|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Biochemie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Enzymmetingen: kinetiek & klinische toep
Metabolisme
Bio-organische chemie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20046 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
68 |
Totaal studietijd: |
182 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Bio-organische chemie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biochemie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20047 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
41 |
Totaal aantal contacturen: |
23 |
Totaal studietijd: |
74,62 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vandevelde Pita
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Organische verbindingen nemen een belangrijke rol in in ons leven. De cursus Bio-organische chemie geeft een overzicht van de belangrijkste bio-moleculen. De eigenschappen van deze bio-moleculen zijn niet los te koppelen van hun chemische samenstelling en hun bijhorende reacties. Het is dus noodzakelijk om kennis te hebben over de onderliggende “bio”-organische chemie. Deze cursus vormt een basis voor de cursus “humane biochemie”.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Na deze lessenreeks kent de student de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste (bio)-moleculen:
Door deelname aan het dicussieforum werkt de student aan de ontwikkeling van volgende competenties: - ontwikkeling van denk- en redeneervaardigheid;
- beheer van leerproces: in staat zijn relevante (informatie)-bronnen te verzamelen en te verwerken, begrijpend lezen, kernzaken onderkennen en relevante conclusies trekken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn voor opleidingsonderdeel "Chemie" (1P1) en "Bio-organische chemie" (1P2).
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Koolhydraten - Indeling en nomenclatuur van de koolhydraten - Hayworth projectie en Fisher projectie - mono en disachariden - stereochemie van sacchariden - Aldosen - Ketosen - Desoxysuikers - Aminosuikers - Glycosiden - glycosilaminen Cyclische structuur van monosachariden - pyraan - furaan - glucofuranose - glucopyranose - anomeren Eigenschappen van monosacchariden - mutarotatie - reductie en oxidatie van suikers - isomerisatie Disacchariden: - soorten bindingen - maltose - cellobiose - lactose - saccharose - disacchariden met aminosuikers Polysacchariden: - cellulose - zetmeel (amylase, amylopectine) - inuline en levan - hyaluronzuur - pectine - glycogeen - heparine - pectinezuur - agar
Lipiden Structuurelementen: - cis-trans - verzadigde en onverzadigde verbindingen - meervoudig onverzadigde verbindingen, geconjugeerde bindingen - hydrofoob/hydrofiel gedeelte Structuur belangrijkste elementen: - wassen - vetten - oliën - glyceriden - fosfolipiden - sfingolipiden - sulfolipiden - aminolipiden - glycolipiden - Prostaglandines - Terpenen, terpenoiden, cartenoiden - Sterioden - Stereochemie: cis en transbindingen in cyclische structuren en steroïden - Biomembranen - Lipoproteïne (chylomicronen, HDL, LDL) Belangrijkste reacties van lipiden: - oxidatie van oliën en vetten - hydrolyse - kengetallen van oliën en vetten: joodadditiegetal, zuurgetal,verzepingsgetal en estergetal.
Heterocyclische en aromatische verbindingen
- aromaticiteit - structuur en voorkomen van enkele belangrijke aromatische moleculen (benzeen, fenyl, fenolen, anilinen) - Congeneren (PCB’s, Dioxines) - structuur en voorkomen van enkele belangrijke heterocyclische moleculen (pyrool, furaan, thiofeen, imidazool, pyridine, pyrimidine, purinebasen en pyrimidinebasen) - profirinesysteem, heem
Nucleotiden en nucleïnezuren
- Nucleosiden
- Nucleotiden - Nucleïnezuren - DNA (Primaire structuur, Secundaire structuur, H-bruggen) - RNA - Fosfaatesters (structuur, hydrolyse) - NADH, NADPH - ATP, DMP, AMP, camp - Basisreacties van ATP en NADH/NADPH
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijk studiemateriaal:
- cursus P. Vandevelde ‘Bio-organische chemie’
- Blackboard voor presentaties, extra oefeningen, externe links, mindmaps, discussiefora, FAQ
- Molecuulmodellen
Aanbevolen studiemateriaal:
- ‘Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
- 'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
- ‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-3
- ‘Biochemistry’, Garrett, R.,H., Grisham, C. M., Brooks/Cole-Thomsom Learning, 2005, ISBN 0-534-41020-0
- voor lipiden: http://www.lipidlibrary.co.uk/
- Mindmaps
Literatuur voorhanden in bib
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
22
|
lesuren
|
27,85
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
56
|
klokuren
|
70,89
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 4-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste bio-moleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 4-3 Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste bio-moleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Metabolisme |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biochemie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20048 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
12 |
Totaal aantal contacturen: |
8 |
Totaal studietijd: |
21,84 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De lessenreeks rond “Metabolisme” bestudeert hoe de biomoleculen worden omgezet in andere moleculen en de energetische gevolgen hiervan. Door de bespreking van een aantal reactieketens leert de student dat de kennis van het metabolisme in de cel kan gebruikt worden voor de identificatie van bepaalde micro-organismen, voor de productie van geneesmiddelen in de farmaceutische industrie en bij het aanwenden van enzymen in analytische bepalingsmethoden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Hij/zij heeft een elementaire kennis van en inzicht in de energievoorziening van de cel en enkele metabolische processen in de cel.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
OO De cel
OO Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van het 1ste programmajaar
|
Andere begincompetenties
|
- Goede kennis van bio-organische chemie (biomoleculen)
|
LEERINHOUDEN
|
In deze opleidingscomponent wordt ingegaan op het metabolisme in de cel: hoe worden de biomoleculen omgezet in andere moleculen en wat kost dit aan energie of hoeveel energie komt hierbij vrij? Door de bespreking van een aantal reactieketens wordt duidelijk dat de kennis van het metabolisme in de cel kan gebruikt worden voor de identificatie van bepaalde micro-organismen, voor de productie van geneesmiddelen in de farmaceutische industrie en bij het aanwenden van enzymen in productieprocessen en analytische bepalingsmethoden.
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
30,43
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
15
|
klokuren
|
65,22
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT4-3
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT4-3
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Enzymmetingen: kinetiek & klinische toep |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biochemie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20049 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
47 |
Totaal aantal contacturen: |
37 |
Totaal studietijd: |
85,54 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de lessenreeks “Enzymmetingen: kinetiek en klinische toepassingen” worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang behandeld. De werkingsvoorwaarden voor substraat- en enzymbepalingen in serum of plasma worden uitgebreid besproken. Daarna worden de klinisch relevante enzymen besproken evenals de verschillende bepalingsmethoden. Ruime aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de resultaten en de analyse van enzympatronen. In laboratoriumoefeningen leert de student enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren waarbij de invloed van verschillende factoren (substraat- en enzymconcentratie, inhibitoren) op de enzymatische reactie wordt nagegaan.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Hij/zij
heeft op het einde van het jaar een goed inzicht in de werking van enzymen. Hij kent de beperkingen, de voorzorgen en de reactieomstandigheden waarin moet gewerkt worden bij de bepaling van enzymen en substraten in serum of plasma.
-
Hij/zij kan de geziene leerstof toepassen bij enzymbepalingen in bloed en bij het werken met ELISA’s en aanverwante technieken.
-
Hij/zij kan enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren. Hij kan de enzymkinetische parameters, Vmax en KM bepalen en de inhibitieconstante voor een inhibitor berekenen.
-
Hij/zij kan gebruik maken van kits voor de bepaling van de klinisch belangrijke enzymen en kan de instructies en werkvoorwaarden die in de bijsluiters van de kits vermeld staan in het kinetisch programma van de spectrofotometer inbrengen.
-
Hij/zij kan een aantal eenvoudige enzympatronen analyseren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
OO Eiwitten
OO De cel
OO Instrumentele analyse
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Het hele eerste programmajaar
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
In een eerste deel worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang behandeld. De werkingsvoorwaarden voor substraat- en enzymbepalingen in serum of plasma worden uitgebreid besproken.
-
In een tweede deel worden de klinisch relevante enzymen besproken evenals de
verschillende bepalingsmethoden. Ruime aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de resultaten en de analyse van enzympatronen.
-
In het laboratorium leert de student enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren:
-
De invloed van verschillende factoren (substraat- en enzymconcentratie, inhibitoren) op de enzymatische reactie wordt nagegaan.
-
Klinisch relevante enzyme
n en iso-enzymen worden bepaald in bloed van gezonde personen en vergeleken met concentraties in het bloed van patiënten met variabele symptomen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Theoriecursus: enzymmetingen (Peter Partoens)
- Ppt-presentaties van alle lessen zijn beschikbaar via Blackboard
- praktijknota's (Peter Partoens)
- Manualen van verschillende firma's
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
13
|
lesuren
|
15,66
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
lesuren
|
27,71
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
46
|
klokuren
|
55,42
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege
- Praktische oefeningen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT4-3
- De praktische oefening wordt geëvalueerd op basis van permantente evaluatie, aanwezigheid, houding, praktische skills en verslag. Op de INT4-3 komen ook aspecten uit het prakticum aan bod.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de INT4-3 kan herhaald worden. De punten behaald op het practicum in 1ste zit worden meegenomen naar 2de zit.
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Van monster tot te meten oplossing |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Spectrometrie
Staalvoorbereiding en analyse
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20050 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
8 |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
76 |
Totaal studietijd: |
208 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Dhont Karin
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie ECTS deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
Zie deelfiches
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Staalvoorbereiding en analyse |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Van monster tot te meten oplossing |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20051 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
49 |
Totaal aantal contacturen: |
37 |
Totaal studietijd: |
101,92 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Dhont Karin
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de onderwijseenheid “Staalvoorbereiding en analyses” komen aspecten zoals representatieve staalnames, homogene monsters, ontsluiting, onteiwitten en ontvetten van voedingsmiddelen, en verdunning van het staal aan bod.
De toegepaste analysetechnieken zijn gravimetrie, volumetrie en enzymatische bepalingen.
De neerslagstitraties en gravimetrie worden in hoorcolleges theoretisch benaderd. Er wordt geleerd een titratiecurve te berekenen en de invloed van zijreacties, verdunning en oplosbaarheid op het verloop van de titratiecurve en de ligging van het equivalentiepunt na te gaan.
Tijdens de werkcolleges leert de student berekeningen maken uitgaande van de resultaten uit fictieve analyses. Het uitschrijven van reacties, het opstellen van stelsels en het omrekenen van de bepaling naar de uitdrukkingsvorm zijn hier belangrijk.
De hogere specificiteit bij enzymatische methoden t.o.v. zuiver chemische analysen wordt duidelijk wanneer voor éénzelfde analyse de 2 verschillende methoden met elkaar vergeleken worden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1.
De student kan analysen uitvoeren met analysemethoden gezien in de theorie.
2.
Hij / zij kan een correcte monstrname doen en de juiste staalvoorbereiding uitvoeren
3.
Hij/zij kan een praktijkjournaal schrijven volgens de voorschriften
4.
Hij/zij kan een efficiënte planning en tijdsindeling maken voor de uit te voeren proeven.
5.
Hij/zij kan nauwkeurig oplossingen bereiden en analytisch werken.
6.
Hij/zij kan de meetwaarden omzetten naar de gevraagde concentraties in het monster.
7.
Hij/zij kan de resultaten verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag zoals voorgeschreven.
8.
NEERSLAGSTITRATIES / ARGENTOMETRIE : de student kan titratiecurven berekenen ; de invloed van de verdunning en de grootte van Ks op de titratiecurve , de ligging van EP en de grootte van de sprong nagaan.
9.
Hij/zij kan concentraties berekenen ahv resultaten uit een neerslagstitratie of een gravimetrische bepaling (vraagstukken)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
opleidingsonderdeel "Chemie" periode 1
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
w
Basisvaardigheden analytische chemie
w
Chemie: berekenen en maken van verdunningen, pH berekeningen.
w
Wiskunde: maken van grafieken, werken met logaritmen, oplossen van stelsels.
w
Statistiek: afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie.
w
ICT: kennis van Word en Excel.
|
LEERINHOUDEN
|
w
Gravimetrie ; homogene precipitatie
w
neerslagstitraties volgens Mohr , Fajans en Volhard
w
neerslagstitratiecurven
w
Soxhlet extractie
w
Gasvolumetrische bepaling
w
Stikstofbepaling volgens Kjeldahl
w
Analyse van melk
|
STUDIEMATERIAAL
|
w
Uitgewerkte recepturen van de proeven
w
Digitale buretten
w
Aangepast glaswerk en labomateriaal
Praktijknota’s “Van monster tot te meten oplossing” - auteurs: K.Dhont, Plantijnhogeschool 2007
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
11,54
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
lesuren
|
22,12
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
67
|
klokuren
|
64,42
|
Verdere toelichting:
w
Hoorcolleges
w
Vraagstukkensessies waarbij in groepjes van 4 gewerkt wordt
w
Opdrachtjes in de cursus om zichzelf te toetsen op kennis en inzicht van de theori
e
w
Laboratoriumproeven uitgevoerd per twee
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT4-2: schriftelijk tijdens de examenweek
Lab: Permanente evaluatie; verslagen; labjournaal; jaarwerk Deelname aan de labsessies is verplicht; niet uitgevoerde praktijkopdrachten worden "0" gekwoteerd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
alleen INT4-2 kan hernomen worden
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Spectrometrie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Van monster tot te meten oplossing |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20052 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
51 |
Totaal aantal contacturen: |
39 |
Totaal studietijd: |
106,08 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Verbeke Patrick
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Spectrometrische analysemethoden zijn gebaseerd op de absorptie of de emissie van straling door te bepalen componenten.
UV-, zichtbaar en infrarood spectrometrie, fluorimetrie, nefelometrie en atomaire emissie en absorptie worden besproken en gebruikt in het laboratorium. De bepalingen gebeuren op waterstalen, voedingsproducten en geneesmiddelen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan een blokschema lezen van de verschillende soorten spectrometers 2. De student kan het verband opstellen en gebruiken tussen de gemeten parameter en de concentratie van de te bepalen component 3. De student kan de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende spectrometrische technieken inschatten 4. De student kan berekeningen uitvoeren i.v.m. concrete toepassingen met de besproken analysetechnieken 5. De student kan nauwkeurig oplossingen en verdunningen bereiden. 6. De student kent het verband tussen de meetwaarden, bekomen bij een spectrometrische analyse, en het te onderzoeken staal. Tijdens de meting evalueert hij de meetwaarden en grijpt zo nodig in. 7. De student kan de meetwaarden van een spectrometrische analyse omrekenen naar de gevraagde concentratie(s) in het staal. 8. De student kan de gegevens en de resultaten van een spectrometrische analyse verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Instrumentele analyse I
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie voorgaande
|
Andere begincompetenties
|
- elementaire algebra, maken van grafieken, werken met logaritmen, oplossen van stelsels.
- afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie.
- kennis van Word en Excel.
|
LEERINHOUDEN
|
- UV-VIS spectrofotometrie, fluorimetrie, nefelometrie, IR-spectrofotometrie, vlamfotometrie, AAS.
- Met de technieken besproken in de theoriecursus, worden in het laboratorium analyses uitgevoerd op eenvoudige monsters. De studenten leren de toestellen gebruiken en krijgen meer inzicht in de toepasbaarheid en het belang van de spectrometrische analysemethoden. Waar mogelijk worden de toestellen eerst manueel gebruikt en daarna met computersturing.
- De technieken die aan bod komen zijn: UV-VIS spectrofotometrie, fluorimetrie, nefelometrie, vlamemissie, AAS.
- De ijklijn-, standaardadditie- en interne standaard methode worden toegepast.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursusnota’s.
- Practicumnota's: proefopgaven .
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
15,74
|
practicum en oefeningen:
|
20
|
lesuren
|
18,52
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
69
|
klokuren
|
63,89
|
Verdere toelichting:
- Theorie: hoorcolleges afgewisseld met oefeningen.
- Lab: de studenten werken per 2.
Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Permanente evaluatie van het labwerk.
- Verslagen.
- Korte toetsen over parate kennis en vraagstukken.
- INT4-2.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- De punten m.b.t. de labsessies blijven behouden.
- Integratieve toets INT4-2.
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Project: Validatie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20004 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
40 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Pittois Karen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Zijn energiedranken echt een bron van energie?
Een projet over de biochemsiche analyse van de ingrediënten in energiedranken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Hij/zij leert vakoverschrijdend te denken. De domeinen bio-organische, metabolisme, enzymologie, monsteranalyse en statistiek komen hier aan bod.
-
Hij/zij kan via literatuurstudie en de reeds aangereikte leerstof de biochemische componenten in verschillende energy drinks benoemen, beschrijven en indelen in de correcte klasse.
-
Hij/zij is in staat de fysiologische rol van de verschillende componenten in het menselijk lichaam te bepalen.
-
Hij/zij is in staat een opgegeven component enzymatisch te bepalen en deze bepaling volledig correct uit te voeren.
-
Hij/zij is in staat commerciële kits te hanteren voor biochemische bepalingen.
-
Hij/zij is in staat de bekomen resultaten statistisch te verwerken en de meetwaarden te vergelijken met de waarden van de producent.
-
Hij/zij is in staat een duidelijk verslag te maken en de juiste c
onclusies te trekken.
-
Hij/zij kan wetenschappelijk verklaren waarom de producenten van energiedranken hun reclameslogans al dan niet kunnen waarmaken.
-
Hij/zij is in staat een analyse van een energiedrank te schrijven in populariserende taal.
-
Hij/zij is in staat adhv een ppt presentatie de bekomen resultaten en de bespreking ervan voor te leggen aan de 2BL medestudenten en lectoren (groepswerk).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
alle onderdelen van het eerste jaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Deelname aan alle OO van P4
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Opdracht 1: De projectgroepkrijgt een merknaam en reclame-slogan opgegeven van een energiedrank. De studenten zoeken uit wat de ingrediëntenlijst is en de voedingswaardentabel van het opgegeven merk en zoeken zelf uit over welke biochemische componenten het gaat en tot welke klasse deze behoren. De studenten zoeken op wat de fysiologische rol van de verschillende componenten in het menselijk lichaam is en hoe deze biochemische mocelulen worden gemetaboliseerd.
Opdracht 2: Groepsdiscussie over chemische energie en het biologisch gebruik ervan en wat hiervoor de geschikte voedselbronnen zijn.
Opdracht 3: De studenten zoeken uit of voldaan is aan de reclame-slogans aan de hand van een vragenlijst. Zij schrijven hierover een wetenschappelijke tekst. Zij schrijven eveneens een analyse van de opgegeven energiedrank voor een populariserend tijdschrift.
Opdracht 4: De studenten krijgen een of meerdere biochemische componenten opgegeven die zij moeten bepalen aan de hand van een commerciële kit (labowerk). De resultaten worden statistisch verwerkt en getoest aan de waarden van de producent. Er wordt een verslag opgemaakt van de labo-activiteiten.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Projecthandleiding met de uitgewerkte opdrachten en hun achtergrond.
Blackboardcursus met externe links, elekt
ronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van labosessies en presentaties, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica, vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten.
Energiedranken
Commerciële kits + handleidingen hierbij
Internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
02,50
|
practicum en oefeningen:
|
16
|
lesuren
|
20,00
|
vormen van groepsleren:
|
20
|
lesuren
|
25,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
40
|
klokuren
|
50,00
|
Verdere toelichting:
- hoorcollege (2 uur)
- labosessie (16 uur)
- zelfstudie
- verslag van practicum
- ppt (per groep 1)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
A: groepswerk groepsproces:projectmap,tutoren,reflectievergadering 25 %
groepsprodukt:evaluatie door VUP's van P5 25 %
B: individuele bijdrage:evaluatie adhv peerassesment 25 %
C: schriftelijk examen op de laatste dag vd projectweek 25%
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel C kan hernomen worden : schriftelijk examen 25%
de verworven punten van A en B 1° examenperiode blijven behouden ( 75%)
de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Moleculaire genetica |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Moleculaire diagnostiek
Genexpressie en -regulatie
Erfelijkheid
Het voortplantingsstelsel
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20053 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
67 |
Totaal studietijd: |
182 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Het voortplantingsstelsel |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Moleculaire genetica |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20054 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
13 |
Totaal studietijd: |
32,76 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus beschrijft het voortplantingsstelsel van de mens in al zijn aspecten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de anatomie van het voortplantingsstelsel begrijpen
- de rol van de hormonen bij de voortplanting erkennen
- de ontwikkeling van de foetus na de bevruchting kunnen volgen tot bij de geboorte
- de invloed van diverse factoren op de vruchtbaarheid kunnen verduidelijken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Kennis van de cel, weefsels, organen en stelsels
|
LEERINHOUDEN
|
- De seksuele differentiatie
- De anatomie van het vrouwelijk geslachtsapparaat
- De anatomie van het mannelijk geslachtsapparaat
- Hormonale cycli en regelingen
- De bevruchting
- Het verloop van de zwangerschap
- De geboorte
- Factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden
- Anticonceptiemiddelen
- Seksueel overdraagbare aandoeningen
- Vormen van seksuele activiteit en seksuele aanpassingsproblemen
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus biologie deel 11: voortplanting bij de mens - Rob Asselberg
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
36,36
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
20
|
klokuren
|
60,61
|
Verdere toelichting:
7 hoorcolleges
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT5-1
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-1
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Erfelijkheid |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Moleculaire genetica |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20055 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
19 |
Totaal aantal contacturen: |
14 |
Totaal studietijd: |
34,58 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus geeft een beknopte inleiding tot de klassieke en moderne genetica
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Het mechanische van de delende cel begrijpen
- De embryonale ontwikkelingen kunnen volgen.
- Inzicht hebben in de erfelijkheidswetten, opgesteld na proeven met planten en dieren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
kennis van de cel
|
LEERINHOUDEN
|
- de meiose of reductiedeling
- generatieve voortplanting
- inleiding tot de klassieke genetica
- monohybride kruisingen
- dihybride kruisingen
- inleiding tot de moderne genetica
- overerving van het geslacht
- bevolkingsgenetica
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus biologie deel 5: genetica - Rob Asselberg
- microscopische preparaten mitose, embryonale ontwikkeling
- wandplaat mitose en meiose
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
13
|
lesuren
|
36,11
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
22
|
klokuren
|
61,11
|
Verdere toelichting:
- 9 hoorcolleges (van 1 uur)
- 7 werkcolleges (van 1 uur)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Genexpressie en -regulatie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Moleculaire genetica |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20056 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
24 |
Totaal aantal contacturen: |
14 |
Totaal studietijd: |
43,68 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de lessenreeks “Genexpressie en –regulatie”wordt bekeken hoe de genen alle processen in de cel controleren. De weg van gen naar eiwit komt hier aan bod. De genetische code wordt gekraakt en de eiwitsynthese wordt uitgelegd. Hoewel de erfelijke informatie in alle cellen van een organisme hetzelfde is, verschillen de cellen toch sterk in vorm en biologische functie (vb. hersencel en bloedcel). Blijkbaar komen niet alle genen in elke cel tot expressie. Ook dit aspect van genexpressie wordt hier behandeld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student ervaart dat de weg van gen naar eiwit lang en bochtig is.
-
Hij/zij ziet in dat de genetische kode alles stuurt en werkt in het centrale dogma van de gentechnologie (Dogma van Crick).
-
Hij/zij moet inzien dat fouten in het erfelijk materiaal verantwoordelijk zijn voor tal van ziektebeelden.
-
De student dient te beseffen dat ondanks alle genen in elke cel aanwezig zijn, er een selectieve expressie is in functie van het celtype.
-
De student moet zich stilaan bewust worden van het feit dat er naast de genetica tal van epigenetische fenomenen spelen bij cel- en genfunctie.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De cel
Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsjaar 1
Opleidingsonderdelen uit P4
|
Andere begincompetenties
|
De belangrijkste moleculen uit de bio-organische chemie en de opbouw van de cel moeten gekend zijn.
De student bezit voldoende kennis rond eiwitten en hun opbouw met de verschillende structuurniveau's (primair, secundair, tertiair, kwaternair en de verdere associaties).
De opbouw van het menselijk erfelijk materiaal is grondig gekend en dit moet parate kennis vormen.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het menselijk erfelijk materiaal
- De genetische code
- Het dogma van Crick
- De weg van gen naar eiwit
- Bacterie- en virusgenetica surplus
- Wijzigingen in erfelijk materiaal
- Regulatie van genexpressie
- Epigenetica
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus "PCR- Exponentiële amplificatie van erfelijk materiaal" Harry Robberecht. Kluwer Editorial ISBN 90 6716880 7
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
13
|
lesuren
|
29,55
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
30
|
klokuren
|
68,18
|
Verdere toelichting:
hoorcolleges
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- maakt deel uit van INT5-1
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- maakt deel uit van INT5-1
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Moleculaire diagnostiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Moleculaire genetica |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20057 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
40 |
Totaal aantal contacturen: |
26 |
Totaal studietijd: |
72,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Afwijkingen in het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. In de cursus “Moleculaire diagnostiek” wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recente ontwikkelingen als micro-arrays en gentherapie komen aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student ervaart dat eiwitdiagnostiek meer en meer moet wijken voor de gendiagnose.
- De extreme gevoeligheid van genonderzoek kan omslaan in een nadeel. PCR is een boemerang, indien niet voldoende gecontroleerd.
- Hij/zij ervaart dat electroforese van eiwitten steunt op dezelfde beweeglijkheid als bij DNA-fragmenten.
- De student ervaart dat het belang van PCR nooit overschat kan worden.
- De varianten van PCR zijn niet te tellen, maar de student moet aanvoelen dat creativiteit de limiet is.
- De impact van real-time (kwantitatieve) PCR is momenteel niet in te schatten. De student moet dit aanvoelen.
- De inbreng van hybridisatie in genprofielen en de pleiade aan toepassingen moet duidelijk geregistreerd worden.
- Gendiagnostiek is niet alleen in klinisch onderzoek waardevol. Tal van andere applicatievormen worden vernoemd. De student ervaart dat naast genetics, ook genomics in de breedste betekenis meer en meer aan belang gaat winnen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De cel
Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsjaar 1
Opleidingsonderdelen uit P4
|
Andere begincompetenties
|
- Genen en erfelijk materiaal is bezitte kennis.
- Gen naar eiwit is verstaanbaar en reproduceerbaar.
- De vier krachten, die alles bepalen en sturen, worden ook hier teruggevonden en dit is verstaanbaar.
|
LEERINHOUDEN
|
- Gendiagnose
- DNA-profiel
- Toepassingen in
- Microbiologie
- Hematologie
- Genetische afwijkingen
- Immunologie
- Carcino
- Forensic research
- The bright future
- DNA-chips
- Proteomics
- Genomics
|
STUDIEMATERIAAL
|
- PCR. Exponentiële amplificatie van erfelijk materiaal. Kluwer Editariaal.
- Den deze of die genen. Eigen cursus (bruikbaar voor meerdere delen).
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
22
|
lesuren
|
28,95
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
50
|
klokuren
|
65,79
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met interactieve inbreng
- Zelfstudiepakketjes
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Maakt deel uit van INT5-1
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Maakt deel uit van INT5-1
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Immunologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Specifiek verweer
Immunologische apparaten
Een oogje op cellen
Humane microscopische anatomie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20058 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
6 |
Wegingscoëfficient: |
6 |
Totaal aantal contacturen: |
59 |
Totaal studietijd: |
156 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info doelstellingen , leerdoelen en competenties zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Specifiek verweer |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20059 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
28 |
Totaal aantal contacturen: |
13 |
Totaal studietijd: |
43,68 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze lessenreeks worden de begrippen antigenen, antistoffen en complement grondig uitgelegd. Heel wat aandacht wordt besteed aan het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen. Monoklonale antilichamen, vaccinatie en verweer tegen infecties sluiten deze lessenreeks af.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student ervaart dat, naast het niet-specifiek verweer, er ook specifieke verdedigingssystemen zijn, die de mens tegen het ontstaan van infecties beschermen.
- De student registreert weerom, dat ook de specifieke vleugel van het immuunsysteem steunt op cellen en eiwitten (immunoglobulines en cytokines).
- Hij/zij ervaart dat twee centrale begrippen in het verweer zijn: antigenen en antilichamen.
- De student kent de produktie en de toepassingen van monoklonale antilichamen en beseft dat het belang hiervan nooit overschat kan worden.
- Hij/zij dient zich ervan bewust te zijn dat de klinisch-relevante antigenen zijn: erythrocytair (ABO- en Rhesus) en cellulair (HLA- met de klasse 1 en 2-eiwitten.
- Hij/zij kent de vier varianten van immuniteit (met de twee aktieve en de twee passieve vormen).
- Vaccinatie wordt een paraat bezit.
- Hij/zij ervaart dat het specifiek verweer tegen bacteriën, virussen en parasieten zal verschillen.
- De student dient duidelijk te beseffen dat het beschermend systeem kan ontsporen (hypo-, hyper- en auto-) en hij moet ook nu reeds beseffen dat bij transfusie, transplantatie en kanker er immunologische processen spelen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De cel
Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsjaar 1
Alle opleidingsonderdelen uit P4
|
Andere begincompetenties
|
- De belangrijkste moleculen uit de bio-organische chemie, de opbouw van de cel en de structuur van eiwitten moeten gekend zijn.
- Het niet-specifiek verweer met zijn cellen en eiwitten is paraat bezit voor de student.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het immuunsysteem
- De vijandige wereld
- Antigenen (vooral de klinisch relevante motieven)
- Antilichamen (met nadruk op monoklonale met hun productie en vooral de toepassingen)
- Immuniteit met de artificiële ontwikkeling via vaccinatie
- Verweer met niet-specifiek en specifiek karakter geïntegreerd (tegen bacterieën, virussen, parasieten).
- Introductie naar komend jaar: het immuunsysteem kan ook ontsporen, maar het blijft betrokken (bij transfusie, transplantatie, kanker).
|
STUDIEMATERIAAL
|
- eigen nota's "Het niet specifiek verweer"
- Zie aangegeven werken in periodeboek (aanwezig in bib en bevraagbaar bij ROB)
- Sesam Atlas van de immunologie (zie deelfiche niet-specifiek verweer 1mlt)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
27,27
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
31
|
klokuren
|
70,45
|
Verdere toelichting:
- Introductietoets rond de kennis van het niet-specifiek verweer
- Hoorcolleges en werkcolleges met meerkeuzevragen en inzichtsvragen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT5-2
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-2
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Immunologische apparaten |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20060 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
22 |
Totaal aantal contacturen: |
21 |
Totaal studietijd: |
34,32 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
We leggen een link naar immunologische bepalingen in een klinisch lab in de onderwijseenheid “Immunologische apparaten”. Ook in de wereld van de immunologische bepalingen is de automatisatie een feit. Reagentia kits, calibratoren, controles: dit zijn termen die in deze lessenreeks aan bod komen en waarmee de laborant vertrouwd moet zijn om die toestellen te hanteren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- P1: alle OO
- P2: Stralen absorberen en kleuren meten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
'Inbrekers verwarren drugs met urinetesters. Bij een inbraak in het dagcentrum De Sleutel zijn een tiental doosjes met giftige producten verdwenen.De doosjes droegen opschriften als ‘cocaïne, amfetamine en opiaten’.Waarschijnlijk zagen de inbrekers hierin een mooie buit aan verdovende middelen. De Sleutel waarschuwt de inbrekers:Het gaat hier niet om drugs, maar wel om reagentia die gebruikt worden door de analysers , voor de opsporing van drugs in urine'' . Ook in de wereld van de immunologische bepalingen is de automatisatie een feit. Reagentia kits, calibratoren,controles:dit zijn termen waarmee de laborant vertrouwd moeten zijn om die toestellen te hanteren.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- BB platform cursus 2BL P5 OO Immunologie
- cursus Immonologische apparaten Reyniers K.
- handig naslagwerk:Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
22,86
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
12
|
lesuren
|
34,29
|
studietijd buiten contacturen:
|
14
|
klokuren
|
40,00
|
Verdere toelichting:
HO, WE en groepswerk
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- A: groepswerk: bondig verslag van max 10 blzn ( /5) en groepspresentatie van max 10 slides ( /5) rond een afgesproken deelthema; het groepscijfer wordt aangevuld met een beoordeling waarbij de studenten elkaar evalueren volgens hun bijdrage aan het groepswerk (peerassessment) ( /5) /15
- B: INT5-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen als open vragen en casusvragen /10
-
- de punten verworden op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid op 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Enkel B kan hernomen worden: INT5-2 schriftelijk examen /10
- De verworven punten van A in de eerste examenperiode blijven behouden ( /15).
- De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid op 20
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Een oogje op cellen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20061 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
33 |
Totaal aantal contacturen: |
16 |
Totaal studietijd: |
51,48 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Reyniers Kathy
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de onderwijseenheid “’n Oogje op cellen” komen de flowcytometrie en de hematologische automaten aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- P1 alle OO
- P2 Stralen absorberen, kleuren meten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
-
''Bijwerkingen chemotherapie: Chemotherapie verstoort de aanmaak van nieuwe bloedlichaampjes. Artsen noemen dit probleem beenmergonderdrukking. De mogelijke gevolgen: vermoeidheid door bloedarmoede, infectiegevaar door een tekort aan witte bloedlichaampjes en het risico op bloedingen die niet overgaan. Door goed op te letten en zo nodig door aanvullende medische behandelingen zijn deze problemen over het algemeen goed te voorkomen of te behandelen.''
- Goed opletten betekent dat men steeds op de hoogte moet blijven van het aantal rode, witte bloedcellen en van de trombocyten. Dit kan vrij snel gebeuren met behulp van de cellentellers: dit zijn de automaten van de hematologie.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- BB platforum cursus 2BL P5 OO Cellen en weefsels
- Cursus 'n Oogje op bloedcellen Reyniers K.
- Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2 (naslagwerk)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
6
|
lesuren
|
11,54
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
9
|
lesuren
|
17,31
|
studietijd buiten contacturen:
|
36
|
klokuren
|
69,23
|
Verdere toelichting:
HO, bedrijfsbezoek en bezoek aan een medisch labo, groepswerk: poster
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- A: groepswerk: groepsposter ( /5) in verband met een afgesproken deelthema; het groepscijfer wordt aangevuld met een beoordeling waarbij de studenten elkaar evalueren volgens hun bijdrage aan het groepswerk (peerassessment) ( /5) /10
- B: INT5-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen als open vragen en casusvragen /10
- de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid op 20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- enkel B kan hernomen worden: INT5-2 schriftelijk examen /10
- De verworven punten van A in de eerste examenperiode blijven behouden ( /10)
- De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid op 65.
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Humane microscopische anatomie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20062 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
28,08 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het maken van histologische preparaten verloopt in een aantal fasen. De histologische technieken zoals biopsie afname, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student is vertrouwd met de problematiek van de staalafname en het uitvoeren van de analyses.
- Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Met het microtoom worden coupes gemaakt. Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Praktijknota's (P. Winnen)
- Platenatlas histologie: Di Fiore's atlas of histology V.P. Eroschenko 8ste editie ISBN 0-683-02818-9 Williams & Wilkins
- Histologische preparaten
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
1
|
lesuren
|
03,45
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
24,14
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
20
|
klokuren
|
68,97
|
Verdere toelichting:
- Werkcollege
- Praktijksessies
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Aanwezigheid in de praktijksessies
- Doorlopende evaluatie tijdens de pracitca
- een praktisch en schriftelijk (INT5-2) eindexamen over de histologische technieken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Een praktisch en schriftelijk (INT5-2) eindexamen over de histologische technieken.
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - De microbiële wereld |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20063 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
40 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De bedoeling is een verkenning te hebben van de microbiële wereld en zijn toepassingen. De intentie is bacteriën te kweken (tellen en identificeren). Virussen (grens leven en dood) zijn zeer belangrijk en worden via case-studie Aids behandeld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Basishandelingen en begrippen uit de microbiologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Programmajaar 1
|
Andere begincompetenties
|
Elementaire regels van de genetica kennen .
De belangrijkste biochemische en bio-organische molekulen in opbouw en eigenschappen als parate kennis meedragen.
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus: Microbiologie- Harry Robberecht- Plantijnhogeschool 2006. Cursus Virology at a glance. Harry Robberecht - Plantijnhogeschool 2007 (transparantenbundel). Cursus "Microbiology. A laboratory manual." 7th Edition. Cappuccino and Sherman. Pearson and Cummings. 0 321 27006 1 (verplichte aanschaf omwille van kleurfiguren midden boek en handig gebruik later in werkomstandigheden).
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
17,14
|
practicum en oefeningen:
|
20
|
lesuren
|
19,05
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
65
|
klokuren
|
61,90
|
Verdere toelichting:
interactieve hoorcolleges . practijksessies van 2u met afleessessies 2u
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT5-3: schriftelijk examen met op de klinische praktijk georiënteerde vragen
- Evaluatie van de praktijksessies: aanwezigheid, houding en werk en verslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- INT 5-3
- Evaluatie van de praktijksessies blijft behouden
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Project: Microbiologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20064 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
38 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter Pittois Karen Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het aansluitend project in deze periode handelt over “Prenatale diagnostiek”. Aan de hand van dit onderwerp zullen de studenten ook vertrouwd geraken met de technologie van immunodetectie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1.
Hij/zij leert vakoverschrijdend te denken.De domeinen klin. biochemie, instrumentele analyse en statistiek komen hier aan bod.
2.
Hij/zij heeft via literatuurstudie, labowerk en de reeds aangereikte leerstof inzicht in het prenatale onderzoek.
3.
Hij/zij kent de basisprincipes van immunodetectie
4.
Hij/zij is in staat een opgegeven ELISA bepaling volledig correct uit te voeren en de resultaten te interpreteren.
5.
Hij/zij is in staat een ELISA tot op zekere hoogte te optimaliseren. Hierbij is hij/zij in staat basisstatistische bewerkingen uit te voeren.
6.
Hij/zij is in staat de commerciële kits te hanteren.
7. Hij/zij kan een totaalprofiel van de patiënt maken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd op alle onderdelen van het eerste jaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Deelname van alle OO van P4 en P5
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Opdracht 1: De studenten wordt gevraagd om via een zelfstudiepakket op computer theoretisch het principe van ELISA te begrijpen. Deze opdracht wordt afgesloten met enkele theoretische vragen.
Opdracht 2: De VUP's leren de studenten de practische uitvoering van een ELISA aan. Hiervan wordt een schriftelijk verslag van gemaakt.
Opdracht3: De studenten zoeken op welke parameters worden bepaald via immunodetectie bij een prenataal onderzoek. Ze bespreken hierbij ook de klinische betekenis van elke parameter en de wijze waarop hij bepaald wordt. Aansluitend worden in een aantal patiëntenstalen deze parameters bepaald met commerciële kits. De studenten wordt gevraagd deze waardes te interpreteren. Hierbij wordt aandacht besteed aan een aantal ethische aspecten. Hier wordt een ppt presentatie van gegeven.
Opdracht 4: De studenten optimaliseren een experimeteel ELISA-protocol. Elke projectgroep zal één stap in het protocol van een experimentele ELISA optimaliseren. Er zal gezocht worden naar een optimale 1ste antilichaamverdunning, 2de antilichaamverdunning, naar een minimaal aantal wasstappen etc... De data uit de verschillende bepalingen worden statistisch geëvalueerd om zo tot een optimaal protocol te komen. Hiervan wordt een wetenschappelijk verslag gemaakt. De bevindingen worden via ppt aan de hele klas meegedeeld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Projecthandleiding met de uitgewerkte opdrachten en hun achtergrond.
Blackboardcursus met externe links, elekt
ronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van labosessies en presentaties, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica,vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten.
Patiiëntenstalen
Commerciële kits + handleidingen hierbij
internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
05,00
|
practicum en oefeningen:
|
12
|
lesuren
|
15,00
|
vormen van groepsleren:
|
20
|
lesuren
|
25,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
42
|
klokuren
|
52,50
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
A: groepswerk groepsproces:projectmap,tutoren,reflectievergadering 25 %
groepsprodukt:evaluatie door VUP's van P5 25 %
B: individuele bijdrage:evaluatie adhv peerassesment 25 %
C: schriftelijk examen op de laatste dag vd projectweek 25%
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel C kan hernomen worden : schriftelijk examen 25%
de verworven punten van A en B 1° examenperiode blijven behouden ( 75%)
de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Farmaceutische wetenschappen |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Farmacologie
Farmaceutische chemie
Toxicologie
Fysiologie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20065 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
9 |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
76 |
Totaal studietijd: |
234 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Fysiologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Farmaceutische wetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20066 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
8 |
Totaal studietijd: |
21,06 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Fysiologie is de leer van de levensprocessen en van de lichaamsfuncties. Het zenuwstelsel is een controle-, coördinatie- en communicatie systeem en zorgt voor de wisselwerking tussen het individu en zijn uitwendig leefmilieu, de regulatie en coördinatie van de verschilende orgaanstelsels en de psychische activiteiten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De studenten kennen de anatomische opbouw van het zenuwstelsel.
De studenten kennen de mechanismen van prikkeloverdracht.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn in het eerste programmajaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van periode 4 en 5
|
Andere begincompetenties
|
Leerstof 1p2: Eiwitten: Een anatomisch overzicht
|
LEERINHOUDEN
|
Het zenuwstelsel is een controle-, coördinatie- en communicatie systeem van het lichaam. Het is verdeeld in een centraal en perifeer zenuwstelsel dat op zijn beurt is verdeeld in een animaal en een autonoom stelsel. De zenuwcellen of neuronen zijn samen met de spiercellen prikkelbare cellen die op prikkels reageren met een verandering van de electrische membraaneigenschappen. De impulsgeleiding is mogelijk door een electrische geleiding en een chemische overdracht thv. de synaps.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Theoriecursus: Fysiologie (Patricia Winnen)
-
anatomische modellen
-
CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
-
naslagwerk in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (6e editie)
-
Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
31,82
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
14
|
klokuren
|
63,64
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 6-1
Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 6-1
Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Farmaceutische chemie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Farmaceutische wetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20067 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
14 |
Totaal studietijd: |
42,12 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vandevelde Pita
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Farmaceutische chemie beidt de chemische achtergrond die nodig zijn voor het begrijpen van farmaceutische wetenschappen. Deze cursus bouwt verder op de principes aangeleerd in de bio-organische chemie, maar is nu toegespitst op de farmaceutische producten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Na de lessenreeks kent de student: de functionele groepen in geneesmiddelen en de stereochemie van geneesmiddelen zuren en basen in de organische chemie de reacties van de aromaten en de heterocyclische aromaten.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Opleidingsonderdeel "Chemie" (1P1) en opleidingsonderdeel "Bio-organische chemie" (1P2)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsonderdeel "Biochemie" (2P4)
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- De functionele groepen in geneesmiddelen
- De stereochemie van geneesmiddelen
- Zuren en basen in de organische chemie
- Aromatische verbindingen en hun reacties
- Heterocyclische aromaten en hun reacties.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijk studiemateriaal:
- cursus P. Vandevelde ‘Farmaceutische chemie’
- Blackboard voor presentaties, extra oefeningen, externe links, mindmaps, discussiefora, FAQ
- Molecuulmodellen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
13
|
lesuren
|
30,95
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
28
|
klokuren
|
66,67
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 6-1 Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de functionele groepen en stereochemie van geneesmiddelen, organische zuren en basen, aromaten en heterocyclische aromaten en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 6-1 Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de functionele groepen en stereochemie van geneesmiddelen, organische zuren en basen, aromaten en heterocyclische aromaten en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Farmacologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Farmaceutische wetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20068 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
45 |
Totaal aantal contacturen: |
36 |
Totaal studietijd: |
105,3 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze lessenreeks wordt de student vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen van de farmacokinetiek, farmacodynamiek en farmacotherapie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De studenten kennen de farmacokinetische basisprincipes
De studenen hebben kennis van de voornaamste farmacologische groepen
De studneten kunnen het verband leggen tussen structuurformule en farmacologische werking
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn in het eerste programmajaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van periode 4 en 5
|
Andere begincompetenties
|
Grondig inzicht in bio-organische chemie
|
LEERINHOUDEN
|
In een eerste deel "Algemene farmacologie" worden de aspecten van de geneesmiddelenleer behandelt die onafhankelijk van het specifieke geneesmiddel te beschouwen zijn. Aandacht wordt besteed aan opname, verdeling, uitscheiding en algemene moleculaire werkingsmechanismen van geneesmiddelen.
In een tweede deel "Speciële farmacologie" worden de verschillende groepen geneesmiddelen voorgesteld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Ppt-presentaties van elke les
Oefeningenpakket - Peter Partoens
Atlas van de farmacologie; ISBN 90-5574-472-7
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
35
|
lesuren
|
33,02
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
70
|
klokuren
|
66,04
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Geïntegreerd examen INT-6.1
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Ge¨ntegreerd examen INT-6.1
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Toxicologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Farmaceutische wetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20069 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
29 |
Totaal aantal contacturen: |
18 |
Totaal studietijd: |
67,86 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze lessenreeks maakt de student kennis met een breed aantal begrippen uit de toxicologie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-De student kent een breed aantal begrippen uit de toxicologie (LD50, enz.)
-Hij ervaart dat de schadelijkheid van een stof functie is van tal van factoren.
-Uit de deelgebieden van de toxicologie wordt vooral de voedselintoxicatie bekeken met de verschillende analysetechnieken. Hij dient de verschillende vormen voor de verschillende contaminanten te bezitten.
-Uit de klinische toxicologie (inclusief intoxicaties, al of niet intentioneel) kent hij een aantal aspecten van TDM (therapeutic drug monitoring)
-Hij bouwt stevige en parate kennis op rond zware metalen, pesticiden en pcb's/dioxines.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- Alle opleidingsonderdelen uit programmajaar 1
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
- Opleidingsonderdeel Biochemie
|
Andere begincompetenties
|
- Basisbegrippen uit de organische chemie
- Elementaire regels van de aamgeving
|
LEERINHOUDEN
|
-algemene begrippen uit de toxicologie
-de schadelijkheid van een stof wordt bepaald door tal van factoren
-de verschillende gebieden van de toxicologie:
a) experimenteel, epidemiologisch en fundamenteel.
b) arbeidstoxicologie, klinische toxicologie, milieutoxicologie
case studie: TDM
c) voedingsmiddelentoxicologie:
*exo- en endotoxines
*teeltcontaminanten
*bewaarcontaminanten
*milieucontaminanten
*bereidingscontaminanten
-drie case-studies: zware metalen, pesticiden, dioxines en pcb's.
-analysetechnieken voor toxines
|
STUDIEMATERIAAL
|
-zelfstudiepakket: Toxicologie (Universiteit Antwerpen) (Harry Robberecht)
-CD-rom: xenobiotica in food (ppt's, 202 slides) (eigen werk: harry robberecht)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
25,00
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
50
|
klokuren
|
73,53
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT-6.1. schriftelijke vorm
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 6.1. schriftelijke vorm
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Instrumentele analyse van geneesmiddelen |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20070 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
6 |
Wegingscoëfficient: |
6 |
Totaal aantal contacturen: |
47 |
Totaal studietijd: |
156 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Gutschoven Inge Verbeke Patrick
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het deel ‘Chromatografische analyse" worden de verschillende vormen van chromatografie besproken en uitgevoerd. In het laboratorium wordt veel aandacht besteed aan het belang van de verschillende meetvoorwaarden en het gebruik van externe en interne standaarden.
De verschillende spectroscopische technieken die gebruikt worden in de determinatie, analyse en de zuiverheidscontrole van een (on)-bekende stof komen aan bod in het deel ‘Spectroscopie’.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij kan de werking van MS en NMR bespreken
- Hij kan de werking van GC en HPLC bespreken
- Hij kan chromatografische scheidingen (DLC, GC, HPLC) uitvoeren;hij kan de mogelijkheden en beperkingen van een chromatografische bepaling inschatten
- Hij kan de gegevens uit een chromatogram omrekenen naar de gevraagde concentratie(s) in het staal. Hij kan de gegevens en de resultaten van een chromatografische analyse verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag.
- Hij kan de belangrijkste fragmentatiepatronen in een organische molecule opschrijven.
- Hij kan op een correcte wijze, uitgaande van een gegeven IR-spectrum, de aanwezige functionele groepen bepalen.
- Hij kan de factoren die een invloed hebben op de ligging & intensiteit van het golfgetal waargenomen in een IR-spectrum opsommen.
- Hij kan uitgaande van een UV-spectrum een groot geconjugeerd systeem, een carbonylgroep of een benzeenkern herkennen.
- Hij kan de invloed van delocalistie op het waargenomen UV-spectrum verklaren.
- Hij kan de opsplitsingspatronen zichtbaar in een 1H-NMR spectrum verklaren.
- Hij kan de verschillende parameters die de ligging van de delta-waarde (van een 1H-kern) beïnvloeden toepassen op een gegeven organische molecule.
- Hij kan het principe van C13-NMR weergeven.
- Hij kan eenvoudige C13 spectra interpreteren.
- Hij kan op basis van een IR, UV, NMR en massaspectrum de structuur van een organische molecule bepalen.
- Hij kan een definite geven van de veel gebruikte spectroscopische termen.
- Hij kan op een juiste wijze gebruik maken van tabellen.
- Hij kan via het internet spectra opzoeken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
- oplosbaarheid
- maken van grafieken
- afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie
- kennis van Word en Excel.bepaling van de onverzadigdheidsgraad
|
LEERINHOUDEN
|
- principe van massaspectrometrie
- principe van kernmagnetische resonantie spectrometrie (NMR)
- principe en gebruik van dunnelaag chromatografie
- gaschromatografie
principe, kwaliteit van een scheiding, kwalitatieve en kwantitatieve bepalling (o.a. interne standaard methode), gebruik van de methode
- vloeistofchromatografie (HPLC)
principe, NP en RP scheidingen, gebruik van de methode
- structuurbepaling van een organische molecule via NMR, UV, IR en massaspectra
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus "Chromatografie en Spectroscopie", P. Verbeke - I. Gutschoven - Plantijnhogeschool 2007-08.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
lesuren
|
12,50
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
lesuren
|
14,38
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
113
|
klokuren
|
70,63
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges afgewisseld met oefeningen
- Lab: de studenten werken per 2.
- Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges
- De studenten worden verwacht zelfstandig oefeingen te maken
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- integratieve toets INT 6-2
- permanente evaluatie van het labwerk, verslagen, korte toetsen over parate kennis en vraagstukken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- integratieve toets
- de punten behaald op het labwerk blijven behouden, enkel de integratieve toets INT 6-2 kan hernomen worden.
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Project: Analyse van geneesmiddelen |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20071 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
39 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Pittois Karen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
"CSI Antwerp"
Analytische scheikunde in het forensisch onderzoek.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Hij/zij leert vakoverschrijdend te denken. De domeinen fysiologie, farmaceutische chemie, farmacologie, toxicologie, instrumentele analyse en statistiek komen hier aan bod.
Hij/zij heeft via literatuurstudie en de reeds aangereikte leerstof inzicht in forensisch analytisch onderzoek
Hij/zij is in staat verschillende opgegeven GC-MS en infrarood spectra te analyseren en aan de hand hiervan een onbekende stof onder te brengen in een chemische klasse
Hij/zij is in staat om aan de hand van verschillende opgegeven spectra deze analyse verder te verfijnen en een onbekende chemische stof verder te identificeren
Hij/zij kan de juiste staalvoorbereidingsmethode kiezen voor een opgegeven monster en deze beschrijven
Hij/zij is in staat een wetenschappelijke tekst de opeenvolgende stappen van de analyse te beschrijven
Hij/zij is in staat adhv een ppt presentatie de bekomen resultaten en de bespreking ervan voor te leggen aan de 2BL medestudenten en lectoren (groepswerk).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
alle onderdelen van het eerste jaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Deelname aan de OO van P4, P5 en P6
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Projecthandleiding met de uitgewerkte opdrachten en hun achtergrond. Blackboardcursus met externe links, elektronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van oefensessies en presentaties, uitwisseling van informatie waaronder uitgewerkte oefeningen, vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten. Internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
02,53
|
practicum en oefeningen:
|
16
|
lesuren
|
20,25
|
vormen van groepsleren:
|
20
|
lesuren
|
25,32
|
studietijd buiten contacturen:
|
40
|
klokuren
|
50,63
|
Verdere toelichting:
hoorcollege (2 uur)
Computeroefeningen (16 uur)
zelfstudie
verslag van practicum
ppt (per groep 1)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
groepswerk
groepsproces:projectmap,tutoren,reflectievergadering 25 %
groepsprodukt:evaluatie door VUP's van P5 25 %
B: individuele bijdrage:evaluatie adhv peerassesment 25 %
C: schriftelijk examen op de laatste dag vd projectweek 25%
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel C kan hernomen worden : schriftelijk examen 25% de verworven punten van A en B 1° examenperiode blijven behouden ( 75%) de punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Statistiek en POP |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Statistiek
POP
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20072 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
41 |
Totaal studietijd: |
104 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Statistiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Statistiek en POP |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20073 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
75 |
Totaal aantal contacturen: |
41 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties . In periode 4 (vervolg van de cursus van het eerste jaar met de beschrijving van de meetfouten) gaan we dieper in op de analyse van de meetfouten en gaan we technieken bekijken (hypothesetesten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen (hypothesen) over bepaalde analysemethoden of toestellen te beantwoorden en om deze methode te valideren. In periode 5 bekijken we statistiek op ‘populatie’-niveau: kansrekenen toegepast op de bevolking waarmee je gezondheidsrisico’s kan inschatten (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen. In periode 6 (vervolg van periode 4) gaan we dieper in op de analyse van de oorzaken van meetvariatie (measurement error) en gaan we technieken bekijken (statistisch proefopzetten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om optimale instellingen voor toestel en/of analysemethode te zoeken om zo de meetvariatie te minimaliseren (kwaliteitszorg). De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om met een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Periode 4
- De student kan gericht gegevens verzamelen (een proefopzet opstellen in functie van gestelde hypothese en gekozen hypothesetest), deze gegevens statistisch verwerken en de resultaten interpreteren.
- De student kan een aantal statistische toetsen (die passen binnen het kader van methodevalidatie, meer bepaald juistheid en precisie) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren: t-testen op populatiegemiddelden, chi kwadraat-en F-test op populatievarianties.
- De student kan goodness-of-fit testen (chi kwadraat-test en Kolmogorov-Smirnov) uitvoeren.
- De student kan de statistische gegevensanalyse uitvoeren met Excel en de output van andere statistische software lezen en interpreteren.
- De student kan de statistiek van proporties correct toepassen (binomiale verdeling, z-testen en onafhankelijkheidstest).
Periode 5:
De student kan de waarde van een wetenschappelijk artikel (verslag van een epidemiologisch onderzoek) plaatsen, begrijpen, interpreteren. De student kan meewerken aan een epidemiologische studie. De student kan de wiskunde van de toevalsveranderlijken toepassen op frequentietabellen (kansrekenen – odds – risico). De student kan gezondheid en ziekte ‘meten’ (prevalentie – incidentie; ratio – rate). De student kan de resultaten van epidemiologische studies (cohort – case-control – clinical trial) verwerken en interpreteren (gebruik van de geschikte associatiematen AR, RR of OR). De student kan kansrekenen gebruiken om de kwaliteit van een diagnose uit te drukken (gevoeligheid, specificiteit, voorspellingswaarden, ROC-curve, regel van Bayes, kappa-waarde). De student kan kansrekenen gebruiken om de kwaliteit van een merkergen uit te drukken (lodscore). De student kan kansrekenen gebruiken bij voorspellingen ivm erfelijke aandoeningen (stambomen).
Periode 6:
De student kan gericht gegevens verzamelen (een statistisch proefschema opstellen in functie van de onderzoeksvragen), deze gegevens statistisch verwerken en de resultaten interpreteren. De student kan de klassieke variantieanalyses (1, 2 en 3 factoren) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren. De student kan lineariteitstesten uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren. De student kan factoriële proefschema’s (2²- en 2^3-designs) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren. De student kan robuustheidstesten (Plackett-Burman en Youden-Steiner) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren. De student kan alle statistische gegevensanalyses uitvoeren met Excel en de output van andere statistische software lezen en interpreteren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
'meten is weten' uit 1BL
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Periode 4
-
hypothesetesten (1 steekproef en normale verdeling): verdeling van een steekproefgemiddelde; hypothesetesten (t-test op µ, chi kwadraat-kwadraat-test op variantie; verband met betrouwbaarheidsindervallen (cursus 1ste jaar); p-waarde, type I en type I
I fouten
-
hypothesetesten (2 steekproeven en normale verdeling):
t-test op µ1 - µ2 (onafhankelijke steekproeven); t-test op µ1 - µ2 (afhankelijke steekproeven); F-test op varianties
-
de statistiek van proporties – goodness-of-fit: binomiale verdel
ing; z-test op proporties; chi kwadraat-onafhankelijkheidstest voor kruistabellen; chi kwadraat als goodness-of-fit test; Kolmogorov-Smirov-test naar normale verdeling
-
link naar methodevalidatie: juistheid; precisie; LO
D
Periode 5:
-
Kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels) en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio en rate); basismodel epidemiologisch onderzoek – cohort – case-control – clinical trial; associatiematen (RR – AR – OR).
-
Kansrekenen - diagnostiek: kengetallen: gevoeligheid (Se) – specificiteit (Sp) – voorspellingswaarden; onderlinge samenhang van de kengetallen – regel van Bayes; onderlinge samenhang v
an de kengetallen – ROC-curve; genetica: regel van Bayes en stambomen – regel van Bayes en merkergen (lodscore).
-
methodevergelijking – deel II: methodevergelijking met kappa-waarde
Periode 6:
-
Variantieanalyse - 1 factor: homogene varianties; één factor ANOVA; Duncan's Multiple Range test; verband met formules gegroepeerde metingen (1ste jaar)
-
lineariteitstesten: lineariteitstest – GOF; lineariteitstest – LOF-PE; kwaliteitscoëfficiënt QC van een rechte
-
variantieanalyse – 2&3 factoren: twee factor ANOVA; drie factor ANOVA: double randomized block; drie factor ANOVA: latijns vierkant
-
variantieanalyse – factorieel en fractioneel: factoriële proefschema’s en effecten; 2²- en 23-
proefschema’s (t-testen en F-testen); fractionele 2k-proefschema: Plackett-Burman (t-testen); robuustheidstest: Youden-Steiner (t-testen)
|
STUDIEMATERIAAL
|
hoofdstukken 7 tem 15 uit de cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2007
“formuleboekje statistiek” (deel 1BL en deel 2BL) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2007
rekenmachine
wetenschappelijke artikels
cursus statistiek op Bb
www.westgard.com
aanvullend in de bib:
-
‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
-
‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
-
‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526)
-
‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
Periode 5:
-
Cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2006
-
“formuleboekje statistiek” (deel 1BL en deel 2BL) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2006
-
rekenmachine (type ‘college’): het gebruik van grafische rekentoest
ellen is bij de toetsen niet toegelaten
-
wetenschappelijke artikels
-
-
-
-
‘Medical statistics at a glance’ van Petrie en Sabin (ISBN 0632050756)
-
‘understanding clinical papers’ van Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
-
‘making sense of data’ van Abrahamson (ISBN 0195145259)
-
fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
Periode 6:
-
cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2006
-
“formuleboekje statistiek” (deel 1BL en deel 2BL) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2006
-
rekenmachine (type ‘college’): het gebruik van grafische
rekentoestellen is bij de toetsen niet toegelaten
-
wetenschappelijke artikels
-
cursus statistiek op Bb
-
www.westgard.com
-
aanvullend in de bib:
-
‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
-
‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
-
‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526)
-
‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
35
|
lesuren
|
35,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
59
|
klokuren
|
59,00
|
Verdere toelichting:
-
hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het lab en de wetenschappelijke vakliteratuur worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
-
de nadruk ligt op begrijpen en i
nterpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
-
zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
-
andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback do
or lector (e-mail)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
na elke periode wordt er een schriftelijke toets (maximaal 2cu) over de leerstof van deze periode georganiseerd (tijdstip in overleg met de studenten)
-
open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
-
gebruik van een rekenmachine is toegelaten
-
samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct
toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
-
in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld
-
studenten die afwezig zijn op één of meerdere toetsen krijgen een A (en halen dus een A voor het opleidingsonderdeel ‘statistiek’)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
één toets (maximaal 4cu) over de drie componenten statistiek
|
|
| |
|
2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - POP |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Statistiek en POP |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20074 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
25 |
Totaal aantal contacturen: |
0 |
Totaal studietijd: |
26 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De studenten worden verplicht om tijdens hun studie binnen de Plantijnhogeschool een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) op te stellen. Het gebruik van een POP is een zeer verspreide techniek in de bedrijfswereld en we willen onze studenten hierop voorbereiden. De studenten worden aangeleerd hoe ze aan de hand van hun eigen studie en resultaten via zelfreflectie tot een beter inzicht van zichzelf komen. Hierdoor komen zij op de arbeidsmarkt, niet alleen met een uitgebreide technische kennis en technische vaardigheden maar zijn zij ook in staat om een betere planning te maken van hun latere loopbaan. De studenten worden op deze manier verplicht om de tijd te nemen om na te denken over hun persoonlijke ontwikkeling. De studenten hebben hierover per academiejaar een aantal afspraken met hun studieloopbaanbegeleider.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan reflecteren ove het eigen handelen binnen de onderwijsgroep.
De student kan reflecteren over het eigen leerproces en op basis van deze reflecties het leerproces bijsturen.
De student leert denken in termen van leerdoelen en competenties en er is een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Het POP is een kaft met tabbladen en invulformulieren. Vooraan zit een inhoudsopgave die je moet volgen. Bewaar alle documenten per onderdeel chronologisch waarbij het meest recente document bovenaan ligt. Deze kaft gaat jouw volledige opleiding mee. In dit POP horen de volgende gegevens thuis:
- Persoonlijke informatie
- Studietijdmeting
- Archief van bereikte competenties
- Verslag van 3 gesprekken met studieloopbaanbegeleider
- Werken in projectgroep (archief van je peerassessment formulieren en je persoonlijke verslagen van de reflectievergaderingen).
|
|
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Het algemene cgo-boek
- map met invulbladen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
12
|
klokuren
|
100,00
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De beoordeling van het POP gebeurt op basis van volledigheid door je studieloopbaanbegeleider.
Bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van afspraken, nakomen van de afspraken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
niet mogelijk
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|