2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Staalvoorbereiding en analyse |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Van monster tot te meten oplossing |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20051 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
49 |
Totaal aantal contacturen: |
37 |
Totaal studietijd: |
101,92 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Dhont Karin
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de onderwijseenheid “Staalvoorbereiding en analyses” komen aspecten zoals representatieve staalnames, homogene monsters, ontsluiting, onteiwitten en ontvetten van voedingsmiddelen, en verdunning van het staal aan bod.
De toegepaste analysetechnieken zijn gravimetrie, volumetrie en enzymatische bepalingen.
De neerslagstitraties en gravimetrie worden in hoorcolleges theoretisch benaderd. Er wordt geleerd een titratiecurve te berekenen en de invloed van zijreacties, verdunning en oplosbaarheid op het verloop van de titratiecurve en de ligging van het equivalentiepunt na te gaan.
Tijdens de werkcolleges leert de student berekeningen maken uitgaande van de resultaten uit fictieve analyses. Het uitschrijven van reacties, het opstellen van stelsels en het omrekenen van de bepaling naar de uitdrukkingsvorm zijn hier belangrijk.
De hogere specificiteit bij enzymatische methoden t.o.v. zuiver chemische analysen wordt duidelijk wanneer voor éénzelfde analyse de 2 verschillende methoden met elkaar vergeleken worden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1.
De student kan analysen uitvoeren met analysemethoden gezien in de theorie.
2.
Hij / zij kan een correcte monstrname doen en de juiste staalvoorbereiding uitvoeren
3.
Hij/zij kan een praktijkjournaal schrijven volgens de voorschriften
4.
Hij/zij kan een efficiënte planning en tijdsindeling maken voor de uit te voeren proeven.
5.
Hij/zij kan nauwkeurig oplossingen bereiden en analytisch werken.
6.
Hij/zij kan de meetwaarden omzetten naar de gevraagde concentraties in het monster.
7.
Hij/zij kan de resultaten verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag zoals voorgeschreven.
8.
NEERSLAGSTITRATIES / ARGENTOMETRIE : de student kan titratiecurven berekenen ; de invloed van de verdunning en de grootte van Ks op de titratiecurve , de ligging van EP en de grootte van de sprong nagaan.
9.
Hij/zij kan concentraties berekenen ahv resultaten uit een neerslagstitratie of een gravimetrische bepaling (vraagstukken)
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
opleidingsonderdeel "Chemie" periode 1
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
w
Basisvaardigheden analytische chemie
w
Chemie: berekenen en maken van verdunningen, pH berekeningen.
w
Wiskunde: maken van grafieken, werken met logaritmen, oplossen van stelsels.
w
Statistiek: afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie.
w
ICT: kennis van Word en Excel.
|
LEERINHOUDEN
|
w
Gravimetrie ; homogene precipitatie
w
neerslagstitraties volgens Mohr , Fajans en Volhard
w
neerslagstitratiecurven
w
Soxhlet extractie
w
Gasvolumetrische bepaling
w
Stikstofbepaling volgens Kjeldahl
w
Analyse van melk
|
STUDIEMATERIAAL
|
w
Uitgewerkte recepturen van de proeven
w
Digitale buretten
w
Aangepast glaswerk en labomateriaal
Praktijknota’s “Van monster tot te meten oplossing” - auteurs: K.Dhont, Plantijnhogeschool 2007
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
11,54
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
lesuren
|
22,12
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
67
|
klokuren
|
64,42
|
Verdere toelichting:
w
Hoorcolleges
w
Vraagstukkensessies waarbij in groepjes van 4 gewerkt wordt
w
Opdrachtjes in de cursus om zichzelf te toetsen op kennis en inzicht van de theori
e
w
Laboratoriumproeven uitgevoerd per twee
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT4-2: schriftelijk tijdens de examenweek
Lab: Permanente evaluatie; verslagen; labjournaal; jaarwerk Deelname aan de labsessies is verplicht; niet uitgevoerde praktijkopdrachten worden "0" gekwoteerd.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
alleen INT4-2 kan hernomen worden
|
|
| |
|