|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30133 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
M:8 |
Aantal studiepunten: |
18 |
Wegingscoëfficient: |
18 |
Totaal aantal contacturen: |
0 |
Totaal studietijd: |
468 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Beylemans Amedee
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens je stage krijg je de kans om, in een realistische arbeidsomgeving, je competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) die je verworven hebt gedurende je opleiding, te borgen. Om dit te bereiken wordt je dagelijks betrokken bij de uitvoering van de technische werkzaamheden van je toekomstig beroep. Niet enkel kijken maar doen is de boodschap! Tijdens de stageperiode besteed je evenees extra aandacht aan veiligheid en ontwikkeling van je sociale vaardigheden. Daarbij komen ethiek en deontologie van het beroep ook aan bod. Gedurende deze periode rapporteer je op regelmatige basis aan je stage- en lectorbegeleider.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- EM101 De student kan nauwgezet, op een zelfstandige wijze, strategisch/efficiênt denken en verantwoord handelen in een multidisciplinaire omgeving van de beroepscontext.
- EM102 De student kan geordend, kernachtig en gesynthetiseerd een verslag opstellen, toelichten en/of een opvolgingsdossier beheren. De student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken en verwerken.
- EM103 Doelgericht leren (evalueren) van je eigen handelingen (er positieve en negatieve kanten in identificeren) en gericht werken aan verbeteringen ( leerpunten formuleren).
- EM104 De student kan in een multidisciplinaire groep en vanuit zijn specifieke optie-(afstudeer)achtergrond een bijdrage leveren aan de totstandkoming van het gewenste resultaat. / De student kan multidisciplinaire opdrachten projectmatig aanpakken.
- EM105 De student kan, op basis van een goed omschreven probleem/project en door toepassing van multidisciplinaire kennis, komen tot innoverende concepten en/of oplossingen (durven innoveren is en begint dikwijls bij het kritisch afvragen van).
- EM106 De student is in staat tot het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
- EM107 De student kan, op basis van zijn multidisciplinaire en afstudeerspecifieke kennis, communicatie met opdrachtgevers/klanten/ontwikkelaars/productiemedewerkers ontwikkelen en onderhouden.
- EM108 De student is in staat om, vanuit een basishouding van leven(s)lang leren, zelfstandig een leerdoel en leerstrategie te bepalen, uit te voeren en het resultaat terug te koppelen naar het leerdoel.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- EM209 De student kan zich vlot in een groep/team integreren zodat hij/zij snel en efficiënt kan deelnemen aan de taken.
- EM210 De student kan via analyse van relevante fysische gegevens, tot oplossingen komen.
- EM211 De student kan, vanuit technische, economische en functionele specificaties, oplossingen voorstellen en kan hierbij een gefundeerde keuze maken uit alternatieven.
- EM212 De student kan bij beroepsmatige en ethische dilemma's (bv. de verhoging van de productiviteit door minder veilig te werken) een afweging maken op basis van gedegen maatschappelijk geaccepteerde normen en waarden en een besluit nemen.
- EM213 De student kan in snel veranderende werkomstandigheden en op basis van zijn/haar doorzettingsvermogen, prestatiegericht werken.
- EM214 De student is in staat om uitvoerende taken nauwgezet en volgens de regels van de kunst (of goed vakmanschap) uit te voeren. / De student is in staat om risico's te herkennen en in te schatten.
- EM215 De student kan onder tijdsdruk en bij onvoorziene omstandigheden effectief blijven functioneren.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- EM316 De student kan via het verzamelen van (meet)gegevens en fysische waarnemingen het oorzakelijk verband van de fout vaststellen.
- EM320 De student is in staat om Meet- en Regelsystemen te ontwerpen, te installeren, aan te sluiten, te koppelen en te vervangen volgens de gegeven schema's en plantekeningen, rekening houdend met de vigerende veiligheidsregels en -middelen die hij/zij kritisch weet toe te passen.
- EM321 De student is in staat om installaties/machines, of delen ervan, na onderhoudsactiviteiten af te regelen, te testen, op te starten en in dienst te nemen.
- EM324 De student is na het ontwerp van het automatiseringssysteem in staat om dit systeem te installeren, op te starten, te testen en af te stellen, rekening houdende met de noodzakelijke veiligheidsregels.
- EM330 De student is in staat om, op basis van machinehistoriek of contructeursgegevens, preventieve onderhoudsplannen op te stellen, uit te voeren en bij te sturen.
- EM332 De student is in staat om een eenvoudig produktieproces te automatiseren.
- EM339 De student kan op een doordachte manier een probleem analyseren en de oplossingen omzetten naar een programma.
- EM341 De student is in staat om een meet- en regelsysteem te herkennen tussen een veelvoud van applicaties en om van daaruit, met de nodige kennis van de toegepaste meet- en regelprincipes, onderhoudwerkzaamheden, kalibraties en testen uit te voeren.
- EM342 De student is in staat om door gebruik te maken van de huidige stand van de techniek een veelvoud aan data en parameters te verzamelen, te visualiseren, te bewaken en te bewaren, met de bedoeling ze bruikbaar te maken voor de proceseigenaars/procestechnologen.
- EM344 De student kan aan de hand van een ruimtelijk inzicht eenvoudige roboticatoepassingen analyseren, ontwerpen en implementeren.
- EM345 De student is in staat om plans en schema's te lezen en te begrijpen.
- EM355 De student kan op basis van afstudeerspecifieke kennis een technisch gesprek voeren in verschillende talen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Coördinatie en communicatie tussen de verschillende partijen
- Rapportering
- Ethiek en deontologie
- Sociale vaardigheden
- Projectmatig en multidisciplinair werken
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
- Minimum 110 studiepunten verworven hebben in de eerste twee studiejaren binnen dezelfde afstudeerrichting van het departement elektromechanica.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- leerinhoud van de volledige opleiding elektromechanica en de specifieke leerinhoud eigen aan de uit te oefenen taken tijdens de stageperiode
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Stage- en eindwerksyllabus, departement elektromechanica
- Syllabus Industriële projectweek, departement elektromechanica
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
468
|
klokuren
|
100,00
|
Verdere toelichting:
- Informatiesessie in week 50.
- Stage-opdracht .
- Minimum twee begeleidingsmomenten tussen student, bedrijfsbegeleider en lectorbegeleider.
- Op eigen initaitief kan op de terugkomdag een overlegmoment georganiseerd worden met stagebegeleider.
- Evaluatiegesprek op het einde van de Stage.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Evaluatie van Lector-stagebegeleider (30%).
- Evaluatie van bedrijfsbegeleider (70%).
- Raadpleeg de Stage- en eindwerksyllabus voor meer gedetailleerde informatie ivm evaluatie en richtlijnen van uw stage.
- Stage wordt uitgesloten van de automatische compensatieregels zoals bepaald in de departementale aanvulling van het onderwijs- en examenreglement
- Wie de verplichte stageperiode van 58 dagen niet doorlopen heeft kan niet slagen voor deze onderwijsactiviteit.
- familiale- en/of kennisbanden kunnen aanleiding geven tot de nietigverklaring van de stage- & eindwerkopdracht.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
|
|
| |
|