ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Spectrometrie
  

Component behoort tot O.O.: Van monster tot te meten oplossing
Afstudeerrichting: -:-
Code: 20052
Academiejaar: 2007-2008
Type: ?
Niveau: ?
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: :
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 51
Totaal aantal contacturen: 39
Totaal studietijd: 106,08
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Verbeke Patrick


 

KORTE OMSCHRIJVING
Spectrometrische analysemethoden zijn gebaseerd op de absorptie of de emissie van straling door te bepalen componenten.

UV-, zichtbaar en infrarood spectrometrie, fluorimetrie, nefelometrie en atomaire emissie en absorptie worden besproken en gebruikt in het laboratorium. De bepalingen gebeuren op waterstalen, voedingsproducten en geneesmiddelen.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
  • BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
  • BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
  • BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
  • BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
  • BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
  • BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
  • BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    1. De student kan een blokschema lezen van de verschillende soorten spectrometers
    2. De student kan het verband opstellen en gebruiken tussen de gemeten parameter en de concentratie van de te bepalen component
    3. De student kan de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende spectrometrische technieken inschatten
    4. De student kan berekeningen uitvoeren i.v.m. concrete toepassingen met de besproken analysetechnieken     
    5. De student kan nauwkeurig oplossingen en verdunningen bereiden.
    6. De student kent het verband tussen de meetwaarden, bekomen bij een spectrometrische analyse, en het te onderzoeken staal. Tijdens de meting evalueert hij de meetwaarden en grijpt zo nodig in.
    7. De student kan de meetwaarden van een spectrometrische analyse omrekenen naar de gevraagde concentratie(s) in het staal.
    8. De student kan de gegevens en de resultaten van een spectrometrische analyse verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag.


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    Instrumentele analyse I
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    zie voorgaande
    Andere begincompetenties
    • elementaire algebra, maken van grafieken, werken met logaritmen, oplossen van stelsels.
    • afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie.
    • kennis van Word en Excel.

    LEERINHOUDEN
    • UV-VIS spectrofotometrie, fluorimetrie, nefelometrie, IR-spectrofotometrie, vlamfotometrie, AAS.
    • Met de technieken besproken in de theoriecursus, worden in het laboratorium analyses uitgevoerd op eenvoudige monsters. De studenten leren de toestellen gebruiken en krijgen meer inzicht in de toepasbaarheid en het belang van de spectrometrische analysemethoden. Waar mogelijk worden de toestellen eerst manueel gebruikt en daarna met computersturing.
    • De technieken die aan bod komen zijn: UV-VIS spectrofotometrie, fluorimetrie, nefelometrie, vlamemissie, AAS.
    • De ijklijn-, standaardadditie- en interne standaard methode worden toegepast.

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursusnota’s.
    • Practicumnota's: proefopgaven .

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    17

     lesuren

      15,74

    practicum en oefeningen:

    20

     lesuren

      18,52

    vormen van groepsleren:

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    69

     klokuren

      63,89

    Verdere toelichting:
    • Theorie: hoorcolleges afgewisseld met oefeningen.
    • Lab: de studenten werken per 2.
      Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Permanente evaluatie van het labwerk.
    • Verslagen.
    • Korte toetsen over parate kennis en vraagstukken.
    • INT4-2.

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     01,85

    Tweede examenperiode
    • De punten m.b.t. de labsessies blijven behouden.
    • Integratieve toets INT4-2.