ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Bedrijfsmanagement - 3RPSJ - Onderdelen - Verg. studie sociale zekerheid E.U./10
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 3JMSQ
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: M:10
Aantal studiepunten: 4
Wegingscoëfficient: 4
Totaal aantal contacturen: 29
Totaal studietijd: 104
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Engels
Lector(en): Roels Bart


 

KORTE OMSCHRIJVING

In de Europese Unie behoort de sociale zekerheid tot de bevoegdheid van de Lidstaten. Zodoende zijn er op dit ogenblik 27 verschillende sociale zekerheidssystemen. De taak van de Europese Unie is voornamelijk de coordinatie van deze systemen met het oog op het vrij verkeer van personen (hard law). Bovendien tracht zij via de open methode van coördinatie (OMC) gemeenschappelijke doelstellingen voor de sociale bescherming en sociale integratie te bereiken (soft law).

 


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, alsook kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen ?ook tegen superieuren-. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De zelfstandigheid en leergierigheid van de studenten wordt bevorderd door het opzoekingswerk dat ze doen m.b.t. andere EU-stelsels, deels samen met buitenlandse studenten.
  • Het doorzettingsvermogen en het probleemoplossend denken van de studenten wordt bevorderd bij het zoeken van relevante informatie en het mededelen ervan aan de andere studenten via het internet (Blackboard).
  • De studenten kunnen zich door opzoeking van de diverse rechtsbronnen bewegen in de sociale zekerheidsstelsels van de EU landen.
  • De studenten hebben een kritische ingesteldheid ten aanzien van de verschillende systemen en benaderingen van sociale zekerheids- en arbeidswetgeving binnen de EU.
  • De studenten zijn zich bewust van het feit dat er op dit specifiek domein (nog) weinig harmonisatie van wetgeving bestaat.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
geen
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Het vak "fiscaal en sociaal recht" uit de tweede module van het tweede jaar volgen/gevolgd hebben.
Andere begincompetenties
Basiskennis van het eigen nationale arbeidrecht en sociaal zekerheidsrecht.
LEERINHOUDEN
  • Organisatie van de sociale zekerheid in de diverse EU landen.
  • Historiek, filosofie en sociaal-economische context van de verschillende systemen.
  • Beoordeling van de diverse strekkingen in de sociale zekerheidssystemen.
  • De rol van de Europese Unie in de coördinatie en harmonisatie van de diverse systemen.

STUDIEMATERIAAL

Aanbevolen studiemateriaal:

  • Pieters Danny, Introduction into the Basic Principles of Social Security, Kluwer, ISBN 90-6544- 787-3
  • Pieters Danny, The Social Security Systems of the Member States of the European Union, Intersentia, ISBN 90-5095-242-9
  • Pieters Danny, The Social Security Systems of the States Applying for Membership of the European Union, Intersentia, ISBN 90-5095-298-4
  • Documentatie van de Europese Unie (o.a. MISSOC): http://www.europa.eu

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

21

 lesuren

  16,69

practicum en oefeningen:

7

 lesuren

  05,56

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

96.8

 klokuren

  76,95

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges en/of gastcolleges met debatten. De discussie met en onder de studenten wordt nagestreefd.
  • Practicum: zelfstandig opzoekingswerk over een specifiek onderwerp, dat uitmondt in een presentatie met andere student(en).
  • Begeleiding and feedback door lector
  • Eventueel deelname aan een Intensive Programme (IP) omtrent een welbepaald thema. Hiervoor doen de studenten onderzoek samen met studenten uit andere EU landen, teneinde rechtsvergelijkende conclusies te trekken en voorstellen tot harmonisatie te doen. Na afloop volgt een presentatie in de eigen opleiding.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Permanente evaluatie (6 punten). De studenten worden geëvalueerd op hun actieve deelname en hun kritische houding tijdens de colleges en de debatten, alsook ter gelegenheid van de presentaties van hun medestudenten. In het bijzonder dienen zij schriftelijk verslag uit te brengen over twee door hen gestelde vragen.
  • Paper en Presentatie (14 punten). De studenten worden geëvalueerd op de inhoud en verwerking van de opgezochte informatie. hun presentatievaardigheid en de beantwoording van vragen na afloop van de presentatie.

tijd voor examinering
uren
1

%
 
 00,79

Tweede examenperiode
De student dient zijn/haar opzoekingswerk opnieuw en grondiger te doen en een herwerkte tekst in te dienen. Hij wordt enkel gequoteerd op de paper (20 punten).