1 Biomedische laboratoriumtechnologie - 1BL - Onderdelen - Het spijsverteringsstelsel |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Eiwitten |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10058 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
9 |
Totaal aantal contacturen: |
8 |
Totaal studietijd: |
7,02 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Voedsel dient hoofdzakelijk als bouw- en brandstof en bestaat uit grote biomoleculen. De mechanische verkleining van het voedsel, door het te kauwen, is lang niet voldoende. De spijsverteringsorganen, die samen het spijsverteringsstelsel vormen, bewerken het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. Alleen zo kunnen ze opgenomen worden in het lichaam. Deze biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd. Enzymen zijn eiwitten die reacties laten verlopen door verlaging van de activeringsenergie zonder daarbij zelf verbruikt te worden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw, functie en samenhang van de verschillende spijsverteringsorganen.
- Hij/zij heeft inzcht in de enzymwerking op de verschillende voedingscomponenten.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
De verschillende spijsverteringorganen zorgen samen voor het bewerken van het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. De verschillende organen worden anatomisch, morfologisch en fysiologisch besproken. De biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Theoriecursus: Anatomie (Patricia Winnen)
-
anatomische modellen
-
CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
-
naslagwerk in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (6e editie)
-
Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
3
|
lesuren
|
40,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
4
|
klokuren
|
53,33
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 2-3: Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
|
|
| |
|