ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Werken met een centrifuge
  

Component behoort tot O.O.: De cel
Afstudeerrichting: -:-
Code: 10042
Academiejaar: 2007-2008
Type: ?
Niveau: ?
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: :
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 13
Totaal aantal contacturen: 6
Totaal studietijd: 10,14
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Van den Bossche Ingrid


 

KORTE OMSCHRIJVING
In de urine van patiënten met een blaasonsteking zitten o.a. witte bloedcellen, bacteriën, epitheelcellen,… Als men deze urine centrifugeert, dan worden de deeltjes met de grootste dichtheid het meeste naar buiten geslingerd. Om deeltjes met een verschillende dichtheid van elkaar te scheiden gebruikt men dus een centrifuge. Hoe werkt zo’n centrifuge juist? Waarop moeten we letten bij het gebruik van een centrifuge?

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
  • BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De werking van een centrifuge verstaan
    • Op een juiste wijze stalen in een centrifuge kunnen plaatsen
    • De nodige voorzorgsmaatregelen nemen bij het werken met een centrifuge

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    • beweging (translatie en rotatie), kenmerken van een kracht, translatiebeweging als gevolg van een kracht
    • moment van een kracht, krachten bij een cirkelvormige beweging
    • veilig werken met een centrifuge (krachten bij cirkelvormige beweging, plaatsen van stalen in een centrifuge, temperatuurstijging bij langdurig centrifugeren…)

    STUDIEMATERIAAL
    • nota's 'Werken met een centrifuge'-Ingrid Van den Bossche-Plantijnhogeschool
    • lespresentatie, weblinks op BB

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    4

     lesuren

      36,36

    practicum en oefeningen:

    1

     lesuren

      09,09

    vormen van groepsleren:

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    5

     klokuren

      45,45

    Verdere toelichting:
    4 u hoorcollege met eenvoudige oefeningen en 2 u werkcollege waarbij een centrifuge bekeken wordt in een lab en sites individueel doorlopen worden i.v.m.veilig werken met een centrifuge in een lab

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    INT1-3 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
    tijd voor examinering
    uren
    1

    %
     
     09,09

    Tweede examenperiode
    INT1-3 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen