1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bronnenstudie/1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10174 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:1 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
30 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Lecoutre Rudi
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Definitie van recht. Recht t.o.v. de historische, filosofische en sociologische achtergrond. De diverse kenbronnen van recht. Kennismaking met de bibliotheken en de daarin aanwezige databanken. Inleiding tot de heuristiek. Toelichting bij de praktische opdracht, zijnde de ontleding van een cassatiearrest.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
- JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
- JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
1. WETGEVING 1.1 Algemeeen 1.2 De kenbronnen van het wettenrecht 1.2.1.Officiële kenbronnen 1.2.2.Niet officiële kenbronnen 1.3.Opzoekingsmethode 1.3.1.Juiste datum is gekend 1.3.2.Juiste datum is niet gekend 1.3.2.1.Maar jaar wel 1.3.2.2.maar jaar wel ongeveer 1.3.2.3.helemaal niets gekend 1.4.De voorbereidende werken 1.5.Verwijzingen 1.5.1.Afkortingen 1.5.2.Citeerwijzen 2.RECHTSPRAAK 2.1.Rechtelijke organisatie 2.1.1.Algemene bepalingen 2.1.2.Het Vredegerecht 2.1.3.De Politierechtbank 2.1.4.De Rechtbank van Eerste Aanleg 2.1.5.De Rechtbank van Koophandel 2.1.6.De Arbeidsrechtbank 2.1.7.De Arrondissementsrechtbank 2.1.8.Het Hof van Beroep 2.1.9.Het Arbeidshof 2.1.10.Het Hof van Assisen 2.1.11.Het Hof van Cassatie 2.2.Verwijzingswerken 2.3.Vindplaatsen 2.4.Verwijzingen 3.RECHTSLEER 3.1.Algemeen 3.2.Verwijzingswerken 3.3.Vindplaatsen 3.3.1.Encyclopedieën 3.3.2.Handboeken 3.3.3.Monografieën 3.3.4.Bijdragen in tijdschriften 3.4.Verwijzingen 4.DE OVERIGE RECHTSBRONNEN 5.ONTLEDING VAN RECHTSPRAAK: CASSATIEARRESTEN 4.1.Schema4.2.Bespreking van een arrest
|
STUDIEMATERIAAL
|
- BOUCKAERT, B. en DE MOOR, B., Handleiding juridisch schrijven, 2000, Antwerpen, Maklu, 133 p.
- DIRIX, E., TILLEMAN, B., VAN ORSHOVEN, P. (eds.), Juridsch verklarend woordenboek, Antwerpen, Intersentia, 2001, 400 p.
- INTERUNIVERSITAIRE COMMMISSIE JURIDISCHE VERWIJZINGEN EN AFKORTINGEN, Juridische verwijzingen en afkortingen, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1997, 203 p.
- VRG-codex 2007-2008, Larcier.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
lesuren
|
18,52
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
07,41
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
78
|
klokuren
|
72,22
|
Verdere toelichting:
- De studenten krijgen (opgenomen in de cursus) een opgave waarbij zij aan de hand van een een opgegeven trefwoord een cassatiearrest dienen op te zoeken, te bespreken en te plaatsen in zijn context met verwerking van de rechtspraak en de rechtsleer desbetreffend.
- De paper dient ingeleverd te worden ten laatste tijdens de laatste lesweek van de module bij aanvang van de cursus aan de lector. Laattijdig ingediende opgaven krijgen een nul als beoordeling.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Enerzijds worden de studenten beoordeeld op basis van de opgave die zij dienen te maken. De opgave staat op tien punten. De opgaven worden verdeeld aan de hand vanhet nummer van de student op de kaslijst zoals die in de eerste les wordt bekendgemaakt en zal steeds via blackboard ter inzage zijn. Anderzijds is er een ecamen over twee uur betreffende het theoretisch gedeelte. Dit onderdeel staat op tien punten. Op het examen mag gebruik gemaakt worden van het wetboek, het Verklarend Juridisch Woordenboek en het grijze boekje aangaande de verwijzingen en de afkortingen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Voor tweede zittijd dienen de studenten een opgave te maken overeenkomstig de opgave in eerste zittijd. De opgaven worden via blackboard bekendgemaakt onmiddellijk na de proclamatie en kunnen tevens afgehaald worden op het studentensecretariaat. Tevens is er een examen over twee uur betreffende het theoretisch gedeelte. Dit onderdeel staat op 10 punten. Op het examen mag gebruik gemaakt worden van het wetboek, het Verklarend Juridisch Woordenboek en het grijze boekje aangaande de verwijzingen en afkortingen.
|
|
| |
|