|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus beoogt een brede basiskennis boekhouden bij te brengen. Daarbij zijn vooral inzicht en redeneervermogen belangrijk.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Het boekhoudsysteem begrijpen.
- Kunnen werken met een rekeningstelsel en grondig de handelsdocumenten begrijpen die bedrijven en financiële instellingen gebruiken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
- deel 1: het systeem van het dubbel boekhouden (module 2)
- deel 2: aan- en verkoopscyclus met uitgaven en inkomstenstroom (module 3)
- deel 3: de personeelskosten en hun uitgavenstroom (module 3)
- deel 4: enkele analytische ratio's kunnen berekenen en interpreteren (module 3)
|
STUDIEMATERIAAL
|
een handboek: Boekhouden voor het beleid, Christine van Liedekerke, Guy Walraevens, Els Koolen en Luk van Haute. Uitgeverij: De Boek, jaar 2007
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
14
|
lesuren
|
15,05
|
practicum en oefeningen:
|
14
|
lesuren
|
15,05
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
65
|
klokuren
|
69,89
|
Verdere toelichting:
Naast de hoorcolleges is er practicum met individuele feedback van de lector.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Een schriftelijk examen op 20 punten met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen : dit wil zeggen omvat zowel oefeningen, open theorievragen als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuzevragen geldt 1 punt per correct antwoord.
|