|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Opleidingsonderdelen |
|
|
|
| | |
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Voedingswetenschappen |
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - PVO en consultatietechnieken |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Voedingswetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20087 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
12 |
Totaal studietijd: |
23,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
De Ridder Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In dit deel gaan we het model van de GVO vertalen in termen van individuele patiëntenvoorlichting en –begeleiding. Er wordt stilgestaan bij het ontstaan van gedrag en hij maakt kennis met verschillende gedragsveranderingmodellen. De student leert via verschillende motiveringstechnieken een patiënt begeleiden en motiveren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de student heeft kennis en inzicht in gedragsverandering en motiveren tot gedragsverandering.
- de student heeft inzicht om op een systematische en methodische manier cliënten te begeleiden naar structurele gedragsverandering
- de student heeft inzicht om voorlichting te geven die gericht is op gedragsverandering
- de student kan inzicht verschaffen in de rol die de diëtist kan vervullen in het proces van gedragsverandering
- de student heeft inzicht in valkuilen die de diëtist kan tegenkomen in de begeleiding van mensen teneinde gedragsverandering te bewerkstelligen
- de student heeft kennis en inzicht in het planmatig PVO-model de student kan de vereiste kennis uit andere vakken integreren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
de student is geslaagd voor 1VD of heeft credits behaald op voedingswetenschappen delen I & II (1VD), biomedische wetenschappen (1VD) en voedingsmiddelentechnologie (1VD)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- wat is gedrag en enkele verschillende modellen over het ontstaan van gedrag.
- het proces van gedragsverandering (stages of changes)
- planmatige patiëntenvoorlichting
- gedragsveranderingsmodellen voor de diëtist in de praktijk: stages of changes en de willen-kunnen-doen theorie: health counseling
|
STUDIEMATERIAAL
|
- gekregen handouts van de presentaties
- cursus "PVO en consultatietechnieken" - auteur Inge De Ridder- Plantijnhogeschool
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
35,71
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
57,14
|
Verdere toelichting:
Hoorcolleges afgewisseld met oefeningen die een toepassing zijn op de verkregen theoretische inzichten, rollenspelen met bespreking
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Integratieve toets INT6-3 met kennis-, inzichts- en casusvragen.
Studenten die afwezig zijn op INT6-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'voedingswetenschappen'.
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Integratieve toets INT6-3 met kennis-, inzichts- en casusvragen.
Studenten die afwezig zijn op INT6-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'voedingswetenschappen'.
Studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel 'voedingswetenschappen (periodes 4&6)' leggen één integratieve toets af over alle componenten (van periodes 4&6) van dit opleidingsonderdeel.
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Sportvoeding |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Voedingswetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20088 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
25 |
Totaal aantal contacturen: |
12 |
Totaal studietijd: |
39 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
De Ridder Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Een (intensieve) sporter heeft andere voedingsbehoeften dan een niet-sporter. Daarnaast wordt er over dit onderwerp enorm veel geschreven en is voor een topsporter een goede uitgebalanceerde voeding, zowel kwalitatief als kwantitatief, zeer belangrijk voor zijn prestaties.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
- VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de student kan de verschillende energiesystemen van de spier benoemen
- de student kan een onderscheid maken tussen de verschillende soorten sporten en het gebruik van de verschillende energiesystemen
- de student kan adviezen geven over sportvoeding, meer bepaald naar de verschillende sporttakken toe
- de student heeft kennis van verschillende soorten sportpreparaten
- de student kan sportdagschema’s opstellen en berekenen in het Bins programma
- de student kan sportweekmenu’s opstellen en/of aanpassen en berekenen in het Bins-programma
- de student integreert kennis en inzicht in vooropgestelde casussen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD of heeft credits behaald op voedingswetenschappen delen I & II( 1VD), biomedische wetenschappen (1VD) en voedingsmiddelentechnologie (1VD)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
student dient de component BINS (skillslab) te volgen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemeen cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
-
inleiding in de sportfysiologie
-
basisprincipes van sportvoeding naar energie en energieleverende stoffen
-
basisprincipes van sportvoeding voor vocht, mineralen en vitamines
-
basisprincipes van sportvoeding bij de verschillende sporten,(duursport,krachtsport, team/spelsport) en sportpreparaten
-
bespreking van de casussen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus hoofdstuk “Sportvoeding” – auteur Inge De Ridder - Plantijnhogeschool
- Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, uitgave 2005
- BINS Becel Institute Nutrition Softwareprogramma 2005
- handboek: voeding en sport van Van Geel Anja. NOC
- vakliteratuur: "Betere sportprestaties met een aangepaste voeding", Vanhee P., Nutrinews juni 2007
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
23,81
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
30
|
klokuren
|
71,43
|
Verdere toelichting:
hoorcolleges afgewisseld met oefeningen die een toepassing zijn op de verkregen theoretische inzichten
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
integratieve toets INT4-1 (schriftelijke toets in examenweek) en evaluatie van de casus sportvoeding
-
evaluatiecriteria voor de integratieve toets (95%)
-
evaluatiecriteria voor casus sportvoeding ( 5%) : De casus heeft twee evaluatiecriteria : 1 voor de bewerking in BINS (zie onderdeel BINS) en 1 voor het onderdeel sportvoeding;
-
logische opbouw van de argumentatie/ motivatie tot het sportadvies
-
correctheid van het advies en berekeningen
-
duidelijke, heldere formulering van het advies
-
juiste, logische en gemotiveerde praktische voedingsmiddelenkeuze
-
correcte en volledige evaluatie
-
studenten die afwezig zijn op INT4-1 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen’
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen’ (periodes 4&6) leggen één integratieve toets af over de vier componenten van dit onderdeel
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Voeding doorheen de levensloop |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Voedingswetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20089 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
40 |
Totaal aantal contacturen: |
28 |
Totaal studietijd: |
62,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Hertogen Marina
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De behoefte aan voedsel en voedingsstoffen, de beleving van voedsel- en voedingsproblemen zijn onder andere afhankelijk van de leeftijd. Elke leeftijdscategorie kent haar eigen behoeftes en voedingsproblemen: zwangere en zogende moeder, zuigeling, peuter en kleuter, scholieren, adolescenten, jong volwassenen en ouderen. De volwassenen hebben we in periode 3 behandeld. We gebruiken de kennis van die periode als basis om de andere leeftijdscategorieën te bekijken. Aan zuigelingenvoeding gaan we extra aandacht besteden omdat deze sterk afwijkt van de gewone voeding.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan lichaamsgewicht en lengte meten en kan een interpretatie geven van veranderingen in een gewicht.
- De student kan het (ideale) lichaamsgewicht berekenen volgens Quetelet, normogram van Deurenberg, waist-to-hip-ratio, e.d.
- De student kent begrippen als indirecte calorimetrie.
- De student kan huidplooimetingen en impedantiemetingen uitvoeren.
- De student kan de richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) in verband met voedingsaanbevelingen voor België toepassen op de verschillende leeftijdscategorieën.
- De student kan deze aanbevelingen omzetten in gezonde voeding aangepast aan de leeftijdscategorie.
- De student kan voedingsproblemen opsporen en adviezen uitschrijven.
- De student kan wetenschappelijke artikels lezen, samenvatten en omzetten in bruikbare adviezen voor de bevolking.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD of heeft credits behaald op voedingswetenschappen delen I&II (1VD), biomedische wetenschappen (1VD) en voedingsmiddelentechnologie (1VD)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Taalvaardigheid: zowel schriftelijk als mondeling
Andere: zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- Antropometische metingen' en 'Meten is weten', meten van lengte en gewicht, meten van lichaamssamenstelling, gebruik van weegschalen, gebruik van verschillende nomogrammen, e.d.
- Voeding bij zwangere, zwangerschapscomplicaties en lacterende. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies. Klassikale verbetering van opdrachten.
- Voeding van de zuigeling. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies. Klassikale verbetering van opdrachten.
- Borstvoeding, aandachtpunten voor voedingsproblemen bij prematuren. Berekenen van nuritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies. Klassikale verbetering van opdrachten.
- Peuter- en kleutervoeding. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies. Klassikale verbetering van opdrachten.
- Voeding bij scholieren, adolescenten en jong volwassenen. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies. Klassikale verbetering van opdrachten.
- Voeding bij bejaarden. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies. Klassikale verbetering van opdrachten.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus 'Antropometrische metingen' - auteur Hertogen Marina - Plantijnhogeschool - 2007-2008,
- Teksten Antropometrie' van de Metabole Eenheid - Diens diabetologie, metabole ziekten en nutritiepathologie, Universitair ziekenhuis Antwerpen
- Cursus: 'Voeding doorheen de levensloop' - Auteur Hertogen Marina - Plantijnhogeschool - 2007-2008
- Opdrachten en oefeningenboek - auteur: Hertogen Marina
- Handboek gezondheidspromotie, Evenwichtig eten en gezond bewegen, VIG, Lannoo Campus, ISBN 9789020973297, 2007
- Voeding en Gezondheid, Van Camp & co, Lannoo Campus, ISBN90 209 6600 6, 2006
- Voedingsingrediënten, Van damme & co, Lannoo Campus, ISBN 90 209 6697 9, 2006
- BINS, Becel Nutrition Softwareprogramma, 2006
- NUBEL, Belgische voedingsmiddelentabel, ISBN 90 74362 07 2, 2004
- NEVO, Nederlands voedingsstoffenbestand, ISBN, 90-5177-037-5, 2006
- Kunstvoeding voor zuigeling, Y Vandenplas, VUB, 20026
- Brochures 'Kind en Gezin', Hallepoortlaan, 27 te 1060 Brussel
- Tijdschriften en boeken in de bibliotheek
- Video: 'Het derde oog' Nestlé
- Wetenschappelijke artikels
- Verplichte actuele seminaries en/of bijscholingen die betalend zijn
- Eenvoudige rekenmachine.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
26
|
lesuren
|
37,14
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
42
|
klokuren
|
60,00
|
Verdere toelichting:
Werkcolleges met verplichte oefeningen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
Evaluatie opdrachten 5% en examen 95%
-
Opdrachten: uitvoeren taken, heldere formulering van adviezen, verplichte aanwezigheid tijdens de werkcolleges en praktijksessie
-
Integratieve toets INT4-1: kennisvragen, toepassingsvragen, correctheid van de antwoorden, volledigheid van de argumentatie, duidelijke en heldere formulering van de antwoorden, creativiteit bij oefeningen en juiste berekening.
- studenten die afwezig zijn op INT4-1 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen’
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- uitsluitend evaluatie op basis van de integratieve toets met dezelfde evaluatiecriteria
- studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen’ leggen één integratieve toets over alle componenten (van periodes 4&6) van dit opleidingsonderdeel
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Voeding in specifieke omstandigheden |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Voedingswetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20090 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
20 |
Totaal aantal contacturen: |
14 |
Totaal studietijd: |
31,2 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Hertogen Marina
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Met voeding in specifieke omstandigheden bedoelen we alternatieve voedingsystemen, voeding bij kansarmoede hier en in de derde wereld, voeding bij andere culturen en de nutritionele, maatschappelijke en sociale aspecten van alcoholmisbruik.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
- VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
- VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student kan voedingsbegeleidingen geven aan individuen en groepen die een afwijkend voedingspatroon hebben omwille van sociale, culturele, maatschappelijke en/of economische redenen.
-
De student kent de verschillende alternatieve voedingssystemen zoals, veganisme, macrobiotiek, antroposofische voeding, voedselcombinaties, e.d. De student kan het individu begeleiden in het volwaardig maken van deze systemen en wijzen op eventuele gevaren en tekorten.
-
De student kent de middelen om kansarmoede in eigen land te herkennen en aangepaste voedingsbegeleiding te geven.
-
De student heeft inzicht in het mechanisme van voedseltekort in de landen van de derde wereld en kent de kanalen in België om hieraan iets te doen.
-
De student kent de verschillende eetculturen in België en weet waar hij/zij best rekening mee houdt in het voedingsadvies.
- De student kent de systemen om problemen met onaangepast alcoholgebruik (POA) te herkennen en kan deze deskundig doorverwijzen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD of heeft credits behaald op voedingswetenschappen delen I&II (1VD), biomedische wetenschappen (1VD) en voedingsmiddelentechnologie (1VD)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Taalvaardigheid: zowel mondeling als schriftelijk
Andere: zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
Alternatieve voedingssystemen zoals vegetarisme, veganisme, macrobiotiek, antroposofische voeding, combinatievoeding, e. d.
Voeding bij andere culturen: joodse, islamitische, hindoe, e.d.
Voeding en alcohol(isme)
voeding en (kans)armoede
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus ‘Voeding in specifieke omstandigheden’ – auteur: Marina Hertogen – Plantijnhogeschool - 2007-2008
Opdrachten verwerkt in cursus
Handboek Gezondheidspromotie, Evenwichtig eten en gezond bewegen, VIG, Lannoo Campus, ISBN 9789020973297, 2007
Voedingsingrediënten: stand van zaken, Vandamme & co, Lannoo campus, ISNN90 209 6679 9, 2006
Voeding en gezondheid, Van Camp & co, Lannoo campus, ISBN 90 209 6600 6, 2006
Kookboeken alternatieve voedingssystemen en andere culturen in de Bib + eigen kookboeken
Informatorium van voeding en diëtetiek
Didactische voedingswinkel
Verplichte actuele seminaries en/of bijscholingen die betalend zijn
Internetbronnen
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
23,53
|
practicum en oefeningen:
|
4
|
lesuren
|
11,76
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
20
|
klokuren
|
58,82
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges
- Wereldkaartwandeling op stadsformaat, wandeling met gids door Antwerpse buurten waar mensen wonen met andere culturen, met speciale aandacht voor hun voeding.
- Gastspreker(s)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
Evaluatie toets
-
kennisvragen,
-
inzichtvragen,
-
verbanden leggen,
-
oefeningen, gevolgde methodiek
-
volledigheid van de argumentatie en de correctheid van de antwoorden
-
duidelijke en heldere formulering
-
schriftelijke taalbeheersing bij het uitschrijven van adviezen
-
studenten die afwezig zijn op INT6-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'voedingswetenschappen'.
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing. opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen’
-
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Voedselproductie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Gemeenschapsrestauratie
Hygiëne - HACCP - voedselveiligheid
Industriële voedselproductie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20101 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
64 |
Totaal studietijd: |
130 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Bruggeman Geert Van Nijlen Bart
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Hygiëne - HACCP - voedselveiligheid |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Voedselproductie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20102 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
28 |
Totaal aantal contacturen: |
19 |
Totaal studietijd: |
36,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Bruggeman Geert
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Sinds de eerste Europese richtlijnen voor het beheersen van de veiligheid, hygiëne en kwaliteit van voedingsmiddelen in 1993 van kracht werden en het KB van 14 november 2003 inzake autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedingsindustrie, is elk bedrijf dat met voeding werkt zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en de veiligheid van de producten.
Het verwerken van de grondstoffen en het bereiden van de producten moet op een hygiënische manier gebeuren met de bedoeling om het aantal voedselvergiftigingen en kwaliteitsproblemen te verminderen. De aangeboden voeding mag immers de gezondheid van de consument niet schaden of in het gedrang brengen.
Men is wettelijk verplicht het kwaliteitssysteem HACCP als basis te gebruiken voor het opzetten van een bedrijfsspecifiek voedselveiligheidssysteem en iedereen die in een voedingverwerkend bedrijf actief is moet op de hoogte zijn van de regels en afspraken die in het bedrijf van toepassing zijn.
Het is dan ook niet meer dan logisch dat we stil staan bij dit facet van het voedselproductie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student(e) heeft kennis en inzicht in de hygiënische aspecten en systemen (vnml HACCP), en de kwaliteitsbeïnvloedende factoren daaraan verbonden, van de grondstoffenverwerking en -bewaring.
-
De student(e) heeft kennis en inzicht in de belangrijkste wettelijke bepalingen omtrent voedselveiligheid en de verwerking van voeding en kan dit kaderen in kwaliteitssystemen en maatschappelijke evoluties;
-
De student(e) kan zelfstandig en/of in team rond voedingstechnische activiteiten (processen) spontaan en creatief adviezen/producten/materialen/informatie/auditverslagen/… analyseren/taxeren/evalueren/beoordelen en voorstellen doen met het oog op hygiëne- en kwaliteitsverbetering, klantgerichtheid, … .
-
De student(e) kan de belangrijkste wettelijke bepalingen omtrent hygiëne, 'Veiligheidsprocedures', autocontrole en naspeurbaarheid in verband met de verwerking van voeding uitleggen en toepassen;
-
De student(e) heeft grondig inzicht in HACCP (het volledige systeem) en hygiënemanagement (Ongediertebestrijding, Reiniging en desinfectie, Hygiënetraining,…).
- De studente kan verband leggen tussen hygiëne, kwaliteitszorg en economisch verantwoorde bedrijfsvoering, klantentevredenheid, productiviteit,… .
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
voedingsmiddelentechnologie, fysicochemie en microbiologie van voedsel
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
ICT-vaardigheden en werken met Bb.
|
LEERINHOUDEN
|
-
Hygiënewetgeving.
-
HACCP.
-
Het opzetten van een (ACS) autocontrolesysteem.
-
Het gebruik van de Gids voor het opzetten van een autocontrolesysteem voor grootkeuken en verzorgingsinstellingen.
-
Hygiënische factoren (Ongedierte, Micro-organismen, Vuil,…);
-
Hygiënemanagement (Ongediertebestrijding, Reiniging en desinfectie, Hygiënetraining,…);
- HACCP-praktijk.
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
34,15
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
3
|
lesuren
|
07,32
|
studietijd buiten contacturen:
|
22
|
klokuren
|
53,66
|
Verdere toelichting:
Naast hoorcolleges en individuele of klassikale oefeningen en opdrachten wordt naargelang de omstandigheden ook gewerkt met:
- Leergesprekken met optimale betrokkenheid vanuit persoonlijke ervaringen van de studenten.
- Teksten uit vakliteratuur als inspiratiebron of werkmateriaal voor oefeningen (teksten kunnen anderstalig zijn (E, F,D)).
- Gastgesprekken en/of bedrijfsbezoek (onder voorbehoud).
- Discussieforum op Blackboard.
- Extra oefeningen (Vrijblijvend. Via Blackboard)
- Coaching (groepswerk), begeleiding (individueel) en feedback op taken en oefeningen (Blackboard of e-mail).
Tegen het einde van de module krijgen de studenten voorbeeldvragen als voorbereiding op het examen. Deze worden klassikaal doorgenomen en toegelicht.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
Evaluatie van klassikale oefeningen (in groep of individueel) (m.a.w.: aanwezigheid vereist!): evaluatie naar aanpak, inhoud, creativiteit en kritische zin. (30%)
-
Schriftelijk examen (onderdeel van INT6-2) met ongeveer 1/4 parate kennis, 1/4 inzichtsvragen, 1/2 toepassingsvragen via zowel open vragen, meerkeuzevragen als casusvragen (70%).
- studenten die afwezig zijn op dit onderdeel van INT6-2 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het hele opleidingsonderdeel ‘Voedselproductie’
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
Uitsluitend evaluatie op basis van een schriftelijk examen (onderdeel van INT6-2) met ongeveer 1/4 parate kennis, 1/4 inzichtsvragen, 1/2 toepassingsvragen. (100%)
-
Een student die niet geslaagd is in 2VD en geen credit verworven heeft voor het opleidingsonderdeel ‘voedselproductie' legt in deze examenperiode de twee toetsen van dit onderdeel opnieuw af
-
Een student die afwezig is op dit onderdeel van INT6-2 krijgen een A als beoordeling voor het hele opleidingsonderdeel 'Voedselproductie'
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Gemeenschapsrestauratie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Voedselproductie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20103 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
28 |
Totaal aantal contacturen: |
19 |
Totaal studietijd: |
36,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Nijlen Bart
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Na een duidelijke definiëring van het begrip 'gemeenschapsrestauratie' wordt in deze cursus een globaal beeld geschetst van de totale markt van de buitenhuisrestauratie in België. Hierbij wordt tevens aandacht geschonken aan de mogelijkheid tot uitbesteding van de facilitaire dienst waarbij het hoofdaccent ligt op de restauratie. Tenslotte wordt een algemeen beeld geschetst, opgesplitst per segment, van de organisatie en het beheer van de restauratieve diensten. Afhankelijk van het aansluitend project kunnen reeds bepaalde onderdelen van het opleidingsonderdeel 'Facilitair management' in grote lijnen worden behandeld. De cursus 'Gemeenschapsrestauratie' vormt tevens de basis voor het opleidingsonderdeel 'Facilitair management' in het derde jaar.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student heeft inzicht in de totale markt van de buitenhuisrestauratie en kan hierbij een degelijke kennis voorleggen omtrent de structuur, de huidige toestand, trends en evoluties.
-
De student heeft een grondig inzicht in de organisatie, het beheer en de typische kenmerken van de verschillende vormen (segmenten) van de gemeenschapsrestauratie.
-
De student kan op basis van vooropgestelde operationele problemen op het vlak van organisatie en beheer binnen de verschillende segmenten van de gemeenschapsrestauratie, deze analyseren en waar nodig gepaste, praktische acties voorstellen.
-
De student kan een duidelijk beeld schetsen van de gestructureerde restauratie in België met ondermeer de diverse vormen van uitbesteding, de voor- en nadelen van uitbesteding, de organisatie, contractmogelijkheden en marktstructuur.
-
De student kan in geval van uitbesteding van de voedingsdienst, op basis van een gegeven bedrijfssituatie, een gemotiveerde keuze maken voor een contractsysteem alsook een toelichting geven bij de wijze van opvolging ervan.
- De student kan in groepsverband een motivatierapport opstellen ter verdediging van het systeem eigen beheer of uitbesteding. De student leert hierbij informatie te verwerken en uit te wisselen, gericht probleemoplossend te denken en de verkregen stellingen te presenteren, argumenteren en te verdedigen. De student kan hierbij samenwerken met collega's, goed functioneren in teamverband en inspireren en aanmoedigen om samen een optimale prestatie te leveren. Hierbij is de student als teamplayer bereid tot samenwerking ((h)erkenning van de beperkingen en kwaliteiten van anderen en zichzelf), kan zij/hij verantwoordelijkheid nemen voor de taken die haar/hem werden toegekend en houdt zich aan de gemaakte afspraken, heeft een positieve inbreng in het team, kan omgaan met feedback, suggesties en kritiek en kan opkomen voor haar/zijn mening en respecteert die van de andere teamleden.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
-
Basiscursus : 'Facilitair management en gemeenschapsrestauratie'
Hoofdstuk 1 : De gemeenschapsrestauratie : Deel 1 : Inleidend Deel 2 : De markt van de gemeenschapsrestauratie Deel 3 : De buitenhuisrestauratie in cijfers Deel 4 : De gestructureerde restaratie in België Deel 5 : De bedrijfsrestauratie Deel 6 : De schoolrestauratie Deel 7 : Restauratie in hoger en universitair onderwijs Deel 8 : Restauratie in ziekenhuizen (kort verblijf) Deel 9 : Restauratie voor de derde leeftijd (lang verblijf)
Hoofdstuk 2 : Organisatie van de voedingsdienst Hoofdstuk 3 : Management & organisatie
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
34,15
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
3
|
lesuren
|
07,32
|
studietijd buiten contacturen:
|
22
|
klokuren
|
53,66
|
Verdere toelichting:
-
Hoorcolleges
-
Werkcollege
- Case studies en tekstanalyses (klassikale opdrachten, zie cursus)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
Uitsluitend evaluatie op basis van de integratieve toets (over de onderwijseenheden gemeenschapsrestauratie en hygiëne-HACCP-voedselveiligheid)
-
Een student die niet geslaagd is in 2VD en geen credit verworven heeft voor het opleidingsonderdeel ‘voedselproductie' legt in deze examenperiode de twee integratieve toetsen van dit onderdeel opnieuw af
- Een student die afwezig is op één van beide toetsen krijgt een A als beoordeling voor het opleidingsonderdeel 'voedselproductie'
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Industriële voedselproductie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Voedselproductie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20104 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
44 |
Totaal aantal contacturen: |
26 |
Totaal studietijd: |
57,2 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Bruggeman Geert
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De consument, klant of patient elke keer weer tijdig een klassiek of trendy lekker én gezond gerecht voorschotelen aan een goede prijs/kwaliteitverhouding vergt veel meer dan alleen kookvaardigheid. Een lekker gerecht vraagt het gebruik van degelijke grondstoffen, en optimale bewaring en verwerking. Dat elke keer weer kunnen doen vraagt volledige beheersing van het aankoop-, bewaring- en bereidingsproces. Om dat ook nog commercieel, concurrentieel én bedrijfseconomisch te doen is heel wat organisatietalent nodig.
Dit opleidingsonderdeel draagt onder andere bij tot de kennis van de organisatie van de voedselproductie in industriële en semi-industriële omgevingen. Daarnaast worden de verschillende facetten van een geoptimaliseerd voedselbereidingproces in uiteenlopende bedrijven (op het effectief koken na) bekeken en diverse facetten ingeoefend.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
- VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student(e) moet een degelijke basiskennis verwerven van de voedingstechnische, voedingskundige, hygiënische en organisatorische invloedsfactoren bij industriële voedselproductie.
-
De student(e) moet inzicht verwerven in het industriële voedselbereidingsproces.
-
De student(e) moet verband kunnen leggen tussen het industriële productieproces en de producteigenschappen, voedselveiligheid, kwaliteit(niveau), …
-
De student(e) moet theoretische kennis toetsen aan de realiteit.
- De student(e) moet zich kunnen inleven in de bedrijfssituatie en zich toekomstgericht ontplooien.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Voedingsmiddelentechnologie, Fysicochemie en microbiologie van voedsel
|
Andere begincompetenties
|
Zie pag 11 in algemeen cgo boek 0708.
Basiskennis Word, Excel + zoeken op, en werken via, internet en Blackboard.
|
LEERINHOUDEN
|
-
Procesparameters & procesbeheersing
-
Kookschade & procesbeheersing
-
Industriële processen
-
Bijzondere ingrediënten en producten
- Terminologie
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Syllabus "Industriële voedselproductie". Auteur: Geert Bruggeman (BRU).
- Eigen nota’s.
- Oplossingen van oefeningen en commentaren (Blackboard).
- Didactisch materiaal.
- Relevante websites rond voedselproductie.
- Kennisoverdracht tijdens groepswerk in werkcolleges (wisselende samenstelling groepen).
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
28,13
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
4
|
lesuren
|
06,25
|
studietijd buiten contacturen:
|
38
|
klokuren
|
59,38
|
Verdere toelichting:
Naast hoorcolleges en individuele of klassikale oefeningen en opdrachten wordt naargelang de omstandigheden ook gewerkt met:
- Leergesprekken met optimale betrokkenheid vanuit persoonlijke ervaringen van de studenten.
- Teksten uit vakliteratuur als inspiratiebron of werkmateriaal voor oefeningen (teksten kunnen anderstalig zijn (E, F,D)).
- Gastgesprekken en/of bedrijfsbezoek (onder voorbehoud).
- Discussieforum op Blackboard.
- Extra oefeningen (Vrijblijvend. Via Blackboard)
- Coaching (groepswerk), begeleiding (individueel) en feedback op taken en oefeningen (Blackboard of e-mail).
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
Evaluatie van klassikale oefeningen (in groep of individueel) (m.a.w.: aanwezigheid vereist!) : evaluatie naar aanpak, inhoud, creativiteit en kritische zin. (20%)
-
Schriftelijk examen (INT6-1) (1/4 parate kennis, 1/4 inzichtsvragen, 1/2 toepassingsvragen), zowel open vragen, meerkeuzevragen als casusvragen, verwerkt in een integratieve toets met andere onderwijseenheden. (80%)
- studenten die afwezig zijn op INT6-1 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het hele opleidingsonderdeel ‘Voedselproductie’
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
Schriftelijk examen (INT6-1) (1/4 parate kennis, 1/4 inzichtsvragen, 1/2 toepassingsvragen) verwerkt in een integratieve toets met andere onderwijseenheden. (100%)
-
een student die niet geslaagd is in 2VD en geen credit verworven heeft voor het opleidingsonderdeel ‘voedselproductie' legt in deze examenperiode de twee integratieve toetsen van dit onderdeel opnieuw af
- een student die afwezig is op INT6-1 krijgt een A als beoordeling voor het hele opleidingsonderdeel 'Voedselproductie'
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Humane wetenschappen |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Filosofie en ethiek
Psychologie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20076 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
40 |
Totaal studietijd: |
104 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Aertsen Lea De Ridder Dolf
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Filosofie en ethiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Humane wetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20077 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
10 |
Totaal aantal contacturen: |
7 |
Totaal studietijd: |
10,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
De Ridder Dolf
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Met een inleiding in de filosofie en de zorgethiek ontwikelen we jouw ethische bewustwording en jouw vaardigheden inzake rationeel-ethische besluitvorming. Je past deze vaardigheden concreet toe bij de casussen voedingszorg en dieetleer.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
- VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan expliciet nadenken over het ethisch fundament van het dagelijks zorgend omgaan met zorgvragers en rekening houden met de relevante factoren.
- De student verwerft kennis en inzicht in de invloedrijke filosofische denkkaders en ethische basisbegrippen in de huidige zorgethiek.
- De student is in staat ethische problemen ter sprake te brengen via inzichten in en de taal van de zorgethiek door middel van een ethisch stappenplan.
- De student kan de actueel internationaal geldende morele principes in de gezondheidszorg vertalen én toepassen in de diëtetische praktijk.
- De student kan verschillende niveaus van moreel redeneren herkennen.
- De student heeft inzicht in de problematiek van belangrijke ethisch-geladen voedingszorgsituaties in het eigen werkveld en de rol van de diëtist hierin (vb. stopzetten of weerhouden van kunstmatige voeding, patiëntwensen tegen de regels van de diëtetiek in, waardengeladen en emotionele zorgkeuzes, enzovoort).
- De student heeft zicht op de werking van de zorgethische commissies in ziekenhuizen en kent de belangrijke adviesinstellingen en studiecentra voor biomedische ethiek.de student is voldoende vertrouwd met ethisch jargon om biomedische ethische literatuur kritisch te lezen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
-
Begrippenkader en invloedrijke stromingen binnen de hedendaagse ethiekbeoefening. Universele en relationele waarden, normen, attitudes in de gezondheidszorg en diëtistenpraktijk in het bijzonder. De keuze voor personalistische verantwoordelijkheidsethiek.
-
Ethische besluitvorming in de gezondheidszorg; het stappenplan volgens Max Scheler. Rol en bijdrage van de diëtist in het ethisch overleg.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus (artikels, boekbesprekingen, actualiteit); slides lector
- Actualiteit (media)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
6
|
lesuren
|
40,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
8
|
klokuren
|
53,33
|
Verdere toelichting:
- (voorbereide) interactieve hoorcolleges
- Casuïstiek: argumentaties, afweginggen en conclusies in groepsdiscussies.
- E-learning: module zorgethiek (Blackboard)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Mondelinge integratieve toets INT4-2
- Mondelinge toets – deel I: kennis en inzicht toetsen en een toepassing hiervan bij voorgestelde casus: 80% van de punten – voormiddag
- Mondelinge proef – deel II (20%): individuele voorstelling van een wetenschappelijk artikel in een groepje van 4 studenten (10%) en communiceren van eigen reflectie in een groepje van 4 studenten (10%). Voorbereiding van de mondelinge proef: een paper (min. 500-max.750 woorden) met een korte bespreking van een artikel rond een psychologisch of zorgethisch vraagstuk in het eigen vakgebied (geen samenvatting: wel argumentatie en conclusies § eigen standpunt).
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
idem.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Psychologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Humane wetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20078 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
90 |
Totaal aantal contacturen: |
33 |
Totaal studietijd: |
93,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Aertsen Lea
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De psychologie van de menselijke levensloop wordt gerelateerd aan het voorkomen van alledaagse voedingsproblemen en aan de ontwikkeling van ernstige eetstoornissen.
In de hedendaagse ontwikkelingspsychologie wordt ontwikkeling opgevat als inherent aan het leven zelf. Dit geldt zowel biologisch als psychosociaal: zodra men niet meer ontwikkelt, sterft men af. Het gaat dus om een levenslang proces dat niet ophoudt bij de volwassenheid.Wie of wat men wordt is het product van een dynamische actie tussen enerzijds de biologische aanleg en anderzijds de talloze differentiërende inwerkingen zowel vanuit het milieu als vanuit de zich ontwikkelde persoonlijkheidskern.
Onderzoek naar oorzaken en begeleidingsadviezen van eetproblemen en eetstoornissen vormen in dit opzicht bekeken een nieuwe uitdaging voor de voedingsdeskundige/diëtist.
Reflectie op het eigen psychosociale functioneren is een meerwaarde voor begeleiding van mensen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
- VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student verwerft initieel inzicht in het vakgebied van de ontwikkelingspsychologie.
- De student verwerft kennis en inzicht in de relatie tussen voeding en psyche.
- De student kent veel voorkomende eetproblemen en kan deze relateren aan de biologische en psychosociale ontwikkeling in een bepaalde levensfase.
- De student kan kennis en inzicht integreren in de voorstelling van vooropgestelde casussen.
- De student kan de vooropgestelde casussen uitwerken naar begeleiding toe en rekening houdend met de biologische en psychosociale ontwikkeling.
- De student kan kennis en inzicht integreren rond lichamelijk en psychosociaal welbevinden bij opname in ziekenhuis, R.V.T…wanneer voeding een aanpassing vergt.
- De student doet aan kritische reflectie:verbanden kunnen leggen tussen de psychosociale ontwikkeling van een individu en deze kunnen toepassen in vooropgestelde casussen wat specifieke eetproblemen betreft.
- De student heeft inzicht in de methodiek van de psychologie en de sleutelideeën en actuele toepassingen van verschillende psychologische stromingen.
- De student heeft inzicht in de eigen persoon en functioneren in relatie met de ander.
- De student kan verworven inzichten en vaardigheden op integratieve, eclectisch en cultuurgevoelige wijze toepassen.
- De student kan relevante psychologische onderzoeksinstrumenten toepassen en interpreteren.
- De student kan een respectvolle en belevingsgerichte zorgrelatie vestigen.
- De student heeft inzicht in de psychologie van voedselkeuzes.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- ontwikkelingspsychologie in levensloopperspectief: beginnend bij de conceptie en de geboorte tot in de hoge ouderdom en de dood
- invloeden en toepassingen van voeding op de psyche van de mens
- bespreking van enkele belangrijke eetproblemen in de verschillende levensfasen: ontstaan en pedagogische aanpak van eetproblemen bij zuigelingen en kleuters, obesitas bij het lagere schoolkind, diabetes type 1, anorexia nervosa, boulemia nervosa en binge eating disorders tijdens de adolescentie, aandachtspunten wat voeding betreft bij de ouder wordende mens
- voedingsaspecten bij opname in ziekhuis, R.V.T. en dit zowel op het biologische als het psychosociale vlak.
- casusmateriaal dat theorie en praktijk samenbrengtkritisch lezen en bespreken van wetenschappelijke literatuur
- Psychologie: situering & methodiek. Mensbeelden, de Algemene Systeem Theorie, DODO-effect, enz.
- Zelfkennis: hoe voel ik, hoe denk ik, hoe handel ik ... en waarom? De eigen persoon als werkinstrument in de therapeutische zorgrelatie.
- Psychologie en voedselkeuze
- Belangrijkste sleutelideeën en toepassingen uit verschillende psychologische stromingen (psychoanalyse, behaviorisme, humanistische psychologie, cognitieve (gedrags)psychologie, systeemtheorie, omgevingspsychologie, biologische psychologie, enz.)
- Eclectische en cultuurgevoelige toepassing van psychologische inzichten en vaardigheden.
- Psychologische onderzoeksinstrumenten relevant voor de diëtistenpraktijk.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus (+didactische sheets + boekbesprekingen + casuïstiek)
- Psychologische tests
- Cursus 'Psychologie van de menselijke levensloop: inleiding in de ontwikkelingspsychologie en voedingsaspecten' - auteur Lea Aertsen - Plantijnhogeschool
- Casuïstiek
- Recente wetenschappelijke artikels
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
32
|
lesuren
|
32,32
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
66
|
klokuren
|
66,67
|
Verdere toelichting:
- theorie wordt voorbereid door de student en besproken in groepsverband
- communiceren over de theoretische inzichten en verbanden leggen met de vooropgestelde casussen in groepsverband
- oefensessies: voorstellen voor begeleiding en de deskundigheid van de diëtiste hierbij leren communiceren naar andere zorgverleners.
- Interactieve hoorcolleges
- Persoonlijke voorbereidende studie van elke nieuwe les
- Gebruik van psychologische onderzoeksinstrumenten (Blackboard)
- Voorbereiding paper/bespreking artikel
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
mondelinge integratieve toets INT4-2
-
Mondelinge toets deel I :kennis en inzicht toetsen en een toepassing hiervan bij voorgestelde casus: 80% van de punten
-
Mondelinge toets – deel II (20%): individuele voorstelling van een wetenschappelijk artikel in een groepje van 4 studenten (10%) en communiceren van eigen reflectie in een groepje van 4 studenten (10%). Voorbereiding van de mondelinge proef: een paper (min. 500-max.750 woorden) met een korte bespreking van een artikel rond een psychologisch of zorgethisch vraagstuk in het eigen vakgebied (geen samenvatting: wel argumentatie en conclusies § eigen standpunt).
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
De mondelinge toets INT4-3 wordt hernomen (100%).
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Biomedische wetenschappen deel I |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Humane biochemie
Biochemische laboratoriumtechnieken
Bio-organische chemie
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20105 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
9 |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
104 |
Totaal studietijd: |
234 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Robberecht Harry Vandevelde Pita Vanherle Koen
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Biochemische laboratoriumtechnieken |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biomedische wetenschappen deel I |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20106 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
25 |
Totaal aantal contacturen: |
35 |
Totaal studietijd: |
58,5 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vanherle Koen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Wat je zelf waarneemt en uitvoert begrijp en onthoud je beter. Vandaar dat “biochemische laboratoriumtechnieken” je laat kennismaken met enkele (semi-)kwantitatieve en kwalitatieve analysetechnieken op voedingsmiddelen. De technologische en fysico-chemische karakteristieken van voedsel vormen immers de basis voor veel voedingswetenschappen. Verder worden enkele biochemische en immunologische concepten bestudeerd. Deze principes uit een labo (in vitro) kan je bovendien vaak extrapoleren naar het gedrag van voedingsstoffen in het menselijk lichaam (in vivo). De link met “bio-organische chemie” en “humane biochemie” is nooit veraf. Deze cursus is het logische vervolg op het basislab chemie van periode 2.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Na deze lessenreeks kent de student
- Het principe achter en methode van enkele belangrijke analysetechnieken in voeding (bepaling van/op enkele koolhydraten, vetten, vitamines en mineralen)
- Het verschil tussen een chemische en een enzymatische bepaling
- Het verschil tussen een specifieke en een aspecifieke analysemethode
- Het onderscheid in doelstelling en methode tussen kwalitatieve en kwantitatieve analyses
- De doelstelling en voordelen en nadelen van de behandelde analysetechnieken
- De werking van een zuur-base buffer en het begrip buffercapaciteit
- De studie van de complexatie-reacties
- Het bestaan van meer gesofisticeerde instrumentele analysetechnieken
Na deze lessenreeks kan de student
- Bepalingen op koolhydraten en vetten uitvoeren: kwaliteitsonderzoek van voedingsvet, kenmerken van suikers, analyse van voedingsvezel
- Correcte berekeningen maken op basis van de analyseresultaten
- Omgaan met spectroftometrie en potentiometrie
- Werken met beschikbare (commerciële) analysekits
- Kwalitatieve identificatie van afzonderlijke voedingsstoffen uitvoeren (vetsoorten, aminozuren,…)
- De juistheid van analyses inschatten (meet ik werkelijk wat ik wil meten), en hierbij eventuele veronderstellingen en mogelijke fouten inschatten
- Verschillende analysemethodes vergelijken met elkaar en hieruit correcte conclusie naar resultaat en aanbeveling toe trekken
- Resultaten van eigen analyse vergelijken met literatuurwaarden (bv. Nubel)
- Het biochemisch gedrag en kenmerken van vitaminen en mineralen conceptualiseren door enkele bepalingen (vitamine C en mineralen)
- Het gedrag en voorkomen van aminozuren in fysiologische omstandigheden bespreken
- De werking van fysiologische buffers aantonen en verduidelijken en berekeningen hieromtrent uitvoeren
- Complexatie-reacties bestuderen en dit inzicht extrapoleren naar bio-beschikbaarheid van nutriënten
- Kenmerken (en destructie) van een cel conceptualiseren, meer bepaald isolatie van DNA
- Immunologische principes toepassen
- De link maken tussen deze praktijksessies en “bio-organische chemie” en “humane biochemie”
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD of heeft credits behaald op voedingswetenschappen - deel I (1VD) en algemene chemie (1VD)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
-
Verdunningen maken en spectrofotometrische bepalingen: voorbereiding op het labo van project 5 over biobeschikbaarheid
-
Kristalsuiker is saccharose, en overmatig gebruik ervan wordt in verband gebracht met verschillende aandoeningen. Reducerende suikers bevatten een vrije glycosidische -OH (glucose, fructose, lactose, maltose). Saccharose is geen reducerend suiker. Door zure hydrolyse wordt saccharose gesplitst in glucose en fructose.
- Zetmeel is een verteerbaar polysaccharide. Voedingsvezels zijn onverteerbare koolhydraten. Wetenschappelijke studies tonen het belang van voldoende vezels in de voeding aan ter preventie van bepaalde kankers en andere ziekten. Voedingsvezels worden ingedeeld in oplosbare en niet-oplosbare voedingsvezels.
-
Recent wetenschappelijke vaststellingen benadrukken,naast het absolute vetgehalte, het belang van de vetzuursamenstelling van de voeding bij de ethiologie van diverse pathologieën (o.a. atherosclerose).
- Het zuur/base evenwicht en fysiologische homeostase. Aminozuren hebben een belangrijke functie in de zuur/base huishouding.Via eiwitten uit de voeding wordt ons lichaam voorzien van essentiële aminozuren.
-
-
De werking van fysiologische buffers aantonen en verduidelijken: fosfaatbuffers en carbonaatbuffers bereiden en zu/ba gedrag onderzoeken.
-
Gedrag en voorkomen van aminozuren in fysiologische omstandigheden onderzoeken:
-
Vitamines zijn essentiële voedingsstoffen en moeten dus door de voeding aangebracht worden. Zij hebben een belangrijke functionele rol in het menselijk lichaam
-
Mineralen en spoorelementen zijn essentieel voor het menselijk organisme en metabolisme. Supplementen en verrijking van voedingsmiddelen (bv. met calcium) kent recent veel succes. Complexatie-reacties kunnen de stabiliteit van voedingsmiddelen beïnvloeden, maar ook de biobeschikbaarheid van mineralen/spoorelementen
-
Labo:
-
Studie van enkele complexatie-reacties (bv. complexatie van ijzer, calcium en EDTA)
-
Potentiometrische bepaling van calcium via Ca2+-selectieve elektrode
- Bespreking van andere technieken zoals bv. gravimetrische bepaling van calcium (AOAC-methode)
-
De cel. DNA bevat de genetische informatie van elk organisme. Nucleïnezuren voor de biosynthese van DNA zijn afkomstig uit voeding.
-
Immunologische interacties (antilichaam-antigen) spelen zich af in het lichaam, maar kunnen ook gebruikt worden om de aanwezigheid van bepaalde bestanddelen in voedingsmiddelen of bloed op een specifieke manier aan te tonen.
-
-
Labo: Onderzoek naar aanwezigheid van kippeneiwit in voedingsmiddelen (ei, mayonaise, pasta,…) (Ouchterlony test)
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus “laboratoriumtechnieken” - auteur: Koen Vanherle –Plantijnhogeschool
- Voedingsmiddelentabel NUBEL (ISBN 9074362052)·
- Brochure “Kwaliteit en Veiligheid”
- Formularium ‘algemene chemie 1VD’
- Labojas, spatel, veiligheidsbril, peer, laboschrift
- een standaardtype rekentoestel
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
28
|
lesuren
|
42,42
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
6
|
lesuren
|
09,09
|
studietijd buiten contacturen:
|
31
|
klokuren
|
46,97
|
Verdere toelichting:
- praktijksessies in een labo
- opdrachten per 2 studenten ofwel in projectgroep
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Aanwezigheid is een verplichte voorwaarde tot evaluatie
- Ongewettigde afwezigheden leiden tot de quotering "A", waardoor de student het opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen" niet in eerste zittijd kan vervolledigen.
- De student is verplicht om tijdens deze praktijksessies de naambadge zichtbaar te dragen, zoniet krijgt de student een nul op de praktijksessie.
- Studenten mogen het labo niet betreden zonder labojas.
- Tijdens de uitvoering van proeven wordt de veiligheidsbril steeds en handschoenen indien nodig gedragen. Indien dit niet wordt gedaan, of wanneer de student ander onveilig gedrag vertoont, kan de toegang tot het labo ontzegd worden met een quotering “0” of “A” tot gevolg, afhankelijk van de ernst van het incident. Deze veiligheidsmaatregelen worden tijdens de eerste les uitgelegd.
- Een systeem van permanente evaluatie wordt gehanteerd op basis van:
- 1/3 op eigen inzichten en vaardigheden (voorbereiding, uitvoering en afsluiten opdracht, tijdsplanning; verwerken en nauwkeurigheid resultaten) en attitude (voorbereiding, veiligheid, werkijver, uitvoering taken,…) .De verworven kennis wordt getoetst a.d.h.v. een evaluatie van bijhorende vragen en opgaven, de invulbladen en een voldoende kennis/inzicht tijdens het uitvoeren van het practicum (mondeling of schriftelijk)
- 1/3 op verslagen (correctheid, nauwkeurigheid, tijdig indienen, berekeningen en andere vereiste verwerking)
- In de integratieve toets INT5-1 wordt de student geëvalueerd op de hier verworven kennis en inzicht (vb. toepassing en berekeningen)(1/3 van de te behalen punten voor deze component).
Dit gebeurt op een integratieve manier met “bio-organische chemie” en “humane biochemie”. Dit betekent dat de cursus ‘biochemische laboratoriumtechnieken’ integraal deel uitmaakt van de leerstof voor INT5-1.
- Het aantal punten vanuit deze ‘biochemische laboratoriumtechnieken’ telt mee voor ca. 15% van het totale opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen-deel I"
- Desalniettemin kan een duidelijke onvoldoende voor ‘biochemische laboratoriumtechnieken’ of één van de andere componenten van het opleidingsonderdeel ‘Biomedische wetenschappen - deel I’ leiden tot een globale onvoldoende op het opleidingsonderdeel, zelfs als mathematisch meer dan de helft van de punten werd behaald voor het globale opleidingsonderdeel. Dit gebeurt dan in consensus met de betrokken lectoren.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
De punten van permanente evaluatie en verslagen blijven behouden. Op de integratieve toets wordt er opnieuw een of meerdere vragen gesteld over 'biochemische laboratoriumtechnieken'.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Bio-organische chemie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biomedische wetenschappen deel I |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20107 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
40 |
Totaal aantal contacturen: |
42 |
Totaal studietijd: |
93,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Vandevelde Pita
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Organische verbindingen nemen een belangrijke rol in ons leven in. De cursus Bio-organische chemie geeft een overzicht van de belangrijkste bio-moleculen. De eigenschappen van deze bio-moleculen zijn niet los te koppelen van hun chemische samenstelling en hun bijhorende reacties.
Het is dus noodzakelijk om kennis te hebben over de onderliggende “bio”-organische chemie.
Deze cursus vormt een basis voor de cursus “humane biochemie”.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student vermeerdert zijn/haar kennis van de bio-organische chemie als basis voor de humane biochemie. Na deze lessenreeks kent de student: Verschillende functionele groepen in bio-moleculen De belangrijkste bio-organische reacties De belangrijkste bouwstenen van bio-moleculen Basisbeginselen van de organische reactie De belangrijkste bio-organische bouwstenen (aminozuren, eiwitten, heterocyclische en aromatische verbindingen) Nucleotiden en nucleïnezuren Enzymen en co-enzymen Vitaminen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD of heeft credits behaald voor voedingswetenschappen-deel I (1VD) en algemene chemie (1VD).
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijke leermiddelen
-
Cursus bio-organische chemie (P. Vandevelde)
-
Inleiding tot de bio-organische chemie, J.F.J. Engbersen, AE. De Groot, Wageningen Pers, 1995, ISBN 9074134955
-
Bouwdoos moleculen
-
Extra materiaal aangereikt via Blackboard (links, lespresentaties, extra oefeningen) en internet
-
Mindmaps
-
FAQ
-
Aanbevolen leermiddelen
-
'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
-
‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-433-3
-
“Inleiding tot de levensmiddelenchemie”, Ruiter, A., Elsevier Gezondheidszorg, 2002, ISBN90-352-
2513-9
-
Literatuur voorhanden in bib
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
28
|
lesuren
|
27,45
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
10
|
lesuren
|
09,80
|
studietijd buiten contacturen:
|
60
|
klokuren
|
58,82
|
Verdere toelichting:
Gedurende de lessenreeks worden door de verantwoordelijke lector verschillende vragen gesteld in het discussieforum van de elektronische leeromgeving. Deze vragen behandelen belangrijke ‘randonderwerpen’ die nodig zijn voor het begrijpen van de lessen. De studenten lossen deze vragen op binnen dit forum. De antwoorden op deze vragen komen aan bod tijdens het laatste hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT4-4
Op het einde van deze periode wordt een toets afgenomen voor het gedeelte cursus van periode 4. Deze toets INT4-4 zal 50% bedragen van de totale punten van INT5-1
INT5-1: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen waarbij de student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van verschillende functionele groepen in bio-moleculen, de belangrijkste bouwstenen van bio-moleculen, de organische reactie, structuur en eigenschapen van de belangrijkste bio-moleculen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-1
studenten die niet geslaagd zijn voor het opleidingsonderdeel ‘biomedische wetenschappen' leggen deze examenperiode integratieve toets INT5-1 (alle compontenten) opnieuw af
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Humane biochemie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biomedische wetenschappen deel I |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20108 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
35 |
Totaal aantal contacturen: |
27 |
Totaal studietijd: |
81,9 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
‘Humane biochemie’ behandelt de ‘dynamische processen’ van deze biomoleculen. Hier bestudeer je het metabolisme van eiwitten, koolhydraten en lipiden.
Het gaat dan over omzettingen in het menselijk lichaam van de nutriënten, zowel het anabolisme als het katabolisme. Je verwerft inzicht in de aanmaak van eiwitten, gestuurd vanuit de genen met oog op erfelijke afwijkingen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kent de metabolische “pathways” van eiwitten, sacchariden en lipiden.
- De student kent een aantal erfelijke afwijkingen, betrokken bij het menselijk metabolisme .
- De student weet dat afbraak energie levert en opbouw energie vraagt.
- De student weet dat het metabolisme stevig geregeld is en gecontroleerd wordt in hoofdmoot door hormonen.
- De student ziet in dat de weg van gen naar eiwitten kan gebruikt worden om aan genmanipulatie te doen.De student voelt de enorme impact van biokatalytische eiwitten (enzymen) in de vertering en het metabolisme van energiestoffen aan.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD of heeft credits behaald op voedingswetenschappen-deel 1 (1VD) en algemene chemie (1VD).
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
De dynamische biochemie omvat..
- Omzettingen van de energierijke verbindingen (eiwitten, suikers en lipiden) verlopen stap voor stap en zijn enzymatisch gekatalyseerd. Bij de efficiënte werking van enzymen zijn coënzymen vereist en hierin functioneren de vitamines.
- Het metabolisme is een homeostatisch proces gestuurd door biochemische boodschappers.
- Afbraak levert energie (ATP), opbouw gebruikt deze verbindingen. Het resultaat is een balans, die in evenwicht is.
- De aanmaak van eiwitten (de weg van gen naar proteïne) is dogmatisch vastgelegd. Hier speelt een genetische code, die universeel is. Dit zal toelaten later aan gentechnieken te doen en transgeen voedsel te produceren (zie introductie gentechnieken).
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus Humane biochemie - auteur: Harry Robberecht - Plantijnhogeschool
- Biochemistry illustrated. Biochemistry and molecular biology in the post-genomic era. Campbell et al. 5th Edition. Elsevier. 0 443 10034 9 (eigen bezit en bib.)
- ILSI-brochures:
- Carbohydrates: nutritional an health aspects
- Dietary fat
- Dietary fibre
- Alcohol: health issues related to alcohol consumption
- Biochemie-handboeken:
*Textbook of Biochemistry with clinical correlations. T. Devlin (6th Ed.) Wiley-Liss 0 471 67808 2 (ROB en Bib)
*Humane biochemie. G. Hooghwinkel. Bunge 90 63480660. (ROB en Bib).
*Medical Biochemistry at a glance. B. Greenstein. Blackwell Science 0 86542 980 4 (ROB).
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
22
|
lesuren
|
25,29
|
practicum en oefeningen:
|
2
|
lesuren
|
02,30
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
60
|
klokuren
|
68,97
|
Verdere toelichting:
- introductieve evaluatie rond beschrijvende biochemie: wat zijn eiwitten, suikers en lipiden (1 u)
- hoorcolleges van 2 u met aansluitend opdrachtaanbreng van 1 u.
- twee zelfstudiepakketjes: spoorelementen en biochemische boodschappers in de breedste betekenis.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
integratieve toets INT5-1
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Studenten die niet geslaagd zijn voor het opleidingsonderdeel 'biomedische wetenschappen' leggen deze examenperiode integratieve toets 5-1 (alle componenten) opnieuw af.
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Biomedische wetenschappen deel II |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Anatomie - pathologie - endocrinologie
Laboratoriumdiagnostiek
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20109 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
41 |
Totaal studietijd: |
78 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Cuyckens Hugo Robberecht Harry
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Anatomie - pathologie - endocrinologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biomedische wetenschappen deel II |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20110 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
85 |
Totaal aantal contacturen: |
32 |
Totaal studietijd: |
66,3 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Cuyckens Hugo
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
‘Basispakket anatomie’ uit periode 1 bestudeert de functionele anatomie van het spijsverteringsstelsel en enzymen en legt de link leggen tussen voeding en een gezond lichaam.
Nu komen de andere stelsels van het menselijk organisme aan bod. Je verwerft inzicht enerzijds in de opbouw en de functie van deze stelsels, anderzijds in de samenwerking van een stelsel met alle andere stelsels. Dit leidt uiteindelijk tot de kennis van een gezond lichaam.
Het metabolisme is zeer fijn gestuurd en gecontroleerd. Toch kan het ook fout lopen en dan spreekt men over de pathologie.
Bij pathologieën is inzicht in dit ‘goed werken van het organisme’ vanuit ‘fysiologie’ en ‘humane biochemie’ van groot belang om de afwijkingen beter te begrijpen en zo correcte aanbevelingen voor de patiënten te kunnen opstellen. De aandoeningen van alle stelsels die verband houden met de voeding van het gezonde en het zieke organisme worden in de ‘pathologie’ onder de loep genomen. We leggen de link tussen de beschavingsziekten zoals obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes type II, …en verkeerde voedingsgewoonten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student heeft inzicht in de verschillende soorten spierweefsel en de energievoorziening van de spiercellen kennen.
- De student heeft inzicht in het ademhalingsstelsel.
- De student heeft inzicht in de ligging, bouw en functie van het bloedvaten- en lymfevatenstelsel.
- De student heeft inzicht in de algemene functie van het hormoonstelsel en de werking van een hormoon.
- De student kent de bouw, functie, ligging en de specifieke hormonen van de verschillende endocriene klieren.
- De student kan afwijkingen aan het spijsverteringsstelsel in verband brengen met eventuele malabsorptie.
- De student heeft inzicht in de wijze waarop stofwisselingsstoffen, die niet bruikbaar zijn voor het lichaam, worden verwijderd.
- De student begrijpt de samenhang van de verschillende stelsels in het menselijk organisme die de homeostase in stand houdende student heeft inzicht in het belang van de voeding voor een gezond individu.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD of heeft een credit behaald op biomedische wetenschappen (1VD).
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het spierweefsel en de energievoorziening van de cellen.
- het ademhalingsstelsel
- het bloedvaten- en lymfevatenstelsel
- de invloed van voeding op hart en bloedvaten
- wat is een hormoon en hoe werkt het
- welke organen behoren tot het endocrienstelsel
- welke afwijkingen kunnen voorkomen aan de verschillende delen van het spijsverteringsstelsel
- welke rol speelt ons urinestelsel bij het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus anatomie - auteur: Patricia Winnen - Plantijnhogeschool
- anatomische modellen
- CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
- naslagwerken in de bib :Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 -meest recente editie
- Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 - meest recente editie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
28
|
lesuren
|
37,33
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
43
|
klokuren
|
57,33
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges: inzicht verwerven in de opbouw en de werking van een aantal orgaanstelstels
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Integratieve toets INT4-4: schriftelijk examen met kennisvragen
Studenten die afwezig zijn op INT4-4 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsondBerekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing. erdeel 'biomedische wetenschappen deel II'
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Studenten die niet geslaagd zijn voor het opleidingsonderdeel 'biomedische wetenschappen - deel II' leggen één integratieve toets af over de leerstof uit periodes 4&5.
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Laboratoriumdiagnostiek |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Biomedische wetenschappen deel II |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20111 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
15 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
11,7 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens dit werkcollege leer je laboratoriumuitslagen lezen en interpreteren ten opzichte van normaalwaarden. Zo kan je de effecten van een voorgeschreven dieet bij patiënten via de bloedwaarden volgen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan de resultaten van urine- en bloedanalyses beoordelen aan de hand van referentiewaarden.
- De student kan het verband leggen met eventuele pathologie van een orgaanstelsel.
- De student kan een aantal hints geven naar aanpak en bijsturen van pathologie.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD of heeft een credit behaald op biomedische wetenschappen (1VD)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
-parameters voor
A) diagnose naar pathologie van eiwitten, suikers, lipiden:
*parameters bij belangrijkste afwijkingen: cvd, diabetes, jicht, anemie
*technieken
B) diagnose van erfelijke afwijkingen (in metabolisme)
-aanpassing van een voorgeschreven dieet aan de hand van afwijkende bloedwaarden kunnen begrijpen
|
STUDIEMATERIAAL
|
tabellen met normale en afwijkende bloedwaarden (interpretatie)
eigen nota's en transparantenbundel
analyseprotocol van een routine klinisch labo
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
34,78
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
7
|
klokuren
|
60,87
|
Verdere toelichting:
werkcollege aan de hand van protocols
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Oefening op interpretatie van normale en afwijkende bloedwaarden bij INT5-2.
- Studenten die afwezig zijn op INT5-2 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'biomedische wetenschappen deel II'
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Studenten die niet geslaagd zijn voor het opleidingsonderdeel 'biomedische wetenschappen - deel II' leggen één integratieve toets af over de leerstof uit periodes 4 &5
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Algemene diëtiek |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Voedingszorg
Dieetleer (periode 6)
Dieetleer (periode 5)
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20112 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
10 |
Wegingscoëfficient: |
10 |
Totaal aantal contacturen: |
163 |
Totaal studietijd: |
260 |
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Adam Marleen De Ridder Dolf
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
volgtijdelijkheid: De student is geslaagd voor 1VD of heeft credits behaald op voedingswetenschappen - delen I & II (1VD), biomedische wetenschappen (1VD), voedingsmiddelentechnologie (1VD)
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Dieetleer (periode 5) |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Algemene diëtiek |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20113 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
40 |
Totaal aantal contacturen: |
90 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Adam Marleen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Dieetleer bestudeert de voedingsaanpassingen welke noodzakelijk zijn bij diverse aandoeningen of ziekte. Gezonde voeding blijft steeds de basis van elk dieet maar bij tal van aandoeningen moet men één of meerdere restricties (mogelijk ook supplementen) invoeren om een goede gezondheidstoestand en / of goede voedingstoestand te bekomen of handhaven. In dit pakket wordt het voedingsadvies besproken bij de voornaamste welvaartsziekten; obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes mellitus en hypertensie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kent de wetenschappelijke achtergrond, de dieetlijsten en de praktische uitwerking van vier basisdiëten (het energiebeperkt dieet, het AVVZ dieet, het natriumbeperkt dieet en het dieetadvies bij diabetes mellitus)
- De student kent de dieetproducten die in deze diëten aangewend kunnen worden.
- De student kan een patiëntendossier (met betrekking tot de in deze periode besproken diëten) lezen en interpreteren.
- De student kan een patiëntendossier (met betrekking tot de in deze periode besproken diëten) volgens specifieke richtlijnen oplossen.
- De student kan ernstige dieetfouten uit het voedingspatroon van een patiënt halen d.m.v. het bekijken van de voedingsondervraging en hiervoor een diëtisch verantwoord alternatief bieden.
- De student kan een geïndividualiseerd, persoonlijk dieetadvies opstellen, berekenen en uitschrijven.
- De student kan een receptuur, menu en / of weekschema aanpassen aan het energiebeperkt-, het AVVZ-, het natriumbeperkt- en het diabetes dieet.
- De student kan mogelijke dieetproducten kritisch beoordelen en adviseren.
- De student kan artikels kritisch lezen en interpreteren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
- Voedingswetenschappen en biomedische wetenschappen (delen I&II) (2VD)
- parallel: de student volgt kooklab 2VD.
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemeen cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
In dit pakket wordt het voedingsadvies besproken bij de voornaamste welvaartsziekten: obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes mellitus en hypertensie.
Patiëntendossiers worden geinterpreteerd en opgelost volgens speciefieke richtijnen, dieetadvies wordt uitgeschreven, individueeel aangepast aan de patiënt.
Voedingsondervraginen worden kritisch bekeken op dieetfouten en verantwoorde alternatieven, specifiek aan het dieet worden aangeboden.
Receptuur, menu- en weekschema's worden aangepast aan specifieke dieeteisen.
Dieetproducten worden kritsch beoordeeld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus 'Dieetleer van de volwassene' - auteur: Adam Marleen - Plantijnhogeschool 2007 -2008
- Cursus 'Dieetleer van zuigeling en kind'' - auteur: Adam Marleen - Plantijnhogeschool 2007 - 2008
- Voedingsingrediënten: een stand van zaken, A. Vandamme & Katelijne Struben, ISBN: 90-209-6697-9
- Voding en gezondheid: een overzicht van functionele componenten in levensmiddellen en van de relatie voeding & gezondheid, J. Van Camp, S. De Henauw, B. De Meulenaer, ISBN: 90-209-6600-6
- Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 90 74362 05 2, 2004.
- Nederlands voedingsstoffenbestand, NEVO - tabel, ISBN 90-5177-037-5, 2006.
- Brochure 'Richtlijnen van de Nationale Raad van de voeding'
- 'Maten en gewichten', handleiding voor gestandardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, ISBN 76994-06-4, 2005
- BINS Becel Institute Nutrition Softwareprogramma 2006
- Tijdschriften uit de bibliotheek
- didactische voedingswinkel
- Coëlho Zakwoordenboek der Geneeskunde, Jochems & Joosten, Elsevier, ISBN 90-6228-322-5
- Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, Belgisch centrum voor farmacotherapeutische informatie 2007
- Eenvoudige rekenmachine
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
38
|
lesuren
|
33,19
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
17
|
lesuren
|
14,85
|
studietijd buiten contacturen:
|
56
|
klokuren
|
48,91
|
Verdere toelichting:
Werkcolleges met verplichte aanwezigheid: theorie, oefeningen en leergesprekken
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Integratieve toets INT5-2 (95 %), schriftelijke toets in de examenweek met max. 40 % kennisvragen, min. 60 % praktische toepassingen van de theorie (oefeningen).
- Evaluatie van de opdrachten en oefeningen in projectgroep (5 %)
- Evaluatiecriteria: correctheid van de antwoorden en berekeningen, volledigheid van de argumentatie, logische opbouw van de argumentatie, duidelijke, heldere formulering van de antwoorden
- Studenten die afwezig zijn op INT 5-2 krijgen een A als beoordeling, dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek'
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- de leerstof ‘dieetleer’ van periodes 5&6 wordt in één integratieve toets hernomen (100%; jaarpunten tellen niet meer mee).
- Het opleidingsonderdeel ‘algemene diëtetiek’ krijgt twee toetsen: dieetleer (periode 5&6) en voedingszorg (periode 5).
- Studenten die afwezig zijn op één van beide toetsen krijgen een A als beoordeling voor deze toets: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘algemene diëtetiek’
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Dieetleer (periode 6) |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Algemene diëtiek |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20114 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
44 |
Totaal aantal contacturen: |
55 |
Totaal studietijd: |
114,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Adam Marleen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Dit onderdeel van dieetleer bestudeert de voedingsaanpassingen welke noodzakelijk zijn bij diverse aandoeningen van het maag - darmstelstel. Het MCT- dieet , het vetbeperkt dieet, het eiwitbeperkt dieet , het energie - verrijkt dieet worden eveneens besproken.
Wanneer zuigelingen en kinderen ziek zijn, hebben zij vaak behoefte aan een specifiek aangepaste voeding, een 'dieet op kinderfporùaat'. We bespreken de frequenste diëten bij zuigeling en kind.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
na deze lessenreeks kent de student
-
De voedingsaanpassingen, die genomen dienen te worden bij de belangrijkste aandoeningen van het maag- darmstelsel
-
Het MCT - dieet, het vetbeperkt dieet, het eiwitbeperkt dieet, het energie verrijkt dieet
-
De voedingsaanpassingen, die genomen dienen te worden bij diverse aandoeningen op kinderleeftijd
-
De dieetproducten die aangewend kunnen worden bij bovengenoemde voedingsaanpassingen
na deze lessenreeks kan de student:
-
Een patiëntendossier (met betrekking op de geziene leerstof in deze periode d.w.z. aandoeningen van het spijsverteringsstelsel en aandoeningen bij zuigeling en kind) lezen en interpreteren
-
Een patiëntendossier (met betrekking op de geziene leerstof in deze periode d.w.z. aandoeningen van het spijsverteringsstelsel en aandoeningen bij zuigeling en kind) oplossen volgens specifieke richtlijnen
-
Ernstige dieetfouten uit het voedingspatroon van een patiënt (met een aandoening besproken in deze periode)halen en hiervoor een alternatief aanbieden dat beantwoord aan de specifieke dieeteisen
-
Een geïndividualiseerd, persoonlijk dieetadvies opstellen, berekenen en uitschrijven voor deze patiënten
-
Een recept, menu en / of weekschema aanpassen aan enerzijds de dieeteisen die worden gesteld bij tal van aandoeningen van het maag - darmstelsel en anderzijds de dieeteisen die worden gesteld bij kinderen
-
Dieetproducten, welke bij bovengenoemde aandoeningen aangewend kunnen worden, kritisch bekijken
-
Artikels kritisch interpreteren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
- Voedingswetenschappen en biomedische wetenschappen (delen I&II) (2VD).
- parallel: de student volgt kooklab 2VD.
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- de voedingsaanpassingen die noodzakelijk zijn bij diverse aandoeningen van het maag - darmstelstel worden besproken en ingeoefend zoals voeding bij kauw- en slikproblemen, voeding bij gastro - oesofagale reflux, voeding bij maagproblematiek, voeding bij constipatie en diarree, voeding bij chronische dunne darmaandoeningen (coëliakie, ziekte van Crohn), voeding bij aandoeningen van het colon (colitis ulcerosa, prikkelbare darmsyndroom, diverticulosis coli en diverticulitis), voeding bij darmresectie en short bowel syndroom, voeding bij darmstoma, voeding bij leveraandoeningen. Het MCT - dieet, het vetbeperkt dieet, het eiwitbeperkt dieet, het energieverrijkt dieet worden eveneens besproken.
- dieetleer van zuigeling en kind:
- voedingsstoornissen bij kinderen met o.a de behandeling van acute diarree en dehydratie, peuterdiarre, constipatie en encopresis
- gastro - oesofagale reflux, regurgitatie en braken
- overgewicht bij kinderenn
- diabetes mellitus bij kinderen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus 'Dieetleer van de volwassene' - auteur: Adam Marleen - Plantijnhogeschool 2007 - 2008
- Cursus 'Dieetleer van zuigeling en kind'' - auteur: Adam Marleen - Plantijnhogeschool 2007 - 2008
- Voedingsingrediënten : een stand van zaken, A. Vandamme & Katelijne Struben, ISBN 90-209-6697-9
- Voeding & gezondheid: een overzicht van functionele componenten in levensmiddellen en van de relatie voeding en gezondheid, J. Van Camp, S. De Henauw, B. De Meulenaer, ISBN 90-209-6600-6
- Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 90 74362 05 2, 2004.
- Nederlands voedingsstoffenbestand, NEVO - tabel, ISBN 90-5177-037-5, 2006.
- Brochure 'Richtlijnen van de Nationale Raad van de voeding'
- 'Maten en gewichten', handleiding voor gestandardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, ISBN 76994-06-4, 2005
- BINS Becel Institute Nutrition Softwareprogramma 2006
- Tijdschriften uit de bibliotheek
- didactische voedingswinkel
- Coëlho Zakwoordenboek der Geneeskunde, Jochems & Joosten, Elsevier, ISBN 90-6228-322-5
- Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, Belgisch centrum voor farmacotherapeutische informatie 2006
- Eenvoudige rekenmachine
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
34
|
lesuren
|
27,64
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
17
|
lesuren
|
13,82
|
studietijd buiten contacturen:
|
68
|
klokuren
|
55,28
|
Verdere toelichting:
Werkcolleges met verplichte aanwezigheid: theorie, oefeningen en leergesprekken.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Integratieve toets INT6-4 (95 %), schriftelijke toets in de examenweek met max. 40 % kennisvragen, min. 60 % praktische toepassingen van de theorie (oefeningen).
- Evaluatie van de opdrachten en oefeningen in projectgroep (5 %)
- Evaluatiecriteria: correctheid van de antwoorden en berekeningen, volledigheid van de argumentatie, logische opbouw van de argumentatie, duidelijke, heldere formulering van de antwoorden.
- Studenten die afwezig zijn op INT6-4 krijgen een A als beoordeling, dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtiek.
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- De leerstof ‘dieetleer’ van periodes 5&6 wordt in één integratieve toets hernomen (100%; jaarpunten tellen niet meer mee).
- Het opleidingsonderdeel ‘algemene diëtetiek’ krijgt twee toetsen: dieetleer (periode 5&6) en voedingszorg (periode 5).
- Studenten die afwezig zijn op één van beide toetsen krijgen een A als beoordeling voor deze toets: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘algemene diëtetiek’
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Voedingszorg |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Algemene diëtiek |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20115 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
16 |
Totaal aantal contacturen: |
18 |
Totaal studietijd: |
41,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
De Ridder Dolf
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je komt tijdens de stage en in het latere beroep in contact met zieke tot ernstig zieke en zorgafhankelijke mensen. Soms zal een dieettherapie in de ware zin niet meer baten. Het is de taak van de diëtist om hen het nodige comfort tijdens en het genot van een maaltijd aan te bieden. Je leert voedingszorgproblemen zowel op individueel als op collectief niveau probleemoplossend hanteren via een gefaseerd ‘nutrition care’ proces. We staan stil bij de mogelijkheden om bij zorgafhankelijke mensen de voedingsinname en het comfort van de maaltijd te bevorderen, bij verschillende vormen van maaltijdassistentie.
Je verwerft inzicht in het voedings- en vochtbeleid in de Medisch Intensieve Geneeskunde.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
- VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan de verschillende vakgebieden integreren in een belevingsgerichte en biopsychosociaal verantwoorde voedingszorg.
- De student kan kritisch de technieken van doelmatige maaltijdassistentie zelf toepassen.
- De student kan voedingszorgproblemen op individueel en collectief niveau probleemoplossend hanteren via een gefaseerd nutrition care proces (nutrition assessment – nutrition diagnosis – nutrition Intervention – nutrition monitoring & evaluation).
- De student kan relevant referentiemateriaal voor de praktijk samenstellen, up to date te houden én dit adequaat gebruiken.
- De student kan voor de bepaling van de voedingsstatus en de voedingsbehoeften van patiënten in algemene tot bijzondere voedingszorgsituaties de aangewezen berekeningen en antropometrische metingen uitvoeren en diverse parameters correct interpreteren.
- De student kan precies aangeven wat de rol is van de diëtist en andere zorgverleners in de voedingszorg en de multidisciplinaire samenwerkingsprincipes.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
voedingswetenschappen en biomedische wetenschappen (delen I&II) (2VD)
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- Maaltijdassistentie
- Het voedingszorgproces: praktische toepassing op individueel en collectief niveau (casuïstiek)
- Antropometrie in de Voedingszorg
- Samenstelling en gebruik van referentiemateriaal
- Multidisciplinaire samenwerking
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus
- Casussen (thuiszorg, ROB, RVT, ziekenhuis, PVT, dagcentrum)
- Maaltijdassistentie in beeld (ppt-presentaties, video)
- Opdracht samenstellen van relevant referentiemateriaal voor de voedingszorg
- Aangereikt referentiematariaal : o.a. ‘Formuleboekje Voedingszorg’, ‘Biochemische parameters voor de diëtist’, ‘Praktijkkaart Voedingszorg’, NUBEL, Voedingsaanbevelingen Hoge GezondheidsrRaad.
- Antropometrische meetinstrumenten
- Zakrekenmachine
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
29,17
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
30
|
klokuren
|
62,50
|
Verdere toelichting:
- Interactieve hoor- en werkcolleges
- Persoonlijke voorbereidende studie van elke nieuwe les
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- integratieve toets INT5-3 (schriftelijke toets in examenweek)
- studenten die afwezig zijn op INT5-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtiek'
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- De schriftelijke toets wordt hernomen als de student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek'.
- Het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek' krijgt twee toetsen: dieetleer (periode 5 &6) en voedingszorg (periode 5).
- Studenten die afwezig zijn op één van beide toetsen krijgen een A als beoordeling voor deze toets: dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek'
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Methoden en onderzoek |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00170 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
44 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Als voedingsdeskundige/diëtist ga je problemen ‘evidence based’ aanpakken: voor een bepaald probleem (casus) ga je in de wetenschappelijke vakliteratuur op zoek naar relevante en correcte informatie (‘evidence’ staat hier voor de resultaten van wetenschappelijk onderzoek van een vergelijkbaar probleem) zodat je de oplossing van het probleem (behandeling van de casus) met wetenschappelijke correcte argumentatie kan onderbouwen. Met de lessenreeks ‘Methoden en onderzoek’ krijg je inzicht in de statistische begrippen en technieken die je nodig hebt bij het lezen van wetenschappelijke onderzoeksartikels (nutritioneel epidemiologisch onderzoek). Je zal bovendien ook leren om relevante artikels op te zoeken (Engelstalige vakliteratuur) en de inhoud ervan te interpreteren. In de vierde periode gaan we dieper in op het formuleren van onderzoeksvragen, het meten van ‘voedingsgedrag’ van een bepaalde doelgroep (vragenlijsten), het beschrijven van de kenmerken van een populatie en de statistische achtergrond van diagnostiek. De cursus krijgt een duidelijke link naar GVO (gezondheidsvoorlichting en -opvoeding): de opdrachten statistiek vormen de basis van het GVO-project. In de vijfde periode bekijken we hoe je ‘associaties’ tussen verschillende kenmerken kan aantonen en leer je statistiek gebruiken als hulpmiddel bij het valideren van meetmethoden. In de zesde periode leer je om onderzoeksvragen op basis van een steekproef te beantwoorden: hypothesetesten. We bekijken ook de concrete toepassing van deze technieken in de vakliteratuur en je leert de statistiek van een wetenschappelijk onderzoeksartikel grondig analyseren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Na het volledige opleidingsonderdeel kan de student
- relevante artikels opzoeken in de wetenschappelijke vakliteratuur.
- de inhoud van een wetenschappelijk artikel (epidemiologisch onderzoek) lezen, begrijpen, interpreteren en vertalen naar een opgegeven casus of probleem.
- een basis leggen voor een wetenschappelijk onderzoek: onderzoeksvragen formuleren en in functie hiervan een geschikte vragenlijst opstellen, voor deze vragenlijst het ‘codeboek’ en de ‘datamatrix’ opstellen (naar verwerking met bvb. SPSS toe).
Na periode 4 kent de student volgende statistische begrippen en technieken en kan hij/zij deze bovendien toepassen (op de geschikte meetresultaten)
- kansrekenen: kans, som-en productregel, odds, risico.
- meten van gezondheid en ziekte: beschrijving van een toestand van een populatie met gepaste frequentiematen (prevalentie, incidentie, opvolgtijden, mortaliteits-en morbiditeitscijfers,…) en interpretatie van deze getallen.
- associatiematen: OR, RR, OR.
- diagnostiek: biologische variatie (werken met cutoff), kwaliteit van de diagnose (Se, Sp, voorspellingswaarden), interpretatie.
Na periode 5 kent de student volgende statistische begrippen en technieken en kan hij/zij deze bovendien toepassen (op de geschikte meetresultaten)
- associatie aantonen: Spearman, Pearson, kappa-waarde, chi kwardaat-test.
- causaal verband aantonen: lineaire regressieanalyse.
- de noodzakelijke statistiek voor de validatie van meetmethoden en schriftelijke anamnesetechnieken.
Na periode 6 kan de student
- een aantal statistische toetsen, die veel gebruikt worden bij voedingsonderzoek, toepassen en de resultaten ervan interpreteren (met inschatting van type I- en type II-fouten).
- de juiste techniek kiezen bij de verwerking van de resultaten van een onderzoek (vragenlijst).
voor een bepaalde onderzoeksvraag een onderzoek (steekproefschema) voorstellen en de hypothese met de correcte techniek al of niet aantonen.
- de onderzoeksresultaten van ‘derden’ (vakliteratuur) lezen, beoordelenen en interpreteren (evidence based).
- t-testen op populatiegemiddelde(n) toepassen.
- chi kwadraat- en F-test op populatievariantie(s) toepassen.
- z-testen op populatieproporties (percentages) toepassen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
methoden en onderzoek 1VD
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- Opzetten van een onderzoek (methodiek) en ontwikkelen van een vragenlijst als meetinstrument; opstellen van ‘codeboek’ en ‘datamatrix’ voor een onderzoek; opzoeken van wetenschappelijke onderzoeksliteratuur (Academic Search).
Kansrekenen met gegevens gerangschikt in frequentietabellen (kans, risico, odds, prevalentie, incidentie).
- Kansrekenen met gegevens gerangschikt in een (2×2)-frequentietabel: associatiematen (RR, AR en OR); diagnostiek (Se, Sp en PV); diagnostiek en cutoff.
- Morbiditeits- en mortaliteitscijfers.
- Associatie, correlatie en enkelvoudige lineaire regressie.
- Methodevergelijking: regressie, plots, kappa-waarde, chi-kwadraat²-waarde.
- Validatie van meetmethoden en schriftelijke voedingsanamnesetechnieken.
- Hypothesetesten: formuleren hypothesen; hypothesetesten op µ en variantie (1 steekproef); verband met betrouwbaarheidsinterval; hypothesetesten op µ en variantie (2 steekproeven); mogelijke fouten; binomiale verdeling en z-test op proporties.
- Lezen en interpeteren van de resultaten van statistische verwerking van ‘derden’; omgaan met ‘onbekende’ (= niet in de les geziene) statistische methoden.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- hoofdstukken 5 tem 15 van de cursus ‘methoden en onderzoek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijnhogeschool
- formuleboekje ‘methoden en onderzoek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijnhogeschool
- een rekenmachine
- wetenschappelijke artikels (EJCN, journal of human nutrition,…)
- wetenschappelijke databanken op internet
aanvullend in de bib
- ‘Medical statistics at a glance’ van Petrie en Sabin (ISBN 0632050756) - 2000
- ‘nutritional epidemiology’ Walter Willett (ISBN 0195122976) - 1998
- ‘epidemiologisch onderzoek’ Bouter en Van Dongen (ISBN 9031330981) - 2000
- ‘enquêteren en gestructureerd interviewen’ Baarda-de Goede-Kalmijn (ISBN 902073086X) - 2000
- ‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X) - 2001
- ‘making sense of data’ Abrahamson (ISBN 0195145259)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
36
|
lesuren
|
42,86
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
8
|
lesuren
|
09,52
|
studietijd buiten contacturen:
|
40
|
klokuren
|
47,62
|
Verdere toelichting:
- hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het werkveld (wetenschappelijke vakliteratuur) worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
- de nadruk ligt op begrijpen en interpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
- zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
- groepsleren: toepassen van de statistiek tijdens de voorbereidende opdracht voor het project van periode 4 en tijdens de groepsopdracht van periode 6
- andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- een schriftelijke toets tijdens de laatste les (2cu) van elke periode met formuleboekje ‘methoden en onderzoek’ en rekenmachine
- samenstelling vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van de berekeningen) en en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden (gegevens uit de vakliteratuur))
- in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld
extra in periode 4: evaluatie van de opdracht ‘vragenlijst’ (per projectgroep; resultaat is deel van projectmap) (10% van het deel periode 4) (deze evaluatie telt ook mee in de evaluatie van het project) evaluatiecriteria - inhoud en opbouw vragenlijst - waarde van de vragenlijst als ‘meetinstrument’ - afstemming vragenlijst op onderzoeksvragen - waarde van de reflectie en bijsturing na de pilootfase - wetenschappelijke waarde van het opgezochte referentie-artikel
extra in periode 6: beoordeling van de opdracht in projectgroep (5% deel periode 6) evaluatiecriteria - correctheid van de antwoorden en berekeningen - volledigheid van de argumentatie - logische opbouw van de argumentatie - duidelijke, heldere formulering van de antwoorden - studenten die afwezig zijn tijdens het werkcollege (groepsopdracht rond vakliteratuur) krijgen nul op de opdracht
- studenten die afwezig zijn op één van de drie toetsen krijgen een A als beoordeling en halen dus A voor het opleidingsonderdeel ‘methoden en onderzoek’
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘methoden en onderzoek’ leggen één toets (4cu) over dit opleidingsonderdeel af (de opdrachten tellen niet opnieuw mee)
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Kooklab |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20130 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
42 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Aerts Ingrid Hertogen Marina Van Laer Sofie
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Vanaf periode 4 breiden we de kennis over algemene en gezonde voeding uit naar dieetkoken. Je leert dat een dieetvoeding ook lekker kan zijn. We proberen de verschillende dieetproducten die er op de markt verkrijgbaar zijn uit. Je leert de kennis uit de dieetleer in de keukenpraktijk toepassen. Je gaat ook zelf op zoek naar bruikbare dieetproducten in de supermarkten.
De kooklessen lopen parallel met de voedingswetenschappen en de lessen diëtetiek. Tijdens de periodes 4, 5 en 6 worden enkelvoudige diëten aangeleerd. Vanaf periode 7 komen de combinatiediëten aan bod en moet je zelf een menu samenstellen.
We leren ook alternatieve voedselbereidingswijzen zoals het veganisme en het vegetarisme. We maken kennis met de eetgewoontes van andere culturen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
- VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kent de basisdiëten en kan een geïndiviualiseerd en persoonlijk dieetadvies opstellen, berekenen en uitschrijven en kan deze receptuur in de praktijk toepassen
- de student is in staat voeding te bereiden aangepast aan bijzondere omstandigheden
- de student kan een onderscheid maken tussen de verschillende merken van kunstvoeding voor zuigelingen
- de student kan zuigelingenvoeding steriel klaarmaken
- de student kan therapeutische voedingen berekenen
- de student kan voedingsvezels verwerken in voedingsmiddelen en receptuur
- de student kan gebak geschikt voor diabetici, op basis van alternatieve zoetstoffen, bereiden
- de student kent de waaier aan dieetproducten die aangewend kunnen worden in het natrium beperkt dieet, het energiebeperkt dieet, het AVVZdieet, het dieetadvies bij diabetes mellitus, in het ewitbeperkt dieet, het energieverrijkt dieet, het glutenvrij dieet, het vetbeperkt en het MCT dieet
- de student kan en dieetproduct evalueren, het nut ervan bewijzen of weerleggen
- de student kan een voedingsmiddel in een recept vervangen door een dieetproduct dat voldoet aan de vereisten van het gestelde dieet
- de student kan een recept aanpassen aan bepaalde dieeteisen op dergelijke wijze dat de smaak, de geur, het uitzicht en de consistentie aanvaardbaar zijn
- de student kent het verschil tussen vegetarisme en veganisme
- de student kan volwaardige vegetarische en veganische menu's samenstellen en productinformatie geven over biologische, vegetarische producten
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1 VD
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
algemene diëtetiek
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- het in praktijk brengen van de theoretische kennis van zuigelingen- en kindervoeding en het klaarmaken van kunstvoeding voor zuigelingen
- kennis maken met en verwerken van diverse dieetproducten en voedingsmiddelen die aangewend worden in diverse diëten zoals natrium-arme producten, light producten, vetstoffen met een betere samenstelling, zoetstoffen, vervangmaaltijden, dieetproducten zonder suiker, glutenvrije producten, eiwitarme producten, MCT vetten, vetarme producten, sondevoeding en bijvoedingen, energieverrijkte producten
- kennis maken met en verwerken van zoetstoffen geschikt voor gebak in samenwerking met studenten 7de jaar bakkerij in de PIVA
- kennis maken met en verwerken van volwaardige vlees- en zuivelanalogen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus kooklab 2 VD - auteurs Adam Marleen & Hertogen Marina - Plantijnhogeschool - 2007-2008
- kunstvoedingen voor zuigelingen, Y. Vandenplas, VUB, 2006
- Brochures, Kind en Gezin, Hallepoortlaan, 27 te 1060 Brussel
- Didactische voedingswinkel
- Tekst 'Diabetesgebak' Mr D'Hollander, leraar dieetbakkerij PIVA
- Een aantal praktijksessies zijn op verplaatsing en tegen betaling
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
40
|
lesuren
|
50,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
38
|
klokuren
|
47,50
|
Verdere toelichting:
- verplichte praktijksessies van 4 uren
- opdrachten worden vooraf uitgelegd en besproken. Nadien werken de studenten de recepten zelf uit
- bezoeken op verplaatsing: PIVA (bakkerij), ...
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- een schriftelijke toets op de laatste examendag van periode 6 (samenstelling vragen: productkennis en toepassingsvragen)
- permanente evaluatie van de kookles: proces (werkmethode, materiaal, organisatie, hygiëne, ergonomie, tempo), product (uitzicht, smaak, temperatuur, creativiteit, enz.)
- evaluatie van de opdrachten: correctheid van de antwoorden en berekeningen, volledigheid van de opdracht, logische opbouw van de opdracht, duidelijke en heldere formulering van de antwoorden
- puntenverdeling:
- 80% kooklab Mevr. Aerts/Mevr. Van Laer (1/5 permanente evaluatie kookles, 1/5 opdrachten en 3/5 schriftelijke toets)
- 20% kooklab Mevr. Hertogen (1/5 opdrachten en kookles en 4/5 toets)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
de schriftelijke toets wordt hernomen, de jaarpunten blijven behouden
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Skillslab |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Voedingsanamnese en skillslab
BINS
Portfolio
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20116 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
36 |
Totaal studietijd: |
130 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Adam Marleen Aerts Ingrid Aertsen Lea De Ridder Inge Hertogen Marina Van Laer Sofie
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - BINS |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Skillslab |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20117 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
22 |
Totaal aantal contacturen: |
12 |
Totaal studietijd: |
28,6 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Aerts Ingrid De Ridder Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het 2de jaar voeren we BINS als voedingsberekeningsprogramma in. Bij het berekenen van de ‘gemiddelde dag’ staan we stil bij de knelpunten van een voedingsmiddelentabel. Je oefent dagschema’s, dieetschema’s,… aan de hand van casuïstiek. Je leert om de resultaten van BINS te exporteren naar Word en Excel.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student verkent de mogelijkheden van BINS met betrekking tot het invoeren van cliëntgegevens.
- De student kan een invoer per dag van de voedingsmiddelen uitvoeren in BINS en ‘maten en gewichten’ hierbij gebruiken.
- De student verkent de mogelijkheden van BINS met betrekking tot het verkrijgen van gegevens van de ingenomen voedingsstoffen van de cliënt.
- De student kan het zelf ontworpen anamneseformulier kritisch bekijken en aanpassen.
- De student kan de verschillende knelpunten bij het gebruik van een voedingsmiddelentabel aangeven en het cijfermateriaal correct interpreteren.
- De student kan verschillende termen zoals ‘gemiddelde dag’ uitwerken met voedingsmiddelen en deze ook uitwerken in een casus. de student kan de verschillende mogelijkheden van het BINS-programma gebruiken en deze toepassen in verschillende nieuwe casussen en patiëntenstudies.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 1VD
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
algemene diëtetiek
deze component is verplicht voor IT-studenten die voedingswetenschappen (2VD) volgen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
De volgende items van het voedingsberekeningsprogramma BINS worden uitgelegd:
- algemene items: gebruikte symbolen, opbouw van het programma
- menu-item cliënten: aan de hand van een casus wordt uitgelegd hoe de gegevens van een cliënt moeten worden ingebracht. Het invoeren van volgende gegevens wordt ingeoefend: persoonlijke gegevens, antropometrische gegevens, medische gegevens (labowaarden), gegevens van een arts, behandelplan.
- De voeding van een opgelegde casus wordt ingebracht volgens de 'invoer per dag'.
- Een berekening van de ingevoerde dag wordt uitgevoerd en afgedrukt. Tevens wordt overlopen hoe we kunenn kiezen welke voedingsstoffen afgedrukt moeten owrden.
- Invoeren van gegevens aan de hand van een zelf afgenomen anamnese (dit gedeelte komt aan bod in lesweek 7 en hangt samen met de lessenreeksen van het skillslab - voedingsanamnese en advies).
Gemiddelde dag:
- In dit gedeelte staan we stil bij de knelpunten van het gebruik van een voedingsmiddelentabel. Daarnaast wordt er stilgestaan bij de termen dagschema of dieetschema, gemiddelde dag, vaste kern, weekmenu of menuvariatie.
- De meer uitgebreide functies (export, dialoogfunctie, condities) van het BINS-programma worden uitgelegd aan de hand van een voorbeeldpatiënt.
- Met de casus sportvoeding (zie fiche sportvoeding) worden deze functies toegepast. De voeding wordt ingebracht volgens de gemiddelde dag en verder geëxporteerd naar een Word-document. De functie "berekening uitgesplitst" wordt geëxporteerd naar Excel en verder verwerkt in een verslag evenals de grafische voorstelling.
- Dit gedeelte hangt nauw samen met het onderdeel sportvoeding.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus ‘Skillslab, voedingsanamnese en advies’ – auteur Marina Hertogen – Plantijnhogeschool
- cursus Voedingsberekeningsprogramma’s – auteur Aerts Ingrid – Plantijnhogeschool
- cursus hoofdstuk “Berekenen van een voedingsanamnese en het opstellen van een gemiddelde dag” - auteur Inge De Ridder – Plantijnhogeschool
- Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, 2005
- BINS Becel Institute Nutrition Softwareprogramma 2006
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
14,29
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
28,57
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
16
|
klokuren
|
57,14
|
Verdere toelichting:
- hoorcollege: studenten werken individueel aan een computer en onder begeleiding van een docent wordt het programma BINS stap voor stap uitgelegd.
- Praktijksessies: de studenten werken individueel aan één computer en in aanwezigheid van een docent, die feedback kan geven, er wordt een casus uitgewerkt.
- individueel werk: de studenten werken buiten de werkcolleges de opdrachten af.
- Het programma BINS zal veel ingeoefend en gebruikt worden in de andere skillslabs en opdrachten gedurende de opleiding.
- In periode 6 zal er een extra (buiten de officiële lessentabel) bins-skillslab van 4 uren worden voorzien, de vaardigheid opgedaan tijdens het academiejaar wordt dan getoetst a.d.h.v. een opdracht.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Beoordeling van de opdrachten : (30%)
beoordeling van opdracht 1: invoer per dag van een opgegeven casus en een eetdagboek.
- correctheid van het invoeren en het gebruikte cijfermateriaal
- correctheid van het gebruik van de verschillende functies
- volledige en logische opbouw van het patiëntenverslag met een duidelijke, heldere formulering en een juiste verwerking van de berekende gegevens.
Beoordeling van de opdracht (sportvoeding) naar de verwerking in BINS: evaluatiecriteria:
- correctheid van het invoeren en het gebruikte cijfermateriaal (zowel naar porties als naar voedingsmiddelenkeuze)
- correctheid van het gebruik van de verschillende functies;
- het aantal gebruikte functies en toepassingen (verscheidenheid van gebruikt cijfermateriaal en functies)
- verpersoonlijking van het dagschema (vertaling voor patiënt) en verslag (vertaling voor arts)
- volledige en logische opbouw van het verslag met een duidelijke, heldere formulering en een juiste verwerking van de exportgegevens.
Beoordeling van opdracht 3 (skillslab – voedingsanamnese en advies): evaluatiecriteria:
- aanwezigheid in de les;
- correctheid van de omzetting in porties;
- correctheid in het nemen van de juiste voedingsmiddelen uit de voedingsmiddelentabel die aanwezig is in BINS;
- correctheid in het inbrengen van recepten met de juiste ingrediënten in de juiste verhoudingen;
- kritische reflectie geven over het anamneseformulier en bijsturen;
- correctheid in het beoordelen van het verkregen cijfermateriaal;
- Correctheid in het uitschrijven van een voedingsadvies naar de bejaarde toe (omzetten van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen).
Beoordeling van uitgewerkte opdracht tijdens bins-skillslab in periode 6. (70%)
criteria
- een correct dagschema, zowel kwalitatief als kwantitatief, kunnen samenstellen binnen de opgegeven tijd.
- correcte verwerking in bins.
- correcte evaluatie en interpretatie volgens de voedingsaanbevelingen van de HGR.
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
De student krijgt een nieuwe opdracht (casus) die verwerkt wordt in BINS.
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Voedingsanamnese en skillslab |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Skillslab |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20118 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
60 |
Totaal aantal contacturen: |
24 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Adam Marleen Aerts Ingrid Aertsen Lea Hertogen Marina
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Met het ‘skillslab’ creëren we een werkomgeving waarin je (realistische) werksituaties inoefent aan de hand van casuïstiek (rollenspel). Met opeenvolgende cycli van
Ø
zelfstudie (voorbereidende opdrachten)
Ø
oefening begeleid door lectoren
Ø
reflectie van studenten en lectoren
Ø
opnemen van leerpunten
bouw je geleidelijk aan je beroepsskills op.
In periode 4 leer je om zelf antropometrische metingen uit te voeren en om gegevens over lichaamssamenstelling van een cliënt te interpreteren.
Vanaf periode 5 (start van de zieke lijn) spitst de casuïstiek zich toe op personen met een dieetprobleem (diabetes, AVVZ). Je leert uitleg geven over de verboden/toegelaten voedingsmiddelen, productinformatie (merken), bereidingswijze en dit aan de hand van hulpmiddelen (zelfgemaakte dieetlijsten, foto’s, didactische voedingsmiddelenmap, …).
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan de dietary history methodiek (in detail) uitvoeren.
- De student beheerst de FFQ als middel om een anamnese uit te voeren.
- De student kan een voedingsanamnese omzetten in porties en invoeren in een geïnformatiseerd voedingsprogramma.
- De student kan een voedingsanamneseformulier ontwikkelen.
- De student bezit een adequate kennis van voedings- en dieetfouten om deze uit een voedingsanamnese te halen, te interpreteren en om te zetten in een aangepast dieetadvies.
- De student gebruikt de gepaste hulpmiddelen om een voedingsanamnese af te nemen en advies te geven.
- de student heeft de nodige kennis van diverse kooktechnieken om deze in te passen in een specifiek dieetadvies.
- de student kan receptuur aanpassen aan specifieke dieeteisen.
- De student kan reflecteren.
- De student hanteert een correct taalgebruik (zowel schriftelijk als mondeling).
- De student kan lichaamsgewicht en lengte meten.
- De student kan een interpretatie geven van veranderingen in een gewicht.
- De student kan het (ideale) lichaamsgewicht berekenen volgens Quetelet, normogram van Deurenberg, waist-to-hip-ratio, e.d.
- De student kan huidplooimetingen en impedantiemetingen uitvoeren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
de student is geslaagd voor 1VD
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
algemene diëtetiek
|
Andere begincompetenties
|
correct taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk
Andere: zie pagina 11 van het algemene cgo - boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- de voedingsanamnese algemeen en de dietary history en FFQ in het bijzonder aan de hand van een zelfstudiepakket
- Het inoefenen van communicatieve vaardigheden in een specifieke beroepssituatie; aan de hand van een ingevulde voedingsondervraging van een geïmproviseerde patiënt, zal de student uitleg (verboden / toegelaten voedingsmiddelen, tips i.v.m. bereidingswijze, productinformatie, hulpmiddelen) verschaffen over een bepaald dieet.
- Opvolgen en bespreken van een persoon met een voedings- en/ of een dieetprobleem (voorstelling casus, analyse probleem, voedingsondervraging, berekening BINS, interventie) aan de hand van een korte verhandeling welke mondeling wordt toegelicht. Berekenen en evalueren van voedingsanamnese met BINS via een patiëntenopdracht.
- gebruik van hulpmiddelen bij het geven van een advies
- skillslab: geven van voeding- en dieetsadvies met casuïstiek, communicatieve vaardigheden, rapporteren
- reflectie van opdrachten en skillslab
- Meten van lengte en gewicht
- Meten van lichaamssamenstelling
- Gebruik van weegschalen
- Gebruik van verschillende nomogrammen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus 'Skillslab, voedingsanamnese en advies' - auteurs: Adam Marleen en Hertogen Marina - Plantijnhogeschool 2007-2008
- Cursus 'Dieetleer van de volwassenen' - auteur Adam Marleen - Plantijnhogeschool 2007-2008
- Opdrachten in oefeningenboek: Skillslab, voedingsanamnese en dieetadvies van Adam Marleen en Hertogen Marina
- Informatorium voor voeding en dietetiek, de Voedingsanamnese, de Vries J.H.M. & co, augustus 2007
- Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 90 74362 05 2, 2004
- Lijst met elementaire maten en gewichten (Plantijnhogeschool 2007-2008)
- Skillslab-serie voor diëtetiek: voedingsanamnese, de klinische diieeetbehandeling, video en studiehandleiding, Lemma, 2006
- Handboek Gezondheidspromotie, Evenwichtig eten en gezond bewegen, VIG, Lannoo Campus, ISBN 9789020973297, 2007
- Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, ISBN 76994 06 4, 2005
- BINS Becel Institute Nutrition Softwareprogramma 2006
- Nederlands voedingstoffenbestand, NEVO - tabel, ISBN 90-5177-037-5, 2006
- Cursus 'Antropometrische metingen' - auteur Hertogen Marina - Plantijnhogeschool - 2007-2008,
- Teksten Antropometrie' van de Metabole Eenheid - Diens diabetologie, metabole ziekten en nutritiepathologie, Universitair ziekenhuis Antwerpen, 2007
- eenvoudige rekenmachine
- Wetenschappelijke artikels.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
10,13
|
practicum en oefeningen:
|
16
|
lesuren
|
20,25
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
55
|
klokuren
|
69,62
|
Verdere toelichting:
- verplicht hoorcollege met opdrachten, werkcolleges en praktijksessies
- zelfstudiepakket voor interviewtechnieken
- aan de hand van opdrachten wordt de theorie omgezet in de praktijk
- opdrachten worden thuis verder afgewerkt
- klassikale reflectie van het skillslab en opdachten in hoorcolleges
- Praktijksessie in het UZA met mogelijkheid tot oefenen van antropometrische metingen op de metabole eenheid
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Permanente evaluatie (50 %) en evaluatie van de opdrachten (50 %)
- Evaluatiecriteria:
- Beoordeling van de opdrachten: logische opbouw en volledigheid van de verhandeling, correctheid van de berekeningen, logische opbouw en volledigheid van het dieetadvies, volledigheid van de documenten die meegegeven worden aan de patiënt, correctheid van de omzetting in porties, kritische reflectie
- Beoordeling van de evaluatie van het skillslab: aanwezigheid, corect taalgebruik bij mondeling en schriftelijke toelichting van de verhandeling, duidelijke en logische opbouw van de mondelinge toelichting van de verhandeling, correct uitleggen voedings- en dieetadvies, correct gebruik van hulpmiddelen, spontaan en correct gebruik diverse communicatieve vaardigheden
- Studenten die een evalutaitemoment missen, behalen 0 voor dit deel van het skillslab
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- De punten worden overgedragen naar tweede examenperiode (tellen voor 50% mee)
- De student krijgt een nieuwe casus en voert in september een skillslab uit (50% van de punten)
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Portfolio |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Skillslab |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20119 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
0 |
Totaal studietijd: |
23,4 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Laer Sofie Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De reflectieportfolio is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont: op welke wijze bereikt de student de leerdoelen en vaardigheden (zoals beschreven in de ECTS-fiches) en bereikt hij/zij het gewenste niveau (gedragsankers 1ste jaar) van de kerncompetenties van de opleiding. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, scriptie en latere werkveld. In de opleiding VD is de portfolio tegelijk het meetinstrument voor de studietijdmetingen. De portfolio is het uitgangspunt voor de gesprekken met de studieloopbaanbegeleider van de student.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student reflecteert over het eigen leerproces en kan op basis van deze reflecties het leerproces bijsturen.
- De student reflecteert over het eigen handelen binnen de onderwijsgroep.
- De student reflecteert over het eigen handelen tegenover de cliënt.
- De student denkt in termen van leerdoelen en competenties.
- De student heeft een ruime basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage).
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- De reflectieportfolio is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont: op welke wijze bereikt de student de leerdoelen en vaardigheden (zoals beschreven in de ECTS-fiches) en bereikt hij/zij het gewenste niveau (gedragsankers 2de jaar) van de kerncompetenties van de opleiding.
- De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, scriptie en latere werkveld.
- In de opleiding VD is de portfolio tegelijk het meetinstrument voor de studietijdmetingen.De portfolio is het uitgangspunt voor de gesprekken met de studieloopbaanbegeleider van de student.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- het algemene cgo-boek (opleiding VD)
- map met invulbladen
- digitale invulformulieren
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
24
|
klokuren
|
100,00
|
Verdere toelichting:
- invullen van de map met de reflectieformulieren is een zelfstandig werk met feedback vanuit de verschillende onderwijseenheden en van de studieloopbaanbegeleider
- inhoud van de portfolio is beschreven in het algemene cgo-boek
- de reflecties (volgens spiraalmodel) worden gestuurd door voorgedrukte invulbladen: de reflecties worden per onderwijseenheid ingevuld in termen van leerdoelen (kennen) en vaardigheden (kunnen) en in termen van gedragsankers.
- De student vult tijdens de lesweken voor elke onderwijseenheid minstens één reflectiepunt in.
- Tijdens de projectweken zijn er formulieren waarmee de student reflecteert in termen van competenties (gedragsankers) die samenhangen met leren werken in projectgroep.
- De student formuleert na de periode minstens twee leerpunten in naar de volgende periode toe.
- De student vult wekelijks een formulier ‘studietijdmeting’ in.
- De student heeft tijdens het lopende academiejaar minstens drie gesprekken met de studieloopbaanbegeleider (deze kan de portfolio altijd opvragen).
- De student geeft de resultaten van zijn/haar studiemeting per periode door aan de opleidingscoördinator.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- de portfolio wordt in het tweede jaar door de studieloopbaanbegeleider beoordeeld op volledigheid en inhoud volgens volgende criteria.
- formuleringen reflecties in termen van leerdoelen en competenties
- relevantie van de reflecties (aantoonbaar verband met de betreffende componenten)
- haalbaarheid van de geformuleerde leerpunten
- rekening houden met feedback van studieloopbaanbegeleider (verslaggeving gesprekken met studieloopbaanbegeleider)
- bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van de afspraken, nakomen van de afspraken
- de beoordeling (in orde/niet in orde) dient als afrondingscriterium voor het totaalcijfer van het opleidingsonderdeel skillslab.
- berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
De evaluatie van de eerste examenperiode wordt overgenomen.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Projecten periode 4 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Projectweken
GVO
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20120 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
56 |
Totaal studietijd: |
104 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
De Ridder Inge Hertogen Marina Van Vlaslaer Veerle Vanherle Koen
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-fiches.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - GVO |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Projecten periode 4 |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20121 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
30 |
Totaal aantal contacturen: |
12 |
Totaal studietijd: |
31,2 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
De Ridder Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Gezondheidsvoorlichting is maar één aspect van de gezondheidsbevordering maar GVO is wel meer dan een folder ontwikkelen en uitdelen. Het is een multidisciplinair planmatig vakgebied dat met name leunt op de sociale psychologie en de gezondheidspsychologie, maar ook op de epidemiologie, de communicatiewetenschappen, de sociologie en marketing.
Met deze cursus leert je een doeltreffend GVO-project te ontwikkelen met behulp van het planningsmodel van de GVO (Procede/proceed-model). De verschillende stappen worden systematisch doorlopen om de doeltreffendheid van het project te verhogen. Je zal jouw kennis uit andere vakken integreren in één project. De aandacht in het GVO-project gaat voornamelijk uit naar kennis- en inzichtvermeerdering en mogelijks een attitudeverandering.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
- VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
alle opleidingsonderdelen en/of componenten van de lesweken van periode 4
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
-
Gezondheidsbevordering en de plaats van GVO in het kader van de gezondheidsbevordering. Definitie van Gvo en wat zijn de verschillende werkterreinen en doelstellingen. Hoe zetten we een GVO-project op.
-
het planmatige GVO-plan en de voorlichtingsmatrix van Mc Guire
-
mogelijke valkuilen in een project en oefening GVO
|
STUDIEMATERIAAL
|
·
cursus “GVO” – auteur Inge De Ridder – Plantijnhogeschool
·
handouts van de gebruikte presentaties
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
lesuren
|
31,25
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
20
|
klokuren
|
62,50
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
De leerstof van dit onderdeel wordt getoets in de projecttoets van periode 4. Het is een schriftelijke toets met kennis-, inzichts, toepassings- en casusvragen. (zie ects fiche projectweken periode 4)
-
-
Een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 4’
-
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
Studenten die geen credit verworven hebben voor dit opleidingsonderdeel leggen een schriftelijke toets af waarin alle aspecten van dit project (bvb. opstellen GVO-plan, wetenschappelijke relevantie van een artikel inschatten, lezen en interpreteren van een artikel en/of onderzoek, beoordeling van een GVO-product,...) aan bod kunnen komen. De punten van het proces en het product worden overgenomen.
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Projectweken |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Projecten periode 4 |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20122 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:4 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
70 |
Totaal aantal contacturen: |
44 |
Totaal studietijd: |
72,8 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode. Met dit project leert je een doeltreffend GVO-project te ontwikkelen met behulp van het planningsmodel van de GVO (Procede/proceed-model) en leert je dit ook op een wetenschappelijke manier weer te geven. De verschillende stappen van het GVO-plan worden systematisch doorlopen om de doeltreffendheid van het project te verhogen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
planmatig doelstellingen van een voedingsprobleem uitschrijven, een actieplan opstellen en dit actieplan uitvoeren en dit aangepast aan de leeftijdscategorie gaande van zuigeling tot bejaarde;
-
een project op een professionele manier uitwerken, toelichten en presenteren;
-
een onderzoek opzetten;
-
verzamelde gegevens statistisch verwerken, resultaten weergeven, bevindingen interpreteren en plaatsen binnen een ruimer epidemiologisch kader;
-
een enquête opzetten, uitvoeren en verwerken van de gegevens en deze resultaten plaatsen tegenover de resultaten van een vergelijkbaar onderzoek opgezocht in de wetenschappelijke vakliteratuur;
-
de verschillende stappen van het planmatige GVO-plan opvolgen. Hij doet dit op een systematische en methodische manier;
-
in de wetenschappelijke literatuur en in verschillende databanken verschillende gegevens verzamelen en interpreteren en daaruit de nodige besluiten(adviezen) trekken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
alle opleidingsonderdelen en/of componenten van de lesweken van periode 4
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
-
inleidend hoorcollege over de opzet van het project
-
toepassen van alle geziene leerstof in periode 4 en alle voorgaande periodes
-
ontwikkelen van een GVO-PROJECT
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
cursussen en handouts van het opleidingsonderdeel voedingswetenschappen
-
cursus van het opleidingsonderdeel methoden en onderzoek
-
periodeboek 4
-
informatiemateriaal in de Bib
-
informatiemateriaal via internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
2
|
lesuren
|
02,67
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
40
|
lesuren
|
53,33
|
studietijd buiten contacturen:
|
31
|
klokuren
|
41,33
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
evaluatie van het 'groepsproces' (5 % van de punten)
criteria
-
gevolgde methodiek
-
duidelijke weergave van de vergaderingen en goede formulering (verslaggeving)
-
teamwerkplan opstellen (doelstellingen formuleren), bijsturen en realiseren
-
rekening houden met feedback van tutor en projectteambegeleiders
-
stiptheid en correctheid van de groep (volgen van teamwerkplan)
-
nemen van gefundeerde beslissingen (verslaggeving: probleemstelling, argumentatie, beslissing)
-
taakverdeling en uitvoering taken
-
verwerven van nieuwe kennis (o.a. voldoende diepgaand opzoekwerk)
-
vergadertechniek
-
omgaan met feedback
middelen
-
projectmap (inhoud: zie instructies algemene cgo-boek)
-
opvolging door tutor
-
reflectievergadering
-
procesassessment (formulier periode 4)
·
evaluatie van het 'groepsproduct' (40% van de punten)
criteria GVO-plan (25%)
-
criteria GVO-plan
-
inhoud en opbouw van het GVO-plan
-
wetenschappelijke waarde en relevantie van de gebruikte referenties
-
correcte bronvermelding en bibliografie
-
correcte interpretatie en verwerking van de wetenschappelijke literatuur en statistieken
-
inzicht in de verschillende stappen en begrippen
-
weergave en correctheid van de conclusies
-
correcte resultatenverwerking
-
kritische reflectie bij het onderzoek en de resultaten /evaluatie (wat zou je bijsturen naar een volgend onderzoek)
criteria GVO-product (15%)
-
samenstelling product (opbouw - creativiteit/orginaliteit – verzorgdheid – uitgebreidheid)
-
inhoudelijk: juistheid – correcte info –correct voedingskundig
·
evaluatie van de presentatie (5% van de punten)
door de aanwezige tutors en lectoren
·
evaluatie van de individuele bijdrage (5% van de punten)
criteria
-
aanwezigheid tijdens projectgroepbijeenkomsten
-
actieve inbreng
-
verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden
-
constructieve omgang
-
uitvoeren van taken
-
nakomen van afspraken
-
communicatieve aspecten
-
omgaan met feedback
middelen om de individuele bijdrage te evalueren:
-
individuele bijdragen aan projectmap (individuele werkplannen, portfolio)
-
reflectievergadering
-
180°feedback: assessment (formulier periode 4) door peers en tutor
·
evaluatie van de individuele kennis (45 % van de punten)
schriftelijk GVO- toets met kennis-, inzichts-, toepassings-, en casusvragen NA de projectweek.
Afspraak:
-
een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 4’
-
studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
Studenten die geen credit verworven hebben voor dit opleidingsonderdeel leggen een schriftelijke toets af waarin alle aspecten van dit project (bvb. opstellen GVO-plan, wetenschappelijke relevantie van een artikel inschatten, lezen en interpreteren van een artikel en/of onderzoek, beoordeling van een GVO-product,...) aan bod kunnen komen. De punten van het proces en product worden overgenomen.
-
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Projecten periode 5 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00177 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:5 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
66 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Adam Marleen Aerts Ingrid Robberecht Harry Vanherle Koen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode.
Projectweek 1: project rond biobeschikbaarheid - literatuurstudie rond opgegeven onderwerp per projectgroep, in combinatie met één labosessie (ijzerspeciatie)
Projectweek 2: project rond Metabool Syndroom (casus)
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student beseft dat de biologische beschikbaarheid van voedselcomponenten een verweesd kind is in de voedingsleer.
-
De student weet dat tal van factoren de biologische beschikbaarheid beïnvloeden, zowel verhogen als verlagen, en kan deze voor een aantal nutriënten bespreken
-
De student weet wat biologische beschikbaarheid van mineralen, vitamines, ijzer en spoorelementen is.
-
De student weet dat het belang van biobeschikbaarheid niet kan niet overschat.
-
Aan de hand van een speciatie-studie van het essentieel element ijzer in witte en rode wijn dient de student te ervaren dat hoog ijzergehalte niet onmiddellijk een goede ijzerbron impliceert.
-
De student kent de technieken om "bioavailability" te evalueren.
-
De student weet dat naast een betere beschikbaarheid er soms gestreefd wordt naar een verlaagde opname (vb. zware metalen, dioxines en pcb's).
-
De student kent de terminolgie omtrent biobeschikbaarheid: absorptie, antagonisme, speciatie, interacties,...
-
De student kan een ongekend ziektebeeld opzoeken en analyseren en toepassen op een patiëntendossier.
-
De student kan aan de hand van een eetdagboekje de energie inname van een patiënt berekenen en eventuele tekorten nagaan.
-
De student kan een patiëntendossier bespreken en interpreteren.
-
De student kan een dieetvoorschrift opstellen en dit motiveren.
-
De student kan de doelstellingen van het dieetvoorschrift opsommen
-
De student kan een dieet uitwerken aangepast aan de individuele behoefte van de patiënt.
-
De student kan een verslag aan een arts of andere multidisciplinaire medewerkers opstellende student kan receptuur die beantwoordt aan de dieetvereiste van de patiënt opstellen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
alle opleidingsonderdelen en/of componenten van de lesweken van periode 5.
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
- Inleidend hoorcollege (=leerstof)
- Wat is biologische beschikbaarheid?
- Welke factoren beïnvloeden de bio-opname?
- Is een hoge beschikbaarheid altijd gewenst?
- Biologische beschikbaarheid is ook belangrijk bij de interactie tussen voedsel en farmaceutische producten.
- Een patiëntendossier met een ongekend ziektebeeld analyseren, interpreteren en verwerken tot een uitgeschreven dieetadvies, aangepast aan de individuele behoeften van de patiënt.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- eigen nota's
- ppt's "Food-drug interaction is not a "one way-street"
- Project report European Commission: "Functional food science in Europe" (volume 1-3) Harry Robberecht (eigen bezit).
- Het algemene cgo-boek (methodiek, aanpak project)
- periodeboek 5 (handleiding project)
- studiemateriaal uit periode 4 & 5
- informatiemateriaal in de bib
- informatiemateriaal via internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
03,77
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
60
|
lesuren
|
56,60
|
studietijd buiten contacturen:
|
40
|
klokuren
|
37,74
|
Verdere toelichting:
- Inleidende voordracht: Douwina Bosscher Dr. Sc. (Orafti): "Het belang van biologische beschikbaarheid in de voedingsleer".
- Opzoek-opdrachten (twee per groep) --> de onderwerpen van deze topics worden op voorhand opgegeven. Het resultaat is een literatuurstudie.
- Praktijksessie (1/2 dag) rond twee topics: ijzerspeciatie in wijn
- groepsleren: de prjectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo-boek) onder begeleiding van een tutor.
- drie door de tutor begeleide projectgroepbijeenkomsten
- andere begeleidingsmomenten: projectgroep kan contact opnemen met de tutor of de projectteambegeleiders via e-mail.
- reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor)
- klassikale bespreking (met feedback) van de resultaten
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Alleen de schriftelijke toets kan hernomen worden (dus 40% van de punten uit eerste zittijd), de andere punten blijven behouden.
|
|
| |
|
2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Projecten periode 6 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00178 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:6 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
63 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Adam Marleen Aerts Ingrid Bruggeman Geert Van Nijlen Bart Vanherle Koen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode.
De projectopdracht in deze periode omvat twee grote delen:
- Opzetten ‘week van de gezonde voeding’ in een reële situatie (School, bejaardentehuis, …) conform de verwachtingen van de opdrachtgever (Cateraar, zelfstandige uitbater, …).
- Een nog niet in de opleiding behandeld ziektebeeld in kaart brengen (oorzaak, gevolg, symptomen, diagnose, behandeling) en toepassen binnen het kader van de opdracht voor een casus.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
- VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan reeds opgedane kennis uit vorige periodes integreren in een nieuwe situatie.
- De student kan de opgedane kennis uit deze periode integreren in een concrete bedrijfssituatie.
- De student kan een ongekend ziektebeeld opzoeken, bespreken en toepassen op een casus of situatie.
- De student kan uit een voedingsanamnese de dieetfouten halen, interpreteren en een aangepast dieetadvies uitschrijven.
- De student kan een concrete bedrijfssituatie inschatten.
- De student kan gezonde maaltijden en aanpassingen naar dieetvormen opstellen en bereiden gericht naar een bedrijfssituatie met inbegrip van voedingstechnische, voedingskundige en voedselveiligheid aspecten en met aandacht voor de doelgroep.
- De student kan menu's opstellen, aangepast aan specifieke dieeteisen en aan individuele behoeften van personen.
- De student kan een budgettechnische, organisatorische en menukundige beoordeling (haalbaarheid) geven van maaltijd(cycli).
- De student kan communiceren met verantwoordelijken in een reële bedrijfssituatie.
- De student kan vergaderen/presenteren met/aan verantwoordelijken in het bedrijfsleven.
- De student kan een commerciële aanpak (rekening houdend met GVO principes) uitwerken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
alle opleidingsonderdelen en/of componenten van de lesweken van periode 6.
|
Andere begincompetenties
|
- Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
- Basiskennis Word, Excel + zoeken op, en werken via, internet en Blackboard.
|
LEERINHOUDEN
|
- Nieuwe leerstof die niet in voorgaande modules werd gezien :
- Een ongekend ziektebeeld en bijhorend dieet
- ‘Audit’ en meeting met verantwoordelijken (ter plaatse in het bedrijf)
- Vergadertechniek
- Voorstelling van een projectresultaat op een meeting.
- Commerciële benadering in collectiviteiten
- Toe te passen geziene leerstof, ondermeer… :
- Beschrijving HACCP-aanpak
- Gevarenanalyse HACCP
- aanpassen voeding aan dieetvereisten rekening houdend met de leefwereld van de betrokkenen
- Opstellen weekmenu, MIS
- Bereiden gerecht en/of dieetmaaltijd
- Organoleptisch onderzoek
- Beschrijving/analyse van een organisatie binnen de gemeenschapsrestauratie
- Beoordeling aanbod
- Functional Food
|
STUDIEMATERIAAL
|
- het algemene cgo-boek (methodiek, aanpak project)
- periodeboek 6 (handleiding project)
- studiemateriaal uit periode 4, 5 & 6
- informatiemateriaan in de bib
- informatiemateriaal via internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
lesuren
|
03,92
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
59
|
lesuren
|
57,84
|
studietijd buiten contacturen:
|
39
|
klokuren
|
38,24
|
Verdere toelichting:
- Groepsleren: de projectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo - boek) onder begeleiding van een tutor en de projectteambegeleiders.
- Eén vaste en eventueel een bijkomende (op aanvraag) door de tutor begeleide projectgroepbijeenkomst.
- Andere begeleidingsmomenten: projectgroep dient een aantal keer contact op te nemen met de projectteambegeleiders via e-mail of discussieforum.
- De projectgroep kan bijkomend contact opnemen met de tutor via e-mail.
- Reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor) klassikale bespreking (met feedback) van de resultaten.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Evaluatiecriteria van het groepsproces (25% van de punten) zijn o.a.:
- conformiteit met afspraken omtrent het proces (zie opgave)
- verwerving van nieuwe kennis
- taakverdeling en groepswerking
- gevolgde methodiek/aanpak (APCA en andere)
- planning en bijsturing planning volgens APACA
- concrete uitvoering taken en realisatie planning
- vergader- en (intern) communicatieproces
- omgaan met feedback
Middelen:
- projectmap
- opvolging door tutor
- reflectie(-vergadering)
- procesassessment
Evaluatiecriteria van de individuele proces-bijdrage (25% van de punten) zijn o.a.
- aanwezigheid tijdens groepsbijeenkomsten
- actieve en inhoudelijk relevante inbreng
- constructieve omgang
- nakomen van afspraken
- uitvoeren van taken
- communicatieve aspecten
- omgaan met feedback
Middelen:
- 180° feedback (peerassessment en beoordeling tutor)
- individuele bijdragen aan projectmap (individuele werkplannen, portfolio, …)
- reflectie(-vergadering)
Opmerking:
- de tijdens de projectweken verworven cognitieve vaardigheden op diëtisch vlak worden bevraagd in INT6-4, algemene diëtiek
Evaluatiecriteria van het eindproduct (35% van de punten op projectmap en 15% op de afsluitende meeting) zijn o.a.:
- conformiteit met opgave
- planning, rapportering, verslaggeving, documenten, … (projectmap);
- duidelijkheid, correctheid en degelijkheid van de beschrijving van de gevraagde observaties, analyses en opzoekwerk
- inhoud van het voorstel ‘gezonde voeding’ en 'specifiek dieet' (menu, receptuur, referenties, …)
- kwaliteit van argumentatie en bewijsvoering (inclusief alle berekeningen, organoleptiek, organisatorische elementen, …)
- bruikbaarheid commerciële aanpak
- professionaliteit in communicatie met opdrachtgever
- tijdens het project;
- correctheid en representativiteit van bronnen en referenties;
- tijdens de afsluitende meeting.
Middelen:
- beoordeling voorgelegde documenten/projectmap door projectverantwoordelijken;
- beoordeling door opdrachtgever;
- relatieve waarde resultaat t.o.v. andere groepen
Afspraak: een student die één van de drie beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel de kwotering “A” (afwezig) en krijgt dus de beoordeling “A” voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 6’. Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Studenten die niet geslaadg zijn in 2VD en geen credit verworven hebben voor dit opleidingsonderdeel, leggen een schriftelijke toets af waarin alle aspecten van dit project aan bod kunnen komen.
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|