3 Bedrijfsmanagement - 3RPSJ - Onderdelen - Personeelsbeleid/9 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3JMSL |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:9 |
Aantal studiepunten: |
4 |
Wegingscoëfficient: |
4 |
Totaal aantal contacturen: |
29 |
Totaal studietijd: |
104 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Engels |
Lector(en): |
Verstraete Ludo
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Should we do away with HR?
I must agree that there is good reason for HR's beleaguered situation. It is often ineffective, incompetent and costly.
But the truth is, HR has never been more necessary! The competitive forces that managers and organisations face today and will continue to confront in the future, demand organisational and human excellence.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JM101 Denk- en redeneervaardigheid
- JM102 Verwerven en verwerken van informatie
- JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
- JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM208 Teamgericht kunnen werken
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
- JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
- JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
- JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
- JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
- JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
- JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
- JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
- JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk ?hopeloze? zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
- JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: Hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
- JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant
- JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- The student is aware of the importance of a solid HRM policy to improve the performance of staffmembers as well as the functioning of the organization.
- The student knows how and is able to manage, to organize, to lead, members of an organization from different positions : staffmember,,sectionmanager and HR- manager.
- The student has insight in in the main subdivisions of personnelmanagement and their coherence.
- The student can develop a critical view concerning points of views, theories and models in HRM.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
- General insight in the functioning of an organization and the primary expectations of people in their functioning as staffmembers.
- The student can independently process information to solv complex problems.
- He/she has the cognitive skills to make conclusions out of apparent not related information.
- He/she works together with others to share information
- The student has sufficient communicative and interpersonal skills.
|
LEERINHOUDEN
|
- Evolution of personnelmanagement to actual HRM :- First generation organization:productivity; Second generation organization: market;- Third generation organization : Bits.
- Additional value of HRM.
- Personnelconcept and - planning.
- Competencemanagement :What is competencemanagement? A few definitions/ Why competencemanagement?/What's its additional value?/measuring competence/Developing competence/ Rewarding of competence.
- Changemanagement : Man as pivotal point the change proces/change processes in groups and organizations.
- Additional topics (such as): Recruitement Selection; Reception and introduction. / Coaching and Functioning talks. / Situational leadership. / Dealing with employers' organizations and trade unions.
|
STUDIEMATERIAAL
|
The students receive a course book and basis information during the lessons and discussions. They take personal notes. They work in group and have to search additional documentation and information.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
28
|
lesuren
|
22,58
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
95
|
klokuren
|
76,61
|
Verdere toelichting:
- They work in goup on a theme, prepaere a paper and presentation it for their collegues .
- Students participation is of overriding importance, they have to be present.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Half of the points on the presentation and the paper; 10 points on the oral examination based on the course book and the additional discussion.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Oral examination
|
|
| |
|