ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Bedrijfsmanagement - 1RP - Onderdelen - Bedrijfscommunicatie/4
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 1RT13
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: M:4
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Verstraeten Bart


 

KORTE OMSCHRIJVING
De student(e) leert in een zakelijke context effectief en efficiënt communiceren. De nadruk ligt op vergaderingen.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
  • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers, hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
  • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant
  • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijk karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten
  • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Zakelijke teksten treffend mondeling en schriftelijk samenvatten.
  • Schrijfstijl optimaliseren door ambtelijk taalgebruik te vermijden.
  • Gericht zijn op correct taalgebruik en daarvoor zonodig externe hulpbronnen inschakelen.
  • Luistergedrag optimaliseren en doeltreffend aantekeningen maken.
  • Beknopte vergaderverslagen opstellen.
  • Probleemoplossende vergaderingen houden.
  • Constructief omgaan met conflicten.
  • De basisvaardigheden van het onderhandelen beheersen.
  • De Nederlandse spellingregels toepassen.
  • Algemene woordenschat uitbreiden.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

geen


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Bedrijfscommunicatie module 3


Andere begincompetenties
geen
LEERINHOUDEN
  • Samenvattingen
  • Ambtelijke stijl: omhaal van woorden, passieve zinnen, tang- en naamwoordconstructies
  • Luisteren en aantekeningen maken
  • Soorten vergaderverslagen
  • Vergaderen
  • Conflicthantering & onderhandelen
  • Correcte spelling
  • Algemene woordenschat

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus Bedrijfscommunicatie module 4 (theorie mondelinge en schriftelijke communicatie; oefeningen)
  •  Renkema, J. (2005). Schrijfwijzer Compact. Den Haag: Sdu Uitgevers. (theorie stijl en spelling)
  • Videomateriaal over Vergaderverslagen, Vergaderen & Onderhandelen
  • Internet: spellingoefeningen
  • Blackboard: woordenschat, uitwerkingen van sommige oefeningen

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

15

 lesuren

  16,13

practicum en oefeningen:

8

 lesuren

  08,60

vormen van groepsleren:

5

 lesuren

  05,38

studietijd buiten contacturen:

63

 klokuren

  67,74

Verdere toelichting:
  • Hoor- en werkcolleges met leergesprekken
  • Oefeningensessies: individueel en in groep (telkens met coaching)

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Schriftelijke communicatieopdracht in groepsverband via peer-assessment (4 ptn.)
Criteria:
1. inhoud en structuur
2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
3. lay-out

Vergadering/onderhandeling en feedback (4 ptn.)
Criteria:
1. effectiviteit
2. taalgebruik
3. overtuigingskracht
respectievelijk
1. relevantie
2. toonzetting
3. taalgebruik

Schriftelijk examen (12 ptn.)
Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
Criteria:
1. (geïntegreerde) kennis
2. efficiënt en correct taalgebruik
3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau


tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,15

Tweede examenperiode

Schriftelijk examen (20 ptn.)
Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
Criteria:
1. (geïntegreerde) kennis
2. efficiënt en correct taalgebruik
3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau