|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00537 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:1 |
Aantal studiepunten: |
6 |
Wegingscoëfficient: |
6 |
Totaal aantal contacturen: |
90 |
Totaal studietijd: |
156 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Duits |
Lector(en): |
De Smet Wouter Lippens An
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de lessen oefenen we de Duitse (schriftelijke en mondelinge) taalvaardigheid in, zowel de algemene als beroepsgeoriënteerde.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- HM106 Hij kan effectief communiceren in meerdere talen op verschillende niveaus (gasten, collega?s, oversten, medewerkers, externe relaties?. Hij kan feedback geven en ontvangen. Hij legt vlot contacten.
- HM107 Hij heeft inzicht en staat open voor de internationale en interculturele context.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- HM209 Hij kan samenwerken met collega?s, hij functioneert goed in teamverband, hij kan inspireren en aanmoedigen om samen een optimale prestatie te leveren.
- HM212 Hij kan efficiënt opdrachten uitvoeren binnen een bepaald kader, werkt doelgericht om een zo optimaal mogelijk resultaat te bekomen (productief).
- HM215 Hij kan zelfstandig werken en wil verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag en genomen beslissingen.
- HM216 Hij stelt hoge eisen aan zichzelf, gaat stipt om met afspraken en respecteert deadlines.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- HM318 Hij heeft een dienstverlenende instelling, de tevredenheid van gasten staat bij hem centraal.
- HM328 Hij kan omgaan met nieuwe situaties, nieuwe uitdagingen. Hij is kritisch en reflecteert op eigen handelen en stuurt voortdurend bij. Hij is gericht op voortdurende zelfontwikkeling, kan het eigen leerproces aansturen.
- HM332 Hij heeft een grondige kennis van grammatica en de woordenschat in het Frans, het Engels en het Duits. In deze talen is hij vertrouwd met de specifieke hospitality terminologie. Hij communiceert vlot (mondeling, schriftelijk, presentaties geven, vergaderen, e.d.m.?) in het Nederlands, Frans, Engels en Duits.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan effectief communiceren in het Duits met gasten, collega's, oversten, medewerkers, externe relaties,... zowel schriftelijk als mondeling (bv. wegbeschrijvingen, informatie over bezienswaardigheden van een stad, pictogrammen verklaren, informatie geven over een hotel,... ).
- De student beheerst de regels van de basisgrammatica (naamvallensysteem, werkwoorden, voorzetsels en adjectiefverbuiging) en kan die toepassen in eenvoudige zinnen.
- De student kan een aantal relevante veelvoorkomende Duitse woorden gebruiken in de juiste (hotel)context.
- De student kan de uitspraakregels van de Duitse taal toepassen.
- De student kan teksten over thema's i.v.m. horeca (vb. hotelbeschrijvingen) begrijpen en in eigen woorden in het Duits weergeven.
- De student kan woorden en zinnen uit de geziene teksten vertalen naar het Nederlands en Duits.
- De student kan de inhoud van een luistertekst of video in eigen woorden in het Duits weergeven.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geen.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen.
|
Andere begincompetenties
|
- Kennis van de Nederlandse zinsontleding en grammatica.
- In staat zijn zelfstandig woordenschat in te studeren.
- Teksten kunnen analyseren.
- Vlot een woordenboek hanteren.
|
LEERINHOUDEN
|
- GRAMMATICA
- naamvallen (M1)
- werkwoorden: tegenwoordige tijd (M1), imperatief (M2), verleden tijd (M3)
- voorzetsels (M2)
- adjectiefverbuiging
- LEES- EN LUISTERTEKSTEN
- korte, eenvoudige Duitse teksten over eten en drinken, hoteltypes, reisbrochures, etc.
- SPREKEN
- Uitspraakoefeningen (M1)
- Dialogen uit het beroepsleven (vb. wegbeschrijving, gast ontvangen in hotel en restaurant, telefoongesprekken, etc.)
- Informatie geven over hotel: ligging, faciliteiten,...
- WOORDENSCHAT:
- algemene en beroepsspecifieke basiswoordenschat volgens thema's (zelfstudie)
- woordenschat uit oefeningen en teksten.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Syllabus (theorie, spreekoefeningen, uitspraakoefeningen, teksten,...)
- Basiskommunikation für die Berufspraxis - Module Nederlands-Duits van praktische communicatie vreemde talen, Verjans, Van Diest, e.a.,Wolters Plantyn, 2004 .
- Beknopte thematische woordenschat Duits, Intertaal Antwerpen, 2006 (woordenschatboekje)
- Duitse basisgrammatica, J.Snauwaert, A. Victoor, die keure, 2004 (grammaticaboek)
- Oefeningen bij de Duitse Basisgrammatica, A. Victoor, die keure, 2001 (oefeningenboek)
- enkel verplicht voor studenten die voordien nog geen Duits gehad hebben: Klick für Klick, Interaktive deutsche Sprachübungen, The Language Focus, 2002-2004 (oefencd-rom)
- Vertalend(e) woordenboek(en) D - N, N - D (eigen keuze)
- Blackboard (opdrachten, bijkomende informatie, toegevoegd materiaal,...)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
50
|
lesuren
|
32,09
|
practicum en oefeningen:
|
21
|
lesuren
|
13,48
|
vormen van groepsleren:
|
6
|
lesuren
|
03,85
|
studietijd buiten contacturen:
|
65.8
|
klokuren
|
42,23
|
Verdere toelichting:
- Via het leergesprek ontdekken de studenten hoe de Duitse grammatica in mekaar zit. Tijdens de les worden er klassikaal oefeningen gemaakt.
- De student moet thuis wekelijks schriftelijke en/of mondelinge opdrachten voorbereiden (individueel of in groep).
- De mondelinge vaardigheden worden getraind door interactieve gesprekken (dialogen) in de klas.
- Hoor- en werkcolleges: teksten bespreken, nieuwe woordenschat en grammatica aanbrengen.
- Practica en oefeningen: inoefenen woordenschat en grammatica, spreekvaardigheid (individueel of in kleine groepen)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- In elke module staat 25% van de punten op de opdrachten die de studenten wekelijks moeten voorbereiden (= permanente evaluatie). Het gaat hier om schriftelijke en mondelinge tests.
- 75% van de punten staan op het schriftelijke examen aan het einde van elke module. Het schriftelijke examen bestaat uit grammaticale, vertaal- en woordenschatoefeningen, korte schrijfopdrachten en vragen over de geziene teksten.
- Onwettige afwezigheid bij een spreekopdracht betekent automatisch 0 voor deze opdracht. Bij wettige afwezigheid moet het (dokters)attest de eerstvolgende les ingeleverd worden en wordt er eventueel een inhaalmoment afgesproken.
- Eventuele veranderingen zijn mogelijk en worden tijdens de les, via BB en ad valvas meegedeeld.
- Het eindcijfer voor Duits is het gemiddelde van de resultaten voor de 4 modules.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Schriftelijk examen van 3u over de complete leerstof van de vier modules: woordenschat, grammatica, teksten en dialogen.
- Eventuele aanpassingen zijn mogelijk en worden na eerste zittijd via BB meegedeeld.
|
|
| |
|