|
3 Chemie - 3BCO - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
3 Chemie - 3BCO - Onderdelen - Genexpressie, functie en werking |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Immunologie
Enzymologie
Gentechnologie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30025 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
7 |
Wegingscoëfficient: |
7 |
Totaal aantal contacturen: |
57 |
Totaal studietijd: |
182 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Robberecht Harry Van doorslaer Els
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info: zie deelfichen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Genexpressie, functie en werking |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30026 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
22 |
Totaal aantal contacturen: |
13 |
Totaal studietijd: |
40,04 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van doorslaer Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De component "Enzymologie" geeft enerzijds de mogelijkheid om dieper in te gaan op de werking en de toepassingen van enzymen en anderzijds geeft het de mogelijkheid om via vrij eenvoudige meetsystemen bindingsmechanismen tussen eiwitten en liganden nader toe te lichten zodat ze in de praktijk kunnen uitgevoerd worden. De theorie is zeer nauw verweven met de praktijk van de component "Geïntegreerd lab".
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH317 Hij / zij beschikt over informaticavaardigheden.
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kent na deze lessenreeks:
- de structuur en werking van enzymen.
- enkele eenvoudige enzymatische reactiemechanismen en enkele methoden om deze te bepalen .
- de basisbeginselen van enzymkinetiek en de factoren die hierop een invloed hebben.
- enkele eenvoudige methoden om reactiesnelheden en enzymkinetische parameters te bepalen.
- de meest voortkomende inhibitietypen.
- kent de mogelijkheden, de beperkingen en de toepassingsgebieden van enzymen.
- het onderscheid tussen de verschillende immunochemische bepalingsmethoden en ziet de analogie tussen enzym-substraat- en ligand-eiwitbinding.
- de basisprincipes van ligand-bindingsstudies en de betekenis van IC50- en Kd-waarden.
- de meest gebruikte enzymen in recombinant DNA-technologie, enkele toepassingen ervan en de voorwaarden waaronder moet gewerkt worden.
De student kan na deze lessenreeks:
1. met inzicht enkele eenvoudige reactiemechanismen van enzymen uitleggen 2. enzymkinetische parameters Vmax en KM bepalen. 3. inhibitietypes herkennen en KI berekenen. 4. de invloed van pH en temperatuur op een enzymatische reactie onderzoeken. 5. onder de juiste voorwaarden gekoppelde enzymatische reacties gebruiken. 5. substraat- en enzymconcentraties bepalen. 6. de voorwaarden bepalen voor immunochemische bepalingen met een enzym als detectiemiddel, de bepalingen uitvoeren en de bindingsconstanten (of IC50-waarden) berekenen. 7. hij kan zelfstandig opzoekwerk verrichten en hierover schriftelijk en mondeling rapporteren. 8. de reactievoorwaarden bepalen (berekenen) voor het gebruik van enzymen in recombinant DNA-technologie en moleculaire biologie.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Credit voor de opleidingsonderdelen "De levende cel" en "Microbiologie".
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Inleiding
- Structuur en werking
- Katalytisch vermogen
- Actief centrum
- Specificiteit van enzymen
- Enzymen transformeren verschillende vormen van energie
- Controle op enzymactiviteit
- Enzymkinetiek
- Eénsubstraatsreacties
- Inhibitie
- Merken met isotopen
- Pre-steady state kinetiek
- Meersubstraatsreacties
- Gekoppelde enzymreacties
- Meetmethoden
- pH-afhankelijkheid
- Temperatuurafhankelijkheid
- Toepassingen
- Diagnostica
- Biotechnologie
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus "Enzymologie " – auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- powerpoint presentaties van alle lessen zijn beschikbaar op Blackboard - auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- manualen en catalogen van verschillende firma’s.
- aanbevolen websites staan bij de verschillende hoofdstukken van de cursus vermeld.
- Cursus "Bio-informatica" op Blackboard – auteur: Peter Partoens – Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
29,27
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
28
|
klokuren
|
68,29
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
toetsing INT7-1, tijdens de examenperiode
- het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte.
- het mondelinge gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden.
- op het mondeling als het schriftelijke examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Genexpressie, functie en werking |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30027 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
34 |
Totaal aantal contacturen: |
20 |
Totaal studietijd: |
61,88 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De leer van het verweer met zijn cellen en eiwitten worden bekeken. Er is een specifieke en een niet-specifiek deel. Antigenen en antilichamen (vooral monoklonale antilichamen) worden uitgebreid bekeken. Het immuunsysteem kan ook ontsporen: hyper, hypo, en auto-immuniteit passeren de revue. Aids en Hiv wordt als een case-studie behandeld. Ook bij transplantatie, transfusie en kanker is het immuunsysteem betrokken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH316 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, klassieke analytische methoden, instrumentele analytische technieken, organische synthesereacties, identificatie- en zuiveringstechnieken, industriële productietechnieken.
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH319 Hij / zij heeft voldoende aandacht aan kwaliteit.
- CH328 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analyses uitvoeren met alle courant voorkomende biochemische en immunochemische analysemethoden.
- CH329 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Ervaren dat alles besmet is, maar daarom niet geïnfecteerd
- Tegen deze vijandige wereld heeft de mens twee replieken: een specifiek en een niet-specifiek verweer. In beide spelen eiwitten en cellen een belangrijke rol.
- Antigenen en antilichamen moet bezit zijn.
- Het belang van monoklonale antilichamen kan niet overschat worden.
- Beide systemen (specifieke en niet-specifieke afweer beschermen de mens tegen tal van infecties van virale, bacteriële en parasitaire aard.
- Naast zijn beschermende rol moet de student ervaren dat het verweer ook kan ontsporen: hyper, hypo en auto
- Als men het heeft over transfusie, transplantatie en kanker dan kan men niet omheen het verweer.
- De immuundeficiëntie AIDS met zijn diagnostische testen (serologie en gentechnisch) worden uitgebreid belicht.
- De student moet doorheen het bos van de immunoassays de bomen kunnen onderscheiden. Er wordt getracht een aantal lijnen te trekken in de bestaande gelabelde (hot en cold) en niet-gelabelde testen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- de levende cel
- microbiologie
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen.
|
Andere begincompetenties
|
Biologie, bio-organische chemie(eerste jaar) en biochemie (tweede jaar) dient herhaald te worden om te starten.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het niet-specifiek verweer met cellen en eiwitten
- Het specifiek verweer met cellen en eiwitten
- Antigenen en antilichamen
- Produktie en toepassingen van monoklonale antilichamen
- Het verweer tegen allerlei parasieten
- De immuunpathologie met hyper, hypo en autoreaktiviteit
- Aids: virus, pathologie, diagnostiek en aangrijpingspunten
- Transplantatie-immunologie
- Immunologie en kanker (vooral biochemische wijzigingen, diagnose en therapie)
- Immuundiagnostiek met de verschillende immunochemische testen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Eigen nota’s, apart boekje rond AIDS(zelf geschreven tekst) en PCR-boek (Kluwer Editorial, 1999, Harry Robberecht, 90 6716880 7) voor de gendiagnost
iek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
28,13
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
44
|
klokuren
|
68,75
|
Verdere toelichting:
- hoorsessies van twee uur
- twee sessies van één uur als werkcolleges rond eigenschappen en opbouw van de immunoglobulines
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- mondeling examen (INT7-1) met schriftelijke voorbereiding
- definitieve toets rond Aids wordt gegeven rond begin november (10 %). Het is de bedoeling de vraagstelling te leren kennen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- idem
- totaal pakket (Aids incluis)
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Genexpressie, functie en werking |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30028 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
44 |
Totaal aantal contacturen: |
24 |
Totaal studietijd: |
80,08 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH316 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, klassieke analytische methoden, instrumentele analytische technieken, organische synthesereacties, identificatie- en zuiveringstechnieken, industriële productietechnieken.
- CH319 Hij / zij heeft voldoende aandacht aan kwaliteit.
- CH329 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De gentechniek start met de weg van gen naar eiwit.
- Inzicht in de weg van gen naar eiwit
- De moleculaire diagnostiek (die het resultaat is van het inzicht in genexpressie ) moet de student toelaten de verschillende deelgebieden hiervan te onderscheiden
- De belangrijkste genwijzigingen en hun gevolgen
- Genmanipulatietechnieken met sterke nadruk op amplificatie
- Gendiagnose
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- microbiologie
- de levende cel
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- erfelijk materiaal
- wijzigingen in genetische informatie
- genamplificatietechnieken (kwalitatief en kwantitatief)
- gendiagnostiek in
-microbiële infecties -erfelijke afwijkingen -kanker en immuunpathologische beelden -forensic research -land- en tuinbouw
|
STUDIEMATERIAAL
|
- eigen nieuw geschreven boek: “Genen opgespoord: de deze of diegenen?”
- PCR-boek Kluwer Editorial (zie deelfiche immunologie)
- Molecular Genetics at a glance (0 632 06372 6) (verplichte lectuur, gezien het zeer didactisch karakter met 1 item per twee pagina's en de zeer vele figuren)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
23
|
lesuren
|
28,75
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
56
|
klokuren
|
70,00
|
Verdere toelichting:
- Als zelfstudie wordt gevraagd voorbereidend een aantal pagina’s te lezen in het engeltalig boek
- In “Genen opgespoord” zitten een tiental gepubliceerde artikels uit BVLT. Deze zijn zelfstandig leesbaar en dit wordt als zelfstudie opgedragen te bekijken.
- Een nieuw BVLT-artikel: "genen en gedrag" wordt gelezen en iedereen moet hier feedback over geven. Dit is vrij uitgebreid en omvat een aantal discussiepunten.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
toetsing INT7-1, tijdens de examenperiode
- het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte.
- het mondelinge gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden.
- op het mondeling als het schriftelijke examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Idem
|
|
| |
|
3 Chemie - 3BCO - Onderdelen - Onderzoekstechnieken |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Bioinformatica
Celkweek
Toegepaste statistiek
Biomoleculaire techn. & analysemethoden
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30029 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
9 |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
66 |
Totaal studietijd: |
234 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Caethoven Goele Partoens Peter Pittois Karen Van doorslaer Els Van Vlaslaer Veerle
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info: zie deelfichen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
3 Chemie - 3BCO - Onderdelen - Biomoleculaire techn. & analysemethoden |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Onderzoekstechnieken |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30030 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
65 |
Totaal aantal contacturen: |
42 |
Totaal studietijd: |
152,1 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van doorslaer Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De rode draad doorheen de component "Biomoleculaire technieken en analysemethoden" is "de weg van gen tot eiwit" en sluit hierdoor zeer nauw aan bij het opleidingsonderdeel "Genexpressie, functie en werking". In de component "Biomoleculaire technieken en analysemethoden" worden de verschillende aspecten van recombinant DNA-technologie behandeld o.m. het gebruik van eiwit- en nucleïnezuurdatabanken. Tevens worden de methoden besproken om cellen en weefsels te homogeniseren. De werking van verschillende detergenten en de mogelijke strategie voor nucleïnezuur- en eiwitzuivering worden behandeld. Alle technieken die hierbij aan bod komen (fractionatie, concentratiebepaling, bufferwissel, concentrering,enz…) worden in theorie gezien en in de component "geïntegreerd lab" toegepast. Nadruk wordt hierbij gelegd op de voorzorgen die nodig zijn om bv. denaturatie te voorkomen. Verder komen de diverse chromatografische en elektroforetische scheidingstechnieken aan bod en de toepassingen die ze in praktijk hebben. De theorie van deze component en het "Geïntegreerd lab" zijn zeer nauw met elkaar verweven.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH316 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, klassieke analytische methoden, instrumentele analytische technieken, organische synthesereacties, identificatie- en zuiveringstechnieken, industriële productietechnieken.
- CH317 Hij / zij beschikt over informaticavaardigheden.
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student, afstudeerrichting biochemie kent na deze lessenreeks:
- de strategie, de methoden en de technieken om een eiwit te maken via recombinant DNA-technologie.
- de algemeen gebruikte scheidingstechnieken voor nucleïnezuren en eiwitten.
- de belangrijkste chromatografische en elektroforetische technieken, de apparatuur die daarbij gebruikt wordt en de belangrijkste toepassingen.
- de typische biochemische werkwijzen als homogenisatie, fractionering, dialyse, membraanfiltratie, blotten en centrifugatie en de apparatuur die hierbij gebruikt wordt.
- de algemeen gebruikte identificatietechnieken voor eiwitten en nucleïnezuren als o.m. de verschillende kleurreacties, autoradiografie en immunochemische detectie.
De student kan na deze lessenreeks: - onder begeleiding, een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in gentechnologie, biochemie, enzymologie, immunologie, microbiologie, bioinformatica en analysetechnieken, gebruiken om een eiwit via recombinant DNA-technologie aan te maken.
- onder begeleiding, nieuwe procedures ontwikkelen om eiwitten en nucleïnezuren te zuiveren en te karakteriseren en hierbij de juiste technieken en apparatuur gebruiken. Hij is in staat deze technieken in diverse sectoren (biomedische sector, landbouw, voeding, milieu …) toe te passen.
- de veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet opvolgen en hij bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Credit voor de jaarcluster "statistiek en POP", de opleidingsonderdelen de "levende cel", industriële scheidingstechnieken" en "organische analyse".
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit drie grote delen: biochemische werkwijzen, elektroforese en chromatografie.
- Biochemische werkwijzen
Water, diverse stoffen en buffers
- Eigenschappen van water
- Invloed van diverse stoffen
Homogenisatie van cellen en weefsels
- Uitgangsmateriaal
- Activiteit van hydrolytische enzymen
- Homogenisatiemethoden
Zuivering van en werken met nucleïnezuren
- Algemene strategie bij zuivering nucleïnezuren
- Beschadiging van nucleïnezuren
- Concentratiebepaling
- Denaturatie en renaturatie
- Isolatie en zuivering
- Zuiverheid - Identificatie
- Recombinant DNA-technologie
Zuivering van en werken met eiwitten
- Algemene strategie bij zuivering eiwitten
- Efficiëntie van de zuiveringsstap
- Fractionering
- Verwijdering van zouten
- Bewaring
- Maken van een eiwitoplossing
- Detectie van denaturatie
2. Elektroforese Basisprincipes elektroforese
- Inleiding
- Experimentele aspecten
Elektroforese van eiwitten
- Inleiding
- Polyacrylamidegel elektroforese
- Iso-elektrofocussing
- 2D-elektroforese
Elektroforese van nucleïnezuren
- Inleiding
- Gelkeuze
- Detectie
- Submarine elektroforese
- Sequentie- en genoomanalyse
- RNA-elektroforese
- Pulsed field lektroforese
Adsorptie aan membranen - blotten
- Voordelen van blotten
- Technieken
- Membraantypen
3.Chromatografie Chromatografie
- Inleiding
- Begrippen en formules
- Oplossend vermogen van een kolom
- Indeling
- Apparatuur
- Oefeningen
Gelfiltratiechromatografie
- Principe
- Samenstelling van de gelkorrels
- Zwellen van gelkorrels
- Verwijderen van lucht
- Kwantitatieve benadering
- Fractioneringsbereik
- Oplossend vermogen
- Toepassingen
- Praktische uitvoering
- Oefeningen
Ionenchromatografie
- Inleiding
- Elektrostatische aantrekking
- Ionenuitwisseling
- Selectiviteitsconstante
- Ionenuitwisselaars
- Ionenchromatografie
- Oefeningen
Affiniteitschromatografie
- Principe
- Matrix
- Ligand
- Spacerarm
- Elutie
- Kolomkeuze en stockeren van het gel
- Oefeningen
Hydrofobe interactiechromatografie
- Principe
- Uitvoering
Toepassingen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus "Biomoleculaire technieken en analysemethoden delen biochemische werkwijzen, elektroforese en chromatografie" – auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- powerpoint presentaties van alle lessen zijn beschikbaar op Blackboard - auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- manualen en catalogen van verschillende firma’s.
- aanbevolen websites staan bij de verschillende hoofdstukken van de cursus vermeld.
- cursus "Bio-informatica" op Blackboard – auteur: Peter Partoens – Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
38
|
lesuren
|
24,20
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
115
|
klokuren
|
73,25
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
toetsing INT7-2, tijdens de examenperiode:
- het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte
- het mondeling gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden
- op het mondeling als het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Onderzoekstechnieken |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30031 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
6 |
Totaal studietijd: |
21,06 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Caethoven Goele Pittois Karen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus celkweek geeft een inleiding tot het kweken van plantaardige en dierlijke cellen in vitro. Men krijgt een overzicht van de verschillende soorten culturen en hoe men deze culturen moet onderhouden. De verschillende toestellen en vereiste materialen worden besproken. De verschillende soorten contaminaties van culturen komen en bod en hoe men deze kan vermijden en/of verwijderen . Verder worden een aantal mogelijke toepassingen van celkweek als techniek in andere onderzoeksdomeinen aangehaald en kort beschreven .
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH316 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, klassieke analytische methoden, instrumentele analytische technieken, organische synthesereacties, identificatie- en zuiveringstechnieken, industriële productietechnieken.
- CH317 Hij / zij beschikt over informaticavaardigheden.
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kent na deze lessenreeks:
1.
De verschillende soorten celculturen en de methoden om celculturen op te starten en te onderhouden.
2.
De materialen en toestellen nodig om cellen in kweek te houden en de basisprincipes van de werking.
3.
De methode om cellen te tellen en het percentage levende cellen in een cultuur te bepalen.
4.
De manier waarop cellen worden gestockeerd en bewaard.
5.
De verschillende soorten contaminaties in celculturen en de manieren om deze te detecteren, te voorkomen en te verwijderen.
6.
Toepassingen van celcultuur in verschillende onderzoeksdomeinen.
De student kan na deze lessenreeks:
1.
Celtypes herkennen in een cultuur
2.
Verschillende soorten contaminatie in een celcultuur herkennen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- jaarcluster statistiek en POP
- de levende cel
- industriele scheidingstechnieken
- organische analyse
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
-
Hoe brengt men cellen in cultuur?
-
Soorten cellen
-
Controle van de groeiende cellen en onderhoud van culturen
-
Werkomgeving en vereiste toestellen en materialen
-
Bewaring en stockage van cellen
-
Contaminaties: soorten en hoe deze te vermijden
-
Toepassingen van celkweek als techniek in verschillende onderzoeksdomeinen
|
STUDIEMATERIAAL
|
1.
cursus “Cel-en weefselkweek“ – auteur: Karen Pittois – Plantijnhogeschool 2007
2.
Powerpoint presentaties van alle lessen zijn beschikbaar op Blackboard - auteur: Karen Pittois – Plantijnhogeschool 2007
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
22,73
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
72,73
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Toetsing INT7-2, tijdens de examenperiode
a.
het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte
b.
het mondeling gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden
c.
op het mondeling als het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
|
|
| |
|
3 Chemie - 3BCO - Onderdelen - Toegepaste statistiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Onderzoekstechnieken |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30032 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
17 |
Totaal aantal contacturen: |
12 |
Totaal studietijd: |
39,78 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. We bekijken de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies). De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne (controlekaarten, 6 sigma, procesoptimalisatie) en de externe (interlabstudies) kwaliteitscontroles.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH319 Hij / zij heeft voldoende aandacht aan kwaliteit.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
de student kan beslissen welke statistische methode voor welk probleem geschikt is en deze test ook concreet uitvoeren (opstellen van het proefopzet, uitvoeren van de experimenten, uitvoeren van de gepaste berekeningen en interpretatie van het resultaat)
de student kan een methode valideren (opstellen proefschema in functie van de validatieparameters, uitvoeren experimenten, berekenen van de parameters en interpretatie van het resultaat)
de student kan een optimalisatie van methode- of procesparameters uitvoeren volgens de simplexmethode
de student kan controlekaarten opzetten en lezen (interpreteren volgens leesregels)
de student kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole (interpretatie van de rapportering)
de student kan meewerken aan opstellen van kwaliteitshandboek en SOP’s
de student kent de basisprincipes van kwaliteitszorg
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- jaarcluster 'statistiek en POP' uit 2CH
- de levende cel
- industriele scheidingstechnieken
- organische analyse
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
1. Interne QC a. methodevalidatie (juistheid – bepalingsgrenzen – precisie – lineariteit – robuustheid) b. inleiding kwaliteitszorg, Six Sigma (met procescapabiliteit), AQL c. controlekaarten (met leesregels) 2. externe QC (interlab) a. Youdenplot b. zaagtandplot 3. Optimisatie: a. Fibonacci b. simplexmethode
|
STUDIEMATERIAAL
|
hoofdstukken 16 tem 20 uit de cursus “toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2007 “formuleboekje statistiek” (delen 1ste, 2de en 3de jaar) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2007 rekenmachine
aanvullend in de bib: ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000 ‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526) - 1996
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
23,81
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
30
|
klokuren
|
71,43
|
Verdere toelichting:
hoorcolleges: hierin worden de statistische technieken uitgelegd aan de hand van toepassingen en oefeningen uit het werkveld zelfstandig werk: oplossen van de oefeningenreeksen uit de cursus (met Excel). feedback van de lector tijdens de colleges of via mail.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
integratieve toets open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL, 2BL en 3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen gebruik van een rekenmachine is toegelaten samenstelling van de vragen: - hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van berekeningen, reproduceren van begrippen en definities) - minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
idem
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Onderzoekstechnieken |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30033 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
6 |
Totaal studietijd: |
21,06 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH317 Hij / zij beschikt over informaticavaardigheden.
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
- CH328 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analyses uitvoeren met alle courant voorkomende biochemische en immunochemische analysemethoden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan na deze lessenreeks:
- de voornaamste bioinformatica tools efficiënt gebruiken
- deze tools geïntegreerd toepassen in moleculair biologisch onderzoek
- zich nieuw ontwikkelde tools eigen maken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- Jaarcluster Statistiek en POP
- De levende cel
- Industriële scheidingstechnieken
- Organische analyse
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Na een korte inleiding over het nut van bioinformatica in het wetenschappelijk onderzoek worden een aantal databanken voorgesteld en wordt aangeleerd op welke manier hier efficiënt mee kan gewerkt worden. Hierna komen een aantal veel gebruikte tools aan bod zowel gericht op DNA-technologie als op eiwit-werk. Nadruk in deze component ligt op het leren gebruiken van de bio-informatica tools en niet op de achterliggende informatica. Vandaar dat deze cursus voornamelijk bestaat uit oefeningen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Ppt-cursus Bioinformatica – Peter Partoens - Plantijnhogeschool 2007
Alle voorgestelde tools zijn publiekelijk toegankelijk op het internet.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
23,81
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
15
|
klokuren
|
71,43
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
toetsing INT7-2, tijdens de examenperiode
Er zal niet gepeild worden naar theoretische kennis. De student moet de correcte tools kunnen toepassen in oefeningen komende uit reeële onderzoekssituaties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
idem
|
|
| |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Fermentatietechnologie
Milieuchemie
Groene biotechnologie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30034 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
41 |
Totaal studietijd: |
104 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Robberecht Harry Soetaert Anneleen
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Zie deelfiches.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Zie deelfiches.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Zie deelfiches
|
Andere begincompetenties
|
Zie deelfiches
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biotechnologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30035 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
56 |
Totaal aantal contacturen: |
23 |
Totaal studietijd: |
58,24 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Iniatie tot de belangrijkste milieu-biotopen: water, lucht, bodem en voedsel. Steeds wordt de logica gerespecteerd: wat is dit, de functie, de eigenschappen, de verontreiniging, de sanering en de kwaliteit.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH316 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, klassieke analytische methoden, instrumentele analytische technieken, organische synthesereacties, identificatie- en zuiveringstechnieken, industriële productietechnieken.
- CH328 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analyses uitvoeren met alle courant voorkomende biochemische en immunochemische analysemethoden.
- CH329 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Het besef dat het milieu een belangrijk biotoop is, die bewaard moet blijven
- Het gaat niet om lucht, water en bodem, maar één geheel. Het voorbeeld van zure regen illustreert dit ten volle.
- Elke box start met het medium, de eigenschappen, de verontreiniging, de analyse en de sanering hiervan.
- Men heeft een extern milieu, maar ook het intern (voedsel) is belangrijk. Aan de hand hiervan worden een aantal toxicologische begrippen meegegeven.
- Milieuwetgeving is constant in beweging, daarom worden enkel basisprincipes meegegeven (algemene en sectoriële lozingsnormen).
- Voor deze richting wordt aandacht besteed aan de analysetechnieken, die gebruikt worden bij de analyse van pollutie van water, lucht en bodem.
- Nieuwe trends in bemonstering en analyse van de verschillende media worden belicht. Voor gekoppelde technieken krijgen een stevige aandacht.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- Microbiologie
- de levende cel
- aromaten
- toegepaste fasenleer
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Water: samenstelling, funktie, verontreiniging, analyse, sanering en kwaliteit.
- Lucht: samenstelling, funktie, verontreiniging, bemonstering en analyse, sanering en kwaliteit.
- Bodem: samenstelling, funktie, verontreiniging, analyse, sanering en kwaliteit.
- Geur- en geluidshinder.
- Voedselverontreiniging: additieven en contaminanten (zware metalen, pesticiden endioxines/pcb’s).
|
STUDIEMATERIAAL
|
Eigen nota’s (water en lucht, bodem met stuk Open Universiteit Antwerpen: Toxicologie).
ppt: een slecht genomen staal is een monster.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
22
|
lesuren
|
36,67
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
37
|
klokuren
|
61,67
|
Verdere toelichting:
Hoorsessies van twee uur.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Int 7-3 (schriftelijk examen)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Int 7-3 (schriftelijk examen)
|
|
| |
|
3 Chemie - 3BCO - Onderdelen - Fermentatietechnologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biotechnologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30036 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
22 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
22,88 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Soetaert Anneleen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Bij fermentatieprocessen worden microörganismen zoals bacteriën, schimmels en gisten ingezet in de productie van bruikbare stoffen op industriële schaal. Ze kunnen vitaminen, biobrandstoffen, geurstoffen, geneesmiddelen en enzymen produceren.
Deze microörganismen komen in de natuur wijdverspreid voor waar ze echter zelden optimale groei omstandigheden treffen. Tijdens de industriële fermentaties worden de optimale voorwaarden (voedingsstoffen, pH, temperatuur,...) gecreëerd voor de groei van deze organismen en de vorming van nuttige producten. Bovendien kan via gentechnologische technieken het genetisch materiaal van deze microörganismen gewijzigd worden waardoor een heel gamma van nuttige metabolieten en enzymen geproduceerd kunnen worden.
In deze cursus is het de bedoeling de kweekomstandigheden van industriële fermentaties te belichten alsook een aantal praktische voorbeelden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan na deze lessenreeks:
- Het begrip witte biotechnologie situeren en een aantal voorbeelden uit het dagelijks leven aanhalen.
- Soorten kweek-principes en type bioreactoren opnoemen.
- De componenten van de industriële fermentatie media beschrijven.
- Inzicht in controle en sturing van de fermentatieprocessen hebben.
- Enkele toepassingen van fermentatie met betrekking tot metabolic engeneering en het onderliggend principe uitleggen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- Credit voor microbiologie, de levende cel, aromaten en toegepaste fasenleer.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Industriële of witte biotechnologie
- Definitie
- Fermentatieprocessen: microörgenismen met nuttige metabolieten en biomassa.
- In het dagelijkse leven
- Industriële fermentatie
- Upscaling: van erlemeyer tot 500.000l reactor
- Microbiële kweek-principes: batch, fed batch, chemostat
- Type bioreactoren
- Industriële fermentatie media
- Sterilizatie
- Inoculum en groei
- Controle en sturing van het fermentatie proces (o.a. O2, CO2, pH, zuur, base, T, roersnelheid, schuimvorming)
- Een praktisch voorbeeld: de aerobe E. coli batch fermentatie.
- Metabolic Engeneering: toepassingen van nuttige microörganismen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus 'Fermentatietechnologie' - auteur: Anneleen Soetaert - Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
34,78
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
14
|
klokuren
|
60,87
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Toetsing INT7-3, tijdens de examenperiode a. het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte b. het mondeling gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden c. op het mondeling als het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
|
|
| |
|
3 Chemie - 3BCO - Onderdelen - Groene biotechnologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biotechnologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30037 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
22 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
22,88 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Soetaert Anneleen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de cursus groene biotechnologie wordt de stap naar de anatomie en de fysiologie van de plant gezet. Naast de verschillende planten weefselsystemen wordt de ontwikkeling en anatomie van wortel en scheut gedetailleerd besproken. Hierna komen de processen van reproductie, fotosynthese en de werking van plantenhormonen aanbod. Met dit inzicht kan dan de link gemaakt worden naar genetische planten manipulaties voor onderzoeksdoeleinden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan na deze lessenreeks:
- De basis anatomie van de plant en celwand benoemen.
- Het verschil tussen het vasculair en het cellulair systeem uit leggen.
- De verschillende plantenhormonen opsommen met hun functie in de plant.
- Het principe van de fotosynthese beschrijven.
- Een aantal toepassingen van de plantenbiotechnologie toelichten.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Credit voor microbiologie, de levende cel, aromaten en toegepaste fasenleer.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Plantenanatomie: wortel-scheut
- De Celwand
- Vasculair systeem
- Cellulair systeem
- Systematiek
- Voortplanting
- Hormonen
- Fotosynthese
- Plantenbiotechnologie
|
STUDIEMATERIAAL
|
1. Cursus 'Groene biotechnologie'- auteur: Anneleen Soetaert - Plantijnhogeschool 2007
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
34,78
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
14
|
klokuren
|
60,87
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Toetsing INT7-3, tijdens de examenperiode a. het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte b. het mondeling gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden c. op het mondeling als het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
|
|
| |
|
3 Chemie - 3BCO - Onderdelen - Geïntegreerd lab, seminaries en POP |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
POP
Geïntegreerd lab
Seminaries
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30038 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
17 |
Wegingscoëfficient: |
17 |
Totaal aantal contacturen: |
185 |
Totaal studietijd: |
442 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Van doorslaer Els
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info zie deelfiches
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Geïntegreerd lab, seminaries en POP |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30039 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
91 |
Totaal aantal contacturen: |
177 |
Totaal studietijd: |
402,22 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van doorslaer Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Theorie en praktijk zijn voor de component "Geïntegreerd lab" zeer nauw met elkaar verweven. Ook hier is de rode draad "van gen naar eiwit". Laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering, karakterisatiemethoden en gebruik van databanken worden ingeoefend. Bijzondere aandacht wordt besteed aan veilig- en kwaliteitsvol werken. Door specifieke opdrachten en projectwerk worden studenten vertrouwd met researchtechnieken en wordt het teamwerk bevorderd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH316 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, klassieke analytische methoden, instrumentele analytische technieken, organische synthesereacties, identificatie- en zuiveringstechnieken, industriële productietechnieken.
- CH317 Hij / zij beschikt over informaticavaardigheden.
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH319 Hij / zij heeft voldoende aandacht aan kwaliteit.
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
- CH328 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analyses uitvoeren met alle courant voorkomende biochemische en immunochemische analysemethoden.
- CH329 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student bezit na deze praktijksessies:
- goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, manipulatie van levende cellen (eukaryoten en prokaryoten) op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
- goede kennis van de principes van de methoden en technieken.
- voldoende informaticavaardigheden
- een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel
De student kan na deze praktijksessies:
- eiwit- en nucleïnezuurdatabanken raadplegen en gebruiken.
- een efficiënte planning en tijdsindeling maken voor de uit te voeren proeven.
- nauwkeurig klassieke analytische methoden en instrumentale analytische technieken uitvoeren.
- de meetwaarden omzetten naar de gevraagde concentraties in het monster.
- de resultaten statistisch verwerken.
- de resultaten verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag en hierover mondeling rapporteren.
- een praktijkjournaal schrijven volgens de voorschriften.
- klein-schalige fermentor’s bedienen en hij heeft een praktisch inzicht i.v.m. de sturing van fermentatieprocessen verworven.
- veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet volgen en hij bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel.
- op een correcte manier een job safety analyse uitvoeren en een SOP uitschrijven.
- in groep een opdracht uitvoeren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- geslaagd zijn in het tweede jaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van 3BCO volgen.
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
In het geïntegreerd lab komen verschillende aspecten uit de biotechnologie, celbiologie en fermentatie aan bod. Kennis en vaardigheden verworven gedurende de drie jaren worden hierbij toegepast en ingeoefend. Tijdens de seminaries worden enkele specifieke onderwerpen behandeld. Zij worden gegeven door gastsprekers en kunnen momenteel nog niet ingevuld worden in de lesweken. Enkele bedrijfsbezoeken illustreren de samenhang tussen de verschillende delen. Groepswerk en enkele Engelstalige labopdrachten bereiden de student voor om te werken in een multiculturele en internationale omgeving.
- Leerinhoud biotechnologie
- Isolatie nucleïnezuren (plasmiden uit bacteriën, chromosomaal DNA uit bloed en planten)
- PCR-reacties
- Digesties met restrictie-enzymen, ligaties, transvecties,…
- ELISA’s
- Eiwit- en nucleïnezuurchromatografie en elektroforese
- Blotten
- Toepassen centrifugatie, concentreringstechnieken, dialyse, kleurreacties, karakterisatiemethoden,…
- Gebruik databanken
- Uitwerken individuele onderzoeksopdracht i.v.m. stage
- Project "Van gen naar eiwit"
- Leerinhoud celkweek
- Aanleren van celmanipulatietechnieken (uitplaten, tellen)
- Opsporen mycoplasma contaminatie
- Cytotoxiciteitstest
- Leerinhoud fermentatie
- Precultuur E. coli voorbereiden
- Fermentor monteren
- Ijking pH, pO2 probes
- Initiatie pH, pO2 probes
- Opstellen job safety analyse
|
STUDIEMATERIAAL
|
De labnota’s van het geïntegreerd lab bestaan uit verschillende delen: cursusdeel "Enzymkinetiek " – auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- cursusdeel "Biotechnologie " – auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007.
- cursusdeel "Celkweek en cytotoxiciteitstest" – auteur: Rudolf Lucas – Blackboardcursus VALIM Intensief programma Breda 2007 (Engelstalige praktijknota’s).
- cursusdeel "Bioinformatica" – auteur: Peter Partoens - Plantijnhogeschool 2007.
- cursusdeel "Fermentatietechnologie" – auteur: Anneleen Soetaert – Plantijnhogeschool 2007.
- manuals van bedrijven.
- nota’s seminaries.
- cursus: "Toegepaste statistiek" – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
173
|
lesuren
|
40,52
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
250
|
klokuren
|
58,55
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Evaluatie van de practica:
- aanwezigheid
- permanente evaluatie van praktische vaardigheden
- evaluatie van verslagen
- controle praktijkjournaal (labschrift)
- uitvoeren job safety analyse
- opstellen SOP
- literatuuronderzoek opdracht + presentatie en poster
- uitvoeren project + presentatie
- toetsing INT 7-4
Op het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student. Puntenverdeling:
- 50% jaarwerk in lab
- 20% verslagen, presentaties
- 30% theorie
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Voor de 2de zittijd blijven de punten van jaarwerk, verslagen en presentaties behouden. Enkel de integratieve toets 7-4 kan herdaan worden. De vraagstelling is analoog als in de 1ste zittijd.
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Geïntegreerd lab, seminaries en POP |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30040 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
0 |
Totaal studietijd: |
22,1 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van doorslaer Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH319 Hij / zij heeft voldoende aandacht aan kwaliteit.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Het POP draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van het opleidingsdoel: reflecteren over het eigen handelen tegenover derden. In het bijzonder: 1. reflecteren over het eigen handelen binnen de onderwijsgroep 2. een basis leggen voor reflecties in het latere werkveld (de stage)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van 3 BMO volgen.
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Algemene "CGO-trotter"
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
|
studietijd buiten contacturen:
|
|
klokuren
|
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
POP wordt in het derde jaar door de periodecoördinator geëvalueerd op volledigheid.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
POP wordt in het derde jaar door de periodecoördinator geëvalueerd op volledigheid.
|
|
| |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Geïntegreerd lab, seminaries en POP |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30041 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
8 |
Totaal studietijd: |
17,68 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van doorslaer Els
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de seminaries krijgt de student een betere perceptie van zijn latere werksituatie. Initiatieven voor de seminaries worden gestuurd door de verschillende lectoren en kunnen ondermeer volgende activiteiten omvatten: het bijwonen van voordrachten, bezoeken van tentoonstellingen en het deelnemen aan studiedagen. De analyse en bespreking van concrete probleemsituaties kan eveneens het onderwerp zijn.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Inspelen op recente ontwikkelingen en de student vertrouwd maken met "levenslang leren".
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van het 1ste en 2de jaar.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Zie voorgaande.
|
Andere begincompetenties
|
Zie voorgaande.
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
42,11
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
11
|
klokuren
|
57,89
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30042 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:8 |
Aantal studiepunten: |
23 |
Wegingscoëfficient: |
23 |
Totaal aantal contacturen: |
1 |
Totaal studietijd: |
598 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Spanoghe Mark Van doorslaer Els Verbeke Patrick
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De stageperiode is het sluitstuk van de opleiding; deze periode loopt over 14 werkweken in de 2° helft van het academiejaar. De stage verloopt in een bedrijf of instelling onder leiding van een deskundige van het bedrijf (stagementor). Dit kan zowel in het binnen- als buitenland.
Studenten uit de afstudeerrichting Chemische Laboratoriumtechnieken komen meestal terecht in een laboratorium voor productiecontrole, kwaliteitscontrole of milieuanalyses, waar zij bepalingen uitvoeren op monsters van uiteenlopende aard (afvalwaters, geneesmiddelen, polymeren, ...). Sommigen doen wetenschappelijk onderzoek aan een universiteit of research lab.
De stageplaats voor de richting Procestechnologie situeert zich voornamelijk in productiebedrijven in de Antwerpse haven. Hier nemen de studenten deel aan de dagelijkse werkzaamheden binnen een productie-eenheid. Als stageopdracht beschrijven ze een deelaspect van het proces of werken ze rond een specifieke probleemstelling binnen het bedrijf
Binnen de stage-werkzaamheden wordt ruimte voorzien voor het schrijven van een eindwerk, d.i. een uitgebreid verslag over een onderwerp dat nader werd onderzocht.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
- CH124 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analysetechnieken in laboratoria voor milieu- productie- en kwaliteitscontrole, deelname aan chemisch onderzoek, staalonderzoek, online analyses
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH316 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, klassieke analytische methoden, instrumentele analytische technieken, organische synthesereacties, identificatie- en zuiveringstechnieken, industriële productietechnieken.
- CH317 Hij / zij beschikt over informaticavaardigheden.
- CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH319 Hij / zij heeft voldoende aandacht aan kwaliteit.
- CH320 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in eenheidsbewerkingen, transportsystemen, destillatie, meet- en regeltechniek.
- CH321 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: storingsanalyse en optimalisatie, opstellen massabalansen, optimalisatiemethoden en instructies opstellen, apparatuur leren gebruiken.
- CH322 Hij / zij is veiligheids- en ethisch bewust.
- CH323 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in spectometrische bepalingen, elektro-analytische methoden, chromatografische scheidingstechnieken m.i.v. gekoppelde technieken, specifieke milieuanalyses, industriële microbiologie, procesautomatisatie, materialenleer.
- CH325 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
- CH326 Hij / zij bewaakt met zorg de kwaliteit.
- CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
- CH328 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analyses uitvoeren met alle courant voorkomende biochemische en immunochemische analysemethoden.
- CH329 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student doet beroepservaring op tijdens zijn stage.
1. De student herkent aangeleerde technieken en maakt kennis met reële toepassingen. 2. De student leert zelfstandig werken. 3. De student ontwikkelt de nodige sociale vaardigheden om met collega’s en oversten vlot te communiceren. 4. De student leert de resultaten van een uitgebreider onderzoeksproject op een correcte wetenschappelijke wijze schriftelijk en mondeling rapporteren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van het 3° programmajaar gevolgd hebben
|
Andere begincompetenties
|
De parate kennis en vaardigheden aangaande de verschillende opleidingsonderdelen uit de opleiding.
|
LEERINHOUDEN
|
- De studenten van de afstudeerrichting Chemische Laboratoriumtechnieken kunnen o.a. de volgende opdrachten krijgen: het valideren van een analysetechniek, het onderzoeken en optimaliseren van meetvoorwaarden, de vergelijking van verschillende analysemethoden.
- De stageplaats voor de richting Procestechnologie situeert zich voornamelijk in productiebedrijven in de Antwerpse haven.Hier nemen de studenten deel aan de dagelijkse werkzaamheden binnen een productie-eenheid. Als stageopdracht beschrijven ze een deelaspect van het proces of werken ze rond een specifieke probleemstelling binnen het bedrijf
- De stageplaats voor de richting Biochemie situeert zich in farmaceutische, biotechnologische en voedingstechnische bedrijven. Hier nemen de studenten deel aan researchopdrachten waar ze onder begeleiding een deelaspect van het onderzoek op zich nemen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- De stagebrochure en de syllabus "Rapportering eindwerk".
- Indien verder nodig, voorzien door de stagementor.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
598
|
klokuren
|
99,83
|
Verdere toelichting:
- De lector-stagecoördinator wijst de student een stageplaats toe in een bedrijf of onderzoeksinstelling, met aandacht voor de interesses, voorkeuren en woonplaats van de student.
- De lector-stagebegeleider onderhoudt de contacten met het bedrijf en de student.
- De stagementor is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op de stageplaats.
- Tijdens de stage is er een terugkomdag (o.m. reflectiemoment) binnen de hogeschool.
- Er wordt een proefverdediging van het eindwerk georganiseerd binnen de hogeschool.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier. Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury.
- Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 40% van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties:
- de activiteiten gedurende de stageperiode: 60% (stagementor) - het eindwerk: 24% (stagementor + lezers) - de mondelinge presentatie en verdediging: 16% (jury).
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Het eindwerk kan ingediend worden tegen de tweede examenperiode. De eindwerkverdediging gebeurt dan in de tweede zittijd.
- Het eindwerk kan herschreven en opnieuw verdedigd worden indien dit de oorzaak is van niet slagen voor de totale stage.
- Het praktische werk kan niet herdaan worden tijdens de maanden juli en augustus.
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|