ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Hotelmanagement - 3HM - Onderdelen - Recht/10
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 3HM07
Academiejaar: 2007-2008
Type: kernondersteunend
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: M:10
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 30
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Bogman Dominique


 

KORTE OMSCHRIJVING
Het opleidingsonderdeel beoogt studenten voor te bereiden op tewerkstelling in de Hotelsector, waarbij de juridische context een niet onbelangrijke rol speelt en dit door middel van het aanleren van theoretische kennis en praktijk gevallen.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • HM101 Denk- en redeneervaardigheid.
  • HM102 Hij kan op systematische wijze de nodige informatie verzamelen en analyseren.
  • HM104 Planmatig en op een creatieve wijze oplossingen tot stand brengen.
  • HM108 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • HM210 Hij merkt problemen op, analyseert ze grondig en probeert creatief tot oplossingen te komen.
Beroepsspecifieke competenties
  • HM319 Hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft veel aandacht voor de evoluties in de hospitalitysector maar ook een brede maatschappelijke interesse. Hij kan zijn eigen leerproces aansturen.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student heeft notie van de verschillende juridische contexten en problematieken waarmee een hotelhouder (al dan niet onder de vorm van een vennootschap) kan geconfronteerd worden. Hij kan de situatie erkennen en gepast reageren.
  • De student kent de gevolgen van het afsluiten van de gekende benoemde contracten (zoals de koop, handelshuur of huur en aanneming). Hij weet wat de gevolgen zijn van niet naleving van zijn verplichting als contractspartij.
  • De student kan informatie vinden over de belangrijkste horecawetgeving en deze verstaan.
  •  De student is in staat de verantwoordelijkheid van de hotelhouder te begrijpen in de meer voorkomende situatie, zoals tewerkstelling van personeel, in zijn relaties met klanten en andere derden en is in staat de meeste courante toepassingen in te schatten.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
Inleiding tot het recht (module 6), meer bepaald burgerlijk recht en handelsrecht

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Inleiding tot het recht, meer bepaald burgerlijk recht en handelsrecht

Andere begincompetenties
nederlands
LEERINHOUDEN
  • Wat is een gerechtelijke procedure; Hoe wordt ze gestart? Kunnen we een probleemsituatie anders oplossen?
  • Het verbintenissenrecht en benoemde contracten:
    • De koopovereenkomst; de huur en handelshuur; de aanneming en andere contracten (lastgeving, de dading, de lening, de borgtocht);
    • Het hotelcontract
    • De contractuele aansprakelijkheid
  • De burgerlijke aansprakelijkheid van de hotelhouder.
  • Hotelwetgeving.
    • De vestiging van de hotelhouder
    • Het decreet voor logiesverstrekkende bedrijven
    • De milieuvergunning.
  • De fiscale situatie van een zelfstandige hotelhouder en de vennootschap

STUDIEMATERIAAL

Syllabus uitgegeven door de lector met Capita Selecta

 


WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

21

 lesuren

  22,58

practicum en oefeningen:

7

 lesuren

  07,53

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

63

 klokuren

  67,74

Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges met vraag en leergesprekken
  • Groepswerk: de analyse van rechtspraak inzake aansprakelijkheid.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
Schriftelijk (op 20 punten - elke vraag 5 punten): een inzichtsvraag; termen; een kennisvraag en een praktische toepassing

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,15

Tweede examenperiode
Schriftelijk: Schriftelijk (op 20 punten - elke vraag 5 punten): een inzichtsvraag; termen; een kennisvraag en een praktische toepassing