|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Chemie |
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie afzonderlijke deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie afzonderlijke deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie afzonderlijke opleidingsonderdelen (deelfiches)
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Veiligheid in een chemisch labo |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Chemie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10029 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
6 |
Totaal studietijd: |
10,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Pelgrims Christel
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student kan beschrijven met welke risicofactoren je in een laboratorium rekening moet houden.
-
De student kan uitleggen welke beheersmaatregelen mogelijk zijn om je gezondheid te beschermen. De student kent en houdt zich aan de veiligheidsvoorschriften zoals aangegeven in het boekje 'veiligheid en kwaliteit' .
-
De student kan aangeven wat voor typen gevaarlijke stoffen bestaan en voorbeelden daarvan noemen.
-
De student kan aangeven wat voor voorzorgsmaatregelen voor verschillende typen gevaarlijke stoffen moeten worden genomen bij transport en gebruik.
-
De student kan uitleggen welke informatie op het etiket van een gevaarlijke stof kan vinden en hoe je aan een etiket kan zien welke gezondheidsrisico’s je loopt.
-
De student kan belangrijke informatie van een chemiekaart aflezen.
-
De student kan uitleggen welke informatie MAC-waarden geven.
-
De student kan het inhalatierisico inschatten a.d.h.v. gegevens als dampspanning en MAC-waarde.
-
De student kan aangeven wat voor maatregelen moeten worden genomen om brand en explosie in een lab te voorkomen
-
De student kan uitleggen hoe verschillende soorten brand kunnen ontstaan en hoe deze moeten bestreden worden.
-
De student kan zich informeren over de risico’s die zich bij een experiment kunnen voordoen.
-
De student kan op een verantwoorde manier laboafval verwijderen.
-
Na deze lessenreeks heeft de student aandacht voor de problematiek van gezondheid, veiligheid en milieu in de chemie en kan hij op een veilige manier werken in een chemisch lab.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Het laboratoriumreglement en de gedragregels die erbij horen vormen de ‘wetten’ waaraan je je in het laboratorium moet houden. Om veilig te kunnen werken is het zaak zo snel mogelijk vertrouwd te raken met die ‘wetten’ en de belangrijkste veiligheidsvoorzieningen.Hoe moet je een laboratoriumexperiment voorbereiden, welke gegevens moet je opzoeken om geïnformeerd te zijn over de risico’s die zich bij het uitvoeren van een experiment kunnen voordoen, welke preventieve maatregelen zijn nodig. Hoe voer je verantwoord laboratoriumafval af ?
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus 'veiligheid in een chemielabo'- auteur : C. Pelgrims
- Powerpointpresentatie (te vinden op e-campus)
- Boekje ‘veiligheid en kwaliteit’ - Plantijnhogeschool
- Chemiekaarten en MSDS-fiches. Gegevens voor veilig werken met chemicaliën.
- Boek : 'Arbeidsomstandigheden en veiligheid in het laboratorium', VAPRO (schoolbibliotheek) met inzichts- en toepassingsvragen alsook casusvragen en de antwoorden.
- VCA-cursus op intern netwerk van de school met elektronische oefenpakket.
- Handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijnhogeschool
- Bezoek aan het veiligheidsinstituut.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
41,67
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
6
|
klokuren
|
50,00
|
Verdere toelichting:
werkcollege en zelfstudie
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Integratieve toets : INT1.1
- Aanwezigheid bij bezoek aan het veiligheidsinstituut.
- POP; zo komt ondermeer de beantwoorde vragenlijst horend bij het bezoek aan het veiligheidsinstituut in het POP.
- Gedurende alle practica wordt in de gaten gehouden of de student zich aan de veiligheidsvoorschriften houdt.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 1.1
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Chemische basisbegrippen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Chemie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10030 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
35 |
Totaal aantal contacturen: |
19 |
Totaal studietijd: |
45,5 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Pelgrims Christel
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Na deze component kan de student anorganische en organische stoffen klasseren volgens hun verbindingsklasse.
- Na deze component kan de student een IUPAC (en triviale) benaming chemische verbindingen geven en de chemische formule afleiden uit de IUPAC (triviale) benaming .
- Na deze component kan de student de samenstelling van een atoom weergeven.
- Na deze component kan de student eigenschappen van een element linken aan zijn plaats in het periodiek systeem.
- Na deze component kan de student verschil inzien tussen intra- en intermoleculaire interacties.
- De student kent zuren, basen, oxides en zouten en kent hun naamgeving
- De student kan de samenstelling van een atoom weergeven
- De student kan de kwantumgetallen aan de electronen in een atoom toekennen
- De student kan electronenconfiguratie beschrijven door het aufbau pricipe toe te passen
- De student kan het onderscheid maken tussen atomen , ionen en isotopen
- De student kan een aantal trends in karakteristieke eigenschappen vaan een atoom weergeven.
- De student kan de relatieve grootte van de radius van een atoom of ion , de ionisatie-energie , de electronenaffiniteit , de electronegatieve waarde inschatten.
- De student kan eigenschappen van een element linken aan zijn plaats in het periodiek systeem.
- De student ziet het verschil in tussen ionaire en covalente binding.
- De student kan de lewisstructuur opstellen voor een molecule steunend op het streven naar octetstructuur.
- De student kan de ruimtelijke structuur afleiden gebaseerd op de VSEPR theorie.
- Gebruik makend van de ruimtelijke structuur kan de student de hybridisatietoestand , de bindingshoek, de bindingslengte en het dipoolmoment van de molecule afleiden.
- De student ziet het verschil in tussen intra- en intermoleculaire interacties.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
- De student beheerst de onderwijstaal: Nederlands.
- De student beschikt over enkele beperkte ICT-vaardigheden.
|
LEERINHOUDEN
|
- Anorganische en organische stoffen klasseren volgens hun verbindingsklasse.
- Een IUPAC (en triviale) benaming aan chemische verbindingen geven en de chemische formule afleiden uit de IUPAC (triviale) benaming .
- De samenstelling van een atoom.
- Eigenschappen van een element linken aan zijn plaats in het periodiek systeem.
- Verschil tussen intra- en intermoleculaire interacties.
- de fysische eigenschappen (aggregatietoestand, dampspanning, kookpunt, smeltpunt, oplosbaarheid, viscositeit,….) van een stof theoretisch toelichten/verklaren.
- De student kent zuren, basen, oxides en zouten en kent hun naamgeving.
- Samenstelling van een atoom.
- Kwantumgetallen van de electronen in een atoom.
- electronenconfiguratie/aufbau pricipe
- Het onderscheid tussen atomen , ionen en isotopen
- Trends in karakteristieke eigenschappen van een atoom : relatieve grootte van de radius van een atoom of ion , de ionisatie-energie , de electronenaffiniteit , de electronegatieve waarde.
- eigenschappen van een element gelinkt aan zijn plaats in het periodiek systeem.
- chemische intramoleculaire bindingstypes.
- chemische intermoleculaire interacties.
- Het verschil tussen ionaire en covalente verbinding
- De lewisstructuur voor een molecule.
- De ruimtelijke structuur van een molecule.
- Gebruik makend van de ruimtelijke structuur; de hybridisatietoestand , de bindingshoek, de bindingslengte en het dipoolmoment van de molecule afleiden
- De student ziet het verschil in tussen intra- en intermoleculaire interacties
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
38,30
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
28
|
klokuren
|
59,57
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege en werkzittingen
- Zelfstandig doornemen van het zelfstudiepakket
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT 1-1
- POP: opvolging zelfstudiepakket
- permanent (formatief)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- INT 1-1
- POP: opvolging zelfstudiepakket
- permanent (formatief)
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Inleiding in de bioorganische chemie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Chemie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10031 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
26 |
Totaal aantal contacturen: |
15 |
Totaal studietijd: |
33,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vandevelde Pita
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Bijna alle verbindingen die in biologische processen een rol spelen, zijn voor een aanzienlijk deel uit koolstof opgebouwd. Bio-organische chemie wil de brug slagen tussen organische chemie en biochemie. De veranderingen die koolstofverbindingen ondergaan in de levende cel zijn in wezen dezelfde als de reacties uitgevoerd in een laboratorium. Biologische verbindingen zijn weliswaar groter en complexer van structuur dan de meeste organische verbindingen, maar het gedeelte dat tijdens een biologisch proces de werkelijk chemische veranderingen ondergaat is slechts beperkt en op zich niet ingewikkelder van structuur dan de meeste kleine organische moleculen. Deze lessenreeks handelt over belangrijke onderdelen van verschillende bio-organische moleculen
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student kent het onderscheid tussen de verschillende klassen van verbindingen.
-
De student kan de verschillende voorstellingswijzen van een molecule interpreteren.
-
De student kan organische moleculen een naam geven en verschillende functionele groepen herkennen in de naamgeving en het molecule.
-
De student herkent de belangrijkste biomoleculen.
-
De student heeft een uitgebreide kennis van aminozuren: hun structuur, de klassificatie en het zuurbasegedrag.
-
Door deelname aan het dicussieforum werkt de student aan de ontwikkeling van volgende competenties: - ontwikkeling van denk- en redeneervaardigheid - beheer van leerproces: in staat zijn relevante (informatie)-bronnen te verzamelen en te verwerken, begrijpend lezen, kernzaken onderkennen en relevante conclusies trekken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
-
De verschillende klassen van verbindigen: Alifatische moleculen Cyclische moleculen Heterocyclische moleculen Aromatische moleculen Congeneren
-
De verschillende manieren om een molecule voor te stellen: Fisherprojectie Wedge projectie Skeletstructuur
-
Basisbegrippen van de naamgeving van organische moleculen
-
De belangrijkste biomoleculen: Suikers Eiwitten Lipiden en lipoproteïne Nucleïnezuren
-
Aminozuren klassificatie van aminozuren structuur van de 20 belangrijkste aminozuren zuurbase gedrag van de aminozuren isoelektrisch punt zwitterion
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Noordzakelijk studiemateriaal:
cursus P. Vandevelde ‘Inleiding in de bio-organische chemie’ Blackboard voor presentaties, extra oefeningen, externe links, mindmaps, discussiefora, FAQ Aminozuren: http://www.biology.arizona.edu/biochemistry/problem_sets/aa/aa.html
- Aanbevolen studiemateriaal:
‘Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1 'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2 ‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-3 Materiaal aanwezig in de bibliotheek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
33,33
|
practicum en oefeningen:
|
2
|
lesuren
|
05,56
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
21
|
klokuren
|
58,33
|
Verdere toelichting:
- hoorcollege, werkcollege en praktijksessie
- Gedurende de lessenreeks worden door de verantwoordelijke lector verschillende vragen gesteld in het discussieforum van de elektronische leeromgeving. Deze vragen behandelen belangrijke 'randonderwerpen' die nodig zijn voor het begrijpen van de lessen (oa zuurbasegedrag, aromaticiteit van een moleculen, extra oefeningen). De studenten lossen deze vragen op binnen dit forum. De antwoorden op deze vragen komen aan bod tijdens de praktijksessies.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
INT1-1
-
Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van organische (bio)-moleculen, hun naamgeving, voorstellingswijzen en hun chemische eigenschappen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
INT1-1
-
Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van organische (bio)-moleculen, hun naamgeving, voorstellingswijzen en hun chemische eigenschappen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Oplossingen maken |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Chemie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10032 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
30 |
Totaal aantal contacturen: |
29 |
Totaal studietijd: |
39 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In “Oplossingen maken” worden verdunningsvraagstukken aangewend om de studenten te laten oefenen op het correct gebruiken van en rekenen met eenheden en concentratie- en stoechiometrische berekeningen uit te voeren. Tijdens de praktijksessies leren de studenten zelf verdunningen te maken met een hoge nauwkeurigheidsgraad . Alle handelingen worden correct genoteerd in een laboschrift en verslagen geven de studenten de mogelijkheid om hun verworven labovaardigheden te verwoorden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan correct eenheden gebruiken en rekenen met deze eenheden.
- De student kan een molaire massa berekenen.
- De student kan concentratieberekeningen uitvoeren.
- De student kan stoechiometrische berekeningen uitvoeren.
- De student kan oplossingen en verdunningen berekenen en maken
- De student weet hoe hij een laboschrift moet bijhouden en hoe een verslag gemaakt moet worden.
- Na deze lessenreeks beheerst de student volgende laboratoriumtechnieken :
- het gebruik van balansen - keuze en het hanteren van het gepaste volumetrisch glaswerk - nauwkeurig afwegen. - vlot een volume afmeten met een pipet. - nauwkeurig een verdunningsreeks maken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
-
Herhaling van de basisbegrippen : - Atoommassa - Molecuulmassa - Mol - Molaire massa - Concentratiebegrippen
-
Stoechiometrische berekeningen en concentratierekenen
-
Het maken van een laboverslag
-
Verdunningsvraagstukken
-
Maken van oplossingen van verschillende concentraties.
-
Het maken van een verdunningsreeks.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Deel 1 van cursus “Algemene chemie” – Christel Pelgrims; Plantijnhogeschool
-
Slides behorende bij de theorielessen terug te vinden op BlackBoard
-
Oefenboek “Algemene Chemie” – Christel Pelgrims; Plantijnhogeschool
-
Labomanual “Algemene Chemie” – Christel Pelgrims; Plantijnhogeschool
-
handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijnhogeschool 2006
-
Zelfstudiepakket Chemie op computer
-
Rekenmachine : tijdens de colleges wordt een Casio-College als referentietoestel gebruikt (aanschaf is echter niet verplicht).
-
Periodiek systeem der elementen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
17,78
|
practicum en oefeningen:
|
20
|
lesuren
|
44,44
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
35,56
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- A: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht /10 verslagen /5
- B: INT1-1 schriftelijk examen met kennis-,inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen. /20
- De punten verworven op de verschillende onderdelen (A en B)worden samengeteld en worden herleid naar 20 punten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Enkel onderdeel B kan hernomen worden : INT1-1 schriftelijk examen /15
- De verworven punten van onderdeel A 1° examenperiode blijven behouden /20
- De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Meten is weten |
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Introductie in de klinische analyse |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Meten is weten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10034 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
6 |
Totaal aantal contacturen: |
5 |
Totaal studietijd: |
4,68 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Het is de bedoeling een eerste kennismaking te hebben met het formulier voor analyse-aanvraag met zijn verschillende onderzoeksblokken
-
De studenten moeten duidelijk hun plaats kunnen inschatten in de klinisch-analytische wereld (=werkveld achteraf).
-
Ze dienen te beseffen, dat omwille van het materiaal (stalen van menselijke origine en repercuties, die van levensbelang zijn) er een aantal ethische aspecten verbonden zijn aan klinische diagnostiek.
-
De verschillende biologische stalen en bemonsteringswijzen moeten algemeen bezit zijn.
-
De weg van staal naar (accuraat) resultaat bevat een aantal risico's op fouten. De student dient deze te herkennen (om ze later te vermijden).
-
Een analysemethode dient aan een aantal karakteristieken te beantwoorden. Specificiteit, reproduceerbaarheid, repeteerbaarheid, gevoeligheid, precisie, detectielimiet en interferentievrij moeten parate kennis worden. Het onderscheid tussen deze vaak verwarrende begrippen is verplicht bezit.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
een elementaire vorm van woordontleding is belangrijk
|
LEERINHOUDEN
|
- 1. De klinische wereld
- 2. De weg van gezond naar ziek en hopelijk terug
- 3. Meten is weten en genezen
- 4. Het aanvraagformulier
|
STUDIEMATERIAAL
|
- eigen nota's
- Clinical Biochemistry. an illustrated colour text. Gaw et al. Curchill Livingstone. 0 443 07269 8 (bib; harry robberecht en aanschaf warm aanbevolen, omwille van het zeer illustratief karakter en de didactische opbouw)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
50,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
3
|
klokuren
|
37,50
|
Verdere toelichting:
2 contacturen en 2 uur discussie rond het aanvraagformulier om elementair een eerste oriëntatie te geven
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 1-2
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 1-2
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Basispakket wiskunde |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Meten is weten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10035 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
36 |
Totaal aantal contacturen: |
17 |
Totaal studietijd: |
28,08 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Een opfrissing van elementaire algebra die je doorheen de opleiding en in de latere praktijk zal nodig hebben.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
willekeurige vergelijkingen van de 1ste en 2de graad en (2×2)-stelsels oplossen
-
uitdrukkingen omzetten naar gelijkwaardige vormen
-
rekenen met exponenten en logaritmen
-
werken met lineaire, kwadratische, hyperbolische, exponentiële en logaritmische functies (voorschrift + grafiek)
- een rekenmachine op correcte wijze gebruiken
De nadruk ligt volledig op het juist toepassen van de wiskunde en niet op theoretische afleidingen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
leerstof wiskunde uit het secundair onderwijs (pakket minstens 3u wiskunde/week)
|
LEERINHOUDEN
|
- overzicht van de basisbewerkingen
- rekenregels (rekenen met machten, rekenen met breuken, rekenen met logaritmen, rekenen met breuken, evenredigheden en regel van drie)
- gelijkwaardige uitdrukkingen
- vergelijkingen van de 1ste graad
- vergelijkingen van de 2de graad
- vergelijkingen met rationale uitdrukkingen
- stelsels van vergelijkingen ( regel van Cramer, 2×2-stelsels, 3×3 stelsels )
- functies : grafische voorstelling, coördinaten, rechthoekige en willekeurige driehoek, functies van de eerste graad (rechte), functies van de tweede graad, hyperbolische functies (asymptoten), exponentiële en logaritmische functies
- verdunningsvraagstukken – eenvoudige en complexe verdunninngen
- lineariseren, logaritmische schaalverdeling
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
hoofdstukken 1 tem 6 van de cursus ‘wiskunde’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer , aangepast door Ingrid Van den Bossche - Plantijnhogeschool
-
een rekenmachine
-
aanvullend in de bib: algebra demystified – Rhonda Huettenmueller (McGraw Hill – ISBN 0071389938)
-
extra materiaal en oefeningen aangereikt via Blackboard en internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
42,11
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
56,14
|
Verdere toelichting:
- In Blackboard wordt een discussieforum voorzien per projectgroep. Oefeningen kunnen hierin besproken worden. Alle leden van de projectgroep werken mee aan dit forum. Pas als de volledige projectgroep het probleem niet kan oplossen, wordt de lector ingeschakeld.
- Studenten die fundamentele problemen hebben (d.w.z. de meeste oefeningen niet vinden) met het oplossen van deze oefeningenreeksen nemen voor het einde van de lesweek met de betreffende les contact op met ingrid.vandenbossche@plantijn.be met de vermelding van de problemen. In functie van de gestelde vragen kunnen er extra oefeningensessies georganiseerd worden (aankondiging via blackboard).
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Integratieve toets INT1-2, waarbij de aangeleerde kennis getoetst wordt aan de hand van concrete oefeningen zoals deze in de cursus.
- De competentie 'wiskundig redeneren' wordt bovendien integratief getoetst en beoordeeld doorheen de volledige opleiding: aandacht voor de wiskunde toegepast in alle vakdisciplines
- Gebruik van een rekentoestel is bij deze toets toegelaten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Integratieve toets INT1-2.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Basispakket statistiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Meten is weten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10036 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
42 |
Totaal aantal contacturen: |
30 |
Totaal studietijd: |
32,76 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Als een experiment is uitgevoerd en je over een reeks meetresultaten beschikt dan is je werkt als biomedisch analist nog niet af: je moet deze resultaten kunnen beoordelen naar juistheid en precisie van de analysemethode toe. Statistiek helpt om meetresultaten te plaatsen tegenover meetfouten en zo interpretatiefouten te vermijden. De nadruk ligt volledig op het praktijkgericht toepassen van de statistiek: alle voorbeelden, oefeningen komen uit het lab en we proberen zoveel mogelijk de computer voor de berekeningen in te schakelen. In dit eerste blok statistiek van de opleiding komen de beschrijvende technieken en de statistiek van de ijklijn aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
de student kan gericht gegevens verzamelen, deze gegevens statistisch verwerken, de resultaten presenteren en interpreteren
-
de student kan een steekproef of een reeks meetresultaten samenvatten en presenteren (frequentietabel, frequentieverdeling, boxplot, histrogram)
-
de student kan parametervrije kengetallen berekenen en interpreteren (Mediaan en percentielen)
-
de student kan parametrische kengetallen berekenen en interpreteren (gemiddelde en standaardafwijking)
-
de student kan kengetallen bij herhaalde (relatieve standaardafwijking) en gegroepeerde metingen (standaardafwijking between en within) berekenen en interpreteren.
-
de student kan ‘biologische variatie’ (intra- en inter-individueel) berekenen en interpreteren.
-
de student kan werken met normale verdeling en standaardnormale verdeling (z-en p-waarden).
-
de student kan toevalsveranderlijken classificeren (berekenen van een cutoff)
-
de student kan de verdeling van een steekproefgemiddelde (centrale limietstelling) gebruiken (standaardfout op een gemiddelde) en hiermee een betrouwbaarheidsinterval voor een gemiddelde waarde opstellen en de statistische A.F. op een gemiddelde waarde berekenenen.
-
de student kan deze statistische begrippen omzetten naar de praktijk van het lab (juistheid en precisie).
-
de student kan een volledige enkelvoudige lineaire regressie analyse (kleinste kwadraten methode) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren (inschatten van de kwaliteit van de resultaten)
-
de student kan de standaardfouten op voorspelde y-waarden en teruggerekende x-waarden berekenen.
-
de student kan de regressieanalyse gebruiken bij methodevergelijking - biasplot en ratioplot.
-
De student kan alle gegevensanalyses uitvoeren met Excel
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- Beschrijven van een reeks resultaten (steekproef) met frequentietabel en grafieken Parametervrije kengetallen (Me, kwartielen, percentielen, IQR, boxplot, outliers)
- Parametrische kengetallen (gemiddelde, SD en VC%); herhaalde metingen; gegroepeerde metingen (spreiding intra en inter); biologische variatie
- Normale verdeling: z-waarden en p-waarden; werken met cutoff; verdeling van een steekproefgemiddelde (SE); t-verdeling Student; betrouwbaarheidsinterval voor gemiddelde; A.F. op een gemiddelde
- Toepassing van statistiek in het lab: juistheid; herhaalbaarheid; reproduceerbaarheid; gebruik controlestalen; detectielimiet; uitbijters
- Enkelvoudige lineaire regressie: correlatie, regressie, best passende rechte (kleinste kwadratenmethode), SE, invloed van SE op a en b (betrouwbaarheidsinterval), voorspellen en terugrekenen (betrouwbaarheidsinterval), regressie door de oorsprong, LIJNSCHATTING (Excel), spreidingsdiagram, residuele plot
- Methodevergelijking (met lineaire regressie en met bias- en ratioplot)
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
hoofdstukken 1 tem 6 van de cursus ‘statistiek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijnhogeschool 2007
-
formuleboekje ‘statistiek’ – auteur: Veerle Van vlaslaer - Plantijnhogeschool 2007
-
rekenmachine
-
wetenschappelijke artikels
-
cursus op Bb
-
aanvullend in de bib
-
‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
-
‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
-
‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526)
-
‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
15
|
lesuren
|
43,48
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
18
|
klokuren
|
52,17
|
Verdere toelichting:
- hoorcolleges met oefeningen
- de oefeningen en toepassingen komen zo veel mogelijk uit de dagelijkse praktijk van het (bio-)medisch lab
- zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de lessen
- de nadruk ligt volledig op het praktijkgericht toepassen van de statistiek: alle voorbeelden, oefeningen komen uit het lab en we proberen zoveel mogelijk de computer voor de berekeningen in te schakelen.
- andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- integratieve toets
- open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek en bevat geen opgeloste oefeningen
- gebruik van een rekenmachine is toegelaten
- vragen met inbreng vanuit 'statistiek': hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
idem
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Weergeven van meetresultaten |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Meten is weten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10037 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
12 |
Totaal studietijd: |
11,7 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het resultaat van berekeningen en metingen met een gepast aantal beduidende cijfers leren weergeven. Gebruik van tabellen en grafieken
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Het aantal beduidende cijfers van een getal bepalen.
- Niet-beduidende nullen vermijden
- Het resultaat van een berekening een gepast aantal beduidende cijfers geven, ook via benaderende regels.
- De fout bepalen op een getabelleerde grootheid
- Een tabel en een grafiek maken met meetpunten, trendlijn, foutenbalken, de juiste bijschriften en indeling van de assen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- beperkingen bij het aflezen van een meetinstrument
- het aantal beduidende cijfers van een getal
- het vermijden van niet-beduidende nullen
- afronden van A.F. en meetresultaat
- rekenen met meetresultaten
- benaderende regels om een meetresultaat een gepast aantal beduidende cijfers te geven
- de fout bepalen op een getabelleerde grootheid,
- oefeningen op basisregels en afgeleide rekenregels
- een tabel en een grafiek maken met meetpunten, trendlijn, foutenbalken, de juiste bijschriften en indeling van de assen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- nota's 'Weergeven van meetresultaten' - Ingrid Van den Bossche - Plantijnhogeschool
- oefeningen (via leerplatvorm BB)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
56,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
5
|
klokuren
|
40,00
|
Verdere toelichting:
- inleidend hoorcollege en 3 werkcolleges met oefeningen
- een groot deel van de oefeningen worden als opdracht meegegeven
- indien de oplossing van een opdracht niet gevonden wordt gaat men te rade bij de leden van zijn projectgroep. Uiteindelijk kan de oplossing gevraagd worden tijdens de volgende oefensessie.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 1-2 met oefeningen : zie nota's 'Weergeven van meetresultaten' - Ingrid Van den Bossche - Plantijnhogeschool
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 1-2 met oefeningen : zie nota's 'Weergeven van meetresultaten' - Ingrid Van den Bossche - Plantijnhogeschool
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - De cel |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
De cel belicht
Werken met een centrifuge
Diffusie en osmose
Cellen
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10038 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:1 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
38 |
Totaal studietijd: |
78 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie afzonderlijke ECTS-deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Cellen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De cel |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10039 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
44 |
Totaal aantal contacturen: |
17 |
Totaal studietijd: |
34,32 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus beschrijft de cel als eenheid van het leven.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- een onderscheid maken tussen levend, dood en levenloos
- het patroon begrijpen hoe wetenschappers de grote hoeveelheid aan organismen en processen in de levende natuur bestuderen
- de systematiek van de levende organismen inzien
- de wetenschappelijke namen van planten en dieren verstaan
- een inzicht hebben in het ontstaan van het leven
- de bouw, functie en onderlinge samenhang van de verschillende organellen in eukaryote cellen toelichten
- de belangrijste elektronenmicroscopische structuren en organellen van een eukaryote cel aanduiden op foto's en tekeningen
- de verschillen inzien tussen plantencellen en dierlijke cellen
- het mechanisme van de mitose begrijpen
- de overgang van cel naar weefsel, van weefsel tot orgaan, van orgaan tot stelsel, en van stelsel tot organisme schematisch kunnen weergeven
- de primaire weefsels in een menselijk lichaam kunnen opsommen
- de bouw, de functie en de plaats van elk weefsel in het menselijk lichaam kunnen toelichten
- de opbouw van een orgaan uit verschillende weefsels begrijpen
- de verschillende stelsels in het menselijk lichaam kunnen opsommen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- de wetenschappelijke namen van dieren en planten
- het ontstaan van het leven: biogenese
- de cel, als eenheid van structuur en functie
- algemene, submicroscopische morfologie van de cel
- de celdeling of mitose
- groei en differentiatie van cellen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus biologie deel 1: de wetenschap van het leven - Rob Asselberg
- cursus biologie deel 2: het leven van de cel - Rob Asselberg
- cursus biologie deel 4: histologie - Rob Asselberg
- cursus biologie deel 15A: labo BL
- elektronenmicroscopische foto's
- preparaten mitose
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
13
|
lesuren
|
34,21
|
practicum en oefeningen:
|
3
|
lesuren
|
07,89
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
21
|
klokuren
|
55,26
|
Verdere toelichting:
8 hoorcolleges 2 praktijksessies (verplicht)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT1-3
- verslagen van de praktijksessies (tellen mee voor 20%) van de punten)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- INT1-3
- behaalde punten van de praktijksessies blijven geldig
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - De cel belicht |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De cel |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10040 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
28 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
21,84 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus is vooral een praktische toepassing op het onderdeel 'cellen'. Met behulp van de microscoop worden de voornaamste gedifferentieerde cellen bekeken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de bouw en de werking van een microscoop toelichten
- een microscoop kunnen hanteren
- de verschillende technieken begrijpen om cellen en micro-organismen in een microscoop te bekijken
- de juiste techniek toepassen om zelf een preparaat te maken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
kennis van 'de cel'
|
LEERINHOUDEN
|
- bouw en werking van de microscoop
- vergelijking van de lichtmicroscopische bouw van een plantencel en een dierlijke cel
- studie van de verschillende soorten weefsels
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus biologie deel 15A: labo BL - Rob Asselberg
- microscoop
- preparaten
- levende planten om zelf preparaten te maken
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
1
|
lesuren
|
04,35
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
30,43
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
14
|
klokuren
|
60,87
|
Verdere toelichting:
1 hoorcollege, 4 praktijksessies (aanwezigheid verplicht)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT1-3
- permanente evaluatie van de praktijksessies (100% van de punten)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
de punten van de praktijksessies blijven behouden
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Diffusie en osmose |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De cel |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10041 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
6 |
Totaal studietijd: |
11,7 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Transport van voedingsstoffen en afvalstoffen in cellen gebeurt dankzij de fysische verschijnselen diffusie en osmose. In het HO bespreken we die verschijnselen en hun gevolgen, in het practicum bekijken we de gevolgen van deze verschijnselen in cellen onder de microscoop (plasmolyse, hemolyse, doornappelvorm)
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kunnen toepassen van de fysische verschijnselen diffusie en osmose op de cel
- weten wat er gebeurt met een bloedcel bij inspuiting van een iso-, hyper, en hypotonische oplossing
- kunnen berekenen of een oplossing iso-, hyper of hypotonische is
- eenvoudige osmose-experimenten van cellen uitvoeren en verklaren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- diffusie en osmose: iso-, hyper, en hypotonische oplossingen; plasmolyse, hemolyse, weten waarom fysiologisch water gebruiken bij medische testen, ORS, enkele oefeningen
- eenvoudige osmose-experimenten met cellen uitvoeren (ajuin, rode bloedcellen)
|
STUDIEMATERIAAL
|
- nota's 'Diffusie en osmose'-Ingrid Van den Bossche-Plantijnhogeschool
- lespresentatie, weblinks op BB
- handleiding praktijksessie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
1
|
lesuren
|
07,69
|
practicum en oefeningen:
|
4
|
lesuren
|
30,77
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
7
|
klokuren
|
53,85
|
Verdere toelichting:
2 uur hoorcollege met eenvoudige oefeningen en 4 uur lab
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- verplichte aanwezigheid praktijksessie
- evaluatie van de praktijksessie op :
· aanwezigheid · houding en werk · verslagen
- INT1-3
met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- INT1-3
met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
- evaluatie van de praktijksessie (punten van de eerste examenperiode)
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Werken met een centrifuge |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De cel |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10042 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
13 |
Totaal aantal contacturen: |
6 |
Totaal studietijd: |
10,14 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de urine van patiënten met een blaasonsteking zitten o.a. witte bloedcellen, bacteriën, epitheelcellen,… Als men deze urine centrifugeert, dan worden de deeltjes met de grootste dichtheid het meeste naar buiten geslingerd. Om deeltjes met een verschillende dichtheid van elkaar te scheiden gebruikt men dus een centrifuge. Hoe werkt zo’n centrifuge juist? Waarop moeten we letten bij het gebruik van een centrifuge?
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De werking van een centrifuge verstaan
- Op een juiste wijze stalen in een centrifuge kunnen plaatsen
- De nodige voorzorgsmaatregelen nemen bij het werken met een centrifuge
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- beweging (translatie en rotatie), kenmerken van een kracht, translatiebeweging als gevolg van een kracht
- moment van een kracht, krachten bij een cirkelvormige beweging
- veilig werken met een centrifuge (krachten bij cirkelvormige beweging, plaatsen van stalen in een centrifuge, temperatuurstijging bij langdurig centrifugeren…)
|
STUDIEMATERIAAL
|
- nota's 'Werken met een centrifuge'-Ingrid Van den Bossche-Plantijnhogeschool
- lespresentatie, weblinks op BB
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
36,36
|
practicum en oefeningen:
|
1
|
lesuren
|
09,09
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
5
|
klokuren
|
45,45
|
Verdere toelichting:
4 u hoorcollege met eenvoudige oefeningen en 2 u werkcollege waarbij een centrifuge bekeken wordt in een lab en sites individueel doorlopen worden i.v.m.veilig werken met een centrifuge in een lab
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT1-3 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT1-3 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Basishand. en begrippen microbiologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Micro-organismen
Niet-specifiek afweersysteem
Veiligheid in een microbiologisch labo
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10043 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:1 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
31 |
Totaal studietijd: |
78 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Santens Roald
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)
|
Andere begincompetenties
|
zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Veiligheid in een microbiologisch labo |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Basishand. en begrippen microbiologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10044 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
23 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
17,94 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Santens Roald
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Hoe gedraag ik me veilig in een microbiologisch labo ? Je leert welke gevaren er schuilen in het werken met micro-organismen en hoe ze op te vangen. Besmetting en contaminatie loeren altijd om de hoek.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Zich verantwoordelijk en veilig gedragen in een microbiologisch labo.
- Weten dat er verschillende soorten micro-organismen bestaan met zowel positieve als negatieve aspecten
- Weten dat er verschillende samenlevingsvormen bestaan tussen micro-organismen en de mens
- Weten dat er verschillende overdrachtswijzen bestaan van micro-organismen
- Verschillende sterilisatie - en desinfectie technieken kennen evenals de toepassingsgebieden ervan
- De principes van handhygiëne kennen
- De werking van een microbiële veiligheidskast kennen
- De principes van afvalverwerking in het microbiologisch labo kennen
- De gevaren kunnen inschatten die bestaan bij het werken in een microbiologisch labo
- Voorzorgsmaatregelen kunnen nemen om het risico op een infectie te beperken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- In een microbiologisch laboratorium wordt gewerkt met levende micro-organismen wat potentiële gevaren met zich meebrengt. Welke gevaren bestaan er?
- Uiteraard kan men het risico op besmetting sterk beperken door het nemen van de gepaste voorzorgsmaatregelen. Welke voorzorgsmaatregelen kunnen genomen worden?
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursustekst 1BL Microbiologie Theorie
- Cursustekst 1BL Microbiologie Labo
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
26,32
|
practicum en oefeningen:
|
3
|
lesuren
|
15,79
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
10
|
klokuren
|
52,63
|
Verdere toelichting:
3 hoorcolleges, 1 practicum
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT1-4
- evaluatie (niet rekenkundig) van de praktijksessies omvat aanwezigheid, houding en werk en verslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de integratieve toets kan in de tweede examenperiode hernomen worden. De praktijkevaulaties blijven behouden.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Micro-organismen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Basishand. en begrippen microbiologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10045 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
47 |
Totaal aantal contacturen: |
15 |
Totaal studietijd: |
36,66 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Santens Roald
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Micro-organismen zijn overal rondom ons. Je leert wat micro-organismen zijn en hoe ze zijn opgebouwd. Ze kunnen zowel nuttig als schadelijk voor ons zijn. Je leert hoe micro-organismen worden gekweekt en geïdentificeerd met behulp van o.a. Gram-kleuring.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Micro-organismen kunnen opsporen, kweken en onderscheiden
- de verschillende micro-organismen, hun voorkomen, vermeerdering en hun samenlevingsvormen kunnen onderscheiden
- kunnen beschrijven hoe micro-organismen worden gekweekt en welke voedingsstoffen zij nodig hebben
- het nut en de schadelijke invloed van micro-organismen kunnen beschrijven
- voedingsbodems kunnen enten
- micro-organismen kunnen opsporen in de omgeving en de lichaamsflora
- het verschil kunnen laten zien tussen Grampositieve en Gramnegatieve bacteriën aan de hand van een Gramkleuring
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
zich verantwoordelijk en veilig gedragen in een microbiologisch labo
|
LEERINHOUDEN
|
- Microbiologie is de wetenschap die micro-organismen bestudeert. Ze kunnen alleen bekeken worden met de microscoop en vormen een grote, diverse groep van organismen die bestaan als één enkele cel of als een groep van cellen.
- De bouw en vermeerdering van verschillende micro-organismen (bacteriën, protozoa, gisten, schimmels en virussen) komen aan bod evenals de factoren (temperatuur, pH, ontsmetting,…) die de groei beïnvloeden of afremmen.
- Micro-organismen spelen een belangrijke rol in het dagelijkse leven en hun invloed kan zowel negatief als positief zijn
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursustekst 1BL Microbiologie Theorie
- Cursustekst 1BL Microbiologie Labo
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
17,95
|
practicum en oefeningen:
|
6
|
lesuren
|
15,38
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
24
|
klokuren
|
61,54
|
Verdere toelichting:
- 3 Hoorcolleges
- 1 Werkcollege Microscopie
- 2 Practica, werken met micro-organismen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT1-4
- Evaluatie (niet rekenkundig) van de praktijksessies en het werkcollege omvat aanwezigheid, houding en werk en verslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de integratieve toets kan in de tweede examenperiode hernomen worden. De praktijkevaluaties blijven behouden.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Niet-specifiek afweersysteem |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Basishand. en begrippen microbiologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10046 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
29 |
Totaal aantal contacturen: |
7 |
Totaal studietijd: |
22,62 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student beseft nu reeds dat alles en nog wat besmet is. Het feit dat niet iedereen geïnfecteerd geraakt, heeft te maken met tal van afweermechanismen van de mens.
- De student ervaart dat er meerdere niet-specifieke fronten zijn, die besmetting beperken.
- De student dient duidelijk de achtergrond te verstaan van het beschermend karakter van de drie verweerfronten (fysisch, chemisch, biologisch)
- Hij ervaart dat deze niet afzonderlijk opereren en later verder samen ageren met de specifiek vorm van verweer.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
De belangrijkste moleculen uit de bio-organische chemie en de opbouw van de cel moeten gekend zijn.
Besmetting en infectie moeten op dit moment uit elkaar gehouden kunnen worden.
|
LEERINHOUDEN
|
- De vijandige microbiële wereld
- De vormen van verweer
- Het niet-specifiek verweer met de humorale en cellulaire vleugel
- De fysische, chemische en biologische barrières
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Eigen nota's
- Immunobiology. The immune system in health and disease. 6th edition. Janeway et al. Garland Science 0 4430 7310 4. Bevat interesante DVD met animaties. (harry robberecht)
- Immunology for medical students. Nairns and Helbert. Mosby 07234 3190 6 (bib; harry robberecht; warm aanbevolen voor eigen aanschaf om te gebruiken over de drie jaren)
- Sesam Atlas van de immunologie. Burmester, Sesam Uitg., 9055744735 (verplichte aanschaf: dit is zeer didactisch, in het nederlands, gekleurde figuren en vooral bruikbaar over de drie jaren)
- een dertigtal werken, van eenvoudig tot verdiepend (eigen bib-HR)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
28,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
18
|
klokuren
|
72,00
|
Verdere toelichting:
* introductietoets rond parate kennis (0.5 u) * hoorcolleges * afsluitende toets rond de opgegeven multiple choice-vragen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 1-4
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 1-4
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Project: aseptisch werken |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10172 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:1 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
40 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Santens Roald
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Na dit project ken je alle mogelijke contaminaties bij het uitvoeren van microbiologische experimenten. Je kan de risico’s op contaminatie bij een handeling inschatten. Je kent de effectiviteit van verschillende aseptische methodes.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Tijdens de uitvoering van dit project werkt de student aan volgende competenties
- ontwikkelen van denk- en redeneervaardigheid
- verwerven en verwerken van informatie
- kritische reflectie en projectmatig werken
- uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- ontwikkelen van creativiteit
- communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen
- werken in team
- De student leert aseptisch werken in een microbiologisch laboratorium.
- De student leert microbiologische basistechnieken uitvoeren
- De student leert risico’s op contaminatie inschatten
- De student leert een eenvoudig experiment opstellen en uitvoeren.
- De student leert eenvoudige experimentele data interpreteren en rapporteren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Microbiologische basisbegrippen en handelingen
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Een laborant voert een microbiologisch experiment uit : hij vertrekt van een vloeibare mengcultuur en wil van twee species een reincultuur maken. Zich bewust van alle mogelijke contaminaties voert hij het experiment zorgvuldig uit met betrekking tot aseptisch werken. Stel je in de plaats van de laborant en bepaal alle kritische stappen en handelingen in dit experiment met betrekking tot aseptisch werken. Door opzoekwerk bepaal je het risico op contaminatie voor elke handeling. Via experimenten ga je de effectiviteit van verschillende aseptische technieken na. De resultaten van het project worden verwerkt tot een tekst en een presentatie die op het einde van het project wordt voorgesteld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus Microbiologische basisbegrippen en handelingen Zelfstudiecursus microbiologie http://dwp.fcroc.nl/microbiologie/ http://w3.whosea.org/microbio/ch3f.htm Handleidingen van de fabrikant/leverancier
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
1
|
lesuren
|
01,28
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
36
|
lesuren
|
46,15
|
studietijd buiten contacturen:
|
38
|
klokuren
|
48,72
|
Verdere toelichting:
Zelfstandig werk in groepjes van ca. 8 studenten.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- evaluatie van het 'groepsproces' (25% van de punten)
Beoordelingscriteria- het stappenplan wordt gehanteerd
- alle leden hebben een inbreng in de groep
- er wordt naar elkaar geluisterd
- taken worden in overleg verdeeld
- beslissingen worden in consensus genomen
- er is overeenstemming tussen planning en realisatie, er wordt eventueel bijgestuurd
- problemen, meningsverschillen worden besproken
- er wordt in de groep rekening gehouden met feedback
van tutor en projectteambegeleiders middelen- opvolging en beoordeling door tutor
- reflectievergadering
- evaluatie van het 'groepsproduct' (25% van de punten)
Uitwerking van de vergelijkende studie in een duidelijk rapport. Tekst en grafieken in Word en Excel. Presentatie van de studie voor de hele klasgroep in een zelf gekozen vorm. middelen- opvolging en beoordeling door VUP en lectorengroep (vergelijking met de resultaten van de andere groepen)
- ervalutatie van de individuele bijdrage (25% van de punten)
Beoordelingscriteria- aanwezigheid tijdens de groepssessies
- aanbrengen informatie
- inbreng in de discussie bij het bespreken van de problemen
- inbreng in de discussie bij het komen tot de eindoplossing
- uitvoeren van taken op een goede, correcte en volledige manier
- uitvoer van taken tegen afgesproken tijdstip
- bijdrage tot een opbouwende samenwerking
middelen- Peer assesment
- reflectievergadering
- evaluatie van de tijdens de projectweken veworven cognitieve vaardigheden: projecttoets (25% van de punten)
Beoordelingscriteria- Correct uitvoeren microbiologische basishandelingen.
- Begrijpen van elke handeling.
- Risico’s op contaminatie kunnen inschatten.
middelen- individuele, schriftelijke toets
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de projecttoets kan in tweede zittijd hernomen worden.
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Bio-organische chemie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00152 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:2 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
25 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vandevelde Pita
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Eiwitten zijn biopolymeren die essentieel zijn voor elke levende cel. Chemische processen in het lichaam worden voor een belangrijk deel geregeld door deze eiwitten. De eigenschappen van deze eiwitten zijn niet los te koppelen van hun chemische samenstelling en de daarbij horende chemische reacties. Het is dus noodzakelijk om kennis te hebben over de onderliggende ‘bio’-organische chemie. Het reactiepatroon van een organische verbinding is onder te brengen in een aantal algemeen geldende basisprincipes. Wanneer er eenmaal voldoende kennis van deze basisprincipes is verworven kunnen deze gebruikt worden om biochemische reacties te bekijken
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Na deze lessenreeks ken de student de belangrijke factoren die de eigenschappen van organische moleculen bepalen
- De student kent de belangrijkste soorten organische reacties van belang voor eiwitten
- Door deelname aan het dicussieforum werkt de student aan de ontwikkeling van volgende competenties:
- ontwikkeling van denk- en redeneervaardigheid
- beheer van leerproces: in staat zijn relevante (informatie)-bronnen te verzamelen en te verwerken, begrijpend lezen, kernzaken onderkennen en relevante conclusies trekken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
gevolgd hebben van het opleidingsonderdeel "Chemie" uit periode 1
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Belangrijke factoren die eigenschappen van organische moleculen bepalen:
- isomerie (structuur-, plaats-, geometrische en optische isomeren)
- naamvorming geometrische en optische isomeren (cis/trans, R/S)
- polariteit van een organische binding
- elektronenaffiniteit
- aromaticiteit
- inductief/mesomeer effect
- De organische reacties van de verschillende functionele groepen van oa eiwitten
- begrijpen van een reactie: reactiecoordinaat, energieverloop, gerichtheid van botsingen
- actoren die de organische reactie bepalen
- de reacties van de verschillende functionele groepen met oa SN1/SN2/additie/oxidatie en reductie/hydrolyse/isomerisatie/keto-enol evenwichten
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Noodzakelijk studiemateriaal:
- cursus P. Vandevelde ‘Bio-organische chemie’
Blackboard voor presentaties, extra oefeningen, externe links, mindmaps, discussiefora, FAQ
- Aanbevolen studiemateriaal:
- 'Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
- 'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
- ‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-
Materiaal aanwezig in de bibliotheek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
22
|
lesuren
|
27,16
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
56
|
klokuren
|
69,14
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT2-1:
Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen gesteld worden. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de belangrijke factoren die de eigenschappen van organische (bio)-moleculen en hun chemische reactie bepalen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- INT2-1:
Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen gesteld worden. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de belangrijke factoren die de eigenschappen van organische (bio)-moleculen en hun chemische reactie bepalen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Instrumentele analyse |
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info leerdoelen en doelstellingen en competenties:
zie deelfiches van de opleidingscomponenten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches van de opleidingscomponenten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches van de opleidingscomponenten
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches van de opleidingscomponenten
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Stralen absorberen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10050 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
17 |
Totaal aantal contacturen: |
17 |
Totaal studietijd: |
35,36 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de lessenreeks “Stralen absorberen, kleuren meten” komt de absorptie van licht ter sprake en leert de student de blokschema’s van (spectro)fotometrische technieken en de verschillende onderdelen van een spectrofotometer en hun eigenschappen. De verschillende technieken worden vergeleken qua opstelling, toepassingsgebied, mogelijkheden en beperkingen. Verder krijgt de student zicht op de verschillende basisbegrippen uit de (spectro)fotometrische analysemethoden met betrekking tot de eiwitten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij krijgt zicht op de voornaamste basisbegrippen uit de (spectro)fotometrische analysemethoden met betrekking tot de eiwitten.
- Hij/zij leert de fysische eigenschappen van elektromagnetische straling kennen.
- Hij/zij kan een blokschema van een spectrofotometer lezen en begrijpen vb absorptiespectrofotometrie) .
- Hij/zij kan de verschillende onderdelen van een spectrofotometer kunnen benoemen.
- Hij/zij kent de voornaamste eigenschappen van de onderdelen.
- Hij/zij kan voor andere fotometrische technieken een blokschema opstellen, en de onderdelen kunnen benoemen, met vermelding van de specifieke eigenschappen van die onderdelen.
- Hij/zij ziet bij alle technieken het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal zien.
- Hij/zij kent de verschillen tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied.
- Hij/zij kent de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek .
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Kennis leerstof periode 1
|
LEERINHOUDEN
|
- Daar moderne laboratoria veel gebruik maken van geautomatiseerde instrumentele methoden, is voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk.
- De groep (spectro)fotometrische methoden kan men verdelen in twee groepen namelijk de absorptiespectrometrie, waarbij het licht door het monster geabsorbeerd wordt en de emissiespectrometrie, waarbij het monster zelf licht uitzendt.In deze opdracht wordt enkel de absorptie van licht bestudeerd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus Stralen absorberen, kleuren meten van Reyniers Kathy
- Bb platform 1BL 1P2 OO2 Instrumentele analyse
- zelfstudiepakket spectro op intranet
- (niet verplicht) Handboek: Klinisch-chemisch laboratorium onderzoek van Dr. H.J.H. Kreutzer
- bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
33,80
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
23
|
klokuren
|
64,79
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT2-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT2-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Rood bloed kleurloos water |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10051 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
19 |
Totaal aantal contacturen: |
16 |
Totaal studietijd: |
39,52 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de cursus “Rood bloed, kleurloos water” wordt de student geïntroduceerd in de kwantitatieve colorimetrische analyse. Hij leert het gebruik van de spectrofotometer en de invloed van spectrometerinstellingen op het analyse/absorptiespectrum.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij kan een absorptiespectrum van een verbinding opnemen, en de meetgolflengte selecteren.
- Hij/zij kan met behulp van de kleurencirkel ligging van absorptiemax. en complementaire kleur afleiden van gekleurde stoffen en vice versa, en dit toetsen aan het absorptiespectrum·
- Hij/zij is in staat berekeningen uit te voeren met de wet van LB·
- Hij/zij kan voor een bepaling de juiste meetgolflengte selecteren, cuvetten ijken,de calibratielijn opstellen, de molaire extinctie coëfficiënt bepalen, de gevoeligheid evalueren, de SD in de blanco n bepalen en de detectielimiet bepalen
- Hij/zij is in staat de invloed op te meten van spectrometerinstellingen op het analyse/ absorptiespectrum
- Hij/zij kan de verdunningsregel VxT toepassen
- Hij/zij kan een gewone verdunningsreeks maken
- Hij/zij kan een blanco oplossing maken: monsterblanco en reagensblanco
- Hij/zij is in staat om ijkmonsters te bereiden, rekening houdend met de receptuur van de onbekende
- Hij/zij kan de verschillende analyseprocedures gebruiken: de routine methode en de externe standaardmethode
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
- leerstof 1P1
- leerstof 1P2 OO2
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- Bloed kleurt rood.Water daarentegen heeft geen kleur. Vanwaar komt de kleur van het bloed? Wat leert ons die kleur?
- Aan de hand van colorimetrische analyses gaan we de kleur gebruiken om kwalitatieve en kwantitatieve informatie te bekomen.
· Kwalitatieve analyse betekent dat je gaat bepalen welke stof aanwezig is in je oplossing. · Kwantitatieve analyse betekent dat je gaat bepalen hoeveel van die stof aanwezig is in je oplossing. In deze opdracht leer je de concentratie van een stof bepalen in een onbekend monster met behulp van een eenvoudige fotometrische bepaling. Dit is de basis voor iedere kwantitatieve spectrofotometrische analyse.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus Rood bloed , kleurloos water van Reyniers Kathy
- Bb platform 1BL 1P2 OO2 instrumentele analyse
- zelfstudiepakket spectro op intranet
- (niet verplicht) Handboek: Klinisch-chemisch laboratorium onderzoek van Dr. H.J.H. Kreutzer
- bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
17,07
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
19,51
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
25
|
klokuren
|
60,98
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Evaluatie van de praktijksessies:
aanwezigheid: de labosessies zijn verplicht : elke afwezigheid moet gewettigd worden onwettig afwezig leidt tot minder dan 10/20 voor onderdeel A.
- A: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van
houding , werk en inzicht / 10 verslagen / 10
- B:INT2-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen; / 20
- De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en worden herleid naar / 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Enkel B kan hernomen worden : INT2-2 schriftelijk examen / 20
- De verworven punten van A 1° examenperiode blijven behouden (/20)
- De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar / 20
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Eiwitdoseringen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10052 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
13 |
Totaal studietijd: |
14,56 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Santens Roald
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus “Eiwitdosering” leert de student de concentratie aan eiwitten te bepalen. Voorlopig blijft de dosering louter kleurtechnisch. De student leert via twee kleurmethoden het totaal eiwitgehalte in een onbekende oplossing runderserumalbumine te evalueren en via een vergelijk leert hij de gevoeligheid van beide bepalingswijzen in te schatten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Voorlopig blijft de dosering louter kleurtechnisch. De student kan, na de leereenheid "rood bloed, kleurloos water" :
-concentratieberekeningen uitvoeren -een ijklijn opstellen -Hij moet in staat zijn, via twee kleurmethoden, totaal eiwitgehalte in een onbekende oplossing runderserumalbumine, te evalueren. -Door een vergelijk kan hij de gevoeligheid van beide bepalingswijzen inschatten.
- Kleurtechnisch vormt de bepaling in serum van albumine (reserve- entransporteiwit) geen probleem.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
kennis van opleidingsonderdeel "Rood bloed kleurloos water"
|
LEERINHOUDEN
|
-
Eiwitten hebben tal van functies in het menselijk lichaam.Het is daarom noodzakelijk de concentratie aan deze stoffen in lichaamsvloeistoffen te bepalen.Soms is het totaal eiwitgehalte normaal, maar zijn er toch afwijkingen. Men moet dan de totale eiwitvracht kunnen ontrafelen in de verschillendefracties.( Dit wordt bekeken in een volgende leereenheid).
-
Om werkelijk de hand te leggen op de onderliggende oorzaak van een ziektebeeld is de bepaling van specifieke eiwitten noodzakelijk. Men hengelt naar één individueel eiwit en zijn concentratie.
|
STUDIEMATERIAAL
|
* Cursus "Eiwitdosering" - Plantijnhogeschool 2007-2008 - G. Caethoven
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
11,43
|
practicum en oefeningen:
|
6
|
lesuren
|
34,29
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
9
|
klokuren
|
51,43
|
Verdere toelichting:
- 1 hoorcollege van 2 uur
- 1 praktijksessie van 6 uur
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT 2-2
- evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid - laboschrift - houding en werk - verslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 2-2
de evaluatie van de praktijksessies blijft behouden van de eerste examenperiode.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Eiwitscheiding op basis lading-grootte |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10053 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
12 |
Totaal aantal contacturen: |
20 |
Totaal studietijd: |
24,96 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Pelgrims Christel Santens Roald
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus “Eiwitscheiding op basis van lading en grootte” behandelt een techniek die heel specifiek met eiwitten te maken heeft: basiskennis van eiwitelektroforese. De student verwerft een inzicht in de principes en achtergronden van de eiwitelektroforese, de basisonderdelen voor een opstelling, de parameters (elektrisch, chemisch) en het elektroforesepatroon. Hij leert eveneens de betekenis van eiwitelektroforese als scheidingsmethode voor de diagnostiek en raakt vertrouwd met de experimentele aspecten van verschillende elektroforesemethoden en de praktische uitvoering ervan.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij heeft inzicht in de principes en achtergronden van de eiwitelektroforese.
- Hij/zij kan de basisonderdelen voor een elektroforeseopstelling geven en toelichten
- Hij/zij kent de elektrische parameters die van kracht zijn bij elektroforese
- Hij/zij heeft inzicht op de invloed van de buffer, pH, temperatuur en de gekozen matrix op een eiwitelektroforesesysteem.
- Hij/zij kent enkele kleuringstechnieken om het staal zichtbaar (en eventueel ook kwantifiëerbaar) te maken voor analyse.
- Hij/zij kan een elektroforesepatroon toelichten.
- Hij/zij kent de betekenis van eiwit elektroforese als scheidingsmethode voor de diagnostiek.
- Hij/zij is vertrouwd met de experimentele aspecten van verschillende elektroforesemethoden en de praktische uitvoering ervan.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
basiskennis eiwitten
|
LEERINHOUDEN
|
Elektroforese is een scheidingstechniek gebaseerd op de verplaatsing van geladen 'deeltjes' in een elektrisch veld. Bij een 'simpele' scheiding is de snelheid van de beweging afhankelijk van de lading, vorm en grootte van de bewegende deeltjes, de aangebrachte spanning en de temperatuur. De deeltjes die door een simpele elektroforese gescheiden kunnen worden, zijn in hoofdzaak grote moleculen, waaronder ook de eiwitten vallen. Het is een veel gebruikte techniek, meestal gebruikt om complexe mengsel te analyseren naar samenstelling, hoeveelheid (relatieve kwantificatie) en zuiverheid. Bovendien kunnen op deze manier de eiwitmoleculen geïsoleerd worden. Verschillende elektroforesetechnieken hebben een niet meer weg te denken plaats ingenomen als scheidingsmethode in de medisch-biologische laboratoria.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Theoriecursus "Eiwitscheiding op basis van lading en grootte" - Plantijnhogeschool 2007-2008 - Caethoven Goele
- Labocursus "Eiwitscheiding op basis van lading en grootte" - Plantijnhogeschool 2007-2008 - Caethoven Goele
- Bb platform instrumentele chemie voor presentaties, links, enz.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
19,61
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
lesuren
|
39,22
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
10
|
klokuren
|
39,22
|
Verdere toelichting:
- 1 hoorcollege van 4 uur
- 1 werkcollege van 2 uur
- 3 praktijksessies van 4 uur
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT2-2
- evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid - laboschrift - houding en werk - verslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 2-2
de evaluatie van de praktijksessies blijft behouden van de eerste examenperiode.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Eiwitscheiding op basis grootte-eigensch |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10054 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
23 |
Totaal aantal contacturen: |
22 |
Totaal studietijd: |
47,84 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Pelgrims Christel Santens Roald
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus “Eiwitscheiding op basis van grootte en eigenschappen” behandelt verschillende chromatografische technieken die heel specifiek met eiwitten te maken hebben. De basis en principes van een goede chromatografische scheiding en de mogelijkheden en beperkingen van de chromatografische technieken worden theoretisch besproken. De student leert de opstelling, de voornaamste eigenschappen en het interpreteren en verwerken van de resultaten van een gaschromatogram (GC), dunne laag chromatogram (DLC) en tweedimensionale dunne laag chromatogram (2DLC) en krijgt praktische ervaring via een DLC en 2DLC-toepassing.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij heeft inzicht in de principes en achtergronden van de chromatografie
- Hij/zij kent de mogelijkheden en de beperkingen van enkele chromatografische technieken.
- Hij/zij kent de opstelling van een GC en HPLC toestel
- Hij/zij kent de voornaamste eigenschappen van de GC en HPLC onderdelen.
- Hij/zij heeft inzicht in het interpreteren en verwerken van de resultaten van een gaschromatogram, dunne laag chromatogram en 2 dimensionale dunne laag chromatogram
- Hij/zij kan na deze opdracht een DLC en 2DLC toepassing uitvoeren en verwerken.
- Hij/zij kan een foutieve piekvorm of slechte resolutie in een chromatogram herkennen en een mogelijke oorzaak hiervoor geven.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
opleidingsonderdeel chemie
opleidingscomponenten eiwitten en enzymen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
De student maakt kennis met de scheidings-en analysetechniek; chromatografie. Chromatografie is als scheidingsmethode belangrijk om allerlei storende stoffen te verwijderen en zo de kwaliteit van de analyse te verbeteren. Deze techniek kan gebruikt worden voor de isolatie, identificatie en ook relatieve kwantificatie van eiwitten en andere biologische stoffen. Evenwel kan men voor een gelijktijdige bepaling van meer dan één stof in een complex mengsel terugvallen op de chromatografie. Dit jaar wordt in theorie de basis en prinicipes van een goede chromatografische scheiding besproken. Er wordt een duidelijke indeling in chromatografische methoden geschetst. In het praktijk gedeelte wordt DLC en 2DLC uitgelegd, uitgevoerd en geïnterpreteerd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Theoriecursus Eiwitscheiding op basis van grootte en eigenschappen van Goele Caethoven
- Labnota's Eiwitscheiding op basis van grootte en eigenschappen van Goele Caethoven
- Bb platform 1BL 1P2 OO2 : instrumentele analyse
- e-campus voor presentaties en externe links
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
13
|
lesuren
|
27,37
|
practicum en oefeningen:
|
4
|
lesuren
|
08,42
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
30
|
klokuren
|
63,16
|
Verdere toelichting:
- 2 hoorcolleges van 4 uur en 1 hoorcollege van 2 uur
- 1 werkcollege van 4 uur en 1 werkcollege van 2 uur
- 1 praktijksessies van 4 uur
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT 2-2
- evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid - laboschrift - houding en werk - verslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 2-2
de evaluatie van de praktijksessies blijft behouden uit de eerste examenperiode.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Elektriciteit en licht |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Instrumentele analyse |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10055 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
23 |
Totaal aantal contacturen: |
24 |
Totaal studietijd: |
47,84 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het dagelijks leven is iedereen min of meer bekend met de gevaren bij het gebruik van elektrische stroom. Ook in het laboratorium kunnen, bij onoordeelkundig gebruik van elektrische apparaten, ongelukken plaatsvinden. Welke voorzorgsmaatregelen zijn dus nodig bij gebruik van elektriciteit?Daar toestellen voor bio-medische metingen o.a. gebruik maken van conductometrie, potentiometrie en amperometrie moet de student kennis hebben van deze schakeligen en de voornaamste elektrische begrippen .
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Weet de student :
• op welke wijze brand kan ontstaan in een elektrische installatie onder welke omstandigheden statische oplading optreedt, wat de gevolgen ervan kunnen zijn, en hoe deze eventueel te voorkomen zijn • wat conductometrie is : principe, eenvoudige opstelling, meting • wat potentiometie is: principe, eenvoudige opstelling, meting • wat amperometrie is : principe, eenvoudige opstelling, meting
- Kent de student :
• de gevolgen op het menselijk lichaam bij aanraking van een stroomdraad, van een toestel onder spanning… • de voorzorgsmaatregelen bij gebruik van elektrische apparatuur. • de functie van een zekering. • de stroom- en spanningsverdeling bij serie- en parallelschakeling • het basisprincipe van elektroforese
- Kan de student :
• een multimeter gebruiken (d.w.z. spanning en stroom meten)• een zekering vervangen • een stekker repareren • eenvoudige vraagstukjes op de wet van ohm maken • de wet van Faraday toepassen • een toestel aflezen dat beschikt over een nonius • werken met een refractometer en een polarimeter
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- Elektrische krachtwerking, elektrische potentiaal, spanning, geleiders en isolatoren, stroomsterkte
- Wet van Ohm, eenvoudige stroomkring, serie- en parallelschakeling, spanningsbron, meten van spanning en stroom in een kring, inwendige weerstand van een spanningsbron, elektrisch vermogen, zekeringen, de gevolgen van elektrische spanningen op het menselijk lichaam
- Elektrische dipool, materie in een elektrisch veld (geleider, isolator,soorten isolatoren), principe van elektroforese
- Waaruit bestaat een eenvoudige stroomkring?
Hoe wordt elektrische spanning gemeten? Hoe wordt elektrische stroom gemeten? Hoe kunnen we brand vermijden bij toestellen waarin een kortsluiting plaatsgrijpt? (functie van een zekering)
- geleidbaarheid van oplossingen, conductometrie, elektrolyse, wet van Faraday, amperometrie
- galvanisch element, potentiometrie
- meten van geleidbaarheid van NaCl- oplossingen met een verschillende concentratie
- meten van concentraties van suikeroplossingen met refractometer en polarimeter
|
STUDIEMATERIAAL
|
- nota's 'Elektriciteit en licht'-Ingrid Van den Bossche-Plantijnhogeschool
- lespresentatie, extra oefeningen en interessante weblinks op BB
- elektriciteitset Phywe + handleiding labo-oefeningen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
20,83
|
practicum en oefeningen:
|
13
|
lesuren
|
27,08
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
24
|
klokuren
|
50,00
|
Verdere toelichting:
6 uur hoorcollege met eenvoudige oefeningen en 16 uur lab
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT 2-2 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
- de praktijksessies worden geëvalueerd op aanwezigheid, houding en werk, verslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- INT2-2 met kennis-, inzichts-, en toepassingsvragen
- evaluatie van de praktijksessies: punten van eerste examenperiode
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Eiwitten |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Eiwitten
Het spijsverteringsstelsel
Een anatomisch overzicht
Hormonen
Hen endocrien stelsel
Enzymen
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10056 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:2 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
54 |
Totaal studietijd: |
78 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Caethoven Goele
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches van de opleidingscomponenten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches van de opleidingscomponenten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches van de opleidingscomponenten
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches van de opleidingscomponenten
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Een anatomisch overzicht |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Eiwitten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10057 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
8 |
Totaal studietijd: |
7,02 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Cellen specialiseren zich voor hun verschillende functies en een groep van cellen met een gelijke vorm en functie noemt men een weefsel. Deze weefsels komen niet als afzonderlijke eenheden voor, maar zijn in verschillende verhoudingen met elkaar vermengd tot grotere functionele eenheden, namelijk de organen, die op hun beurt onderdelen zijn van orgaanstelsels. Het menselijk lichaam is een organisme dat bestaat uit samenwerkende orgaanstelsels. In dit anatomisch overzicht wordt de ligging van de verschillende organen belicht en de kenmerken en functie van de verschillende weefsels bekeken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student heeft inzicht in de indeling van de verschillende weefsels en orgaanstelsels.
- Hij/zij beschikt over de vereiste kennis van de kenmerken van de verschillende stelsels.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsonderdeel "De cel" (periode 1)
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- Cellen specialiseren zich voor hun verschillende functies en een groep van cellen met een gelijke vorm en functie vormen een weefsel.
- Deze weefsels komen niet als afzonderlijke eenheden voor, maar zijn in verschillende verhoudingen met elkaar vermengd tot grotere functionele eenheden, namelijk de organen.
- Organen zijn op hun beurt onderdelen van orgaanstelsels.
- Het menselijk lichaam is een organisme dat bestaat uit samenwerkende orgaanstelsels.
- In dit anatomisch overzicht wordt de ligging van de verschillende organen belicht en de kenmerken en functie van de verschillende weefsels bekeken.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Theoriecursus: Anatomie (Patricia Winnen)
- anatomische modellen
- CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
- naslagwerken in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (6e editie)
- Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
3
|
lesuren
|
40,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
4
|
klokuren
|
53,33
|
Verdere toelichting:
werkcollege aan de hand van anatomische modellen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Het spijsverteringsstelsel |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Eiwitten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10058 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
8 |
Totaal studietijd: |
7,02 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Voedsel dient hoofdzakelijk als bouw- en brandstof en bestaat uit grote biomoleculen. De mechanische verkleining van het voedsel, door het te kauwen, is lang niet voldoende. De spijsverteringsorganen, die samen het spijsverteringsstelsel vormen, bewerken het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. Alleen zo kunnen ze opgenomen worden in het lichaam. Deze biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd. Enzymen zijn eiwitten die reacties laten verlopen door verlaging van de activeringsenergie zonder daarbij zelf verbruikt te worden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw, functie en samenhang van de verschillende spijsverteringsorganen.
- Hij/zij heeft inzcht in de enzymwerking op de verschillende voedingscomponenten.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
De verschillende spijsverteringorganen zorgen samen voor het bewerken van het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. De verschillende organen worden anatomisch, morfologisch en fysiologisch besproken. De biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Theoriecursus: Anatomie (Patricia Winnen)
-
anatomische modellen
-
CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
-
naslagwerk in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (6e editie)
-
Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
3
|
lesuren
|
40,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
4
|
klokuren
|
53,33
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Hen endocrien stelsel |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Eiwitten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10059 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
12 |
Totaal aantal contacturen: |
6 |
Totaal studietijd: |
9,36 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het endocrien stelsel is naast het zenuwstelsel het belangrijkste controlesysteem in het ilchaam. Dit gebeurt via stoffen in het bloed: de hormonen. Deze worden in klieren met interne secretie geproduceerd. De endocriene klieren zijn zeer kleine orgaantjes die verspreid liggen in het lichaam. Behalve in klieren wordt een grote groep hormonen in bepaalde weefsels aangemaakt, de weefselhormonen. Hiernaast zijn er ook nog neurotransmitters.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw, funcite en samenhang van de verschillende endocriene klieren.
- Hij/zij heeft inzicht in de werking van een hormoon.
- Hij/zij beschikt over de vereiste kennis om het verband te leggen tussen het endocrien stelsel en de andere stelsels.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Het endocrien stelsel bestaat uit een aantal endocriene organen die verspreid liggeni n het lichaam. De verschillende endocriene klieren worden anatomisch, morfologisch en fysiologsch besproken.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Theoriecursus: Anatomie (Patricia Winnen)
- anatomische modellen
- CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
- naslagwerken in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (6e editie)
- Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
50,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
4
|
klokuren
|
40,00
|
Verdere toelichting:
Hoor- en werkcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Eiwitten |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Eiwitten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10060 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
17 |
Totaal aantal contacturen: |
10 |
Totaal studietijd: |
13,26 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Hij/zij kent het verschil tussen ruimtelijke en chemische opbouw van eiwitten.
Hij/zij begrijpt de verschillende niveau's in een eiwitstructuur
Hij/zij kent de hoofdeigenschappen van eiwitten
Hij/zij heeft inzicht in de geweldige variatie aan functies van eiwitten.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
- Basis biologie (inzicht in de cel) uit periode 1
- Basis chemie (inzicht in intra- en intermoleculaire interacties, aminozuren) uit periode 1
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Eiwitten zijn polymeren die opgebouwd zijn uit twintig verschillende bouwstenen (aminozuren). Zowel de ruimtelijke vorm als de chemische samenstelling komt aan bod. De verschillende niveau's in de structuur worden bekeken. Veel aandacht wordt besteed aan de structuur – functie relatie van eiwitten.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- theoriecursus: Eiwitten, enzymen en hormonen (Peter Partoens)
- ppt-presentatie van elke les is beschikbaar via Blackboard
-
http://www.ncbi.nih.gov/
- "Proteins: biochemistry and biotechnology" Gary Walsh, John Wiley, 0 471 89907-0 (Bib)
- "Proteins: structure and function" Petsko and Ringe, Blackwell Science, 1 4051-1922-5 (Bib)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
37,04
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
8
|
klokuren
|
59,26
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Enzymen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Eiwitten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10061 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
27 |
Totaal aantal contacturen: |
11 |
Totaal studietijd: |
21,06 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij heeft inzicht in de opbouw van enzymen.
- Hij/zij heeft inzicht in de werking van enzymen.
- Hij/zij kent de verschillende factoren, die de activiteit van het enzym beïnvloeden (zowel in positieve als in negatieve zin)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Grondig inzicht in de structuur - functie relatie van eiwitten.
|
LEERINHOUDEN
|
Enzymen zijn eiwitten met katalytische functie. Dankzij enzymen verlopen fysiologische reacties bij lichaamstemperatuur, die anders in een kookkolf zouden dienen te worden afgewerkt. Deze biokatalytische structuren hebben substraatbindende domeinen, waar ze op elegante wijze een stof omzetten in een product. Dit is dan vaak op zijn beurt substraat voor een volgend enzym. Zo krijgt men enzymcascades en spijsverteringsprocessen. Er zijn tal van reacties, waarbij enzymen optreden en dit zorgt voor de klassificatie van enzymen in groepen. Naast de eiwitkern hebben enzymen nood aan hulpstoffen, zoals coënzymen. Vaak zijn dit vitamines. Zoals vele eiwitten zijn enzymen gevoelig voor verschillende beïnvloedende factoren. Deze worden optimaal bespeeld als men enzymwerking wenst te beïnvloeden.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
theoriecursus: Eiwitten, enzymen en hormonen (Peter Partoens)
-
Ppt-presentaties van alle lessen zijn beschikbaar via Blackboard
-
"Textbook of Biochemistry with Clinical Applications" TM Devlin, Wiley-Liss, 0 471 41136 1 (bib)
-
praktijknota's (Peter Partoen
s)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
22,73
|
practicum en oefeningen:
|
5
|
lesuren
|
22,73
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
11
|
klokuren
|
50,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
- De praktische oefening wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie, aanwezigheid, houding, praktische skills en verslag. Op de INT2-3 komen ook aspecten uit het practicum aan bod.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de INT2-3 kan herhaald worden. De punten behaald op het practicum in 1ste zit worden meegenomen naar 2de zit.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Hormonen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Eiwitten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10062 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
27 |
Totaal aantal contacturen: |
11 |
Totaal studietijd: |
21,06 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij heeft een eerste inzicht in de aard, de werking en de eigenschappen van hormonen.
- Hij/zij beseft dat hormonen slechts een beperkte groep zijn uit het totale pakket van de biochemische boodschappers.
- Hij/zij begrijpt het begrip homeostase.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Grondig inzicht in de structuur - functie relatie van eiwitten
|
LEERINHOUDEN
|
De mens is ingenieus opgebouwd. Ontstaan uit één bevruchte eicel ontwikkelen hieruit weefsels, organen en stelsels met uiteenlopende functies. Om georchestreerd te reageren dient er een uitstekend communicatiesysteem te bestaan tussen de verschillende cellen, weefsels organen en stelsels. Het bestaande signalisatiestelsel is tweeledig: fysisch en biochemisch. Het zenuwstelsel vormt een fysische bedrading, terwijl de hormonen fungeren als biochemische boodschappers. Deze stoffen (vaak eiwitten) worden geproduceerd in klieren en in de bloedbaan afgescheiden. Daar vinden ze hun endocriene weg naar de doelwitcellen, waarop ze binden. De doelcel geeft hierop dan het gewenste antwoord. Om oversignalisatie en -stimulatie te vermijden zijn er controlemechanismen ingebouwd. Eén hiervan is de antagonistische werking tussen twee boodschappereiwitten. Als insuline de suikerconcentratie in het bloed tracht te verlagen, zal adrenaline deze pogen te verhogen. Het resultaat is een balans. Men spreekt over een homeostase. Dit evenwicht is niet alleen werkend bij de hormonen. Later zal men zien dat dit bij tal van andere fysiologische processen speelt, zoals bloedstolling en –lysis.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- theoriecursus: Eiwitten, enzymen en hormonen (Peter Partoens)
- info analytische kits voor suikerdiagnostiek
- ppt-presentaties van alle lessen zijn beschikbaar via Blackboard
- "Wegwijzer in laboratoriumdiagnose" X. Bossuyt en Boeynaems, Garant, Leuven, 90 441 1021 7 (bib)
- praktijknota's Peter Partoens
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
3
|
lesuren
|
13,64
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
31,82
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
11
|
klokuren
|
50,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT2-3 :
Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
- Praktische oefening wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie, aanwezigheid, houding, praktsiche skills en verslag. Op de INT2-3 komen ook aspecten uit het practicum aan bod.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de INT2-3 kan herhaald worden. De punten behaald op het practicum in 1ste zit worden meegenomen naar 2de zit.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Project: Eiwitten |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00327 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:2 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
53 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Pelgrims Christel Santens Roald Soetaert Anneleen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan eenvoudige experimentele gegevens analyseren en interpreteren.
- De student ziet in , dat de ruimtelijke opbouw van een eiwit verbonden is met zijn werking. En dat een eiwit een pleiade aan functies kan vervullen !
- De student ervaart via experimenten (literatuursearch) tal van eigenschappen van eiwitten.
- De student maakt verder kennis met de meest belangrijkste funktionele groepen van proteïnen: enzymen of biokatalysatoren.De eerste kennismaking moet vooral toegespitst zijn op de ruimtelijke oprolling en de opbouw van deze biomolekulen.Bij dit eerstekontact met enzymen (eiwitten om "U" tegen te zeggen) dient ook het woord coënzym te vallen.
- Door gebruik te maken van enkele technieken (uitzouten, spectrometrie, zuurtegraad) kan de student begrippen als extinctiecoëfficiënt, specifieke extinctie, molmassa en verdunningsfactoren) toepassen.
- De student kan de eerder opgedane kennis waaronder werken met verdunningsfaktoren, opstellen van een ijklijn en lineare regressie, toepassen.
- De student weet door te achterhalen welke faktoren de werking van enzymen beïnvloeden dat deze zowel in positieve als negatieve zin bespeeld kunnen worden.
Optimale werkingsvoorwaarden zullen later vereist zijn in het enorme toepassingsgebied van deze stoffen: in industrie, analyse, diagnostiek en therapie. Bij voedselbewaring zal men de houdbaarheid proberen te verhogen door de enzymwerking zoveel mogelijk te remmen (faktoren in negatieve zin bespelen)
- De student is in staat elementaire zoekopdrachten te doen, dit in heldere taal te verwoorden (max. 3 blz.), te rapporteren, te illusteren, te refereren. Dit rapport moet publiceerbaar zijn in een wetenschappelijk tijdschrift op elementair niveau.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Chemie, Meten is weten, De cel, Bio-organische chemie, Instrumentele analysen, Eiwitten
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Praktijkgedeelte :
- Practicum 1: Isolatie van ovalbumine uit wit van een ei en bepaling hierin van de SH-groepen.
- Practicum 2: Kwaliteitscontrole van gehakt via een kleurtechnische meting van het aminozuur hydroxyproline in collageen-eiwit.
- Zoekopdracht: de mens is één grote (ondersteunde) zak met enzymen.
- In een eerste fase zoekt de student in groep de belangrijkste elementen (aangegeven in dit zelfstudiepakket) op, verklaart hij alle onduidelijke begrippen. Hierna kiest de projectgroep een toepassingsgebied van enzymen ( dit gaat van industrie, over analyse naar therapie en gentechnieken) en structureert de resultaten van de zoekopdracht. Later moet de projectgroep deze duidelijk presenteren.
- Individuele zoekopdracht : de functie van twee opgegeven eiwitten.
Na samenbundelen van de resultaten beseft de student op deze manier ten volle de enorme functionele variatie in eiwitten.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Projecthandleiding met werkinstructies voor de labo-opdrachten, denkvragen over de practica, aanbevolen informatiebronnen, zelfstudiepakket "De mens is één grote, ondersteunde zak met enzymen."
- e-campus voor presentaties 'projectvoorstelling',externe links, elektronische versie van de projecthandleiding,
- Blackboard voor praktische organisatie van labosessies en presentatie, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica,vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten.
- eieren (verschillende types)
- gehakt of variant
- cursus: "Opbouw en eigenschappen van eiwitten"
- Syllabus communicatieve vaardigheden, Sylvie Vanrenterghem
- Cursus 'noteren en verslaggeving'
- Internetsearch en bib-bezoek
- Gepubliceerde artikels in BVLT-tijdschrift van het voorbije academiejaar.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
02,47
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
09,88
|
vormen van groepsleren:
|
40
|
lesuren
|
49,38
|
studietijd buiten contacturen:
|
28
|
klokuren
|
34,57
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- groepswerk (groepsproces: 25 %; groepsprodukt: 25 %)
- individuele bijdrage: 25 %
- projecttoets op de laatste dag van de projectweek
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Projecttoets
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Chemisch evenwicht |
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie betreffende deelfiche
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiche
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiche
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiche
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Het chemisch evenwicht |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Chemisch evenwicht |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10065 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
54 |
Totaal aantal contacturen: |
46 |
Totaal studietijd: |
112,32 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Dhont Karin Pelgrims Christel Santens Roald
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Na deze lessenreeks kan de student:
- het begrip "dynamisch chemisch evenwicht" toepassen
- de evenwichtsconcentraties bepalen aan de hand van de evenwichtsconstante van een bepaalde evenwichtsreactie
- zuur/basereacties herkennen en uitschrijven
- gebruik makend van de aciditeitsconstante, basiciteitsconstante en de ionisatieconstante van water, de sterkte van de zuren en basen afleiden
- de pH berekenen van een oplossing
- een bufferoplossing maken
- redoxreacties met zijn deelreacties uitschrijven gebruik makend van de begrippen : oxidatie, reductie, aantal uitgewisselde elektronen, atomenbalans, ladingbalans
- de spanningsreeks toepassen
- oplosbaarheid van een stof berekenen
- manuele titraties uitvoeren
- basisbegrippen uit de statistiek toepassen op titraties: de student kan een betrouwbaarheidsinterval voor een gemiddelde waarde opstellen en de A.F. op een gemiddelde waarde berekenenen. De student kan deze statistische begrippen omzetten naar de praktijk van het lab (juistheid en precisie).
Na de lessenreeks kent de student
- de eenvoudigste thermodynamische begrippen
- het begrip reactiesnelheid
- het begrip evenwichtsconstante van een evenwichtsreactie
- het principe van Le Chatelier
- de begrippen aciditeits-, basiciteits-, en ionisatieconstante
- het begrip pH
- het principe van een buffer
- de begrippen oxidatie, reductie en redoxpotentiaal
- de wet van Nernst
- het begrip oplosbaarheid
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
- Inzicht in chemische basisbegrippen uit periode 1 (OO1 van P1)
- Basisbewerkingen uit OO2 Meten is weten van P1
|
LEERINHOUDEN
|
In deze component komen de volgende topics aan bod
-
Energetische aspecten van een chemische reactie
-
Reactiesnelheid
-
Chemisch evenwicht
-
Zuur-base evenwichten
-
pH-berekeningen
-
Buffers
-
Toepassingen zuur-base evenwichten (zuur-base titraties)
-
Redoxevenwichten
-
Toepassingen redoxevenwichten (redoxtitraties)
-
Oplosbaarheid
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Deel 2 van cursus “Algemene chemie” – Peter Partoens; Plantijnhogeschool
-
Slides behorende bij de theorielessen terug te vinden op BlackBoard
-
Oefenboek “Algemene Chemie” – Peter Partoens; Plantijnhogeschool
-
Labomanual “Volumetrie”
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
lesuren
|
21,93
|
practicum en oefeningen:
|
20
|
lesuren
|
17,54
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
68
|
klokuren
|
59,65
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege en werkcollege
- Praktische oefening
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT3-1 Practische oefening wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie, aanwezigheid, houding, praktische skills en verslag. Op de INT 3-2 komen ook aspecten uit het practicum aan bod.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de INT3-2 kan herhaald worden. De punten behaald op het practicum in 1ste zit worden meegenomen naar 2de zit.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - PH-metingen als vertrekpunt |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Chemisch evenwicht |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10066 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
34 |
Totaal aantal contacturen: |
22 |
Totaal studietijd: |
70,72 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de cursus “pH-metingen als vertrekpunt” diepen we een deel van de potentiometrie uit. We bestuderen de verschillende potentiometrische bepalingsmethoden en hun toepassingen, calibratiemethoden, de indeling en de bouw van verschillende elektroden (waaronder de referentie-elektroden Ag/AgCl en de pH glasmembraanelektrode) en de verwerking van de bekomen meetresultaten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Hij/zij verwerft basiskennis ivm potentiometrie:
hij/zij kent h
et onderscheid tussen de verschillende typen elektroden, tussen een potentiometrische titratie en de statische potentiometrie, hij/zij kan de onderdelen van een potentiometrische opstelling benoemen, hij/zij kan een eenvoudige zb en redox titrateicurven bespreken.
-
Hij/zij doet praktijkervaring op:hij/zij kan een opstelling maken voor een potentiometrische titratie, hij/zij kan een calibratie uit voeren, bij het gebruik van de pH meter,hij/zij kan een eenvoudige zb titratie en een eenvoudige redoxtitratie uitvoeren
-
Hij/zij kan de concentratie van het te onderzoeken ion berekenen adhv de meetresultaten van de potentiometrische bepaling
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
leerstof P1 chemie, en reeds geziene leerstof P2 OO2
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
- In het klinisch-chemisch laboratorium worden pH-metingen uitgevoerd:
-voor het bereiden of controleren van bufferoplossingen -in bloed om in combinatie met de koolstofdioxidespanning het zuur-base-evenwicht te bestuderen. Deze metingen behoren tot de groep van de potentiometrische bepalingen.
- Nernst leidde een betrekking af voor de kwantificering van de potentiaalsprong aan een grensvlak. Deze 'wet van Nernst' kreeg echt betekenis met de invoering van de glaselektrode voor de meting van de pH in de jaren dertig. Vooral de laatste decennia zijn vele andere ion selectieve elektroden ingevoerd. Dergelijke ISE's hebben zowel bij het in vitro als in vivo onderzoek veel toepassing gevonden.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus pH metingen als vertrekpunt van Reyniers Kathy
- oefeningen zelfstudie potentiometrie titratiecurven (intranet)
- Bb platform 1BL 1P3 OO1
- naslagwerken ivm analytische chemie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
19,44
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
09,72
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
50
|
klokuren
|
69,44
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Evaluatie van de praktijksessies:
aanwezigheid: De labosessies zijn verplicht : elke afwezigheid moet gewettigd worden onwettig afwezig leidt tot minder dan 10/20 voor onderdeel A.
- A: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van
houding , werk en inzicht / 10 verslagen / 10
- B:INT1-3: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen; / 20
- de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld / 40
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
enkel B kan hernomen worden : INT1-3 schriftelijk examen / 20
-
de verworven punten van A 1° examenperiode blijven behouden (/20)
-
de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld / 20
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Hoe werkt een koelkast |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Chemisch evenwicht |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10067 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
6 |
Totaal studietijd: |
14,56 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Deze cursus behandelt:
·
de verschillende aggregatietoestanden + overgangen + toepassing met o.a. de koelkast
·
toetstandsdiagram
·
metastabiele toestanden
·
latente warmte
·
gedrag van gassen
·
eigenschappen van oplossingen:
·
colligatieve eigenschappen
·
verzadigde en onverzadigde oplossingen
·
oplosbaarheid van een gas in een vloeistof
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Na deze lessenreeks kan de student : • de wet van Bermouilli toepassen • een toestandsdiagramma interpreteren • de ideale gaswet toepassen
-
Na deze lessenreeks weet de student : • hoe een koelkast werkt • wat metastabiele toestanden zijn en hoe die eventueel te vermijden zijn • hoe een gas zich gedraagt i.f.v. druk en temperatuur • wanneer de ideale gaswet mag toegepast woren • dat een oplossing een lagere dampspanning, een hoger kookpunt en een lager smeltpunt heeft dan de zuivere vloeistof en waardoor de grootte van die veranderingen bepaald wordt • wanneer een oplossing verzadigd wordt
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
-
De verschillende aggregatietoestanden + overgangen, toestandsdiagram, metastabiele toestanden, latente warmte, werking van een koelkast
-
isothermen van reële gassen, wanneer is een gas een ideaal gas, ideale gaswet
-
dampspanningsverlaging boven een oplossing, kookpuntsverhoging en vriespuntsverlaging, oplosbaarheid van een vaste stof in een vloeistof, verzadigde en onverzadigde oplossingen, oplosbaarheid van een gas in een vloeistof
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
nota's 'Hoe werkt een koelkast'-Ingrid Van den Bossche-Plantijnhogeschool
-
lespresentatie, extra oefeningen en interessante weblinks op BB
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
31,25
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
10
|
klokuren
|
62,50
|
Verdere toelichting:
6 uur hoorcollege met eenvoudige oefeningen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT3-1 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT3-1 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Viscositeit en oppervlaktespanning |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Chemisch evenwicht |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10068 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
4 |
Totaal studietijd: |
10,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het gedrag van vloeistoffen wordt beïnvloed door hun oppervlaktespanning en viscositeit.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Na deze lessenreeks weet de student:
- wat oppervlaktespanning is
- van welke factoren de grootte van de kracht ten gevolge van de oppervlaktespanning afhankelijk is
- Na deze lessenreeks kent de student
- capillaire opstijging en neerdrukking
- de werking van detergenten
- de verschillende types vloeigedrag van vloeistoffen
- Na deze lessenreeks kan de student:
- vraagstukjes op capillaire werking maken
- de kracht t.g.v. oppervlaktespanning berekenen
- de krachten op een vallende bol (met wet van Stokes) bepalen
- de wet van behoud van massa bij stromende vloeistoffen toepassen
- de overgang van laminaire naar turbulente stroming berekenen
- de wet van Bermouilli toepassen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
werking van een centrifuge (P1)
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
-
oppervlaktespanning, contacthoek, capillariteit, capillaire druk, werking van detergenten
-
wrijving in vloeistoffen, wrijving op een bol met wet van Stokes, verschillende types vloeigedrag, wet behoud van massa bij stromende vloeistof, wet van Bermouilli, toepassingen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- nota's "Viscositeit en oppervlaktespanning" - Ingrid Van den Bossche - Plantijnhogeschool
- lespresentatie, extra oefeningen en interessante weblinks op BB
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
3
|
lesuren
|
30,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
6
|
klokuren
|
60,00
|
Verdere toelichting:
4 uur hoorcollege met eenvoudige oefeningen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT3-1 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT3-1 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Hematologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Het ademhalingsstelsel
Circulatie van lichaamsvloeistoffen
Hematologie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10069 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:3 |
Aantal studiepunten: |
8 |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
72 |
Totaal studietijd: |
208 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiche
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiche
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiche
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiche
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Circulatie van lichaamsvloeistoffen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Hematologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10070 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
12 |
Totaal studietijd: |
37,44 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De dubbele gesloten bloedsomloop van de mens vormt een stelsel dat enerzijds zorg draagt voor de circulatie van lichaamsvloeistoffen: bloed, lymfe en weefselvocht, en anderzijds instaat voor de vorming van urine. Deze circulatie zorgt voor een inwendig evenwicht in ons organisme. Het hart is de pomp en de bloedvaten de transportleidingen van het bloed. Het weefselvocht zorgt voor de uitwisseling van stoffen tussen bloedvaten en cellen. Het lymfevatenstelsel dat uit lymfevaten en lymfeorganen bestaat, zorgt voor afvoer van lymfe, bescherming tegen lichaamsvreemde stoffen en zowel voor de reserve als de afbraak van rode bloedcellen. De nieren tenslotte zuiveren het bloed van schadelijke stoffen en resorberen water, mineralen en nuttige stoffen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw en functie van de bloedsomloop bij de mens
- Hij/zij heeft inzicht in de aanmaak van rode bloedcellen
- Hij/zij beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw en functie van het lymfevatenstelsel
- Hij/zij beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw en functie van het urinestelsel
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsonderdeel "Eiwitten" van periode 2
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
De opbouw van het hart, het bloedvatenstelsel, het lymfevatenstelsel en het urinestelsel evenals de aanmaak van de bloedcellen in het merg maken de circulatie van de verschillende lichaamsvloeistoffen duidelijk. De samenwerking van de verschillende stelsels zijn de basis van onze homeostase.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Theoriecursus: Anatomie (Patricia Winnen)
- anatomische modellen
- CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
- naslagwerk in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (meest recente editie)Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
11
|
lesuren
|
28,95
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
26
|
klokuren
|
68,42
|
Verdere toelichting:
hoor- en werkcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 3-2: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 3-2: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Het ademhalingsstelsel |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Hematologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10071 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
6 |
Totaal studietijd: |
14,56 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Elke cel moet over voldoende energie beschikken om vele functies te kunnen vervullen. Voor het vrijmaken van de energie moeten de cellen niet alleen over brandstof beschikken maar ook over zuurstof. De ademhalingsorganen halen de zuurstof uit de ingeademde lucht en vervoeren ze naar het bloed. Ademhaling is dus een proces van opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw en functie van het ademhalingsstelsel bij de mens
- Hij/zij heeft inzicht in de gasuitwisseling en de regeling van de ademhaling
- Hij/zij heeft inzicht in de ademhalingsbewegingen
- Hij/zij heeft inzicht in het verband tussen het ademhalingsstelsel en de andere stelsels
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsonderdeel "Eiwitten" van periode 2
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
De bouw en de functie van de ademhalingsorganen, de uitwisseling van gassen in de longen en ter hoogte van de organen wordt hier besproken, evenals hoe we ademen en hoe de ademhaling geregeld wordt.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Theoriecursus: Anatomie (Patricia Winnen)wanatomische modellen
- CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
- naslagwerk in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (meest recente editie)
- Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
31,25
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
10
|
klokuren
|
62,50
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 3-2: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 3-2: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Hematologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Hematologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10048 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
75 |
Totaal aantal contacturen: |
54 |
Totaal studietijd: |
156 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Hematologie is de leer van het bloed en bestaat uit cytologie of de leer van de cellen, immuunhematologie waar o.a. de bloedgroepbepalingen aan bod komen en hemostase waar de bloedplaatjes deel uitmaken van de primaire stolling.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Basisbegrippen uit de hematologie
- De uitrijping van de belangrijkste bloedcellen uitleggen
- De morfologie van de belangrijkste bloedcellen beschrijven en herkennen.
- De afwijkende morfologie van rbc beschrijven en herkennen.
- Vorming en functie van hemoglobine beschrijven
- De meest voorkomende hemoglobines kort beschrijven
- De referentiewaarden van de belangrijkste hematol. parameters
- Onderscheid maken tussen relatieve en absolute tellingen.
- Verbanden leggen tussen de verschillende hematol. parameters.
- De funtie van bloedplaatjes en bijhorende factoren bespreken in het kader van de 1ste fase van de bloedstolling.
- ABO-en Rh-bepalingen interpreterende student kan ABO-en RH-incompatibiliteiten herkennen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsonderdeel "Eiwitten" uit periode 2
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
-
De hematologie is de leer van het bloed, meer bepaald van de bloedcellen. We noem dit deel van de hematologie de cytologie.
-
Daarnaast speelt bloed een belangrijke rol in de bloedstolling of hemostase. Bloedplaatjes en stollingseiwitten zijn hier essentiële componenten.
-
De immuunhematolgie is een derde belangrijk onderdeel van de hematologie: hier zijn de op de b
loedcellen a
anwezige antigenen en hun respectievelijke antistoffen de belangrijkste spelers.
-
In het cytologisch gedeelte wordt aandacht geschonken aan het ‘ontstaan’ van de bloedcellen uitgaande van de stamcel, ook wel de hematopoiese genaamd.
-
Er wordt vervolgens
dieper ingegaan op de rode bloedcel in de erytrpoiese met o.a. rol van EPO,
reticulocytenenz…. Aanmaak en functie van hemoglobine wordt besproken.
-
Ook enkele biochem. parameters – die een rol spelen in de erytropoiese-worden kort toegelicht.
-
In de myel
opoiese zullen hoofdzakelijk granulocyten besproken worden.
-
De cytologie wordt afgerond met de trombopoiese of de vorming van de bloedplaatjes en aansluitend hierop wordt de primaire hemostase nader toegelicht m.a.w. wat is de functie van een bloedplaatj
e in de hemostase.
-
In de immuunhematologie wordt het ABO- en Rhesussysteem besproken.
-
In werkcolleges zal de aandacht gaan naar volgende punten:
- Bloedafname. - Bloedafnamebuisjes en de verschillende anticoagulantia die in de praktijk gebruikt worden in de bloedafnamebuisjes. - Referentiewaarden. - Verwerken van labo-aanvragen en pre-analytische fase-analytische fase. Enkele ethische aspecten. - Rode bloedcelindexen – hematocriet – sedimentatie. - Eenvoudige berekeningen in de hematologie (bv. absolute tellingen…) - Morfologie- Oefeningen op bloedgroepinterpretaties – bloedgroepencompatibiliteit
-
In practica worden de verschillende basishandelingen, de bepaling van de bloedgroepen en het herkennen van cellen in bloeduitstrijkjes aangeleerd,.
.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus R.Flies en P.Winnen
- Internet
- CD-Rom
- Atlas hematologie
- Microscopen
- Labnota"s
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
29
|
lesuren
|
18,35
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
lesuren
|
14,56
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
104
|
klokuren
|
65,82
|
Verdere toelichting:
Hoorcolleges, werkcolleges en praktijksessies
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
INT 3-3
-
Schriftelijk examen met o.a. praktische vragen en berekeningen.
-
e
valuatie van de praktijksessies:
-
aanwezigheid
-
houding en werk
-
verslagen
-
Verdeling theorie/praktijk : 80%/20%
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 3-3 Schriftelijk examen met o.a. praktische vragen en berekeningen. De evaluatie van de praktijksessies blijven behouden uit de eerste examenperiode.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Project:Voeding en bloedarmoede |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00158 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:3 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
63 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Bloedarmoede of anemie is een vaak voorkomende aandoening. Voeding kan één van de oorzaken zijn die door een aantal analyses uit te voeren, kan angetoond worden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan eenvoudige experimentele data interpreteren en rapporteren
- Hij/zij heeft inzicht in het belang van de pre-analytische en analytische fase
- Hij/zij heeft inzicht in de invloed van voedingsbestanddelen op bloedarmoede
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Kennis en vaardigheden verworven in voorgaande perioden en kennis van de leerstof uit periode 3
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Bloedarmoede kan vele oorzaken hebben en voeding speelt een belangrijke rol bij het ontstaan ervan. De oorzaken van bloedarmoede die verband houden met (bestanddelen in de) voeding trachten we te achterhalen. Een goede inschatting van de bloedonderzoeken, uitgevoerd in een klinisch laboratorium, zijn van groot belang.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus hematologie theorie en practicum (R.Flies en P.Winnen)
- Referenties: diverse referenties in bibliotheek en op internet (voor een uitgebreide lijst verwijzen we naar het periodeboek van periode 3)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
02,41
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
58
|
lesuren
|
69,88
|
studietijd buiten contacturen:
|
20
|
klokuren
|
24,10
|
Verdere toelichting:
Groepswerk
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Beoordeling groep
- evaluatie van het 'groepsproces' (30% van de punten)
- Beoordelingscriteria
- het stappenplan wordt gehanteerd
- alle leden hebben een inbreng in de groep
- er wordt naar elkaar geluisterd
- taken worden in overleg verdeeld
- beslissingen worden in consensus genomen
- er is overeenstemming tussen planning en realisatie, er wordt eventueel bijgestuurd
- problemen, meningsverschillen worden besproken
- er wordt in de groep rekening gehouden met feedback van tutor en projectteambegeleiders
- Middelen
- opvolging en beoordeling door tutor
- reflectievergadering
- evaluatie van het 'groepsproduct' (30% van de punten)
- uitwerking van de vergelijkende studie in een duidelijk rapport.
- tekst en grafieken in Word en Excel.
- Presentatie van de studie voor de hele klasgroep in een zelf gekozen vorm.
- Beoordelingscriteria
- vormgeving: Opbouw
- vormgeving: Lay-out / hulpmiddelen
- vormgeving: Zinsbouw
- vormgeving: Woordkeuze
- inhoud: Formulering doelstellingen, resultaten,methoden, besluiten
- inhoud: Onderscheid tussen hoofd- en bijzaken
- inhoud: Wetenschappelijke juistheid resultaten
- inhoud: Wetenschappelijke juistheid methoden
- inhoud: Wetenschappelijke juistheid besluit / argumentatie en visie
- inhoud: Literatuur
- Middelen
- opvolging en beoordeling door VUP en lectorengroep (vergelijking met de resultaten van de andere groepen)
- evaluatie van de individuele bijdrage (30% van de punten)
- Beoordelingscriteria
- aanwezigheid tijdens de groepssessies
- aanbrengen informatie
- inbreng in de discussie bij het bespreken van de problemen
- inbreng in de discussie bij het komen tot de eindoplossing
- uitvoeren van taken op een goede, correcte en volledige manier
- uitvoer van taken tegen afgesproken tijdstip
- bijdrage tot een opbouwende samenwerking
- middelen
- peer assesment
- reflectievergadering
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Communicatieve vaardigheden en POP |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00334 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:1 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
19 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Gotink Heidi
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het opleidingsonderdeel "Communicatieve vaardigheden en POP" bestaat uit 2 opleidingscomponenten, nl:
- Opleidingscomponent Communicatieve vaardigheden
- Opleidingscomponent POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan)
'Communicatieve vaardigheden' loopt in de lijn 'Vaardigheden' over periode 1 en 2.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Communicatieve vaardigheden: De student begrijpt hoe communicatie ontstaat en gepercipieerd wordt in al zijn facetten en kan zijn eigen communicatie optimaal en efficiënt afstemmen op verschillende situaties. Daarbij kan hij ook informatie op een correcte manier interpreteren. Zelf is hij in staat correct te spreken en schrijven.
Periode 1
1. De student kan het verschil tussen waarnemen en interpreteren herkennen bij hemzelf en in omgang met anderen. 2. De student kan aandacht geven aan non-verbaal gedrag bij zichzelf en bij anderen. 3. De student kan een actieve luisterhouding aannemen in contact met anderen. 4. De student kan een goede samenvatting geven van het verhaal van anderen. 5. De student kan onduidelijkheden en verwarringen in gesprekken helpen concreet maken zodat het verhaal doorzichtig en meer werkbaar wordt. 6. De student kan de verschillende aspecten van de groepsdynamiek herkennen. 7. De student kan in een projectgroep samenwerken. 8. De student kan een mondelinge presentatie houden. 9. De student begrijpt de rollen van de gesprekspartners in een vergadering en kan zelf die rollen optimaal en efficiënt aanwenden. 10. De student begrijpt alle factoren die een rol spelen bij een presentatie en kan zelf door deze factoren optimaal en efficiënt aan te wenden een goede presentatie houden.
Periode 2
1. De student kan in een behoorlijk Algemeen Nederlands rapporteren met aandacht voor spelling, zinsbouw en tekststructuur. 2. De student kan een duidelijk, correct en goed beargumenteerd verslag van een vergadering maken en een rapport van een onderzoek, project... maken.
POP:
1. De student kan reflecteren over het eigen handelen binnen de onderwijsgroep. 2. De student kan reflecteren over het eigen leerproces en op basis van deze reflecties het leerproces bijsturen. 3. De student leert denken in termen van leerdoelen en competenties en is er een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Communicatieve vaardigheden: Algemeen Nederlands + basiskennis van grammaticale terminologie
|
LEERINHOUDEN
|
Communicatieve vaardigheden:
De vaardigheden voor de verschillende communicatie- en gesprekstechnieken en schrijfstrategieën worden getraind.
w
Component 1: Communicatiemodel, waarnemen en inter
preteren, non-verbaal gedrag
w
Component 2: Communicatie- en gesprekstechnieken, Actief luisteren - Vragen stellen
w
Component 3: Vergadertechnieken, Verschillende aspecten van groepsdynamiek
w
Component 4: Mondeling presenteren, Structuur brengen in een
presentatie, Elementaire presentatietechnieken
w
Component 5: Schrijfstrategieën - woord-, zins- en tekstniveau
w
Component 6: Schrijfstrategieën - rapportering en verslaggeving
POP:
Het POP is een kaft met tabbladen en invulformulieren. Vooraan zit een inhoudsopgave die je moet volgen. Bewaar alle documenten per onderdeel chronologisch waarbij het meest recente document bovenaan ligt. Deze kaft gaat jouw volledige opleiding mee. In dit POP horen de volgende gegevens thuis: 1. Persoonlijke informatie 2. Studietijdmeting 3. Archief van bereikte competenties 4. Verslag van 3 gesprekken met studieloopbaanbegeleider 5. Werken in projectgroep (archief van je peerassessment formulieren en je persoonlijke verslagen van de reflectievergaderingen)
|
STUDIEMATERIAAL
|
Communicatieve vaardigheden: syllabus van de lector + eigen aanvullingen en notities + oefenmateriaal op Blackboard
POP:
- Het algemene cgo-boek
- Map met invulbladen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
21,25
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
61
|
klokuren
|
76,25
|
Verdere toelichting:
Communicatieve vaardigheden:
Hoorcollege en werkcollege: er wordt meestal vertrokken van een theoretisch referentiekader, wat onmiddellijk in de praktijk wordt omgezet aan de hand van voorbeelden, oefeningen, simulaties, rollenspelen en zelfstandig werk. Uiteindelijk worden alle communicatieve vaardigheden uit de cursus toegepast in de projecten.
POP:
Het invullen van het POP is zelfstandig werk met feedback vanuit de verschillende componenten en van de studieloopbaanbegeleider. De inhoud van de portfolio is beschreven in het algemene cgo-boek.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Communicatieve vaardigheden:
Permanente Evaluatie : aanwezigheid is verplicht wegens de interactieve oefeningen.
- Periode 1 (40%): permanente evaluatie (werkcollege met oefeningen) en evaluatie tijdens de projectweken (mondelinge taalvaardigheid) ;
- Periode 2 (30%): permanente evaluatie en schriftelijke taalvaardigheidstest;
- Periode 3 (30%): beoordeling van rapport periode 2 .
POP:
De beoordeling van het POP gebeurt op basis van volledigheid door je studieloopbaanbegeleider. Bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van de afspraken, nakomen van de afspraken...
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Communicatieve vaardigheden:
mondelinge taalvaardigheidstest (over leerstof cursus en over schriftelijke test);
schriftelijke taalvaardigheidstest.
POP: NIET MOGELIJK
|
|
| |
|
1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - ICT-vaardigheden |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00335 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:1 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
3 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Gezien de enorme verschillen in voorkennis van ICT-vaardigheden wordt er gewerkt met onder begeleiding gestuurde zelfstudie. Je vindt op blackboard oefeningen en een agenda (datum+ inhoud) van oefensessies. De oefeningen zorgen ervoor dat je systematisch je ICT-vaardigheden opbouwt. Indien je er niet in slaagt deze oefeningen te maken of indien je meer uitleg wenst over een item dat moet beheerst worden om de oefeningen te kunnen maken kan je terecht in de op regelmatige basis georganiseerde oefensessies waarvan je de agenda dus op BB terugvindt. Aan het einde van periode 3 dien je de opgegeven ICT-vaardigheden te bezitten. Deze oefen je trouwens ook in bij andere opleidingsonderdelen waar ook computeropdrachten worden gegeven. Met een definitieve toets die je uiterlijke op het einde van de derde periode aflegt bewijs je dat je de opgegeven ICT-vaardigheden bezit. Het tijdstip van de toets wordt afgesproken in overleg met de lector. |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- vlot werken in een Windowsomgeving
- gebruik maken van internet: e-mail, zoekmachines, e-campus en het leerplatform Blackboard
- vlot werken met een rekenblad (Excel)
- vlot werken met een tekstverwerker (Word)
- vlot werken met een presentatieprogramma (Powerpoint)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- werken in een Windowsomgeving :
- computer starten en afsluiten
- programma’s starten en afsluiten
- bestanden openen en opslaan
- gebruik knoppenbalken (iconen)
- gebruik linker- en rechtermuis toets (snelmenu’s)
- gebruik van ‘Help’ in alle programma’s
- gegevens tussen verschillende programma’s uitwisselen
(kopiëren of knippen & plakken)
- bestanden beheren, structuur brengen op schijfruimte, verwijderen van
bestanden (verkenner)
- gebruik maken van het internet :
- gebruik van e-mail (o.a. bijlagen)
- vlot gebruik maken van e-campus en het elektronisch leerplatform Blackboard
- gericht zoeken naar relevante informatie
- gevonden informatie niet alleen afdrukken maar ook bvb. kopiëren van figuren uit webbrownser naar een eigen bestand
- werken met Excel :
- basishandelingen in een spreadsheet zoals intikken van gegevens (verschil getal – woord) in de werkbladcellen, intikken van formules, opmaak blad, celeigenschappen, kopiëren van formules (relatieve & absolute celadressen), een volledig rekenblad ontwerpen en opbouwen
- werken met verschillende werkbladen binnen één bestand
- overzicht van het menu en de knoppenbalk
- bestanden opnenen en oplslaan
- tabellen en grafieken afdrukken
- functies: gebruik van eenvoudige wiskundige en statistische functies
- grafieken: presentatiegrafieken (histogram en lijndiagram) en spreidingsdiagram (met trendlijn) + opmaak van deze grafieken (aanpassen schaalverdeling, logaritmische schaal, invoeren titels, aanpassen legende, opmaak trendlijn, grafiek in werkblad of als apart blad…)
- gegevens sorteren (rangschikken)
- werken met Word
- basishandelingen in een tekstverwerker zoals intikken van een tekst, opmaak van een tekst (alinea’s, lettertype, uitlijnen tekst, randen en arcering, opsommingstekens, spellingscontrole)
- pagina-instellingen zoals kop- en voetteksten, staand of liggend, inspringen alinea’s,…, automatische opmaak
- kopiëren of knippen en plakken van stukken tekst
- overzicht van het menu en de knoppenbalk
- bestanden opslaan en openen
- teksten afdrukken (o.a. afdrukvoorbeeld)
- tabellen en grafieken invoegen of kopiëren uit Excel
- Griekse letters en andere symbolen invoegen
- tabellen in Word zelf maken
- invoegen van formules (Microsoft vergelijking)
- werken met PowerPoint:
- basishandelingen zoals indeling en opmaak dia, intikken gegevens (met invoegen symbolen en formules), invoegen tabellen – tekst – formules - grafieken uit andere programma’s,…
- dia instellingen zoals kop-en voetteksten, staand of liggend
- opmaak dia naar projectie toe (keuze achtergrond, aangepaste animatie,…), gebruik van automatische opmaak
- overzicht van het menu en de knoppenbalk
- bestanden opslaan en openen
- presentaties projecteren (gebruik projector)
- presentaties afdrukken
|
STUDIEMATERIAAL
|
- oefeningen en agenda van oefeningen op BB
- cursus 'Excel' - Hubert Nachtegaele, Ingrid Van den Bossche - Plantijnhogeschool
- extra hulpmiddelen :
- zelfstudiepakketten op computer
- allerlei boeken uit bib of boekhandel over gebruik Windows, Word, Excel, Powerpoint bvb.
- werkwijzer met Word deel 1 en deel 2' - Danny Devriendt, Tien De Geyter-ISBN: 90-76862-01-X, 90-76862-02-8
- wegwijs in Excel deel 1 en deel 2' -Tien De Geyter, Koen De Geyter, Hilde Magerman
- powerpoint 2000'-visuele leermethode-Coletta Witherspoon- A.W. Bruna
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
96
|
klokuren
|
96,97
|
Verdere toelichting:
-
Gezien de enorme verschillen in voorkennis van ICT-vaardigheden wordt er gewerkt met onder begeleiding gestuurde zelfstudie.
-
Je vindt op blackboard oefeningen en een agenda (datum+ inhoud) van oefensessies. De oefeningen zorgen ervoor dat je systematisch je ICT-vaardigheden opbouwt.
-
Indien je er niet in slaagt deze oefeningen te maken of indien je meer uitleg wenst over een item dat moet beheerst worden om de oefeningen te kunnen maken kan je terecht in de op regelmatige basis georganiseerde oefensessies (agenda op BB)
-
Contact via email of BB (doorzenden van gevraagde oefeningen + feedback)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Definitieve toets waarbij de student opdrachten moet uitvoeren in Word, Powerpoint en Excel gelijkaardig aan de opgegeven opdrachten tijdens het jaar. De student mag geen nota’s gebruiken maar wel de desbetreffende helpfuncties voorzien in de software. Deze toets moet uiterlijk op het einde van de derde periode afgelegd worden. In overleg met de lector kunnen bepaalde onderdelen na periode één of twee afgelegd worden.
- Fouten tegen elementaire kennis kunnen zwaar doorwegen in de beoordeling.
- Tijdens andere onderwijsactiviteiten (praktijksessies, opdrachten, projecten…) zal het goed gebruik van ICT mee de evaluatie voor dat onderdeel bepalen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
idem als definitieve toets
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|