3 Journalistiek - 3JOU - Onderdelen - Redactie 3: televisie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00275 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
S:1 |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
1 |
Totaal aantal contacturen: |
25 |
Totaal studietijd: |
130 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
niet mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Doninck Jo
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je verwoordt je onderwerp, aangepast aan het medium televisie en aangepast aan je doelgroep. In mooi gesproken Nederlands breng je reportages en interviews en vat je debatten samen. Je leert hoe je tekst en je beelden één geheel vormen. Zoals in de andere keuzetrajecten, leer je een rijke én functionele taal hanteren. Heldere synthesevaardigheid, tegen de druk van de tijd, is een conditio sine qua non.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actie
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur: vlot communiceren voor micro en camera, vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan onder een bepaalde tijdsdruk in zeer goed Nederlands vlotte, foutloze, goed gestructureerde journalistieke teksten te schrijven, waarin ook de selectie van de inhoud en de opbouw, invalshoek, toon en sfeer van het stuk perfect passen bij de doelgroep.
- De student kan deze vaardigheden ook combineren met een functioneel inzicht in de visuele presentatie van zijn werkstuk: hij moet in enkele volledig afgewerkte TV-producties aantonen dat hij de relatie beeld-(inlees)tekst gepast kan hanteren.
- De student kan de filmcamera en de montage-apparatuur zo hanteren dat de basisvaardigheid gehaald wordt.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Volledig programmajaar 2 JOU
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen
|
Andere begincompetenties
|
- De student is bereid vaak naar journalistieke producten te kijken op televisie, met de bedoeling bij te leren over de inhoudelijke en vormelijke aspecten
|
LEERINHOUDEN
|
Verschillende journalistieke genres: nieuwsbericht, niewsverslag, reportage, portret:
- Opfrissen van schrijfvaardigheid van nieuwsberichten-en verslagen voor teevee.
- Intro's en leads van teeveeteksten.
- Relatie intro en commentaarteksten voor teeveereportage en nieuwsverslag.
- Opbouw en taal van commentaartekst voor nieuwsverslag en reportage voor teevee.
- Samenhang beeld en tekst voor nieuwsverslagen, nieuwsberichten en reportages voor teevee.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Verplichte lectuur:
- Pelgrims P. Journalistieke Radio-en TV-teksten schrijven.Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2005
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
07,27
|
practicum en oefeningen:
|
4
|
lesuren
|
02,42
|
vormen van groepsleren:
|
4
|
lesuren
|
02,42
|
studietijd buiten contacturen:
|
140
|
klokuren
|
84,85
|
Verdere toelichting:
Werkvormen:
- Zie schema studiepunten en studietijd
- De studenten besteden een groot deel van hun tijd aan het voorbereiden en maken van hun taken
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Voor dit opleidingsonderdeel gelden de bijzondere evaluatieafspraken (cfr.brochure ‘Programma 3de jaar Journalistiek 2007-2008)
- Journalistieke reportage : 20p (in groepje van drie)
- Portret: 80p (in groepje van twee)
- Schriftelijk examen: 100p.
- Journalistieke reportage: 80p. (in groepje van twee)
- Een taak zonder uitgeprinte versie wordt NIET aangenomen!
- Als een taak niet of te laat wordt afgegeven, of een student niet heeft meegewerkt aan een taak, mag de student die inhalen indien zijn afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medisch attest: een origineel voor het studentensecretariaat, de kopie voor de lector, en dat binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Indien de student binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, is hij ongewettigd afwezig en krijg je geen punten op dat deelexamen
-
Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft, volgens de procedure beschreven in de artikels 94 tot en met 97 van het OER.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Elke taak met onvoldoende opnieuw maken.
- Punten voor een deelexamen waarvoor je tijdens de eerste examenperiode een voldoende behaalde, worden overgedragen naar de tweede examenperiode
- Groepswerk is tijdens de vakantie onmogelijk; daarom zal het voor de tweede examenpriode vervangen worden door een individuele opdracht
|
|
| |
|