|
2 Chemie - 2CH - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Industriële scheidingstechnieken |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00458 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
21 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Spanoghe Mark
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het opleidingsonderdeel "Industriële Scheidingstechnieken" bestaat uit twee grote delen. Het eerste handelt over de aanmaak en eigenschappen van colloïdale oplossingen. Het tweede deel behandelt voornamelijk industriële, mechanische scheidingstechnieken. Dit deel is enerzijds een voorbereiding op de afstudeerrichting "Procestechnologie" van het derde jaar maar levert anderzijds alle studenten ook inzicht in klassiek veel gebruikte technieken zoals bvb. allerlei soorten filtratie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan de soorten colloïden opnoemen.
- De student kan elementaire kennis bezitten over de eigenschappen, bereiding, stabiliteit en vernietiging van colloïdale systemen
- De student weet wat associatiecolloïden, schuimen, films en gels zijn en er enkele opvallende eigenschappen van kennen
- De student bezit elementaire kennis van enkele mechanische (verkleinen en fasenscheidingen) eenheidsbewerkingen
- De student kent van elke eenheidsbewerking, de begrippen uit de fysica, fysicochemie en chemie die aan de grondslag liggen van de scheiding
- De student kan van elke eenheidsbewerking, enkele typische apparaten schematisch voorstellen en hun werking kunnen uitleggen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Algemene scheikundige en fysische basiskennis.
|
LEERINHOUDEN
|
- Colloïden
- definitie en soorten colloïden
- oorzaken van stabiliteit van colloïden
- bereiding van colloïdale dispersies
- kinetische eigenschappen van colloïden
- dialyse, electroforese en electro-osmose
- flocculatie en coagulatie
- druppel coalescentie
- dunne films, schuimen en gels
- adsorptie
- Mechanische eenheidsbewerkingen
- verkleinen
- scheiding vast-vast
- deeltjesgrootteanalyse
- klasseren
- hydroklasseren
- aëroklasseren
- scheiding vast-gas
- ontstoffing door zwaartekracht
- ontstoffing door centrifugaalkracht
- stoffilters
- elektrostatische filters
- natte stofvangers
- scheiding vast-vloeistof
- sedimentatie
- filtratie
- centrifugaalscheiding
- scheidng van emulsies
- bezinktanks
- vloeistofcentrifuges
- filtratie
- hydrocycloon
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus theorie : "Industriële scheidingstechnieken deel I: Colloïden"- auteur M. Spanoghe - Plantijnhogeschool 2007.
- Cursus theorie : "Industriële scheidingstechnieken deel II: Mechanische scheidingstechnieken"- auteur M. Spanoghe - Plantijnhogeschool 2007.
- Eigen notities.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
20,73
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
61
|
klokuren
|
74,39
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges, gedeeltelijk opbouwend via vraagstelling.
- Oefeningensessies en bespreking van klassikaal uitgewerkte vraagstukken.
- Monitoraat op vraag van de student.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De schriftelijke integratieve toetsing INT4-1, tijdens de examenweek, bestaat gedeeltelijk uit vraagstukken .
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Schriftelijke integratieve toetsing INT4-1 gedeeltelijk bestaande uit vraagstukken .
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Van monster tot te meten oplossing |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Spectromedische analysetechnieken
Staalvoorbereiding en analyse
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20017 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
76 |
Totaal studietijd: |
182 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Dhont Karin Verbeke Patrick
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie ECTS-deelfiches componenten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
zie ECTS-deelfiches componenten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
zie ECTS-deelfiches componenten
|
Andere begincompetenties
|
zie ECTS-deelfiches componenten
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Staalvoorbereiding en analyse |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Van monster tot te meten oplossing |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20018 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
49 |
Totaal aantal contacturen: |
37 |
Totaal studietijd: |
89,18 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Dhont Karin
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de onderwijseenheid “Staalvoorbereiding en analyses” komen aspecten zoals representatieve staalnames, homogene monsters, ontsluiting, onteiwitten en ontvetten van voedingsmiddelen, en verdunning van het staal aan bod. De toegepaste analysetechnieken zijn gravimetrie en volumetrie De neerslagstitraties en gravimetrie worden in hoorcolleges theoretisch benaderd. Er wordt geleerd een titratiecurve te berekenen en de invloed van zijreacties, verdunning en oplosbaarheid op het verloop van de titratiecurve en de ligging van het equivalentiepunt na te gaan. Tijdens de werkcolleges leert de student berekeningen maken uitgaande van de resultaten uit fictieve analyses. Het uitschrijven van reacties, het opstellen van stelsels en het omrekenen van de bepaling naar de uitdrukkingsvorm zijn hier belangrijk.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan analysen uitvoeren met analysemethoden gezien in de theorie. 2. De student kan een correcte monstrname doen en de juiste staalvoorbereiding uitvoeren 3. De student kan een praktijkjournaal schrijven volgens de voorschriften 4.De student kan een efficiënte planning en tijdsindeling maken voor de uit te voeren proeven. 5. De student kan nauwkeurig oplossingen bereiden en analytisch werken. 6. De student kan de meetwaarden omzetten naar de gevraagde concentraties in het monster. 7. De student kan de resultaten verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag zoals voorgeschreven. 8. NEERSLAGSTITRATIES / ARGENTOMETRIE : de student kan titratiecurven berekenen ; de invloed van de verdunning en de grootte van Ks op de titratiecurve , de ligging van EP en de grootte van de sprong nagaan. 9. De student kan concentraties berekenen ahv resultaten uit een neerslagstitratie of een gravimetrische bepaling (vraagstukken)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- chemie van oplossingen
- elektromagnetische verschijnselen
- evenwichten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
van atoom tot reagerende molecule
Basisvaardigheden analytische chemie.
Chemie: berekenen en maken van verdunningen, pH berekeningen.
Wiskunde: maken van grafieken, werken met logaritmen, oplossen van stelsels.
Statistiek: afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie.
ICT: kennis van Word en Excel.
.
|
LEERINHOUDEN
|
- Gravimetrie ; homogene precipitatie.
- Neerslagstitraties volgens Mohr , Fajans en Volhard
- Neerslagstitratiecurven.
- Soxhlet extractie.
- Gasvolumetrische bepaling .
- Stikstofbepaling volgens Kjeldahl .
- Analyse van melk.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Uitgewerkte recepturen van de proeven.
- Digitale buretten.
- Aangepast glaswerk en labomateriaal .
- Praktijknota’s “Van monster tot te meten oplossing” - auteur: K.Dhont - Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
13,19
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
lesuren
|
25,27
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
54
|
klokuren
|
59,34
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges .
- Vraagstukkensessies waarbij in groepjes van 4 gewerkt wordt .
- Opdrachtjes in de cursus om zichzelf te toetsen op kennis en inzicht van de theorie.
- Laboratoriumproeven uitgevoerd per twee.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Permanente evaluatie van het labwerk. Deelname aan de labsessies is verplicht; elke niet uitgevoerde praktijkoefening wordt "0" gekwoteerd
- Verslagen.
- INT4-2.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT4-2, de permanente evaluatie blijft behouden.
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Spectromedische analysetechnieken |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Van monster tot te meten oplossing |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20019 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
51 |
Totaal aantal contacturen: |
39 |
Totaal studietijd: |
92,82 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Verbeke Patrick
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Spectrometrische analysemethoden zijn gebaseerd op de absorptie of de emissie van straling door te bepalen componenten.
UV-, zichtbaar en infrarood spectrometrie, fluorimetrie, nefelometrie en atomaire emissie en absorptie worden besproken en gebruikt in het laboratorium. De bepalingen gebeuren op waterstalen, voedingsproducten en geneesmiddelen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan een blokschema lezen van de verschillende soorten spectrometers 2. De student kan het verband opstellen en gebruiken tussen de gemeten parameter en de concentratie van de te bepalen component 3. De student kan de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende spectrometrische technieken inschatten 4. De student kan berekeningen uitvoeren i.v.m. concrete toepassingen met de besproken analysetechnieken 5. De student kan nauwkeurig oplossingen en verdunningen bereiden. 6. De student kent het verband tussen de meetwaarden, bekomen bij een spectrometrische analyse, en het te onderzoeken staal. Tijdens de meting evalueert hij de meetwaarden en grijpt zo nodig in. 7. De student kan de meetwaarden van een spectrometrische analyse omrekenen naar de gevraagde concentratie(s) in het staal. 8. De student kan de gegevens en de resultaten van een spectrometrische analyse verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- chemie van oplossingen
- elektromagnetische verschijnselen
- evenwichten.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
- elementaire algebra, maken van grafieken, werken met logaritmen, oplossen van stelsels.
- afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie.
- kennis van Word en Excel.
|
LEERINHOUDEN
|
- UV-VIS spectrofotometrie, fluorimetrie, nefelometrie, IR-spectrofotometrie, vlamfotometrie, AAS.
- Met de technieken besproken in de theoriecursus, worden in het laboratorium analyses uitgevoerd op eenvoudige monsters. De studenten leren de toestellen gebruiken en krijgen meer inzicht in de toepasbaarheid en het belang van de spectrometrische analysemethoden. Waar mogelijk worden de toestellen eerst manueel gebruikt en daarna met computersturing.
- De technieken die aan bod komen zijn: UV-VIS spectrofotometrie, fluorimetrie, nefelometrie, vlamemissie, AAS.
- De ijklijn-, standaardadditie- en interne standaard methode worden toegepast.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursusnota’s.
- Practicumnota's: proefopgaven .
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
17,71
|
practicum en oefeningen:
|
20
|
lesuren
|
20,83
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
57
|
klokuren
|
59,38
|
Verdere toelichting:
- Theorie: hoorcolleges afgewisseld met oefeningen.
- Lab: de studenten werken per 2.
Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Permanente evaluatie van het labwerk.
- Verslagen.
- Korte toetsen over parate kennis en vraagstukken.
- INT4-2.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- De punten m.b.t. de labsessies blijven behouden.
- Integratieve toets INT4-2.
|
|
| |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Metabolisme en fotosynthese
Biomoleculen
De cel
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20020 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
90 |
Totaal studietijd: |
182 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Caethoven Goele
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De levende cel |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20021 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
25 |
Totaal aantal contacturen: |
23 |
Totaal studietijd: |
45,5 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Gutschoven Inge Robberecht Harry Van doorslaer Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Omdat er ook vele biologische aspecten belangrijk zijn in de biochemie, wordt in "de cel" de link gelegd naar de biologie. Dit leidt tot een vollediger inzicht in de opbouw en de functie van de cel. Kennis van opbouw en functie van de cel en de mogelijke communicatievormen hiertussen, is hierbij onontbeerlijk. Door aansluitend de celdeling en begrippen uit de klassieke genetica te bespreken, wordt de connectie naar 'het leven' gelegd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij kan een aantal basisbegrippen over relaties tussen organismen en over de bouw en functie van de levende eukaryote cel, verklaren en gebruiken.
- Hij/zij kent de verschillen in de opbouw, tussen eukaryote en prokaryote cellen.
- Hij/zij kan de functie en bouw van het plasmamembraan geven.
- Hij/zij kan de functie van eiwitten in het plamamembraan en de glycocalix benoemen.
- Hij/zij ken de verschillende specialisaties van het plasmamembraan en kan deze tekenen en op een prent herkennen.
- Hij/zij kent de verschillende manieren van transport doorheen de celmembraan en kan deze uitleggen en tekenen.
- Hij/zij kan de verschillende celorganellen en celcompartimenten herkennen en benoemen op een prent en de belangrijkste functies en de structuur hiervan geven.
- Hij/zij kent de endosymbiosetheorie en kan het bestaan van enkele celorganellen hieraan relateren.
- Hij/zij kan mitose en meïose uitleggen/teken en het verschil hiertussen uitleggen.
- Hij/zij kent het werk van Gregor Mendel; de algemene aanpak, de monohybride kruising, de eerste wet, de dihybride kruising, de tweede wet.
- Hij/zij kan een eenvoudige oefening over Mendeliaanse overerving oplossen.
- Hij/zij weet wat partiële dominantie,codominantie, multiple allelen en gekoppelde genen zijn.
- Hij/zij kan het begrip crossing-over, genkartering en polygenie uitleggen.
- Hij/zij weet hoe de geslachten overgeërfd worden en kan enkele geslachtgebonden kenmerken benoemen.
- Hij/zij kent een aantal voorbeelden van afwijkingen in het erfelijk materiaal, zoals er zijn; de chromosoomafwijkingen, monogene aandoeningen, multifactoriële aandoeningen.
- Hij/zij weet wat een drager van genetische afwijkingen is.
- Hij/zij kan de verschillende onderdelen van een microscoop benoemen
- Hij/zij kent het verschil tussen vergroting en resolutie
- Hij/zij kan een lichtmicroscoop juist gebruiken
- Hij/zij kan eenvoudige micropreparaten observeren, tekenen en herkennen met een microscoop
- Hij/zij kan eenvoudige kleuringen gebruiken en kan metingen uitvoeren op een preparaat onder de microscoop
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Credit voor organische chemie en organische reacties
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen
|
Andere begincompetenties
|
Basis chemie en biologie
|
LEERINHOUDEN
|
- Op dit vak kunnen de vakken microbiologie, biochemie en immunologie in de hogere jaren voortbouwen
- In de leerstof worden de relaties tussen organsimen binnen een ecosysteem besproken. De eukaryote cel wordt bekeken naar structuur en functie. Ook celdeling wordt besproken en de beginselen van de klassieke genetica worden gedoceerd.
- De student leert hoe correct een microscoop te gebruiken. Hij ise er zich van bewust welke onderdelen van een microscoop bijdragen tot de vergroting en resolutie van een preparaat.
- Preparaten van plantencellen, dierlijke celllen, osmose en diffusie bij de cellen van de rode ui en de bloedcellen, en hemolyse van de bloedcellen worden onder de microscoop bekeken en getekend.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus "De cel - theorie deel 1 + deel 2"- Plantijnhogeschool 2007-2008 - G.Caethoven
- Cursus "De cel - oefeningen en praktijk" - Plantijnhogeschool 2007-2008 - G.Caethoven
- Blackboard voor presentaties, externe links, enz.
- Dia's, video's en CD-rom
- internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
29,27
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
lesuren
|
24,39
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
18
|
klokuren
|
43,90
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT4-3
- evaluatie van de praktijksessies : aanwezigheid - voorbereiding - houding en werk - getekende preparaten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- enkel INT4-3 kan hernomen worden
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De levende cel |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20022 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
59 |
Totaal aantal contacturen: |
54 |
Totaal studietijd: |
107,38 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Gutschoven Inge Van doorslaer Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
“Biomoleculen” legt de nadruk op de bio-organische moleculen. Door een beter inzicht te krijgen in de bouwstenen en de hieruit gevormde biopolymeren die in de natuur voorkomen, kan men de (bio)-chemische processen beter begrijpen. De verklaring van de structuur en de samenstelling van biologisch relevante moleculen en hun belang in de stofwisseling staan hier centraal.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij kan verklaren waarom een laagmoleculaire molecule andere eigenschappen vertoont dan een hoogmoleculaire molecule.
- Hij/zij kan het belang van de biopolymeren in onze huidige samenleving correct inschatten.
- Hij/zij kan suikers (incl. de cyclische suikers) op een juiste wijze weergeven volgens de Fischer, Saw-horse, Wedge en Haworth projecties.
- Hij/zij kan een eenvoudig suiker correct benoemen.
- Hij/zij kan het mechanisme van de hemiacetaalvorming en de acetaalvorming in monosachariden uitwerken.
- Hij/zij kan het begrip mutarotatie uitleggen.
- Hij/zij kent het verschil tussen een alfa en een beta-glycosidische binding.
- Hij/zij kan uitgaande van twee suikers het juiste disacharide (cellobiose, maltose, lactose en sucrose) tekenen
- Hij/zij kan oefeningen maken over de belangrijkste reacties van suikers en aminozuren.
- Hij/zij kan van de belangrijkse polysacchariden (cellulose, zetmeel en glycogeen) opnoemen uit welke monosachariden ze opgebouwd zijn en hoe ze aan elkaar gekoppeld zijn.
- Hij/zij kan de verschillende schmische eigenschappen van monosacchariden in relatie tot de functie van deze suikers in het organisme en de bepalingsmethoden geven
- Hij/zij kan de biochemisch belangrijkste mono-, di- en polysacchariden geven en het biochemisch belang ervan bij o.m; fermentatiereacties en identificatiereacties geven
- Hij/zij kan oefeningen maken over de belangrijkste reacties van suikers en aminozuren.
- Hij/zij kan het belang van oligosacchariden o.m. in glycoproteïnen, glycolipiden, celwand en celmembranen uitleggen.
- Hij/zij kande verschillende functies van mono-, di- en polysacchariden in het organisme weergeven.
- Hij/zij kan een reeks alfa-aminozuren indelen op basis van zuur-base eigenschappen.
- Hij/zij kan de juiste vorm van het AZ geven bij een bepaalde pH.
- Hij/zij kan de begrippen isoelectrisch punt, zwitterion definiëren.
- Hij/zij kan minstens via twee synthesemethoden een bereiding van aminozuren uitwerken.
- Hij/zij weet wat een amidebinding (peptidebinding) is en wat het belang is van de sequentie voor de eiwitstructuur. Hij/zij kan het biologisch belan van enkele peptiden uitleggen.
- Hij/zij kan via een eenvoudig voorbeeld de problemen aantonen die ontstaan bij de synthetische bereiding van peptiden uit aminozuren.
- Hij/zij kan de naam van de belangrijkste heterocyclische moleculen geven.
- Hij/ zij kan de verschillende structuurniveaus van een eiwit geven en het belang van de helix en de vouwbladstructuur verklaren.
- Hij/zij weet wat domeinen en motieven zijn en heeft inzicht in de verschillende types bindingen die tussenkomen bij het tot stand komen van de verchillende structuurniveaus.
- Hij/zij kan de structuurniveaus in relatie brengen met de functie van de eiwitten in het organisme.
- Hij/ zij weet wat cofactoren zijn en kent het belang van cofactoren en hun rol in enzymatische reacties.
- Hij/zij heeft een basiskennis van de eigenschappen van enzymen, het werkingsmechanisme en de factoren die de enzymwerking beïnvloeden.
- Hij/zij weet hoe op een correcte manier, een eiwitoplossing te maken, te gebruiken en te stockeren.
- Hij/zij weet wat vetten en lipiden zijn en kent het biologisch belang hiervan in o.m. biomembranen.
- Hij/zij kent ook enkele belangrijke industriële toepassingen en kent de kengetallen van triglyceriden.
- Hij/zij kent de opbouw van DNA en RNA en het belang in transcriptie en translatie.
- Hij/zij heeft een basiskennis biochemie.
- Hij/zij kent de chemische structuur en de chemische, fysische en biochemische eigenschappen van aminozuren, eiwitten, lipiden, nucleïnezuren, hormonen en vitaminen.
- Hij/zij kent de algemene werkingsmechanismen van hormonen.
- Hij/zij kent een aantal industriële toepassingen o.a. in de voedings-en farmaceutische industrie waarbij biomoleculen via chemische en biochemische processen aangemaakt worden, of waarbij gebruik gemaakt wordt van de biochemische eigenschappen van deze moleculen.
- Hij/zij kan suikers, eiwitten en nucleïnezuren analytisch bepalen en enzymatische analysen uitvoeren.
- Hij/zij is in staat om, via enkele eenvoudige isolatietechnieken eiwitten en nucleïnezuren te isoleren en ze nadien te doseren en te identificeren
- Hij/zij kan verschillende bepalingsmethoden met elkaar vergelijken wat gevoeligheid en specificiteit betreft.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
credit voor organische chemie en organische reacties
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen
|
Andere begincompetenties
|
- anorganische chemie (o.a. zuur-base en redox reacties, pH en buffersystemen)
- organische chemie
- kennis van de belangrijkste organische reacties
- naamgeving van organische moleculen
- Voor de praktijksessies : de theoriecursus "biomoleculen" deel 1 + deel 2
- analytisch kunnen werken
- basiskennis instrumentele analysetechnieken
- veiligheidsbrochure
- basiskennis word en excel
|
LEERINHOUDEN
|
- Biopolymeren : indeling van de polymeren.
- De wereld van de suikers: monosachariden, disachariden en polysachariden
- oefeningen op suikers en aminozuren
- In dit deel van de cursus worden de opbouw, de eigenschappen en de functie van de moleculen die aan biochemische processen deelnemen, behandeld. Dit zijn achtereenvolgens de aminozuren, de eiwitten, de lipiden, de nucleïnezuren, de hormonen en de vitaminen. Binnen de groep van de eiwitten gaat onze bijzondere aandacht naar de enzymen (biokatalysatoren). Vooral de omstandigheden bij enzymatische analysemethoden worden grondig besproken.
- Suikers, eiwitten en nucleïnezuren worden kwantitatief bepaald.
- Ovalbumine wordt geïsoleerd uit kippeneieren en het denaturatiegedrag t.o.v. verschillende detergenten wordt bepaald a.d.h.v. beschikbare SH-groepen
- Een nucleïnezuurisolatie wordt uitgevoerd
- Ruime aandacht wordt besteed aan het vergelijken van chemisch en enzymatische methoden voor de bepaling van componenten in voedingsmiddelen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus "biomoleculen theorie deel 1 + deel 2 "-Plantijnhogeschool 2007-2008 - I. Gutschoven, G.Caethoven
- Cursus "biomoleculen praktijk" - Plantijnhogeschool 2007-2008 - E. Van Doorslaer
- Praktijknota's "Van monster tot te meten oplossing" - Plantijnhogeschool 2007-2008 -K.Dhont, E. Van Doorslaer, P.Verbeke
- Handboek "Organic chemistry 6th edition" -John McMurry, 2005 (Brooks Cole - ISBN 0534409482)
- Oefeningenpakket biopolymeren - Plantijnhogeschool 2007-2008 - I. Gutschoven
- Blackboard voor presentaties, externe links, enz.
- interactief zelfstudiepakket op het web: http://www.e-biochemie.org/
- video'sinternetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
28
|
lesuren
|
28,87
|
practicum en oefeningen:
|
24
|
lesuren
|
24,74
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
43
|
klokuren
|
44,33
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- INT4-3
- evaluatie van de praktijksessies : aanwezigheid - labschrift- houding en werk - verslagen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- enkel INT4-3 kan hernomen worden
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Metabolisme en fotosynthese |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
De levende cel |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20023 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
16 |
Totaal aantal contacturen: |
13 |
Totaal studietijd: |
29,12 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Na afronding van deze cursus heeft de student een breed overzicht over de belangrijkste biochemische processen, die de basis vormen voor het leven op deze planeet. 2. Bovendien begrijpt de student de onderliggende principes op moleculair niveau en herkent hij de samenhang tussen de verschillende processen 3. Hij krijgt ook inzicht in de onderzoeksbenaderingen, die geleid hebben tot de huidige kennis van de fundamentele levensprocessen. 4. Door de integratie van de biochemische pathways zal de student aanvoelen hoe complex het metabolisme in elkaar zit en verweven is. Hij zal dan ook aanvoelen dat er een sturing nodig is en het toch vaak kan ontsporen (metabolische afwijkingen). 5. Door de verschillende cycli in het milieu zal hij in een derde jaar reeds aanbreng hebben van ecosystemen (milieuchemie). 6. De student zal aanvoelen dat micro-organismen een grotere variatie hebben aan metabolische wegen, wat hij verder kan gebruiken in fermentatietechnologie en micro-organismen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
organische chemie en organische reacties
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
1.
Inleiding
2.
Energie en de levende cel
2.1. Energie-omzetting
2.2. Chemische reacties
2.3. Fotosynthese
2.4. Oxido-reductie
2.5. Zonne-energie
3.
Centrale rol van enzymen
3.1. Apo + co = holo
3.2. Kenmerken
3.3. Factoren, die de activiteit beïnvloeden
3.4. Toepassingen
3.5. Verteringsenzymen
4.
Metabolisme van eiwitten
4.1. Inleiding
4.2. Aanmaak
4.2.1. Erfelijk materiaal (pro- en eukaryoten
4.2.2. Genetische kode
4.2.3. De weg van gen naar eiwitten
4.2.4. Regulatie van genexpressie
4.2.5. Funktie van eiwitten
4.3. Afbraak
4.3.1. Exogeen (vertering)
4.3.2. Fase 1 tot 4
4.3.3. Endogeen (proteasoom, ubiquitine)
4.4. Pathologie rond het eiwitmetabolisme
5.
Metabolisme van de sacchariden
5.1. Inleiding
5.2. Aanmaak
5.2.1. Fotosynthese
5.2.1.1. Licht
5.2.1.2. Fotosynthetische pigmenten (endosymbiosetheorie)
5.2.1.3. Energie-opvang (fotosysteem 1 en 2)
5.2.1.4. Koolstoffixatie (Calvin-cyclus)
5.2.1.5. Ecologische aspekten (ontbossing en broeikaseffect)
5.2.3. Koolstofcyclus in het milieu
5.2.4. Stikstofcyclus in het milieu
5.2.5. Zwavelcyclus in het milieu
5.3. Afbraak (glycolyse)
5.3.1. Aëroob (Fase 1 tot 4)
5.3.2. Anaëroob
5.3.3. Fermentatieproducten
5.4. Pathologie rond saccharidenmetabolisme
6.
Metabolisme van de lipiden
6.1. Inleiding
6.2. Aanmaak
6.2.1. Vetzuursynthese
6.2.2. Cholesterolvorming
6.3. Afbraak (spiraal van Knoop als fase 2 in de vier fasen)
6.4. Pathologie in het metabolisme van lipiden
7.
Metabolisme van nucleïnezuren
7.1. Inleiding
7.2. Aanmaak
7.3. Afbraak
7.4. Enzymen en endonucleasen
7.5. Pathologie in het metabolisme van nucleïnezuren
7.5.1. Jicht
7.5.2. Mutaties
8.
Integratie van de metabolische pathways
8.1. Groepsspecifieke fase 1 (lysis)
8.2. Groepsspecifieke fase 2
8.3. Centrale rol van de citroenzuurcyclus in de mitochondriën
8.4. Oxidatieve fosforylatie of ademhalingsketen
8.5. Regulatie van het metabolisme (operontheorie)
9.
Erfelijke afwijkingen in het metabolisme
9.1.Inleiding
9.2. Soorten
9.3. Gevolgen
9.4. Aanpak (vervang- tot gentherapie)
|
STUDIEMATERIAAL
|
1.
cursus “ Metabolisme en fotosynthese: a crash course ”– auteur: H. Robberecht – Plantijnhogeschool 2007
2.
Microbiology (laatste hoofdstukken) (wordt ook gebruikt in microbiologie)
3.
Fermentation biotechnology (hands-out van ppt uit cursus microbiologie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
40,00
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
17
|
klokuren
|
56,67
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 4-3 (schriftelijk)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 4-3 (schriftelijk)
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Project: vergel. analysemeth & validatie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20024 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
2 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Dhont Karin Van Vlaslaer Veerle Verbeke Patrick
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan nefelometrie, AES en AAS uitvoeren; hij kan de mogelijkheden en de beperkingen van de analysetechnieken inschatten. 2. De student kan de standaard-additie methode toepassen. 3. De student kan binnen het kader van methodevalidatie (juistheid, precisie, ijklijn, detectielimiet) gericht gegevens verzamelen: een proefopzet opstellen in functie van de onderzoeksvraag (hypothese) en gekozen statistische methodiek. 4. De student kan deze gegevens statistisch verwerken en de resultaten interpreteren. 5. De student kan een staal op de correcte wijze voorbereiden. 6. De student kan de vereiste waarnemingen maken voor de analyse. 7. De student kan technieken van gravimetrische bepaling correct toepassen. 8. De student kan de bekomen analyseresultaten omzetten in de vereiste grootheid.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
van monster tot te meten oplossing
jaarcluster statistiek en POP
|
Andere begincompetenties
|
Kennis, vaardigheden en attitudes uit periode 4.
|
LEERINHOUDEN
|
- Monstervoorbehandeling.
- Klassieke en instrumentele analysetechnieken.
- Toegepaste statistiek.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursussen van periode 4 .
- Literatuur en internet.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
78
|
klokuren
|
97,50
|
Verdere toelichting:
- Werken in projectgroep.
- Zelfstandig werk in lab.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Groepsproces .
- Groepsproduct (verslag, powerpoint presentatie).
- Individuele bijdrage in de groep (de %bijdrage van elk van deze delen staat beschreven in de "CGO-trotter").
- Individuele integratieve schriftelijke toets.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Enkel de schriftelijke toets kan hernomen worden.
- De scores op de andere componenten blijven behouden .
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Werking van electrochemische cellen |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Zuren en basen
Eelectrochemische analysetechnieken
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20025 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
53 |
Totaal studietijd: |
130 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Dhont Karin Gutschoven Inge Verbeke Patrick
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Eelectrochemische analysetechnieken |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Werking van electrochemische cellen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20026 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
51 |
Totaal aantal contacturen: |
27 |
Totaal studietijd: |
66,3 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Dhont Karin Verbeke Patrick
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de component "elektrochemische analysetechnieken" worden vooral potentioometrische bepalingen (rechtstreeks en via titratie) besproken en uitgevoerd. Deze worden in industriële processen en in controle- en milieulabs veelvuldig uitgevoerd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan de werking van een galvanische cel bespreken 2. De student kan de meest voorkomende elektroden voor potentiometrische bepalingen herkennen en gebruiken 3. De student kan potentiometrische titraties (zuur-base, neerslag- en redoxtitraties) en rechtstreekse potentiometrische bepalingen uitvoeren;hij kan de mogelijkheden en beperkingen van een potentiometrische bepaling inschatten 4. De student kan de meetwaarden van een potentiometrische bepaling omrekenen naar de gevraagde concentratie(s) in het staal. Hij kan de gegevens en de resultaten van een potentiometrische analyse verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- chemie van oplossingen
- organische chemie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
- maken van grafieken, werken met logaritmen
- afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie
- kennis van Word en Excel
|
LEERINHOUDEN
|
- galvanische cel
- potentiometrie
a. gebruikte elektroden b. potentiometrische bepalingen
- vraagstukken
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursusnota's.
- Practicumnota's: proefopgaven .
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
11,59
|
practicum en oefeningen:
|
17
|
lesuren
|
24,64
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
42
|
klokuren
|
60,87
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges afgeswisseld met oefeningen.
- Lab: de studenten werken per 2.
Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Integratieve toets INT 5-1.
- Permanente evaluatie van het labwerk, verslagen, korte toetsen over parate kennis en vraagstukken.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Integratieve toets INT5-1
- De punten behaald op het labwerk blijven behouden.
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Werking van electrochemische cellen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20027 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
49 |
Totaal aantal contacturen: |
26 |
Totaal studietijd: |
63,7 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Dhont Karin Gutschoven Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan een onderscheid maken tussen zeer sterke , sterke , zwakke en zeer zwakke zuren en basen , gebaseerd op de aciditeits - of basiciteitsconstanten 2. De student kan de zuren en basen catalogeren volgens Bronsted , Arrhenius, Lewis en Pearson 3. ZUUR/BASE titraties : de student kan een titratiecurve berekenen voor een mono- , di- , en tribasisch zuur (of het zout ervan) ; de invloed van de verdunning op de ligging van het EP , de grootte van de sprong en de titratiecurve nagaan ; de invloed van de grootte v/d zuurconstante op de titratiecurve , de ligging van het EP en de grootte van de sprong nagaan ; de concentratie berekenen van de componenten van een mengsel van zouten , zuren en basen ahv de resultaten van een titratie ( vraagstukken) ; titratiecurven schetsen (pH ifv vorderingsgraad , ml titrant , of geq titrant toegevoegd ) ; kan fracties berekenen ; kan distributiecurven chetsen ahv pKa of pKb waarden en uit die distributiecurven de pKa of pKb waarden afleiden en de bijhorende titratiecurve kunnen schetsen . 4. REDOX TITRATIES : de student kan titratiecurven berekenen ; de invloed van de verdunning en het aantal uitgewisselde electronen op de titratiecurve , de ligging van het EP en de grootte van de sprong nagaan ; kan concentraties berekenen ahv resultaten uit een redoxtitratie (vraagstukken) 5. De student kan de verschillende factoren die de stabiliteit van een reactief intermediair beïnvloeden opsommen en verklaren. 6. De student kan een overzicht geven van de meest voorkomende reactieve intermediairen en hun wijze van ontstaan. In het bijzonder toegepast op de zuur-base problematiek (kation en anion vorming). Hierbij wordt er ruim aandacht besteed aan resonantie-stabilisatie en aromaticiteit. 7. De student kan de verschillende zuur-base theorieën met elkaar vergelijken. 8. De student kan de factoren die zuursterkte en basiciteit beïnvloeden in een organische molecule verklaren. 9. De student kan een reeks verschillende organische moleculen vergelijken in zuur/base gedrag. 10. De student kan aan de hand van de Pearson theorie het reactieverloop voorspellen van een organische reactie met ambidente nucleofielen. 11. De student kan aan de hand van Ka waarden uit tabellen de ligging van het zuur-base evenwicht voorspellen. 12. De student kan analysen uitvoeren met analysemethoden gezien in de theorie. 13. De student kan een praktijkjournaal schrijven volgens de voorschriften 14. De student kan een efficiënte planning en tijdsindeling maken voor de uit te voeren proeven. 15. De student kan nauwkeurig oplossingen bereiden en analytisch werken.Hij kan de meetwaarden omzetten naar de gevraagde concentraties in het monster. 16. De student kan de resultaten verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag zoals voorgeschreven. 17. De student kan een zuur/base en redoxtitratie uitvoeren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
organische chemie
chemie van oplossingen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Basisvaardigheden analytische chemie.
Organische chemie
|
LEERINHOUDEN
|
- Zuur/base titratie.
- redoxtitratie.
- Stabiliteit van intermediairen.
- Factoren die de intrinsieke zuur- en basesterkte beïnvloeden toegepast op voorbeelden:
ENW, plaats in het periodiek systeem Hybridisatie Inductief- en veld effect Mesomeer effect Waterstofbrugvorming & sterische factoren.
- Zuren en basen volgens Pearson.
- Oefeningen op factoren die het zuur/base gedrag beïnvloeden
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Uitgewerkte recepturen van de proeven.
- Digitale buretten.
- cursus zuren en basen; K.Dhont, I. Gutschoven; Plantijnhogeschool 2007.
- oefening pakket zuren en basen.
- Aangepast glaswerk en labomateriaal.
- Cursus Analytische Chemie Praktijk ; K. Dhont ; Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
26,15
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
10,77
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
39
|
klokuren
|
60,00
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges afgewisseld met oefeningen.
- Vraagstukkensessies waarbij in groepjes van 4 gewerkt wordt.
- Opdrachtjes in de cursus om zichzelf te toetsen op kennis en inzicht van de theorie.
- Laboratoriumproeven uitgevoerd per twee.
- Oefeningen op Blackbord.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT5-1
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-1
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
|
| |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20028 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
41 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De bedoeling is een verkenning te hebben van de microbiële wereld en zijn toepassingen. De intentie is bacteriën te kweken (tellen en identificeren). Virussen (grens leven en dood) zijn zeer belangrijk en worden via case-studie Aids behandeld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
veilig werken
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
de levende cel
|
Andere begincompetenties
|
De vereiste competenties bezitten uit de vorige periodes.
Celopbouw en organellen kennen
Elementaire regels van de genetica kennen .
De belangrijkste biochemische en bio-organische molekulen in opbouw en eigenschappen als parate kennis meedragen.
De inhoud van de eerste component bezitten: wie en waarom worden organismen tot de microbiële wereld gerekend, met de zeer grote variaties.
|
LEERINHOUDEN
|
1. Inleiding -de microbiële wereld -verschil eukaryote en prokaryote cel 2. Bacteriologie 3. Virologie 4. Gisten en schimmels 5. Voedingsmiddelenmicrobiologie 6. Medische microbiologie 7. Industriële microbiologie 8. Microbiële practijk: -biochemische testen op micro-organismen -biochemische fingerprints -tellen van bacteriën (spreid- en gietplaat) -antibiogram en resistogram -bespreken van microbiële tests: Guthrie en Ames -contactafdruk en sedimentatieplaat -microbiël onderzoek van drinkwater (labobezoek PIH)
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus: Microbiologie- Harry Robberecht- Plantijnhogeschool 2006. Cursus Virology at a glance. Harry Robberecht - Plantijnhogeschool 2007 (transparantenbundel). Cursus "Microbiology. A laboratory manual." 7th Edition. Cappuccino and Sherman. Pearson and Cummings. 0 321 27006 1 (verplichte aanschaf omwille van kleurfiguren midden boek en handig gebruik later in werkomstandigheden).
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
15,60
|
practicum en oefeningen:
|
20
|
lesuren
|
18,35
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
68
|
klokuren
|
62,39
|
Verdere toelichting:
- interactieve hoorcolleges .
- practijksessies van 2u met afleessessies 2u
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Permanente evaluatie.
- mondelinge toetsing INT5-2(samen met theorie rond de practijkoefeningen microbiologie) .
- practijk theorie is dertig procent van de evaluatie practicum, 20% rond integraal verslag en 50 % wordt gegeven aan beoordeling werk in labo.
- labowerk in groepjes van 2
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel mondeling examen (30 %) rond de practijkoefeningen kan hernomen worden
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Enzymologie en reactoren |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Reactoren
Enzymologie
Viscositeit
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20029 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
50 |
Totaal studietijd: |
130 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Gutschoven Inge Nachtegaele Hubert Van doorslaer Els
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info: zie deelfichen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Enzymologie en reactoren |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20030 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
63 |
Totaal aantal contacturen: |
31 |
Totaal studietijd: |
81,9 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van doorslaer Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De component "Enzymologie" geeft enerzijds de mogelijkheid om dieper in te gaan op de werking en de toepassingen van enzymen en anderzijds geeft het de mogelijkheid om via vrij eenvoudige meetsystemen bindingsmechanismen tussen eiwitten en liganden nader toe te lichten en in de praktijk te laten uitvoeren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kent na deze lessenreeks:
- de structuur en werking van enzymen.
- enkele eenvoudige enzymatische reactiemechanismen en enkele methoden om deze te bepalen .
- de basisbeginselen van enzymkinetiek en de factoren die hierop een invloed hebben.
- enkele eenvoudige methoden om reactiesnelheden en enzymkinetische parameters te bepalen.
- de meest voortkomende inhibitietypen.
- kent de mogelijkheden, de beperkingen en de toepassingsgebieden van enzymen.
- het onderscheid tussen de verschillende immunochemische bepalingsmethoden en ziet de analogie tussen enzym-substraat- en ligand-eiwitbinding.
- de basisprincipes van ligand-bindingsstudies en de betekenis van IC50- en Kd-waarden.
- de meest gebruikte enzymen in recombinant DNA-technologie, enkele toepassingen ervan en de voorwaarden waaronder moet gewerkt worden.
De student kan na deze lessenreeks:
1. met inzicht enkele eenvoudige reactiemechanismen van enzymen uitleggen 2. enzymkinetische parameters Vmax en KM bepalen. 3. inhibitietypes herkennen en KI berekenen. 4. de invloed van pH en temperatuur op een enzymatische reactie onderzoeken. 5. onder de juiste voorwaarden gekoppelde enzymatische reacties gebruiken. 5. substraat- en enzymconcentraties bepalen. 6. de voorwaarden bepalen voor immunochemische bepalingen met een enzym als detectiemiddel, de bepalingen uitvoeren en de bindingsconstanten (of IC50-waarden) berekenen. 7. hij kan zelfstandig opzoekwerk verrichten en hierover schriftelijk en mondeling rapporteren. 8. de reactievoorwaarden bepalen (berekenen) voor het gebruik van enzymen in recombinant DNA-technologie en moleculaire biologie.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Credit voor de opleidingsonderdelen van "De levende cel" en "Microbiologie"
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Inleiding
- Structuur en werking
- Katalytisch vermogen
- Actief centrum
- Specificiteit van enzymen
- Enzymen transformeren verschillende vormen van energie
- Controle op enzymactiviteit
- Enzymkinetiek
- Eénsubstraatsreacties
- Inhibitie
- Merken met isotopen
- Pre-steady state kinetiek
- Meersubstraatsreacties
- Gekoppelde enzymreacties
- Meetmethoden
- pH-afhankelijkheid
- Temperatuurafhankelijkheid
- Toepassingen
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus "Enzymologie " – auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007. - powerpoint presentaties van alle lessen zijn beschikbaar op Blackboard - auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- manualen en catalogen van verschillende firma’s.
- aanbevolen websites staan bij de verschillende hoofdstukken van de cursus vermeld.
- Cursus "Bio-informatica" op Blackboard – auteur: Peter Partoens – Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
14,29
|
practicum en oefeningen:
|
17
|
lesuren
|
20,24
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
53
|
klokuren
|
63,10
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- permanente evaluatie tijdens de labsessies en beoordeling van ingediende labverslagen .
- de schriftelijke integratieve toetsing INT5-3, tijdens de examenweek . Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel schriftelijke integratieve toetsing INT5-3 kan hernomen worden . Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Enzymologie en reactoren |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20031 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
22 |
Totaal aantal contacturen: |
11 |
Totaal studietijd: |
28,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Gutschoven Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Industriële processen stoelen op chemische of biochemische reacties. Deze gebeuren op vergrote schaal in reactoren met sturings- en bewakingssystemen. Een biochemische reactor noemt men een fermentor, omdat hier vooral enzymatische reacties optreden. Deze onderwerpen worden kort besproken in deze cursus.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De verschillende types chemische reacties beschrijven
- Duidelijk vertellen wat een reactiesnelheid is
- Zich een idee vormen wat de parameters die belangrijk zijn bij de reactiesnelheid
- De relatie tussen de reactiesnelheid en concentrataies van de reagerende stoffen beschrijven
- Vertellen wat de orde van een reactie is
- De werking van de verschillende reactortypes beschrijven
- Omschrijven welke de belangrijkste parameters zijn, nodig om het proces te beschrijven
- Zich een idee vormen over welke reactie in welke type reactor wordt uitgevoerd
- Op een verantwoorde manier meetresultaten verwerken en weergeven (in tabelvorm en grafisch)
- Excel gebruiken voor de elementaire verwerking van meetresultaten en voor het opstellen van grafieken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
de levende cel microbiologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen
|
Andere begincompetenties
|
algemene fysicochemische/chemische basiskennis
|
LEERINHOUDEN
|
Hoorcolleges:
- types reactie
- reactiesnelheid
- invloed van de concentratie op de reactiesnelheid
- Arrhenius
- factoren die het type reactor bepalen
batch, semi-batch en continu reactoren - reactoren voor heterogene en voor homogene reacties
- reactortypes
- geroerde tankreactor - buisreactor - gepakt bedreactor - fluïd bedreactor
- randapparatuur bij reactoren
- temperatuurcontrole - roerders
- procescondities
- temperatuur - concentratie - druk - verblijftijd
Lab:
- polymerisatiereactie
- biochemische reactie
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus theorie : "Reactoren"- auteur I. Gutschoven - Plantijnhogeschool 2006 eigen notities
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
3
|
lesuren
|
10,00
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
23,33
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
19
|
klokuren
|
63,33
|
Verdere toelichting:
- hoorcolleges, gedeeltelijk opbouwend via vraagstelling
- labossesies
- monitoraat op vraag van de student
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- permanente evaluatie tijdens de labsessies en beoordeling van ingediende labverslagen
- de schriftelijke integratieve toetsing INT5-2, tijdens de examenweek . Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- enkel schriftelijke integratieve toetsing INT5-2 kan hernomen worden .
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Enzymologie en reactoren |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20032 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
8 |
Totaal studietijd: |
19,5 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Nachtegaele Hubert
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Viscositeit kunnen meten, op minstens 2 verschillende manieren
- De viscosoteitsmetingen elementair kunnen interpreteren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- de levende cel
- microbiologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
algemene fysicochemische/chemische basiskennis
|
LEERINHOUDEN
|
- bepaling van de korrelgrootte van PVOH uit meting van de viscositeit met behulp van een Ubelhode-viscosimeter
- studie van de viscositeit van een systeem naar keuze (tandpasta, perensiroop, …) met behulp van een rotatieviscosimeter
|
STUDIEMATERIAAL
|
- uitgeschreven labopdracht
- begeleidende teksten ter zelfstudie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
33,33
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
13
|
klokuren
|
61,90
|
Verdere toelichting:
- INT5-3
- begeleid practicum, waarin zowel zelfstandig werk als samenwerking in groepsverband aan bod komen.
- zelfstudie van de theorie omtrent viscositeit
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- permanente evaluatie tijdens de labsessies en beoordeling van ingediende labverslagen
- de schriftelijke integratieve toetsing INT5-3, tijdens de examenweek
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- enkel schriftelijke integratieve toetsing INT5-2 kan hernomen worden
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Project: het ferment en de fermentor |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20033 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
3 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Soetaert Anneleen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kent training en bewustwording van de nieuwe technologie zoals biochemische fermentatieprocessen.
- De student is vertrouwd geraakt met de handelingen en werkwijzen eigen aan fermentatie/microbiologie.
- De student is bewust van de toepassingsmogelijkheden en limitaties van de fermentatietechnologie.
- De student ontdekt de unieke problemen verbonden aan biologische systemen.
- De student kan ontwikkelen en uitvoeren van eenvoudige fermentatie experimenten.
- De student kan een eenvoudig transformatie experiment uitvoeren
- De student kan een verband leggen tussen transformatie en fermentatie
- De student kan analyseren en interpreteren van data.
- De student kan ontwikkelen van een systeem, componenten of proces dat aan de vereisten voldoet.
- De student kan functioneren in een multidisciplinair team.
- De student kan identificeren, formuleren en oplossen van praktische problemen.
- De student kan onderzoek-en opzoekingswerk uitvoeren en communiceren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
alle OO van periode 5 gevolgd hebben
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Praktijkgedeelte :
- Practicum 1 : Opstellen van een groeikurve van E.coli via directe en indirecte telling en bepaling van de generatietijd. (gespreid over 3 dagen).
- Practicum 2 : Transformatie experiment : transformatie van het Groen fluorecent proteïne. (gespreid over 3 dagen).
- Bezoek aan het fermentatielaboratorium van de Universitiet van Gent : In een eerste fase zoekt de student in groep de belangrijkste begrippen rond fermentatie op, verklaart hij/zij alle onduidelijke begrippen. Aan de hand van deze begrippen maakt de projectgroep een algemene vragenlijst. Deze vragenlijst wordt aan de realiteit getoetst met een bezoek aan het fermentatielabo van de Universiteit van Gent.
- Op het einde van het project moet de projectgroep zijn resultaten duidelijk presenteren.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Projecthandleiding met werkinstructies voor de labo-opdrachten, denkvragen over de practica, aanbevolen informatiebronnen, eventuele zelfstudiepakketten.
- Blackboard voor presentaties 'projectvoorstellingen', externe links, elektronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van labosessies en de presentatie, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica, vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten.
- Cursussen en handboeken te verkrijgen bij ROB
- Website NCBI.
- Syllabus communicatieve vaardigheden, Sylvie Vanreterghem.
- Cursus 'noteren en verslaggeving'.
- internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
78
|
klokuren
|
96,30
|
Verdere toelichting:
Groepswerk
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Groepswerk (groepsproces 25%; groepsproduct: 25%).
- Individuele bijdrage : 25%.
- Examen tijdens of vlak na de projectweek (25%)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Het examen kan hernomen worden de andere scores blijven behouden.
|
|
| |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Chromatografische analyse
Structuurbepaling
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20034 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
47 |
Totaal studietijd: |
130 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Gutschoven Inge Verbeke Patrick
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Organische analyse |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20035 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
19 |
Totaal aantal contacturen: |
10 |
Totaal studietijd: |
24,7 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Gutschoven Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De verschillende spectroscopische technieken die gebruikt worden in de determinatie, analyse en de zuiverheidscontrole van een (on)-bekende stof komen aan bod in het deel ‘Structuurbepaling’.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan na deze lessenreeks:
1.
op een correcte wijze ,uitgaande van een gegeven IR-spectrum, de aanwezige functionele groepen bepalen.
2.
de factoren die een invloed hebben op de ligging & intensiteit van het golfgetal waargenomen in een IR-spectrum opsommen.
3.
uitgaande van een UV-spectrum een groot geconjugeerd systeem, een carbonylgroep, een benzeenkern herkennen.
4.
de invloed van delocalistie op het waargenomen UV-spectrum verklaren.
5.
de opsplitsingspatronen zichtbaar in een 1H-NMR spectrum verklaren
6.
de verschillende parameters die de ligging van de d-waarde (van een 1H-kern) beïnvloeden op een correcte wijze toepassen op een gegeven organische molecule
7.
het principe/werking van massaspectrometrie en NMR weergeven
8.
het massaspectrum verklaren aan de hand fragmentatiepatronen
een definite geven van de veel gebruikte spectroscopische termen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
organische chemie
organische reacties
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
werking van electrochemische cellen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
Inleiding tot de spectroscopische analyse van moleculen
a.
Infrarood spectroscopie (IR)
b.
Ultraviolet spectroscopie (UV)
c.
1
H-NMR
d.
Massaspectroscopie (MS)
e.
Eenvoudige oefeningen
|
STUDIEMATERIAAL
|
1.
cursus “Spectroscopie en toepassingen op organische moleculen” – auteur: Inge Gutschoven - Plantijn Hogeschool 2007
2.
handboek Mc J. Murry-Organic chemistry-6the edition- ISBN 0-534-42005-2 chapter 12, chapter 13, chapter 14 vanaf 14.8, , 15.10, 17.12, 18.11, 19.16, 20.10,21.10, 24.10,
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
29,63
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
17
|
klokuren
|
62,96
|
Verdere toelichting:
een deel van de oefeningen dient zelfstandig thuis gemaakt te worden
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
toetsing INT6-1
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
toetsing INT 6-1
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Chromatografische analyse |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Organische analyse |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20036 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
81 |
Totaal aantal contacturen: |
37 |
Totaal studietijd: |
105,3 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Verbeke Patrick
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het opleidingsonderdeel ‘chromatografische analyse" worden de verschillende vormen van chromatografie besproken en uitgevoerd. In het laboratorium wordt veel aandacht besteed aan het belang van de verschillende meetvoorwaarden en het gebruik van externe en interne standaarden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij kan de werking van GC en HPLC bespreken
- Hij kan chromatografische scheidingen (DLC, GC, HPLC) uitvoeren;hij kan de mogelijkheden en beperkingen van een chromatografische bepaling inschatten
- Hij kan de gegevens uit een chromatogram omrekenen naar de gevraagde concentratie(s) in het staal. Hij kan de gegevens en de resultaten van een chromatografische analyse verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- organische chemie
- organische reacties
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
werking van elektrochemische cellen
|
Andere begincompetenties
|
- oplosbaarheid
- maken van grafieken
- afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie
- kennis van Word en Excel.bepaling van de onverzadigdheidsgraad
|
LEERINHOUDEN
|
- principe en gebruik van dunnelaag chromatografie
- gaschromatografie
principe, kwaliteit van een scheiding, kwalitatieve en kwantitatieve bepalling (o.a. interne standaard methode), gebruik van de methode
- vloeistofchromatografie (HPLC)
principe, NP en RP scheidingen, gebruik van de methode
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus "Chromatografie", P. Verbeke - Plantijnhogeschool 2007-08.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
11,21
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
lesuren
|
21,50
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
70
|
klokuren
|
65,42
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges afgewisseld met oefeningen
- Lab: de studenten werken per 2.
- Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- integratieve toets INT 6-1
- permanente evaluatie van het labwerk, verslagen, korte toetsen over parate kennis en vraagstukken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- integratieve toets
- de punten behaald op het labwerk blijven behouden, enkel de integratieve toets INT 6-1 kan hernomzn worden.
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Materialen en hun eigenschappen |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Fasenleer
Materialenleer
Warmteoverdracht
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20037 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
68 |
Totaal studietijd: |
182 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Spanoghe Mark Van den Bossche Ingrid
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie ECTS-deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Materialen en hun eigenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20038 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
55 |
Totaal aantal contacturen: |
37 |
Totaal studietijd: |
100,1 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
We bespreken de verschillende eigenschappen van materialen en hun beïnvloedingsfactoren zoals treksterkte, vermoeiing, brosse breuk, kruip... Tevens bekijken we methodes waarmee deze eigenschappen kunnen getest worden. Daar corrosie een grote oorzaak is van materiaalfalen trachten we je via deze cursus daarin wat meer inzicht te geven. Daarna bespreken we de kunststoffen ( synthese, eigenschappen, verwerking, determinatie...) uitvoerig. We eindigen met een kleine inleiding in staal
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kent de voornaamste mechanische eigenschappen van materialen, vooral deze die tot materiaalschade kunnen leiden.
- De student weet en kan beschrijven hoe men deze eigenschappen kan testen (zowel destructief als niet-destructief of NDT)
- De student kent de mechanismen van chemische en elektrochemische aantasting.
- De student kan de verschillende methodes bespreken die men gebruikt om na te gaan of er in gegeven omstandigheden corrosie zal optreden
- De student kan voorstellen doen om voorwerpen in gegeven omstandigheden te beschermen tegen corrosie.
- De student kent het verschil tussen radicalaire, kationaire en anionaire polymerisatie; tussen polycondensatie en polyadditie.
- De student kan de specifieke kenmerken van thermoplasten, thermoharders en elastomeren bespreken.
- De student kan (T,logE)- diagramma tekenen en bespreken, zowel van amorfe als kristallijne thermoplasten, elastomeren -al dan niet gevulcaniseerd- en thermoharders.
- De student kan getalgemiddelde, massagemiddelde, viscositeitsgemiddelde molecuulmassa en polydispersiegraad kunnen berekenen.
- De student kan de grafiek die het gedrag van kunststoffen o.i.v. mechanische spanningen weergeeft tekenen en bespreken.
- De student weet wat kruip, relaxatie en atmosferische veroudering is en hoe men deze kan beperken.
- De student kan de specifieke mechanische, thermische en elektrische eigenschappen, diffusie en permeabiliteit, chemische weerstand en brandbaarheid van kunststoffen kennen en de testapparatuur die hiervoor gebruikt wordt bespreken.
- De student kent het verschil tussen de besproken industriële polymerisatietechnieken.
- De student kan het principe van composietmaterialen uitleggen.
- De student kent het verschil tussen mengbare en niet-mengbare mengsels (blends) en hun eigenschappen
- De student kan de basisprincipes van de besproken methodes ter kunststof- en polymeerkarakterisering uitleggen en weet wanneer en waarvoor ze gebruikt worden .
- De student kan aan de hand van een schema via eenvoudige proefjes polymeren herkennen.
- De student weet wat LCA's (Life cycle analysis) zijn.
- De student kent het belang van de verschillende toevoegstoffen bij polymeren, de verschilende stappen in de verwerking van kunststoffen en kan zeer elementair de belangrijkste verwerkingsmethodes (zie inhoud) uitleggen
- De student weet hoe compounding, menging en mengselcontrole gebeurt bij rubbers.
- De student kan de verschillende kristalstructuren van Fe tekenen en kent het effect daarvan op de eigenschappen.
- De student kan enkele codes van veelgebruikte staalsoorten verklaren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
'organische chemie', 'organische reacties','evenwichten' en 'gassen en vloeistoffen' .
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Mechanische eigenschappen van de materialen :
bespreking van de trekproef en de informatie die men ermee kan bekomen meten van hardheid, brosse breuk en kerfslagvastheid, vermoeiing, kruip, niet-destructieve kwaliteitskontrole.
- Chemische eigenschappen van de materialen :
chemische aantasting, elektrolytische aantasting (mechanisme van aantasting, gevolgen wet van Nernst, corrosiepotentiaal, corrosiecel,conclusies uit de wet van Nernst met o.a. concentratiecellen, gebruik v.d. tabel der standaard-potentialen, polarisatie, Pourbaixdiagrammen, polarisatiediagrammen), beschermen tegen corrosie (gebruik van gegevens en tabellen, ontwerpmaatregelen, aanpassen milieu, kathodische en anodische bescherming, passieve bescherming door bedekking, legeren van metalen).
- Kunststoffen :
inleiding, lijst met afkortingen synthese van polymeren : radicalaire, kationaire en anionaire polymerisatie; polycondensatie, polyadditie wat zijn thermoplasten, thermoharders, elastomeren? gedrag o.i.v. warmte : bij amorfe (glas-, rubber-, vloeibare toestand, Tg en beïnvloedingsfactoren) en kristallijne polymeren (voorwaarden voor kristallisatie, invloed op E-modulus, smeltzone) molecuulmassa en molecuulmassaverdelingen : getalgemiddelde, massagemiddelde, viscositeitsgemiddelde molecuulmassa kunststofeigenschappen : gedrag o.i.v. mechanische spanningen (de 3 vervormingscomponenten, kruip en relaxatie), atmosferische veroudering, mechanische eigenschappen, thermische eigenschappen, elektrische eigenschappen, diffusie en permeabiliteit, chemische weerstand, brandbaarheid, maken van een absorberend polymeer industriële polymerisatietechnieken : massa-, bulk-, of blokpolymerisatie, oplossingspolymerisatie, suspensiepolymerisatie, emulsiepolymerisatie composietmaterialen mengsels (blends) mengbare en niet-mengbare kunststof- en polymeerkarakterisering : DSC- differentiële calorimetrie, molecuulmassabepalingen, gelpermeatiechromatografie, infrarood spectroscopie, MALDI-massa-spectroscopie, NMR herkennen van kunststoffen kunststoffen en milieu met o.a. LCA’s verwerking : toevoegstoffen, belangrijke verwerkingsmethoden (extruderen, spuitgieten, extrusievormblazen, kalanderen, schuimen), verbinden van kunststoffen (lassen en lijmen) rubberverwerking : rubbercompounding, mengapparaten, mengselcontrole.
- Staal
de verschillende kristalstructuren van Fe gelegeerde, ongelegeerde, hooggelegeerde staalsoorten definitie + aantal voorbeelden
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus ‘Materialenleer’- auteur: Ingrid Van den Bossche-Plantijnhogeschool 2007.
- 'Kunststof- en polymeerchemie'-Dr. R. van der Laan (ISBN 90 77423 05 3) - 2005.
- 'Polymeren van keten tot kunststof'-A.K. van der Vegt; L.E. Govaert (ISBN 90-71301-48-6) - 2005.
- 'Handboek constructiematerialen, corrosie & corrosiebescherming'- hoofdred. prof. dr. ir. W. Bogaerts (ISBN 90 5062 031 0) - 2000.
- Blackboard voor presentaties, extra informatie en externe links
(vb. macrogalleria).
- beeldmateriaal.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
28
|
lesuren
|
27,45
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
06,86
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
65
|
klokuren
|
63,73
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met gebruik van computerprojector, de leerstof wordt geïllustreerd met meegebrachte voorbeelden of via filmbeelden.
De studenten krijgen steeds inzichts- en toepassingsvraagjes mee over de aangeboden leerstof
- Bezoek aan kunststoffenlabo en polymeerbedrijf.
- Practicum.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Schriftelijk integratieve toets INT 6-2 met zowel kennis-, inzichts-, als toepassingsvragen.
- De nadruk wordt eerder gelegd op inzicht in en toepassen van de leerstof dan op het louter reproduceren ervan.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
zie eerste examenperiode
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Materialen en hun eigenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20039 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
27 |
Totaal aantal contacturen: |
18 |
Totaal studietijd: |
49,14 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Spanoghe Mark
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het onderwijseenheid "Fasenleer" wordt er gestart met elementaire begrippen rond de verschillende aggregatietoestanden en de overgangsvormen van mengsels. Industriële processen stoelen op chemische of biochemische reacties. Deze gebeuren op vergrote schaal in reactoren met sturings- en bewakingssystemen. Een biochemische reactor noemt men een fermentor, omdat hier vooral enzymatische reacties optreden. Na de reactie in een chemische of biochemische reactor (vaak in batch-vorm) wordt de "downstream-processing" doorlopen. Hiervoor is inzicht in fasescheiding vereist.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
fasendiagramma’s kunnen lezen om ze te kunnen toepassen in bijvoorbeeld het beoordelen van een scheidingstechniek die berust op een fasenevenwicht
-
aan de hand van de hefboomregel kwantitatief inzicht verwerven in een fasenevenwicht om eventueel de massabalans van een scheidingstechniek op te stellen
-
elementaire kennis bezitten van kristallisatie als eenheidsbewerkingen
-
van elke eenheidsbewerking. de begrippen uit de fysica, fysico-chemie en chemie kennen die aan de grondslag liggen van de scheiding
-
van elke eenheidsbewerking. enkele typische apparaten schematisch kunnen voorstellen en hun werking kunnen uitleggen
-
elementaire massabalans kunnen opstellen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
credit voor "organische chemie", "organische reacties", "evenwichten" en "gassen en vloeistoffen"
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
fasenregel van Gibbs
-
unaire systemen
-
binaire systemen
-
vloeistof-vloeistof evenwicht
-
hefboomregel
-
vast-vloeistofevenwichten
-
volledige mengbaarheid in de vaste fase
-
gedeeltelijke mengbaarheid in de vaste fase
-
niet-mengbaarheid in de vaste fase
-
cogruent smeltpunt
-
incongruent smeltpunt
-
hydraten
-
scheiden van stoffen door kristallisatie
-
vast-gas evenwichten
-
vloeistof-damp evenwichten
-
bepaling van de dampspanning van een zuivere vloeistof
-
het ideale p,x diagram
-
het niet-ideale p,x diagram
-
het ideale T,x diagram
-
constructie van een kookdiagram
-
het niet-ideale T,x,y diagram
-
ontmenging in de vloeibare fase
-
volledige niet mengbaarheid in de vloeibare fase
-
Kristallisatie
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
20,41
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
14,29
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
31
|
klokuren
|
63,27
|
Verdere toelichting:
-
hoorcolleges, gedeeltelijk opbouwend via vraagstelling
-
geleide oefeningensessies en bespreking van klassikaal uitgewerkte vraagstukken
-
labsessies
-
monitoraat op vraag van de student
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
permanente evaluatie tijdens de labsessies en beoordeling van ingediende labverslagen schriftelijke integratieve toetsing INT6-2, tijdens de examenweek, bestaat voornamelijk uit vraagstukken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
enkel schriftelijke integratieve toetsing INT6-2 voornamelijk bestaande uit vraagstukken kan hernomen worden
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Materialen en hun eigenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20040 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
13 |
Totaal studietijd: |
32,76 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Spanoghe Mark
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Warmtegeleiding, convectie en straling zijn verschillend van materiaal tot materiaal en belangrijke begrippen die veel gebruikt worden bij o.a. thermische scheidingstechnieken. In ‘warmteoverdracht’ worden, naast de gebruikte apparatuur, de begrippen op een toepassingsgerichte manier besproken. Als toepassing wordt de eenheidsbewerking verdampen besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan elementaire massa- en energiebalans opstellen.
- De student bezit elementaire kennis van enkele thermische (warmtetransport en verdampen) eenheidsbewerkingen
- De student kent van elke eenheidsbewerking. de begrippen uit de fysica, fysico-chemie en chemie die aan de grondslag liggen van de scheiding
- De student kan van elke eenheidsbewerking. enkele typische apparaten schematisch voorstellen en hun werking kunnen uitleggen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
credit voor "organische chemie", "organische reacties", "evenwichten" en "gassen en vloeistoffen"
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- warmteoverdracht
- warmteoverdracht door geleiding
- wet van Fourier
- warmtestroom doorheen een samengestelde vlakke wand
- warmteoverdracht door convectie
- warmteoverdarchtscoëfficiënt
- warmtedoorgangscoëfficiënt k
- warmteoverdracht bij verandering van aggregatietoestand
- warmtestroom doorheen een cylinderwand
- warmteoverdracht door straling
- algemene stralingswet
- warmtestroom tussen twee, evenwijdig opgestelde, zwarte lichamen
- warmtestroom tussen twee evenwijdige grijze oppervlaktken
- isolerende werking van een stralingsscherm
- warmtewisselaars
- temperatuurverloop in een warmtewisselaar
- gelijkstroom
- tegenstroom
- dwarsstroom
- condensors en verdampers
- constructie van een warmtewisselaar
- pijpenwarmtewisselaars
- platenwarmtewisselaars
- kenmerken van platen- en pijpenwarmtewisselaars
- ander types warmtewisselaars
- spiraalwarmtewisselaars
- luchtkoelers
- berekenen van warmtewisselaars
- warmtetransportmiddelen
- bereken van hoeveelheid stoom
- warmtehoeveelheden
- gebruik van stoomtabellen
- schattingsmethoden van fysische grootheden
- soortelijke warmte
- verdampingswarmte
- verdamping
- berekenen enkelvoudige verdamper
- opstellen van de energiebalans
- berekenen hoeveelheid stoom
- berekenen verwarmingsoppervlak
- kookpuntsverhoging
- meertrapsverdamping
- verdampingsapparatuur
- buisverdampers
- filmverdampers
- platenverdampers
- spatvangers
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus theorie : "Warmteoverdracht"- auteur M. Spanoghe - Plantijnhogeschool 2007.
- Eigen notities.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
34,29
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
22
|
klokuren
|
62,86
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges, gedeeltelijk opbouwend via vraagstelling.
- Geleide oefeningensessies en bespreking van klassikaal uitgewerkte vraagstukken.
- Monitoraat op vraag van de student.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
De schriftelijke integratieve toetsing INT6-2, tijdens de examenweek, bestaat voornamelijk uit vraagstukken.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Schriftelijke integratieve toetsing INT6-2 voornamelijk bestaande uit vraagstukken .
|
|
| |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20041 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
34 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Gutschoven Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
‘Aromaten’ zijn belangrijke componenten van de organische chemie en analyse. Daarom worden, aromatische reacties, hun eigenschappen en hun gevaren besproken. Detectie, scheiding, recyclage en zuivering komen aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Hij/zij kan de moleculair orbitaal theorie toepassen op alifaten & aromaten.
- Hij/zij kan met behulp van de moleculair orbitaaltheorie het begrip aromaticiteit verklaren.
- Hij/zij kan het belang van delocalisatie inschatten voor de aromatische eigenschappen.
- Hij/zij kan de elektronendichtheid op een aromaat bespreken en aan de hand daarvan de
- Hij/zij kan de reactiemechanismen van de verschillende soorten aromatische substitutiereacties (electrofiel, nucleofiel, benzyn, via diazonium) opschrijven.
- Hij/zij kent de belangrijkste reagentia voor een aromatische substitutie.
- Hij/zij kan de invloed van substituenten op de reactiviteit van een aromaat kunnen verklaren.
- Hij/zij kan een synthesepad uitwerken voor aromatische moleculen
- Hij/zij kan de reactiviteit van de belangrijkste heterocyclische aromaten verklaren.
- Hij/zij is in staat het eindproduct op te schrijven van een reactie indien de reagentia en het substraat gegeven zijn.
- Hij/zij kan uitgaande van de naam van een aromatische molecule de correcte structuur opschrijven, hierbij kunnen zowel alifatische als aromatische termen voorkomen.
- Hij/zij kan op een veilige manier omgaan met aromaten.
- Hij/zij kan een aromatische synthese op een correcte wijze uitvoeren.
- Hij/zij kan samenwerken en rekening houden met collega's tijdens het uitvoeren van de labexperimenten.
- Hij/zij kan op een technisch-wetenschappelijke wijze zelfstandig een organische synthese van aromaten uitvoeren.
- Hij/zij kan het eindproduct van zijn synthese isoleren en zuiveren.
- Hij/zij kan op een kritische wijze de uitgevoerde experimenten en de daarbij behorende resultaten beoordelen.
- Hij/zij kan op overzichtelijke en volledige wijze rapporteren.
- Hij/zij kan gebruik maken van de verschillende technieken (destillatie, herkristallisatie,kooktemperatuur, smelttemperatuur, Infrarood, Gaschromatografie, Dunnelaagchromatografie, brekingsindex) die gebruikt worden als identificatie- en analysemethode.
- Hij/zij kan op een veilige milieubewuste wijze het afval verwijderen.
- Hij/zij kan aan de hand van boeken in de bibliotheek of via het internet een synthese of een zuiverheidscontrole opzoeken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
organische chemie
organische reacties
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
werking van electrochemische cellen
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
- De verschillende soorten gelokaliseerde en gedelokaliseerde bindingen.
- Resonatie en aromaticiteit
- De aromatische electrofiele substituties
- De aromatische nucleofiele substituties.
- Heteroaromaten
- Oefeningen op reacties van aromaten.
- Syntheseoefeningen van aromaten
- De veiligheidsaspecten betreffende het organische labo.
- De basishandelingen vereist in een organisch laboratorium : omgaan met verschillende synthese-opstellingen verschillende destillatietypes, omkristallisatie, bepaling fysicochemische constanten, interpretatie van eenvoudige infrarood, nucleaire magnetische spectroscopie en massaspectra, rendementsberekeningen, veiligheidsvoorwaarden en milieurichtlijnen bij werken met organische producten in verband met afvalsortering en verwerking.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus "Aromaten en oefeningen"-auteur: I.Gutschoven- Plantijnhogeschool 2007
- “Organic chemistry 6th edition” – John McMurry - Brooks Cole - 2005 (ISBN0534409482)
- Praktijk cursus "Aromaten"- auteur: I. Gutschoven - Plantijnhogeschool 2007
- Blackboard/Internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
15
|
lesuren
|
13,89
|
practicum en oefeningen:
|
15
|
lesuren
|
13,89
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
74
|
klokuren
|
68,52
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege afgewisseld met oefeningen
- Praktijk: uitvoering van de labexperimenten
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- permanente evaluatie van de labopdrachten
- evaluatie van de verslagen
- Labschrift
- Inzicht in de uitgevoerde experimenten & praktische vaardigheden
- INT 6-3
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- De punten behaald op de permanente evaluatie tijdens de lesweken worden overgedragen naar de tweede examenperiode.
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Project: kunststoffen op maat |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20042 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
66 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Gutschoven Inge Van den Bossche Ingrid
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens het project determineren de studenten een aantal polymeerstalen die hen aangeboden worden. Ze krijgen de opdracht twee polymeerstalen met duidelijk verschillende eigenschappen te synthetiseren. Vervolgens proberen ze allerhande eenvoudige mechanische en fysische eigenschappen te bepalen op hun stalen (viscositeitsmetingen, molecuulmassabepalingen, dichtheid, hardheid...). Tenslotte proberen ze hun stalen te zuiveren Op een recyclagepark moeten ze informatie halen over de recyclage van het polymeer.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student is in staat om nuttige en wetenschappelijk correcte informatie zoeken in de bibliotheek en op internet. 2. De student kan aan de hand van een schema via eenvoudige proefjes een polymeer herkennen. 3. De student kan een polymeer met verschillende eigenschappen synthetiseren. 4. De student kent de belangrijkste toepassingsgebieden van dat polymeer 5. De student kan een polymeer zuiveren en karakteriseren. 6. De student kan eenvoudige materiaaleigenschappen bepalen van polymeren. 7. De student kan molecuulmassa's van polymeerstalenbepalen . 8. De student kan mondeling en schriftelijk rapporteren over een wetenschappelijke opdracht.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
alle opleidingsonderdelen en labo's van periode 6
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- Herkennen van polymeren .
- Synthese van polystyreen met verschillende eigenschappen.
- Bepalen van de gemiddelde molecuulmassa en de molecuulmassaverdeling via gelpermeatiechromatografie (GPC).
- Bepalen van de viscositeitsgemiddelde molecuulmassa met een uitstroomviscosimeter.
- Recycleerbaarheid van een polymeer.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- internet
- bibliotheek
- 'Kunststof- en polymeerchemie'-Dr. R. van der Laan (ISBN 90 77423 05 3) - 2005.
- 'Polymeren van keten tot kunststof'-A.K. van der Vegt; L.E. Govaert (ISBN 90-71301-48-6) - 2005.
- cursus ‘Materialenleer’- auteur: Ingrid Van den Bossche-Plantijnhogeschool 2007.
- labmateriaal in lab organische en fysica
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
02,44
|
practicum en oefeningen:
|
40
|
lesuren
|
48,78
|
vormen van groepsleren:
|
20
|
lesuren
|
24,39
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
19,51
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege : voorstelling van het project (aan het begin van de projectweken).
- Zelfstandig werk : analyses uitgevoerd in de labs op school.
- Bezoek aan bedrijf voor GPC-meting.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Individuele schriftelijke toets INT 6-4.
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
- Groepsproces.
- Groepsproduct (verslag + presentatie).
- Individuele bijdrage in de groep (bijdragen van de verschillende delen staan beschreven in de "CGO-trotter").
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Individuele schriftelijke toets INT 6-4
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
Enkel de individuele schriftelijke toets kan hernomen worden, de andere scores blijven behouden.
|
|
| |
|
2 Chemie - 2CH - Onderdelen - Jaarcluster statistiek en POP |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
POP
Statistiek
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20043 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
35 |
Totaal studietijd: |
104 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Jaarcluster statistiek en POP |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20044 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
95 |
Totaal aantal contacturen: |
36 |
Totaal studietijd: |
98,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Statistiek is een onmisbaar onderdeel in een bacheloropleiding chemie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter) en gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of proces). In periode 4 komen de ‘hypothesetesten’ aan bod. Je formuleert een ‘hypothese’ (onderzoeksvraag) over een meetmethode of een proces. Op basis van een steekrpoef doe je dan een uitspraak over deze hypothese (bvb. toestel meet juist of toestel meet niet juist). In periode 5 bekijken we statistiek op ‘populatie’-niveau: kansrekenen toegepast op de bevolking waarmee je risico’s als gevolg van milieu-effecten kan inschatten (epidemiologisch onderzoek), aantonen of er een verband bestaat tussen een merkergen en een erfelijke genetische afwijking, statistiek nodig bij de ontwikkeling van diagnostica, onderzoeken nodig bij testen naar de werking van geneesmiddelen, clinical trials, ... . In periode 6 komen ‘gevorderde’ statistische technieken aan bod: Design Of Experiments. Bij statistisch proefopzetten ga je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoeren volgens een proefschema of ‘design’ met specifieke statistische analyse. Het vertrekpunt zijn ook hier onderzoeksvragen of hypothesen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan gericht gegevens verzamelen (een statistisch proefschema opstellen in functie van de onderzoeksvragen), deze gegevens statistisch verwerken en de resultaten interpreteren 2. De student kan een aantal statistische toetsen (die passen binnen het kader van methodevalidatie, meer bepaald juistheid en precisie) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren: t-testen op populatiegemiddelden, chi kwadraat- en F-test op populatievarianties 3. De student kan goodness-of-fit testen (chi kwadraat-test en Kolmogorov-Smirnov) uitvoeren 4. De student kan de statistiek van proporties correct toepassen (binomiale verdeling, z-testen en onafhankelijkheidstest) 5. De student kan de waarde van een wetenschappelijk artikel (verslag van een epidemiologisch onderzoek) plaatsen, begrijpen, interpreteren 6. De student kan meewerken aan een epidemiologische studie 7. De student kan de wiskunde van de toevalsveranderlijken toepassen op frequentietabellen (kansrekenen – odds – risico) 8. De student kan gezondheid en ziekte ‘meten’ (prevalentie – incidentie; ratio – rate) 9. De student kan de resultaten van epidemiologische studies (cohort – case-control – clinical trial) verwerken en interpreteren (gebruik van de geschikte associatiematen AR, RR of OR) 10. De student kan kansrekenen gebruiken om de kwaliteit van een diagnose uit te drukken (gevoeligheid, specificiteit, voorspellingswaarden, ROC-curve, regel van Bayes, kappa-waarde) 11. De student kan kansrekenen gebruiken om de kwaliteit van een merkergen uit te drukken (lodscore) 12. De student kan kansrekenen gebruiken bij voorspellingen ivm erfelijke aandoeningen (stambomen) 13. De student kan de klassieke variantieanalyses (1, 2 en 3 factoren) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren 14. De student kan lineariteitstesten uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren 15. De student kan factoriële proefschema’s (2²- en 2³-designs) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren 16. De student kan robuustheidstesten (Plackett-Burman en Youden-Steiner) uitvoeren en de resultaten ervan interpreteren 17. De student kan alle statistische gegevensanalyses uitvoeren met Excel en de output van andere statistische software lezen en interpreteren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
'chemie van oplossingen' uit 1CH
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
1. hypothesetesten (1 steekproef en normale verdeling): verdeling van een steekproefgemiddelde; hypothesetesten (t-test op µ, chi kwadraat-kwadraat-test op variantie; verband met betrouwbaarheidsindervallen (cursus 1ste jaar); p-waarde, type I en type II fouten. 2. hypothesetesten (2 steekproeven en normale verdeling): t-test op µ1 - µ2 (onafhankelijke steekproeven); t-test op µ1 - µ2 (afhankelijke steekproeven); F-test op varianties 3. de statistiek van proporties – goodness-of-fit: binomiale verdeling; z-test op proporties; chi kwadraat-onafhankelijkheidstest voor kruistabellen; chi kwadraat als goodness-of-fit test; Kolmogorov-Smirov-test naar normale verdeling 4. link naar methodevalidatie: juistheid; precisie; LOD 5. kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels) en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio en rate); basismodel epidemiologisch onderzoek – cohort – case-control – clinical trial; associatiematen (RR – AR – OR) 6. kansrekenen - diagnostiek: kengetallen: gevoeligheid (Se) – specificiteit (Sp) – voorspellingswaarden; onderlinge samenhang van de kengetallen – regel van Bayes; onderlinge samenhang van de kengetallen – ROC-curve; genetica: regel van Bayes en stambomen – regel van Bayes en merkergen (lodscore) 7. methodevergelijking – deel II: methodevergelijking met kappa-waarde 8. variantieanalyse – 1 factor: homogene varianties; één factor ANOVA; Duncan’s Multiple Range test; verband met formules gegroepeerde metingen (1ste jaar) 9. lineariteitstesten: lineariteitstest – GOF; lineariteitstest – LOF-PE; kwaliteitscoëfficiënt QC van een rechte 10. variantieanalyse – 2&3 factoren: twee factor ANOVA; drie factor ANOVA: double randomized block; drie factor ANOVA: latijns vierkant 11. variantieanalyse – factorieel en fractioneel: factoriële proefschema’s en effecten; 2²- en 23- proefschema’s (t-testen en F-testen); fractionele 2k-proefschema: Plackett-Burman (t-testen); robuustheidstest: Youden-Steiner (t-testen)
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- “Formuleboekje statistiek” (deel 1CH en deel 2CH) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- Rekenmachine.
- Wetenschappelijke artikels.
- Cursus statistiek op Bb.
- Aanvullend in de bib:
- ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000.
- ‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526) - 1996.
- ‘Medical statistics at a glance’ van Petrie en Sabin (ISBN 0632050756) - 2000.
- ‘understanding clinical papers’ van Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X) - 2001.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
lesuren
|
27,27
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
74
|
klokuren
|
67,27
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het lab en de wetenschappelijke vakliteratuur worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
- De nadruk ligt op begrijpen en interpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje).
- Zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges .
- Andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail).
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Na elke periode wordt er een schriftelijke toets (maximaal 2cu) over de leerstof van deze periode georganiseerd (tijdstip in overleg met de studenten).
- Open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1CH en 2CH) en bevat geen opgeloste oefeningen.
- Gebruik van een rekenmachine is toegelaten.
- Samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden).
- In juni worden de punten van deze toetsen samengeteld.
- Studenten die afwezig zijn op één of meerdere toetsen krijgen een A (en halen dus een A voor het opleidingsonderdeel ‘statistiek’).
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Eén toets (maximaal 4cu) over de drie componenten statistiek .
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Jaarcluster statistiek en POP |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20045 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
nog niet beschikbaar |
Totaal studietijd: |
5,2 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
|
Nog geen gegevens gevonden
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|