2 Elektromechanica - 2OHT - Onderdelen - Onderhoudsmetingen |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Ja |
O.O. bestaat uit componenten |
Labo Onderhoudsmetingen
Onderhoudsmetingen
|
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
2OT0F |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
M: |
Aantal studiepunten: |
5 |
Wegingscoëfficient: |
5 |
Totaal aantal contacturen: |
48 |
Totaal studietijd: |
130 |
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Lector(en): |
Van den Broeck Jo
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- EM102 De student kan geordend, kernachtig en gesynthetiseerd een verslag opstellen, toelichten en/of een opvolgingsdossier beheren. De student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
- EM103 Doelgericht leren (evalueren) van je eigen handelingen (er positieve en negatieve kanten in identificeren) en gericht werken aan verbeteringen ( leerpunten formuleren).
- EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
- EM106 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- EM209 De student kan zich vlot in een groep/team integreren zodat hij/zij snel en efficiënt kan deelnemen aan de taken.
- EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
- EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
- EM212 De student kan bij beroepsmatige en ethische dilemma's (bv. de verhoging van de productiviteit door minder veilig te werken) een afweging maken op basis van gedegen maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden, en een besluit nemen.
- EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakmanschap) uit te voeren. / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
- EM215 De student kan onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden effectief blijven functioneren.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
- EM325 De student kan vanuit zijn multidisciplinaire en onderhoudsspecifieke kennis verbeteringen of aanpassingen ontwerpen, uitvoeren en terugkoppelen aan de verbeterdoelen.
- EM330 De student is in staat om, op basis van machinehistoriek of contructeursgegevens, preventieve onderhoudsplannen op te stellen, uit te voeren en bij te sturen.
- EM331 De student kan predictieve of conditionele onderhoudsbewakingsmetingen uitvoeren, de resultaten interpreteren en de daaruit voortvloeiende onderhoudsactiviteiten adviseren of uit(laten)voeren.
- EM332 De student is in staat om een eenvoudig produktieproces te automatiseren.
- EM338 De student is in staat om op projectmatige wijze een Meet- en Regelopdracht te benaderen, d.w.z. er een technisch ontwerpdossier van op te stellen en dit te presenteren om het al of niet realiseren ervan, te verantwoorden.
- EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Zie fiche onderhoudsmetingen
- Zie fiche labo onderhoudsmetingen
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- Toegepaste wiskunde en fysica 1EM
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
|
| |
|