|
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je onderzoekt hoe en waarom een bedrijf een identiteit uitstraalt en bij het publiek een imago opbouwt. Je raakt vertrouwd met de technieken die het bedrijf gebruikt in zijn communicatie over zichzelf en zijn product. Je achterhaalt hoe het een goede relatie met het publiek verzorgt.
Ook de overheid en de non-profitsector komen aan bod. Hoe proberen ze bijvoorbeeld boodschappen door te geven aan verschillende publieksgroepen, zoals bij drugs- en aidsvoorlichting.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
|
Algemene competenties
|
- CM101 De student kan strategisch redeneren.
- CM104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- CM309 De student kan probleemoplossend analyseren en strategisch denken.
- CM310 De student heeft een ruime kijk op de wereld en volgt de maatschappelijke trends.
- CM312 De student kan doelgericht relevante informatie verzamelen, kritisch beoordelen en verwerken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Studenten verwerven kennis en inzicht in de theoretische grondslagen van de Voorlichting en Public Relations + basis vakterminologie.
- Studenten kunnen PR en Voorlichting situeren binnen een algemeen communicatiebeleid.
- Studenten kunnen de verschillende PR-instrumenten herkennen en omschrijven in functie van doelgroepen, doelstellingen en verschijningsvorm.
- Studenten kunnen voorlichtings-en PR-acties/uitingen analyseren en kritisch bespreken.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
|
Andere begincompetenties
|
- Interesse hebben in media en communicatie.
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Tijdens de hoorcolleges krijgen de studenten theorieën en basisbegrippen in PR en voorlichting. Deze worden gestoffeerd met voorbeelden die besproken worden.
- Tevens krijgen de studenten, bij de start van elk semester een opdracht waarbij ze voor PR en Voorlichting 3 praktijkvoorbeelden dienen te bespreken (deze opdracht is uitgeschreven in een apart document dat de lector uitdeelt tijdens de 1ste les).
- Vanaf week 10 houdt de lector consultatiemomenten waarop de studenten verwacht worden om hun resultaten te bespreken. Het is de bedoeling om vragen te stellen, advies te vragen, problemen op te lossen.
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Voorlichting : syllabus.
- PR : handboek : "Pr-methode" H. Van Ommen.
- Voorbeelden, teksten, cases besproken tijdens de hoorcolleges.
|
|
WERKVORMEN
|
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
lesuren
|
19,23
|
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
08,55
|
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
|
studietijd buiten contacturen:
|
65.6
|
klokuren
|
70,09
|
Verdere toelichting:
|
|
EVALUATIE
|
|
|
Eerste examenperiode
|
- Onderdeel 1: schriftelijk examen: 14 punten van de 20 op kennis, inzicht en toepassingen. Dit examen bevat naast een letterlijke vraag, ook een toepassingsvraag en een verbandsvraag.
- Onderdeel 2: schriftelijke taak: 6 punten van de 20 (bespreken van uitingen van PR en voorlichting)
- De student dient aan beide onderdelen deel te nemen. Bij het onderbreken of niet tijdig inleveren van één van beide resulteert dit in een ondelibereerbaar cijfer van ten hoogste 5/20.
- De lector houdt tussentijdse evaluties mbt de evolutie van het werk. De taak wordt ten laatste in week 12 afgegeven aan de lector. Omdat de opdracht vanaf week 1 gegeven is, is de student zeer goed op de hoogte van de deadline. Medische attesten gelden niet als verzachtende omstandigheid.(lees document dat lector 1ste les uitdeelt waar de opdracht in is omschreven)
|
tijd voor examinering
|
|
|
Tweede examenperiode
|
- Herdoen van een schriftelijk examen op 20 punten.
|