ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 
4 Educatieve benadering van personen met autismespectrumstoornissen - 4BAUJ - Opleidingsonderdelen
  
id onderdeelbenamingstudiepunten
4BAU1Oriëntatie en begrijpen12
4BAU2Begeleiding van mensen met autisme15
4BAU3Verdieping en autisme18
4BAU4Afstudeerproject15
 

4 Educatieve benadering van personen met autismespectrumstoornissen - 4BAUJ - Onderdelen - Oriëntatie en begrijpen
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 4BAU1
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 4
Periode binnen het modeltraject: :
Aantal studiepunten: 12
Wegingscoëfficient: 12
Totaal aantal contacturen: 148
Totaal studietijd: 312
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Stinkens Wim


 

KORTE OMSCHRIJVING
In OLOD 1 van de banaba autisme willen we de student die werkzaam is in het onderwijs aan kinderen met autisme, werkt als begeleider, opvoeder of ouder van personen  met autisme, een algemeen overzicht geven van de ontwikkelingen op het gebied van autismespectrumstoornissen  en de educatieve benadering ervan.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

    Algemene beroepsgerichte competenties
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                 Competentie  & deelcompetenties

        Algemene competenties

        Denken en redeneren.
          
        1. Kan het verband leggen tussen de theoretisch definities van autisme  en de educatieve benadering.

        2. De student kan het belang van differentiaaldiagnose zien.

        3. De student begrijpt de onderliggende mechanisme van uiterlijkwaarneembaar gedrag (‘ijsbergdenken’).

              

          Informatie verwerven en verwerken.   
        1. Herkent de kwalitatieve verschillen in de ontwikkeling van ASS.

        2. Herkent de cognitieve stijl (informatieverwerking) van ASS.

        3. Heeft zicht op de gevolgen van de cognitieve stijl op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op  de sociale interactie en de communicatie van personen met ASS.

        4. De student verwerft kennis rond classificatie, diagnose en differentiaaldiagnose (met inbegrip van medische en neurobiologische aspecten) en kan dit een plaats geven

          binnen zijn eigen praktijk.

        5. De student begrijpt de plaats van een handicap binnen het gezinsfunctioneren.

                         

        Reflecteren.      
        1.De student kan het ijsbergdenken hanteren als middel bij de reflectie rond eigen ontwikkeling.

         


        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
        • Beschikken over een diploma hoger onderwijs.
        • Over ervaring beschikken in het werken met mensen met een autismespectrumstoornis in een professionele of privécontext.
        • Beschikken over reflectieve vaardigheden..

        Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

        Andere begincompetenties

        LEERINHOUDEN
        •   Autisme en cognitie.

        • Classificatie, diagnose en differentiaaldiagnose van ASS.

        • Autisme en de waarnemingsproblematiek.

        • Autisme en gezin.  

        • Autisme: van theoretisch begrip naar educatieve interventie .


        STUDIEMATERIAAL
        * Syllabus
        * Transparante, powerpointmateriaal
        * Ondersteunende documenten en toelichting op Blackboard.
        * 'Autisme.Van begrijpen tot begeleiden' Theo Peeters, 1998, Hadewijch Antwerpen.
        * Portfolio

        WERKVORMEN
        Soort werkvorm uren  

        %

        hoor- en werkcolleges:

        14

         lesuren

          03,74

        practicum en oefeningen:

        120

         lesuren

          32,05

        vormen van groepsleren:

        14

         lesuren

          03,74

        studietijd buiten contacturen:

        226.4

         klokuren

          60,47

        Verdere toelichting:

        Werkcollege met vraag- en leergesprekken: de inbreng van de studenten via discussie en peerteaching is daarbij essentieel.


         Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent.

        • Instellingsbezoek.
        • Literatuurstudie.
        • Groepswerk.

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        • Portfolio
          Kwantiteit: 2/20
          Kwaliteit: 4/20
        • Kennisopdracht (integratie)
          Kwaliteit: 14/20

        tijd voor examinering
        uren
        0

        %
         
         00,00

        Tweede examenperiode
        • De punten van de portfolio uit éérste zittijd worden helemaal overgenomen.
          6/20.
        • Kennisopdracht
          Kwaliteit: 14/20.

         

         

        4 Educatieve benadering van personen met autismespectrumstoornissen - 4BAUJ - Onderdelen - Begeleiding van mensen met autisme
          

        O.O. heeft componenten: Neen
        Afstudeerrichting: -:-
        Code: 4BAU2
        Academiejaar: 2007-2008
        Type: kern
        Niveau: uitdiepend
        Programmajaar: 4
        Periode binnen het modeltraject: :
        Aantal studiepunten: 15
        Wegingscoëfficient: 15
        Totaal aantal contacturen: 282
        Totaal studietijd: 390
        Deeltijds programma:
        Examencontract: niet mogelijk
        Deliberatie: mogelijk
        Vrijstelling of overdracht: mogelijk
        Onderwijstaal: Nederlands
        Lector(en): Stinkens Wim


         

        KORTE OMSCHRIJVING
        Binnen dit opleidingsonderdeel staan we stil bij de triade van Lorna Wing. We verdiepen ons in de implicaties hiervan voor het dagelijks leven van en werken met personen met ASS.
        In dit opleidingsonderdeel maken we dmv praktijkopdrachten de verbinding met de aangeboden kennis in de les en de eigen praktijk.

        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

          Algemene beroepsgerichte competenties
            Beroepsspecifieke competenties

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
              • Denken en redeneren.


               
              1. Herkent de kwalitatieve verschillen in de ontwikkeling van ASS.

              • Informatie verwerven en verwerken.
                 
                1. De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties
                2. De student heeft zicht op de gevolgen van de cognitieve stijl op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op  de sociale interactie en de communicatie van personen met ASS.
                3. De student verwerft inzicht in de gevolgen van de cognitieve stijl op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op  de sociale interactie en de communicatie van personen met ASS.
                4. De student verkent detaildenken, de sensoriële waarneming en betekenisverlening bij ASS.

              • Reflecteren.
                 
                1. De student kan het ijsbergdenken hanteren als middel bij de reflectie rond eigen ontwikkeling.
                2. De student kan over  zijn eigen proces van ontwikkeling en groei  in het kijken naar en omgaan met autisme/ evolutie binnen zijn werkcontext, reflecteren.
                3. De student kan kritisch reflecteren en getuigen van inzicht in een probleemstelling.

               

              • Wetenschappelijke toepassing

              1. De student kan de resultaten van formeel en informeel onderzoek interpreteren.
              2. De student kan een N=1 onderzoek uitvoeren.
              3. De student kan een informeel onderzoek opzetten, uitvoeren en evalueren.
              4. De student brengt informatie uit verschillende bronnen samen en kadert informatie binnen een grotere context.

              • Projectmatig en methodisch handelen

              1. De student kan een informeel onderzoek opzetten, uitvoeren en evalueren.
              2. De student kan omschrijven waarom onderzoek belangrijk is en heeft weet van de onderzoeksinstrumenten.
              3. De student kan een taakanalyse maken op het  vlak van sociale vaardigheden.
              4. De student kan een aangepaste activiteit analyseren.

              • Communicatievaardigheden

              1. De student kan de eigen vorm van communicatie afstemmen op de communicatie van personen met ASS

              • Persoonlijke en professionele ontwikkeling

              1. De student verbreedt en verdiept de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsbevordering.
              2. De student vaardigheden ontwikkelen om in de praktijk te werken met mensen met ASS
              3. De student ontwikkelt een begeleidingshouding  waarin de persoon met autisme niet samenvalt met zijn handicap en waar tegelijk aandacht is voor de pervasieve aspecten van autisme..

              • Internationale gerichtheid.

              1. De student kan anderstalige , buitenlandse literatuur hanteren.

              • Algemene competenties.
              • Teamgericht werken

              1. De student kan samenwerken in een multidisciplinair team.
              2. De student neemt verantwoordelijkheid op in het leerteam.
              3. De student kan samenwerken op een coöperatieve manier in de groep en in de ruime context van een organisatie.
              4. De student kan het specifieke van ASS vertalen op een gepaste wijze in een team.

              • Oplossingsgericht werken.

              1. De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties.

              • Maatschappelijke verantwoordelijkheid.

              1. De student kan vanuit een ondersteuningsdenken zijn handelen sturen.

              • Beroepsspecifieke competenties.

              Handelingsplanner

              1. De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties. 
              De student kan op deze terreinen informeel onderzoek uitvoeren en op basis hiervan leerdoelen formuleren en uitwerken.
              2. De student kan vanuit resultaten van onderzoek een individueel HP opstellen.
              3. De student kan probleemgedrag een plaats geven binnen de diagnose.

              4. De student kan het ‘ijsbergdenken’ toepasen personen met ASS.
              5. De student kan objectief rapporteren.
              6. De student herkent de cognitieve stijl (informatieverwerking) van ASS.
              7. De student kan een handelingsplan uitwerken en aanpassen aan de noden van personen met autisme.

              Ondersteuner van processen mbt wonen, werken,leren, vrije tijd.

              1. De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties. 
              De student kan op deze terreinen informeel onderzoek uitvoeren en op basis hiervan leerdoelen formuleren en uitwerken.
              2. De student kan een georganiseerde leer- een leefomgeving (of werkomgeving) ontwikkelen voor de persoon met ASS.
              3. De student is in staat om functionele leerdoelen te ontwikkelen voor de persoon met autisme.

              • (Ped)agogische begeleider.

              1. De student is in staat om de persoon met autisme voldoende basisveiligheid te bieden zodat deze laatste maximale ontwikkelingskansen krijgt.
              2. De student kan de gevolgen van de cognitieve stijl op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op  de sociale interactie en de communicatie van personen met ASS hanteren.
              3. De student kan leerdoelen formuleren en uitwerken.
              4. De student kan een taakanalyse maken op het  vlak van sociale vaardigheden.
              5. De student kan een georganiseerde leer- een leefomgeving (of werkomgeving) ontwikkelen voor de persoon met ASS
               6. De student is in staat om de persoon met autisme voldoende basisveiligheid te bieden zodat deze laatste maximale ontwikkelingskansen krijgt an vanuit een ondersteuningsdenken zijn handelen sturen.
              7. De student ontwikkelt een begeleidingshouding  waarin de persoon met autisme niet samenvalt met zijn handicap en waar tegelijk aandacht is voor de pervasieve aspecten van autisme.

               


              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
              • Beschikken over een diploma hoger onderwijs.
              • De kandidaten dienen over voldoende praktijkervaring te beschikken zodat de praktijkopdrachten kunnen uitgevoerd worden op een juist level en zodat zij kunnen functioneren in een leerteam..
              • Beschikken over reflectieve vaardigheden..
                .

              Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
              1. Orientatie en begrijpen.
              Andere begincompetenties

              LEERINHOUDEN
              • Autisme: de aanpassing aan de omgeving.
              • Autisme: onderzoek en individueel handelingsplan.
              • Autisme en communicatie.
              • Autisme en maatschappelijke redzaamheid.
              • Autisme en vrije tijd.
              • Autisme en sociale vaardigheden.

              STUDIEMATERIAAL
              • Syllabus.
              • Transparante, powerpointmateriaal.
              • Ondersteunende documenten en toelichting op Blackboard.
              • 'Autisme.Van begrijpen tot begeleiden' Theo Peeters, 1998, Hadewijch Antwerpen.
              • Portfolio.

              WERKVORMEN
              Soort werkvorm uren  

              %

              hoor- en werkcolleges:

              76

               lesuren

                16,24

              practicum en oefeningen:

              180

               lesuren

                38,46

              vormen van groepsleren:

              18

               lesuren

                03,85

              studietijd buiten contacturen:

              186

               klokuren

                39,74

              Verdere toelichting:
              • Werkcollege met vraag- en leergesprekken: de inbreng van de studenten via discussie en peerteaching is daarbij essentieel.
              • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent.
              • Praktijkopdrachten.
              • Implementatie (feedback praktijkopdrachten).
              • Leerteam (collegiale consultatie).
              • Instellingsbezoek.
              • Literatuurstudie.
              • Groepswerk.

              EVALUATIE

              Eerste examenperiode
              • Portfolio
                Kwantiteit: 2/20
                Kwaliteit: 4/20
              • Kennisopdracht (integratie)
                Kwaliteit: 14/20

              tijd voor examinering
              uren
              8

              %
               
               01,71

              Tweede examenperiode
              • De punten van de portfolio uit éérste zittijd worden helemaal overgenomen.
                6/20.
              • Kennisopdracht
                Kwaliteit: 14/20.

               

               

              4 Educatieve benadering van personen met autismespectrumstoornissen - 4BAUJ - Onderdelen - Verdieping en autisme
                

              O.O. heeft componenten: Neen
              Afstudeerrichting: -:-
              Code: 4BAU3
              Academiejaar: 2007-2008
              Type: kern
              Niveau: uitdiepend
              Programmajaar: 4
              Periode binnen het modeltraject: :
              Aantal studiepunten: 18
              Wegingscoëfficient: 18
              Totaal aantal contacturen: 190
              Totaal studietijd: 468
              Deeltijds programma:
              Examencontract: niet mogelijk
              Deliberatie: mogelijk
              Vrijstelling of overdracht: mogelijk
              Onderwijstaal: Nederlands
              Lector(en): Stinkens Wim


               

              KORTE OMSCHRIJVING

              In OLOD 3 van deze banaba autisme willen we de student die werkzaam is in het onderwijs aan kinderen met autisme, werkt als begeleider, opvoeder of ouder van personen  met autisme, voorbereiden op de competenties zoals ze hierna zijn aangegeven in het perspectief van probleemgedrag, de thuiscontext en volwassenheid.


              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

                Algemene beroepsgerichte competenties
                  Beroepsspecifieke competenties

                    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                    Generieke competenties.      

                     

                    Denken en redeneren.

                    1.Herkent de kwalitatieve verschillen in de ontwikkeling van ASS.
                        

                    Informatie verwerven en verwerken.

                    1. Heeft kennis van mensen met autisme en een zeer jonge ontwikkelingsleeftijd.

                    2. Heeft kennis van mensen met autisme en een normale begaafdheid.

                     

                    Reflecteren.

                    1.De student kan het ijsbergdenken hanteren als middel bij de reflectie rond eigen ontwikkeling.

                    2.De student kan over  zijn eigen proces van ontwikkeling en groei  in het kijken naar en omgaan met autisme/ evolutie binnen zijn werkcontext, reflecteren.

                    3.De student kan kritisch reflecteren en getuigen van inzicht in een probleemstelling.

                     

                    Wetenschappelijke toepassing

                        1.Brengt informatie uit verschillende bronnen samen en kadert informatie binnen een grotere context.

                     

                     

                    Communicatievaardigheden

                      1.De student kan de eigen vorm van communicatie afstemmen op de communicatie van personen met ASS

                     

                    Persoonlijke en professionele ontwikkeling

                      1.Verbreedt en verdiept de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsbevordering.

                    2.Vaardigheden ontwikkelen om in de praktijk te werken met mensen met ASS

                    3.Een kritische houding kunnen aannemen ten opzichte van andere benaderingen van autisme.

                     

                    Internationale gerichtheid.

                      1. Kan anderstalige , buitenlandse literatuur hanteren.

                     

                    Algemene competenties.

                     

                    Teamgericht werken

                      1.Kan samenwerken in een multidisciplinair team.

                    2.Neemt verantwoordelijkheid op in het leerteam.

                    3.Kan samenwerken op een coöperatieve manier in de groep en in de ruime context van een organisatie.

                    4.Kan het specifieke van ASS vertalen op een gepaste wijze in een team.

                     

                    Oplossingsgericht werken.

                      1.De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties.

                     

                    Maatschappelijke verantwoordelijkheid.

                      1. De student kan vanuit een ondersteuningsdenken zijn handelen sturen.

                     

                     

                    Beroepsspecifieke competenties.

                     

                    Handelingsplanner  

                    1. Kan werken met mensen met autisme en een zeer jonge ontwikkelingsleeftijd.

                    2. Kan werken met mensen met autisme en een normale begaafdheid.

                    3. De student kan probleemgedrag een plaats geven binnen de diagnose.    

                    4. De student kan het ‘ijsbergdenken’ toepasen personen met ASS.  

                    5. De student kan objectief rapporteren.

                    6. Herkent de cognitieve stijl (informatieverwerking) van ASS.

                    7. De student kan een handelingsplan uitwerken en aanpassen aan de noden van personen met autisme.

                      

                       

                    Ondersteuner van processen mbt wonen, werken,leren, vrije tijd.

                    1.De student ziet het belang in van samenwerking met ouders (netwerk) en heeft inzicht hoe dit te realiseren.

                    2.De student is in staat om functionele leerdoelen te ontwikkelen voor de persoon met autisme.

                     

                     

                    (Ped)agogische begeleider.

                    1.De student is in staat om de persoon met autisme voldoende basisveiligheid te bieden zodat deze laatste maximale ontwikkelingskansen krijgt  

                    2.Kan leerdoelen formuleren en uitwerken.   

                    3.De student kan een taakanalyse maken op het  vlak van sociale vaardigheden.

                    4.De student kan een georganiseerde leer- een leefomgeving (of werkomgeving) ontwikkelen voor de persoon met ASS   

                    5.Is in staat om de persoon met autisme voldoende basisveiligheid te bieden zodat deze laatste maximale ontwikkelingskansen krijgt an vanuit een ondersteuningsdenken zijn handelen sturen.    

                    6.Ontwikkelt een begeleidingshouding  waarin de persoon met autisme niet samenvalt met zijn handicap en waar tegelijk aandacht is voor de pervasieve aspecten van autisme.

                    7.  Autisme kunnen kaderen in het autisme, kunnen analyseren en ideeën ter preventie en begeleiding kunnen uitwerken.

                     

                            


                    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
                  • Beschikken over een diploma hoger onderwijs.
                  • De kandidaten dienen over voldoende praktijkervaring te beschikken zodat de praktijkopdrachten
                        kunnen uitgevoerd worden op een juist level en zodat zij kunnen functioneren in een leerteam..
                  • Beschikken over reflectieve vaardigheden..

                  • Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

                    Volgende opleidingsonderdelen dienen vooraf gevolgd te worden:

                    1. Oriëntatie en begrijpen
                    2. Begeleiding van mensen met autismespectrumstoornissen

                    Andere begincompetenties

                    LEERINHOUDEN
                    • Autisme en probleemgedrag
                    • Begeleiding van ouders en thuisbegeleiding   
                    • Autisme en volwassenen
                    • Teacch en andere benaderingen

                    STUDIEMATERIAAL
                    • Syllabus.
                    • Transparante, powerpointmateriaal.
                    • Ondersteunende documenten en toelichting op Blackboard.
                    • 'Autisme.Van begrijpen tot begeleiden' Theo Peeters, 1998, Hadewijch Antwerpen.
                    • Portfolio.

                    WERKVORMEN
                    Soort werkvorm uren  

                    %

                    hoor- en werkcolleges:

                    48

                     lesuren

                      08,42

                    practicum en oefeningen:

                    120

                     lesuren

                      21,05

                    vormen van groepsleren:

                    14

                     lesuren

                      02,46

                    studietijd buiten contacturen:

                    380

                     klokuren

                      66,67

                    Verdere toelichting:
                    • Werkcollege met vraag- en leergesprekken: de inbreng van de studenten via discussie en peerteaching is daarbij essentieel.
                    • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent.
                    • Praktijkopdrachten.
                    • Implementatie (feedback praktijkopdrachten).
                    • Leerteam (collegiale consultatie).
                    • Instellingsbezoek.
                    • Literatuurstudie.
                    • Groepswerk.

                    EVALUATIE

                    Eerste examenperiode
                    • Portfolio
                      Kwantiteit: 2/20
                      Kwaliteit: 4/20
                    • Kennisopdracht (integratie)
                      Kwaliteit: 14/20

                    tijd voor examinering
                    uren
                    8

                    %
                     
                     01,40

                    Tweede examenperiode
                    • De punten van de portfolio uit éérste zittijd worden helemaal overgenomen.
                      6/20.
                    • Kennisopdracht
                      Kwaliteit: 14/20.

                     

                     

                    4 Educatieve benadering van personen met autismespectrumstoornissen - 4BAUJ - Onderdelen - Afstudeerproject
                      

                    O.O. heeft componenten: Neen
                    Afstudeerrichting: -:-
                    Code: 4BAU4
                    Academiejaar: 2007-2008
                    Type: kern
                    Niveau: gespecialiseerd
                    Programmajaar: 4
                    Periode binnen het modeltraject: :
                    Aantal studiepunten: 15
                    Wegingscoëfficient: 15
                    Totaal aantal contacturen: 23
                    Totaal studietijd: 390
                    Deeltijds programma:
                    Examencontract: niet mogelijk
                    Deliberatie: mogelijk
                    Vrijstelling of overdracht: mogelijk
                    Onderwijstaal: Nederlands
                    Lector(en): Stinkens Wim


                     

                    KORTE OMSCHRIJVING

                    Het afstudeerproject dient het bewijs te leveren dat de afstuderende in staat is een vraagstelling op het terrein van autisme duidelijk te formuleren en gebruikmakend van de voor de student beschikbare literatuur en/of onderzoeksmethoden er een antwoord op te vinden. Het afstudeerproject dient tevens aan te tonen dat de verworven leerinhouden en het voor dit project verwerkte materiaal in de praktijk geïmplementeerd kunnen worden.   
                    Hiernaast geeft de student dmv een reflectieverslag weer welk de betekenis voor de opleiding is voor zijn persoonlijke ontwikkeling/leerproces en dit van de context waarin zijn praktijk zich situeert. 


                    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                    Algemene competenties

                      Algemene beroepsgerichte competenties
                        Beroepsspecifieke competenties

                          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                          •   Generieke

                                      Denken en redeneren

                            1. Kan het verband leggen tussen de theoretisch definities van autisme en de educatieve benadering.
                              De student kan het belang van differentiaaldiagnose zien.
                            2. De student begrijpt de onderliggende mechanisme van uiterlijk waarneembaar gedrag (ijsbergdenken)
                            3. Herkent de kwalitatieve verschillen in de ontwikkeling van ASS.

                             

                            Informatie verwerven en verwerken

                            1. De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties
                            2. Heeft zicht op de gevolgen van de cognitieve stijl op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op  de sociale interactie en de communicatie van personen met ASS.
                            3. Verwerft inzicht in de gevolgen van de cognitieve stijl op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op  de sociale interactie en de communicatie van personen met ASS.
                            4. Verkent detaildenken, de sensoriële waarneming en betekenisverlening bij ASS.
                            5. De student heeft inzicht in alternatieve benaderingen en kan hier een kritische houding tgo ontwikkelen.

                             

                            Reflecteren

                            1. De student kan het ijsbergdenken hanteren als middel bij de reflectie rond eigen ontwikkeling.
                            2. De student kan over  zijn eigen proces van ontwikkeling en groei  in het kijken naar en omgaan met autisme/ evolutie binnen zijn werkcontext, reflecteren.
                            3. De student kan kritisch reflecteren en getuigen van inzicht in een probleemstelling.

                             

                            Wetenschappelijke toepassing

                            1. Kan een N=1 onderzoek uitvoeren.
                            2. Kan een informeel onderzoek opzetten, uitvoeren en evalueren.
                            3. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen en kadert informatie binnen een grotere context.

                             

                            Projectmatig en methodisch handelen

                            1. Kan een informeel onderzoek opzetten, uitvoeren en evalueren.
                            2. De student kan een taakanalyse maken op het  vlak van sociale vaardigheden.

                            Communicatievaardigheden

                            1. De student beschikt over de nodige gespreksvaardigheden.
                            2. De studenten kan zich mondeling en schriftelijk uit drukken.
                            3. De student kan gevat antwoorden op vragen naar inhoud, persoonlijke verwerking, houding, beroepsvaardigheid en theoretische omkadering.
                               

                            Persoonlijke en professionele ontwikkeling

                             

                            1. Verbreedt en verdiept de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsbevordering.
                            2. Vaardigheden ontwikkelen om in de praktijk te werken met mensen met ASS.
                            3. De student ontwikkelt een begeleidingshouding waarin de persoon met autisme niet samenvalt met zijn handicap en waar tegelijk aandacht is voor de pervasieve aspecten van autisme.

                             

                           

                             

                             

                             

                             

                             

                            Algemene beroepsgerichte competenties 

                             

                              Oplossingsgericht werken

                             

                            1.       De student kan in het kader van probleemgedrag via reflectie alternatieven ontwikkelen wat preventie en begeleiding betreft.

                            2.      De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties.

                             

                            Maatschappelijke verantwoordelijkheid

                             

                            1.       De student kan vanuit een ondersteuningsdenken zijn handelen sturen.

                            2.       De student heeft inzicht in specifieke vragen die zich stellen bij autisme en jonge ontwikkelingsleeftijd, autisme en normale begaafdheid.

                             

                             

                            Beroepsspecifieke competenties

                             

                            Handelingsplanner

                             

                            1.       De student heeft inzicht in alternatieve benaderingen en kan hier een kritische houding tgo ontwikkelen.

                             

                            2.       De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties.
                            Hij kan op deze terreinen informeel onderzoek uitvoeren en op basis hiervan leerdoelen formuleren en uitwerken.

                            3.       Kan vanuit resultaten van onderzoek een individueel HP opstellen.

                            4.       De student kan probleemgedrag een plaats geven binnen de diagnose.

                            5.       De student kan het ‘ijsbergdenken’ toepasen personen met ASS.

                            6.       De student heeft inzicht in specifieke vragen die zich stellen bij autisme en jonge ontwikkelingsleeftijd, autisme en normale begaafdheid.

                            7.       De student kan objectief rapporteren.

                            8.       Herkent de cognitieve stijl (informatieverwerking) van ASS.

                            9.       De student kan een handelingsplan uitwerken en aanpassen aan de noden van personen met autisme.

                             

                            Ondersteuner van processen mbt wonen, leven, werken en vrije tijd.

                             

                            1.       De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties.
                            Hij kan op deze terreinen informeel onderzoek uitvoeren en op basis hiervan leerdoelen formuleren en uitwerken.

                            2.       De student begrijpt de plaats van een handicap binnen het gezinsfunctioneren.

                            3.       De student kan een georganiseerde leer- een leefomgeving (of werkomgeving) ontwikkelen voor de persoon met ASS.

                            4.       De student is in staat om functionele leerdoelen te ontwikkelen voor de persoon met autisme.

                             

                             

                            Ondersteuner van netwerken

                             

                            1. De student heeft inzicht in het proces van samenwerken met ouders en kent agogische middelen om dit te realiseren.
                            2. De student kan samenwerken met ouders en het netwerk van de persoon met ASS.

                             

                             

                            (ped)agogisch begeleider

                             

                            1.       De student is in staat om de persoon met autisme voldoende basisveiligheid te bieden zodat

                                  deze laatste maximale ontwikkelingskansen krijgt.

                            2.   Kan leerdoelen formuleren en uitwerken.

                            3.   De student kan een taakanalyse maken op het vlak van sociale vaardigheden.

                            4.   De student kan een georganiseerde leef en leeromgeving ontwikkelen.






                           

                           


                          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                          Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
                          • Beschikken over een diploma hoger onderwijs.
                          • De kandidaten dienen over voldoende praktijkervaring te beschikken zodat de praktijkopdrachten
                            kunnen uitgevoerd worden op een juist level en zodat zij kunnen functioneren in een leerteam.. 
                          • Beschikken over reflectieve vaardigheden..

                          Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

                          Volgende opleidingsonderdelen moeten vooraf gevolgd zijn:

                          1. Oriëntatie en begrijpen
                          2. Begeleiding van mensen met autismespectrumstoornissen.
                          3. Verdieping en autismespectrumstoornissen

                          Andere begincompetenties

                          LEERINHOUDEN
                          • Alle leerinhouden die in de andere drie opleidingsonderdelen aan bod komen.
                          • Zelf toe te voegen leerinhouden in het kader van de keuze van het onderwerp.

                          STUDIEMATERIAAL
                          • Al de leerstof die in deze opleiding werd aangereikt. (syllabus, powerpoint-presentaties, copies, vakliteratuur, portfolio, ...).
                          • Specifieke literatuur in het kader van de probleemstelling die zal uitgewerkt worden.

                          WERKVORMEN
                          Soort werkvorm uren  

                          %

                          hoor- en werkcolleges:

                          15

                           lesuren

                            03,26

                          practicum en oefeningen:

                          0

                           lesuren

                            00,00

                          vormen van groepsleren:

                          0

                           lesuren

                            00,00

                          studietijd buiten contacturen:

                          437

                           klokuren

                            95,00

                          Verdere toelichting:
                          Dit opleidingsonderdeel bestaat voornamelijk uit zelfstandig werk. Binnen de implementatie-momenten zal er stilgestaan worden bij de voortgang van de praktijkopdrachten.

                          EVALUATIE

                          Eerste examenperiode
                          • Inhoud:
                            Afstudeerprojectlezer: 60/200
                            Extern deskundige I : 40/200
                            Extern deskundige II: 40/200
                          • Presentatie:
                            Extern deskundige I: 20/200
                            Extern deskundige II: 20/200
                          • Reflectie:
                            Leerteambegeleider: 20/200

                          tijd voor examinering
                          uren
                          8

                          %
                           
                           01,74

                          Tweede examenperiode
                          • De punten van reflectie (leerteambegeleider) worden overgedragen van éérste naar tweede examenperiode.
                          • Op basis van de aanwijzigingen gegeven door de beoordelaars zullen de andere delen van het afstudeerproject herwerkt worden.
                          • De beoordeling hiervan zal op een gelijkaardige manier gebeuren als in de éérste examenperiode.