3 Journalistiek - 3JOU - Onderdelen - Eindproductie Gedrukte media |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
3PV60 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
keuze |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
S:1 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
1 |
Totaal aantal contacturen: |
20 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Geenen Marc Mermans Sandra Van der Pas Alma
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je leert als eindredacteur functioneren. Daarvoor bewerk je nieuwsberichten, reportages, verslagen, recensies, … telkens in functie van een bepaalde doelgroep. De relatie tussen tekst, beeld en lay-out wordt duidelijk aan de hand van gerichte oefeningen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actie
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan als eindredacteur functioneren: hij kan binnen het gegeven van een omschreven doelgroep bestaande teksten verbeteren op spelling, stijl, toon, sfeer, opbouw en inhoud, koppen, intro's, lay-out en fotokeuze.
- De student kan in die functie samenwerken en communiceren in groep.
- De student krijgt oog voor het totaalconcept van een magazine en een krant.
- De student kan omgaan met de juiste vakterminologie.
- De student kan scannen.
- De student kan digitale beelden maken van een evenement.
- De student kan foto-opdrachten voor een krant/magazine maken.
- De student kan stijlverschillen in bestaande opmaak analyseren en in Indesign reproduceren.
- De student is in staat om beeld, tekst en typografie functioneel op elkaar af te stemmen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Workshop gedrukte media.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Geen.
|
Andere begincompetenties
|
Geen.
|
LEERINHOUDEN
|
- Redactioneel bewerken van koppen en intro's.
- Algemene stijl- en taaloefeningen.
- Redactionele stijloefening voor specidieke doelgroepen van opgelegd magazine en dagblad.
- Eindredactie van fotoredactie en lay-out.
- Toepassingen van Indesign.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Verplichte lectuur:
- PERMENTIER L. Stijlboek. De Standaard, 2004 of later (met nieuwe spelling!).
- Cursus digitale fotografie.
- Basiscursus Fotoshop.
Aanbevolen lectuur:
- MOMBAERTS en VOSSEN. Goed voor druk.
- NEUMAN Johan. Het bronnenboek voor grafisch ontwerp.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
lesuren
|
04,81
|
practicum en oefeningen:
|
15
|
lesuren
|
14,42
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
84
|
klokuren
|
80,77
|
Verdere toelichting:
- Studenten moeten alle hoofdstukken spelling, taalzorg en taalbeheersing van Het Stijlboek thuis grondig studeren.
- Studenten moeten in Het Stijlboek ook nog de kenmerken van diverse journalistieke genres opfrissen.
- Studenten worden verondersteld ettelijke uren te besteden aan observatie van lay-out van diverse kranten en bladen.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Alle punten zijn productevaluaties.
- Portret ( =schrijfoefening naar doelgroep, =portret met bindteksten en verwerkte antwoorden (full quote) volgens gekozen medium): 100 p individueel waarvan 50 p op de teksten, 25 p op de lay-out en 25 p voor fotografie.
- Workshop (= product van redactieteam): 300 p. Collectief product = magazine en krant elk 75 p (waarvan 25 p voor totaal, 25 p lay-out en 25 p fotografie). Individueel punt op 150 p.
- Voor een taak die niet of te laat wordt afgegeven, krijgt de student een 0. De scores van de taken worden mathematisch opgeteld.
- Wie uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aangeeft dat het om een citaat gaat, pleegt een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 t/m 87 van het OER.)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Een individuele opdracht = een portret voor Knack.
Je maakt een spread tekst (met een kleine portretfoto) plus een halve spread voor een grote portretfoto. Je maakt voor fotografie wel een reeks portretfoto's waaruit je dan kiest.
Puntenverdeling: 50 % op de tekst, 25 % voor de fotografie en 25 % voor lay-out.
Concrete afspraken met de betrokken lectoren.
Wie uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aangeeft dat het om een citaat gaat, pleegt een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 t/m 87 van het OER.)
|
|
| |
|