|
3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3MLT - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Bacteriologie en serologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30068 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
71 |
Totaal studietijd: |
182 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Bacteriologische stalen worden theoretisch besproken. In de practica worden stalen geënt, nagekeken op commensale flora of mogelijke pathogenen en worden antibiotica getest tegenover de pathogene bacteriën.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1.
Verwerking van medische bacteriologische stalen : herkenning van eventuele commensale flora , opzoeken en identificatie van pathogene bacteriën.
2.
Uitvoering en interpretatie van het antibiogram
3. Uitvoering en interpretatie van serologische testen : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen van micro-organismen in lichaamsvochten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Basisbegrippen en handelingen uit de microbiologie
Medische microbiologie
Immunologie.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
1. Bespreking van medische bacterologische stalen : de commensale flora, de mogelijke pathogenen per monster, de identificatieschema’ 2. Het antibiogram : het testen van antibiotica tegenover de pathogene bacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling 3. De antibiotica : hun werkingsmechanisme, de systematiek, het belangrijk probleem van de resistentievorming van bacteriën tegenover deze antibiotica 4. Serologie : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen (antistoffen) van micro-organismen in het bloed (serum) met als doel de diagnose van virale, bacteriële en protozoa-infecties. Tevens worden de technieken besproken om deze antigenen en antilichamen op te sporen. 5. Volgende stalen worden besproken :
- urine
- faeces
- sputum en keel
- etter
- antibiogram
- serologische testen
|
STUDIEMATERIAAL
|
w
cursus Microbiologie (P. Van Rossom / C. Vanhentenrijk)
w
power point Microbiologie (P. Van Rossom / C. Vanhentenrijk))
w
Medische microbiologie voor laboratoriumtechnolopgen : deel 1 en 2 J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave
w
Artikels uit kranten en tijdschriften
Website « microbiologie » op Internet
-
Medische stalen
-
Praktijknota's (P. Winnen)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
33
|
lesuren
|
17,74
|
practicum en oefeningen:
|
34
|
lesuren
|
18,28
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
115
|
klokuren
|
61,83
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
Practica
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Schriftelijk examen met 3 grote theoretische vragen :
- (1) bespreking van een bacteriologisch staal
- (2) uitleg over een deel van het antibiogram of i.v.m. antibiotica
- (3) een bespreking van een virale of bacteriële of protozoa-infectie
- met aandacht voor het laboratoriumonderzoek
- « open boek » ondervraging : het zoeken naar kenmerken van bacteriën, samenstelling voedingsbodems, interpretatie antibiogram
Mondeling examen over gans de opleiding van microbiologie in aanwezigheid van een extern jurylid in de persoon van een klinisch-bioloog werkzaam in een klinisch laboratorium. Hier komen de practische vragen aan bod, waarop een medisch laboratoriumtechnoloog moet kunnen antwoorden Doorlopende evaluatie tijdens de practica en praktisch eindexamen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Idem
Punten praktijk blijven behouden
|
|
| |
|
3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Hematologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30069 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
44 |
Totaal studietijd: |
182 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Zowel binnen de subdiscipline ‘ cytologie ‘ als ‘ hemostase ‘ wordt de nadruk gelegd op de patologie. De belangrijkste anemieën, leukemieën en stollingspatologieën worden besproken, naast andere hematologische aandoeningen zoals Myelomen.
De klemtoon ligt vooral op de laboratoriumtoepassingen en de rol van de MLT, maar er wordt eveneens belang gehecht aan de klinische context van de ziekte.Verder wordt in de hemostase terug gesproken over de rol van stollingsbeïnvloedende medicatie vanwege het grote belang in de praktijk. De laatste trends op gebied van trombosepatologie worden eveneens in de cursus opgenomen .
In de ‘ immuunhematologie ‘ worden andere bloedgroepsystemen dan ABO-en Rhesus-inclusief HLA-en HPA-systeem- nader bekeken, beperkt tot diegene die frequent voorkomen. Het ABO-en Rhesussysteem blijven belangrijk en moeten ook nu gekend zijn .
Een belangrijk deel wordt gewijd aan ‘ bloed –en bloedderivaten ‘, zowel de bereiding, bewaring als klinische toepassingen met daarnaast kruisproeven.
Een ander aspect van de cursus zijn lichaamsvochten, die telkens in totaliteit worden behandeld, zij het met klemtonen op het cytologisch gedeelte
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Theorie:
-
De meest courante bloedgroepsystemen met hun eigenschappen kennen(antigenen en antistoffen)
-
Kruisproeven : verschillende technieken + fasen kennen, reacties kunnen interpreteren
-
Bloed-en bloedderivaten : bereiding , bewaring en toepassing kennen
-
Compatibiliteit tussen antigen en antistof kunnen interpreteren.
-
HLA-en HPA-systeem kennen.
-
Technieken gebruikt in de immuunhematologie kennen.
-
De belangrijkste anemieën en leukemieën en stollingspatologieën kennen op laboratoriumgebied m et noties van de kliniek.
-
Pre-analytische fase in hematologie kennen en kunnen toepassen in de praktijk.
-
Ethische aspecten + laboratoriumtesten kennen.
-
Referentiewaarden van de basisparameters kennen
-
Toepassing van de bloedafnamebuisjes in de hematologie, hemostase en Immuunhematologie kennen.
-
Trombosepatologieën: verschillende parameters kunnen opsporen met + beperkte kliniek kennen.
-
Idem voor trombofilie.
-
Daarnaast ook volgende ziekten : hemochromatose , Polycythemie , niet-maligne afwijkingen van de witte bloedcellen, lymfomen( beperkt) , plasmacelafwijkingen , MDS en myelofibrose : telkens het laboratoriumgedeelte goed kennen en kunnen toepassen, klinisch gedeelte kennen.
-
De verschillende lichaamsvochten ( pleuravocht , ascitesvocht , cerebrospinaal vocht , semenanalyse , urinesediment en bronchoalveolaire lavages . .): practisch cytologisch gedeelte, theoretisch gedeelte kennen.
Labo:
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
p3: Hematologie; p4: Hemostase; p5: Immunologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Theorie:
- Basis hematologie, hemostase en immuunhematologie
- Basis anatomie
- Basis immunologie
- Basis Biochemie
- Basis Instrumentele analyse
- Kennis internet (gericht zoeken)
- Basis microbiologie
Labo:
- De basiskennis hematologie van het tweede jaar
|
LEERINHOUDEN
|
Theorie:
- Andere Bloedgroepsystemen naast ABO-en Rhesus: Kell, Duffy..
- Kruisproeven+varianten
- Bloedbankbeheer
- Bloed+bloedderivaten (+kunstbloed)
- Patologische hematologie(stamcelafwijkingen met o.a. leukemieën, anemieën, myelomen e.a.)
- Niet-maligneafwijking
- Patologisch Hemostase (Afwijkingen in primaire en secundaire hemostase met o.a.Ziekte van , hemofilie.)
- Antistollingsmedicatie
- Trombofilie
- Lichaamsvochten
- Pre-analytische Klinische Biologie
Labo:
- Bepalen van bloedgroep en ondergroepen Leucocytendifferentieatie van normale en pathologische stalen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Theorie:
- cursus
- actuele websites
- atlas (cfr. practicum)
- boeken en tijdschriften
Labo:
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
lesuren
|
13,59
|
practicum en oefeningen:
|
15
|
lesuren
|
08,15
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
140
|
klokuren
|
76,09
|
Verdere toelichting:
Theorie:
- HC (ppt presentaties)
- WC (interpretaties immuunhematologie)
- Kleine zoekopdrachten, te bespreken in de volgende les
Labo:
- 6 labosessies van 3 lesuren
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Theorie:
- Tijdens academiejaar 1 à 2 testen
- Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding); deel hoofdvragen; deel kleine vragen
- Praktisch deel (interpretatie stollingsprobleem, bloedgroep, kruisproef, bloodbanking)
Labo:
- Doorlopende evaluatie tijdens de praktica
- Eindexamens immuno-hematologie en hematologie
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Theorie:
Tijdens academiejaar 1 à 2 testen
Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding); deel hoofdvragen; deel kleine vragen
Praktisch deel (interpretatie stollingsprobleem, bloedgroep, kruisproef, bloodbanking)
Punten praktijk blijven behouden
|
|
| |
|
3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Immunopathologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30070 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
26 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Vertrekkend van de basiskennis van het 2de jaar worden de immuunpathologische reacties overlopen met hyperreactiviteit, immuundeficiënties en auto-immuunziekten. Speciale aandacht krijgen HIV en AIDS met hun diagnostiek. Hierbij worden de gendiagnostische testen na DNA-amplificatie (PCR) speciaal onder de loep genomen. De betrokkenheid van het immuunsysteem bij transplantatie en afstoting, kanker en neurologische processen wordt duidelijk aangetoond.
Tot slot wordt ingegaan op de immunochemische testen met de vele varianten zoals die in de klinische diagnostiek via kits en automaten worden aangewend.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
inzicht in de drie groepen van immuunafwijkingen.
-
als case study wordt aids met hiv, diagnostiek en therapeutische aanpak gegeven en breder geplaatst in virusdiagnostiek.
-
bij immuunbetrokkenheid in kanker wordt vooral de diagnostiek en de therapie bestudeerd.
-
inzicht wordt nagestreefd in de verschillende testen, die steunen op de antigeen-antilichaamreactie.
- de student moet ook ervaren dat de serologische detectie het in gevoeligheid gaat afleggen tegen de moleculaire diagnostiek, vooral na amplificatie van DNA via PCR
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van het eerste programmajaar
Biochemie
Immunologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- De drie hoofdgroepen van immuundeviaties: hyper (vier vormen), hypo(vier vormen) en auto-immuniteit.
- Aids en virusdiagnostiek.
- De immuunbetrokkenheid bij transplantatie en kanker
- Immunochemische detectiesystemen (immuundiagnostiek)
|
STUDIEMATERIAAL
|
- eigen nota's
- transparanten-bundeling: virology at a glance (eigen bundel)
- Sesam Atlas van de immunologie (zie 1 en 2 mlt)
- PCR-boek. Robberecht. Kluwer Editorial. ISBN 90-6716-880-7
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
22
|
lesuren
|
26,83
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
56
|
klokuren
|
68,29
|
Verdere toelichting:
13 sessies van 2 uur
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- schriftelijk examen rond AIDS en virusdiagnostiek (15 % van de punten) in december
- mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (februari)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
mondeling examen over het gehele pakket in september
|
|
| |
|
3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Parasitologie en mycologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Mycologie
Parasitologie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30049 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
8 |
Wegingscoëfficient: |
8 |
Totaal aantal contacturen: |
77 |
Totaal studietijd: |
208 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie deelfiches
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
|
| |
|
3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Parasitologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Parasitologie en mycologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30050 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
51 |
Totaal aantal contacturen: |
40 |
Totaal studietijd: |
106,08 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus geeft een overzicht van de voornaamste eukaryote parasieten van de mens.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de kennis van de voornaamste parasieten van de mens grondig beheersen
- de biologische achtergrond begrijpen van de ontwikkelingscycli
- de plaats van de mens inzien in het geheel van het ecologisch systeem
- de verschillende technieken aanleren of bestuderen om parasieten bij de mens op te sporen, of om ze vermijden
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
basiskennis biologie
|
LEERINHOUDEN
|
-
algemene informatie over de parasiet en zijn omgeving, begrippen epidemiologie, nomenclatuur, ziekteprocessen, diagnose, controle en preventie, historiek
-
flagellaire parasitaire protozoa van het verteringskanaal, de urogenitale wegen, bloed en weefsels
-
amoeben van het verteringskanaal en pathogene vrijlevende amoeben
-
coccidia, microsporidia, piroplasmen en gecilieerde protozoa
-
malaria-parasieten
-
platworminfecties, trematoden en schistosomen
-
amphistomate en distomate 'botten'
-
lintwormen
-
aphasmide nematoden, rhabditiden en strongyliden
-
oxyuroidea, ascaridoidea en spirurida
-
filariae
-
insecten van medisch belang: luizen, kakkerlakken, wantsen, diptera en vlooien
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
microscopische preparaten
-
vers faecesmateriaal met wormeieren
-
geconserveerde volwassen wormen
-
wetenschappelijke artikels en fotomateriaal
-
cursus parasitologie deel 10A: algemene informatie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10B: protozoölogie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10C: helminthologie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10D: arthropoda - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10E: laboratoriumtechnieken - Rob Asselberg
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
38
|
lesuren
|
34,86
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
69
|
klokuren
|
63,30
|
Verdere toelichting:
- hoorcolleges
- praktijksessies (aanwezigheid verplicht)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT7-4
- permanente evaluatie van de praktijksessies (30%)
- schriftelijk examen (70%)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
schriftelijk (de punten van de permanente evaluatie blijven behouden)
|
|
| |
|
3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Mycologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Parasitologie en mycologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30051 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
49 |
Totaal aantal contacturen: |
37 |
Totaal studietijd: |
101,92 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Deze lessenreeks geeft een overzicht van de verschillende fungische aandoeningen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kennis en overzicht van de verschillende fungische aandoeningen
- laboratoriumtechnieken voor onderzoek van klinische stalen in het mycologisch laboratorium
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
basiskennis microbiologie
|
LEERINHOUDEN
|
-
noties van fungische systematiek toegespitst naar pathogene schimmels
-
morfologie van anamorfe en teleomorfe vormen
-
mycetisme overzicht, case-report
-
mycotoxicose o.a. aflatoxines
-
fungische allergie
-
oppervlakkige mycosen - o.a. dermatofieten
-
subcutane mycosen
-
diepe inheemse mycosen Aspergillose - Cryptococcose
-
diepe candidose - zygomycose -
-
Pneumocystis jiroveci
-
diepe uitheemse mycosen
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
microscopische preparaten van schimmelkulturen
-
schimmelstammen voor kultuur en identificatie
-
klinische stalen van oppervlakkige mycosen
-
histologische preparaten subcutane en diepe mycosen
-
cursus medische mycologie - Frans Paulussen
-
verschillende atlassen - referentiewerken mycologie
-
wetenschappelijke artikels - case reports- review artikels
| | | |
| | | |