenis, zijn mening daarover uiten, anderen overtuigen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus Frans: Yvona Orgielewski
- Grammaire 2000
- Vertalend woordenboek
- Media (kranten, radio, tv-programma's, internet)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
38
|
lesuren
|
21,21
|
practicum en oefeningen:
|
4
|
lesuren
|
02,23
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
131.2
|
klokuren
|
73,21
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege's met oefenmomenten, presentaties, rollenspel
- Mondelinge toelichting bij de cursus, de oefeningen en de presentaties
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- M9:
- Portfolio : 10% geschreven dossier over het bezoek aan een Franstalig bedrijf (fiche met gecontacteerde bedrijven, bevestigingsbrief van het bezoek, vragen en antwoorden over interview, bedankingsbrief). De presentatie wordt geëvalueerd op structuur, taal, vlotheid en gedrag. De mondelinge toelichting hierover geldt voor 30% (samen voor 40%).
- Schriftelijk examen van 2 uur (60%) met betrekking tot de geziene leerstof, met kennis-, inzichts, toepassings- en open vragen. Deelname is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
- M10:
- Permanenete evaluatie (40%) in de vorm van presentaties over een specifiek thema binnen het vakgebien van de studenten. De presentatie wordt geëvalueerd op structuur, taal, vlotheid en gedrag.
- Schriftelijk examen van 2 uur (60%) met betrekking tot de geziene leerstof, met kennis-, inzichts, toepassings- en open vragen. Deelname is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor dit onderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Een schriftelijk examen van 2 uur met betrekking tot de 2 modules samen, met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (70%). Een mondelinge proef van maximum 10 minuten met een presentantie over een thema binnen het vakgebied van de student. (30% ).
|
|
| |
|
3 Bedrijfsmanagement - 3RPIN - Onderdelen - Engels |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00550 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:9 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
32 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Engels |
Lector(en): |
Decock Erika
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
We bekwamen ons verder in de Engelse zakelijke communciatie met inbegrip van juridisch Engels.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM104 Creativiteit
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid verder ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen, juridisch en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep. (M9 en 10)
- De student begrijpt en assimileert teksten van zakelijke en juridische aard. (M9 en 10)
- De student begrijpt gesproken (zakelijk) Engels en distilleert de gevraagde informatie. (M9 en 10)
- De student beheerst de aangeboden juridische en zakelijke terminologie. (M9 en 10)
- De student krijgt meer inzicht in verschillende juridische en zakelijke thema's. (M9 en 10)
- De student kan een vlotte uiteenzetting geven over een onderwerp binnen zijn/haar studiegebied (zowel mondeling als schriftelijk). (M9)
- De student kan grafieken en trends beschrijven. (M9)
- De student kan een degelijke sollicitatiebrief en een CV schrijven. (M10)
- De student kan onvoorbereid zijn/haar mening over een eerder controversiële stelling in het Engels formuleren. (M10)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Engels uit 1 RP en 2 RP
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Voor module 10 geldt dat de student module 9 gevolgd heeft.
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- Legal English: studie van juridische teksten/thema's met gepaste oefeningen (gedeeltelijk afstudeerrichtinggebonden en gedeeltelijk zelfstudie). (M9 en10)
- Business English: studie van zakelijke thema's via luister-, lees- en spreekoefeningen. (M9 en 10)
- Woordenschatuitbreiding op algemeen, zakelijk en juridisch vlak (gedeeltelijk zelfstudie). (M9 en10)
- Het geven van een vlotte uiteenzetting over een onderwerp binnen het studiegebied in kleine groepen. (M9)
- Grafieken en trends beschrijven. (M9)
- Sollicitatiebrief en CV. (M10)
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Brown and Rice, "Professional English in Use - Law", CUP, Cambridge, 2007. (handboek voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
- Cotton, Falvey and Kent, "Market Leader New Edition, Intermediate Business English Course Book", Pearson Education Limited, Harlow, 2005. (handboek voor klassikaal gebruik)
- Decock, E., "Engels", 2007. (eigen cursus met studiemateriaal voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
24
|
lesuren
|
13,03
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
4
|
lesuren
|
02,17
|
studietijd buiten contacturen:
|
152.2
|
klokuren
|
82,63
|
Verdere toelichting:
Hoorcolleges met oefensessies en groepswerk (bij het geven van de presentaties).
Er wordt tijdens de les bijna constant mondeling feedback gegeven.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- M9:
- 40 procent permanente evaluatie in de vorm van het geven van een presentatie in kleine groepen over een onderwerp binnen het studiegebied. Een deel van de punten gaat naar de schriftelijke voorbereiding (10%). De mondelinge presentatie (30%) wordt geëvalueerd op structuur, taal, vlotheid en gedrag. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
- 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
- M10:
- 40 procent permanente evaluatie: sollicitatiebrief en CV (20%; gelet wordt op o.a. inhoud, toon, structuur en taal) en een spontane mondelinge oefening (20 %; gelet wordt op o.a. taal, vlotheid en argumentering ). Aanwezigheid is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
- 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- 70 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts- , toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
- 30 procent mondeling examen: presentatie van een onderwerp binnen het studiegebied (20 procent) en een korte onvoorbereide reactie op een stelling of een nieuwsitem (10 procent) (duurtijd: 10 minuten)
- De leerstof van beide modules dient gekend te zijn.
|
|
| |
|
3 Bedrijfsmanagement - 3RPIN - Onderdelen - Stage en bedrijfsstage/11 & 12 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3JMIN |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:11 |
Aantal studiepunten: |
30 |
Wegingscoëfficient: |
30 |
Totaal aantal contacturen: |
553 |
Totaal studietijd: |
780 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Bogman Dominique De Vroey Sophie
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De eerste fase van het stagegebeuren betreft de zoektocht naar een stageplaats. De tweede fase betreft het lopen van een stage binnen een vastgestelde periode van 15 weken om de verworven kennis en vaardigheden te toetsen aan de praktijk, evenals het maken en presenteren van een bedrijfsproject. Er wordt hiervoor specifiek verwezen naar de algemene richtlijnen stages en bedrijfsproject.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
- JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
- JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
- JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
- JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
- JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
- JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
- JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
- JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
- JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
- JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijk karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten
- JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
- JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
- JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Kennis maken met een terrein van het juridisch werkveld.
- Een beeld vormen van het beroepsleven.
- De opgedane kennis omzetten en aanvullen in de praktijk.
- Succesvol solliciteren.
- De attitudes conform het opleidingsprofiel verwerven.
- De beroepsspecifieke vaardigheden conform het opleidingsprofiel verwerven.
- Een bedrijfsproject uitwerken in de juridische sfeer.
- De uitgevoerde taken verwoorden in een portfolio.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De volgtijdelijkheid voor dit opleidingsonderdeel bepaalt dat de student geslaagd moet zijn voor het 1ste en 2de jaar en module 9 en 10 binnen het gekozen leertraject moet gevolgd hebben.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Een doorgedreven kennis van het recht gerelateerd aan de sector van tewerkstelling.
Het vermogen van communiceren.
Het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken.
|
LEERINHOUDEN
|
Kennis van het recht en ICT-gebruik.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Bundel "Richtlijnen stages en bedrijfsproject"
- Bundel "Aanvullende richtlijnen bij de keuze en de vastlegging van een stageplaats"
- Bundel "Aanvullende richtlijnen mbt de portfolio"
- Lijst met mogelijke stageplaatsen via Blackboard
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
00,90
|
practicum en oefeningen:
|
540
|
lesuren
|
69,50
|
vormen van groepsleren:
|
6
|
lesuren
|
00,77
|
studietijd buiten contacturen:
|
224
|
klokuren
|
28,83
|
Verdere toelichting:
- Voorbereiding en informatieverstrekking via stagelessen.
- Studenten solliciteren zelf naar een stageplaats die aansluit bij hun leertraject. Indien de student er niet in slaagt om binnen de vooropgestelde termijn zelfstandig een stageplaats te vinden, wordt de procedure "niet vinden van een stageplaats" opgestart.
- De volledige duur van de stage (15 weken) gaat door op dezelfde stageplaats.
- Begeleiding van de school via een vaste stagebegeleider.
- E-moderating via Blackboard en permanenties op school.
- Op de stageplaats heeft de student een vaste stagementor.
- De student werkt onder begeleiding van de stagementor een eindproject uit.
- Samenstelling van een portfolio en verslaggeving.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Zie bundels Richtlijnen.
- Studenten moeten via sollicitatie zelf tijdig een stageplaats vinden en administratief afwikkelen met goedkeuring van het stageteam.
- Het assessment gebeurt door de stagementor en de stagebegeleider in samenspraak op basis van het "evaluatieformulier stage en bedrijfsproject".
- Op school worden voorafgaandelijke, tussentijdse en finale intervisies -verplicht bij te wonen door de student- gehouden.
- Individuele bespreking en feed-back bij niet-slagen.
- Tijdens het bezoek van de stagebegeleider op de stageplaats geeft de student een presentatie van zijn bedrijfsproject.
- Evaluatiecriteria worden gehanteerd overeenkomstig de evaluatieformulieren.
- Voor de puntenverdeling: zie algemene richtlijnen stages-en bedrijfsproject.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
De stage en het bedrijfsproject kunnen niet worden overgedaan in de tweede zittijd.
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|