2 Bedrijfsmanagement - 2RP - Onderdelen - Handels- & economisch recht/8 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
2JM31 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:8 |
Aantal studiepunten: |
6 |
Wegingscoëfficient: |
6 |
Totaal aantal contacturen: |
44 |
Totaal studietijd: |
156 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Waumans Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Waaom wijkt handelsrecht af van het basis recht ? Wat is de verhouding tussen handelsrecht en burgrlijk recht ? Heeft de 'handelaar' een uitzonderlijke hoedanigheid ?
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
- JM104 Creativiteit
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
- JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
- JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
- JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
- JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
- JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
- JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
- JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
- JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
- JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
- JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
- JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
- JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
- JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
- JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
- JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
- JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
- JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Volg Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het burgerlijk en handelsrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak
- Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het handelsrecht
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
- Teksten kunnen analyseren en samenvatten.
- Grondige kennis van het burgerlijk recht en de bronnenstudie.
|
LEERINHOUDEN
|
- Wie is een handelaar ?
- Daden van koophandel
- Bewijs in handelszaken
- Handelstussenpersonen
- Vereffening van een handelszaak
- Vennootschappen
- Intellectuele rechten
|
STUDIEMATERIAAL
|
Handelsrecht in hoofdlijnen, Dierickx en Ballon, Intersentia, 2006
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
21
|
lesuren
|
47,73
|
practicum en oefeningen:
|
21
|
lesuren
|
47,73
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
0
|
klokuren
|
00,00
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met vraag en leergesprekken, ca. 14 uur de inbreng van de student via discussie is daarbij essentieel.
- Practica: 14 uur
- Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten kennis, toepassingvragen en cases via de hoorcolleges
- Week 22 hoorcolleges, vervangen door monitoring: voorbereiding vragenreeks en cases uitgedeeld tijdens de hoorcolleges .
- Week 23,geen hoorcolleges, afgeven van de oplosssingen uit de vragenreeks en cases op vrijdag om 12.00 plaatst wordt afgesproken tijdens dehoorcolleges.
- Verplichte aanwezigheid tijdens de hoorcollegesen monitoring
- Verboden te eten of drinken tijdens de les
- geen electronische versie van oplossingen vor de cases toegestaan. Enkel schriftelijk op A4 formaat, getypt.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Schriftelijk examen van 4 vragen op 5 punten: 20 punten in het totaal
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Schriftelijk examen van 4 vragen op 5 punten: 20 punten in het totaal
|
|
| |
|