3 Journalistiek - 3JOU - Onderdelen - Redactie 3: gedrukte media |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00274 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
S:1 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
1 |
Totaal aantal contacturen: |
48 |
Totaal studietijd: |
130 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
niet mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Frateur Wouter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je verwoordt je onderwerp, aangepast aan de gedrukte media en aangepast aan je doelgroep. Verder leer je telex-berichten omzetten naar krantenartikels, langere artikels hertalen naar korte stukken, een sfeerportret schetsen en recensies brengen. Zoals in de andere keuzetrajecten, leer je een rijke én functionele taal hanteren. Heldere synthesevaardigheid, tegen de druk van de tijd, is een conditio sine qua non.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actie
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan in een redactieteam functioneren: ideeën voor teksten aanbrengen, verantwoordelijkheid voor eigen teksten opnemen (voorbereiding en productie), eindredactie op teksten uitvoeren.
De student kan artikels schrijven voor verschillende genres: reportage, achtergrondverhaal, interview.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Redactie 2, gedrukte media.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
Productie van reportages.
Productie van achtergrondverhalen.
Productie van nieuwsverslagen.
Productie van opiniestukken.
Productie van (alle mogelijke tekstgenres voor) een wijkkrant.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Teksten die de lector aanbrengt.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
09,23
|
practicum en oefeningen:
|
18
|
lesuren
|
13,85
|
vormen van groepsleren:
|
18
|
lesuren
|
13,85
|
studietijd buiten contacturen:
|
82
|
klokuren
|
63,08
|
Verdere toelichting:
Geen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Permanente evaluatie (100%).
Alle schrijfopdrachten worden op basis van volgende criteria geëvalueerd: correct taalgebruik, aantrekkelijkheid op het vlak van inhoud en redactionele aanpak (koppen, intro's, streamers, bijschriften, kaderstukjes, ...), het voldoen aan de eisen van het journalistieke genre (reportage, achtergrondverhaal, nieuwsverslag).
Wie driemaal afwezig is bij de procesbegeleiding (= redactievergaderingen van de wijkkrant Den Triangel en lessen) krijgt een 0 voor 'procesevaluatie'.
Medische attesten gelden niet als verzachtende omstandigheid.
Voor een taak/werkstuk dat te laat, of niet, wordt afgegeven krijgt de student een 0 op het deelexamen. De scores van het deelexamen worden mathematisch opgeteld.
Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 tot en met 97 van het OER)
De bovenstaande 5 opmerkingen gelden ook voor de tweede examenperiode.
Procesbewaking is tijdens de vakantieperiode onmogelijk. Daarom wordt het proces, ondanks het belang ervan, tijdens de tweede examenperiode niet beoordeeld.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Een opdracht die je op het studiebegeleidingsmoment met de lector afspreekt.
!Opgelet: voor een zware spelfout verlies je 1 van de 20 punten die je in totaal kan behalen, zowel in de eerste als in de tweede examenperiode!
|
|
| |
|