3 Bedrijfsmanagement - 3RPIN - Onderdelen - Stage en bedrijfsstage/11 & 12 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3JMIN |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:11 |
Aantal studiepunten: |
30 |
Wegingscoëfficient: |
30 |
Totaal aantal contacturen: |
553 |
Totaal studietijd: |
780 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Bogman Dominique De Vroey Sophie
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De eerste fase van het stagegebeuren betreft de zoektocht naar een stageplaats. De tweede fase betreft het lopen van een stage binnen een vastgestelde periode van 15 weken om de verworven kennis en vaardigheden te toetsen aan de praktijk, evenals het maken en presenteren van een bedrijfsproject. Er wordt hiervoor specifiek verwezen naar de algemene richtlijnen stages en bedrijfsproject.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
- JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
- JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven,?)
- JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren ?ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
- JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
- JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
- JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
- JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
- JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
- JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
- JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijk karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten
- JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
- JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
- JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Kennis maken met een terrein van het juridisch werkveld.
- Een beeld vormen van het beroepsleven.
- De opgedane kennis omzetten en aanvullen in de praktijk.
- Succesvol solliciteren.
- De attitudes conform het opleidingsprofiel verwerven.
- De beroepsspecifieke vaardigheden conform het opleidingsprofiel verwerven.
- Een bedrijfsproject uitwerken in de juridische sfeer.
- De uitgevoerde taken verwoorden in een portfolio.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De volgtijdelijkheid voor dit opleidingsonderdeel bepaalt dat de student geslaagd moet zijn voor het 1ste en 2de jaar en module 9 en 10 binnen het gekozen leertraject moet gevolgd hebben.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
Een doorgedreven kennis van het recht gerelateerd aan de sector van tewerkstelling.
Het vermogen van communiceren.
Het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken.
|
LEERINHOUDEN
|
Kennis van het recht en ICT-gebruik.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Bundel "Richtlijnen stages en bedrijfsproject"
- Bundel "Aanvullende richtlijnen bij de keuze en de vastlegging van een stageplaats"
- Bundel "Aanvullende richtlijnen mbt de portfolio"
- Lijst met mogelijke stageplaatsen via Blackboard
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
lesuren
|
00,90
|
practicum en oefeningen:
|
540
|
lesuren
|
69,50
|
vormen van groepsleren:
|
6
|
lesuren
|
00,77
|
studietijd buiten contacturen:
|
224
|
klokuren
|
28,83
|
Verdere toelichting:
- Voorbereiding en informatieverstrekking via stagelessen.
- Studenten solliciteren zelf naar een stageplaats die aansluit bij hun leertraject. Indien de student er niet in slaagt om binnen de vooropgestelde termijn zelfstandig een stageplaats te vinden, wordt de procedure "niet vinden van een stageplaats" opgestart.
- De volledige duur van de stage (15 weken) gaat door op dezelfde stageplaats.
- Begeleiding van de school via een vaste stagebegeleider.
- E-moderating via Blackboard en permanenties op school.
- Op de stageplaats heeft de student een vaste stagementor.
- De student werkt onder begeleiding van de stagementor een eindproject uit.
- Samenstelling van een portfolio en verslaggeving.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Zie bundels Richtlijnen.
- Studenten moeten via sollicitatie zelf tijdig een stageplaats vinden en administratief afwikkelen met goedkeuring van het stageteam.
- Het assessment gebeurt door de stagementor en de stagebegeleider in samenspraak op basis van het "evaluatieformulier stage en bedrijfsproject".
- Op school worden voorafgaandelijke, tussentijdse en finale intervisies -verplicht bij te wonen door de student- gehouden.
- Individuele bespreking en feed-back bij niet-slagen.
- Tijdens het bezoek van de stagebegeleider op de stageplaats geeft de student een presentatie van zijn bedrijfsproject.
- Evaluatiecriteria worden gehanteerd overeenkomstig de evaluatieformulieren.
- Voor de puntenverdeling: zie algemene richtlijnen stages-en bedrijfsproject.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
De stage en het bedrijfsproject kunnen niet worden overgedaan in de tweede zittijd.
|
|
| |
|