3 Bedrijfsmanagement - 3RPSJ - Onderdelen - Sociaal zekerheidsrecht/10 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3JMSO |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:10 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
42 |
Totaal studietijd: |
130 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Heylen Dirk
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het Sociale Zekerheidsrecht en de heersende tendensen daarover in de rechtspraak
- Een probleemsituatie kunnen analyseren, bepalen welke diverse toepasselijke rechtsregels in acht dienen te worden genomen, en desbetreffend advies kunnen geven.
- Verbanden kunnen leggen tussen het Sociale Zekerheidsrecht en het Arbeidsrecht, en tussen de diverse niveaus en takken van sociaalrechtelijke regelgeving.
- Doelmatig kunnen verrichten van de nodige opzoekingen van de relevante wetgeving, rechtspraak en rechtsleer, deze kunnen analyseren, plaatsen en aanwenden bij het oplossen van concrete vraagstellingen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Fiscaal en sociaal recht mod. 6.
|
Andere begincompetenties
|
De nodige vaardigheden betreffende bronnenstudie Kennis van:
- Burgerlijk recht
- Gerechtelijk gerecht
|
LEERINHOUDEN
|
Beschikken over een degelijke basiskennis van het burgerlijk recht, in het bijzonder verbintenissenrecht, en van het gerechtelijk gerecht; beschikken ove de nodige vaardigheden betreffende bronnenstudie
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus Sociaal Zekerheidsrecht Ivo Verreyt - Danny Heyvaert
- Codex Sociaal zekerheidsrecht
- Diverse casussen : vonnissen en arresten, die de studenten terugvinden in de diverse sociaalrechtelijke tijdschriften
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
lesuren
|
19,23
|
practicum en oefeningen:
|
12
|
lesuren
|
07,69
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
114
|
klokuren
|
73,08
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges, waarbij naast de theorie ook praktijkvoorbeelden en -situaties worden besproken.
- Vraagstelling aan de studenten met mogelijkheid tot discussie en ook vraagstelling door de studenten maken deel uit van het hoorcollege
- Praktische casussen en oefeningen worden besproken tijdens het hoorcollege, met een praktische deelname van de studenten, die een situatie dienen te kaderen, analyseren en beoordelen/oplossencasussen worden aan de studenten voorgelegd, die zelf aan de hand van opzoekingen in de toepasselijke juridische handboeken en tijdschriften een oplossing moeten formuleren.de studenten dienen uit een feitelijk relaas de juridisch relevante gegevens te distilleren, en een verzoekschrift op te stellen.de studenten dienen individueel in een opgegeven casus betreffende arbeidsongevallen een conclusie te schrijven, waarbij zij dienen te argumenteren; zij zijn daarbij verplicht 3 citaten te halen uit R.W., 3 uit J.T.T., 3 uit Soc. Kron., 3 uit T.S.R., 1 uit de Sociale gids, 3 uit ARON, en 3 uit 3 verschillende handboeken.
- Permanente mogelijkheid tot vraagstelling aan de docent, zowel tijdens de lesuren als nadien, ook per E-mail
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Schriftelijk examen van 2 uren op 14 punten
- De gemaakte taken en het voorbrengen van de paper: 6 punten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Schriftelijk examen van 2 uren op 20 punten.
|
|
| |
|