2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Specifiek verweer |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Immunologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20059 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
28 |
Totaal aantal contacturen: |
13 |
Totaal studietijd: |
43,68 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Robberecht Harry
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze lessenreeks worden de begrippen antigenen, antistoffen en complement grondig uitgelegd. Heel wat aandacht wordt besteed aan het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen. Monoklonale antilichamen, vaccinatie en verweer tegen infecties sluiten deze lessenreeks af.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student ervaart dat, naast het niet-specifiek verweer, er ook specifieke verdedigingssystemen zijn, die de mens tegen het ontstaan van infecties beschermen.
- De student registreert weerom, dat ook de specifieke vleugel van het immuunsysteem steunt op cellen en eiwitten (immunoglobulines en cytokines).
- Hij/zij ervaart dat twee centrale begrippen in het verweer zijn: antigenen en antilichamen.
- De student kent de produktie en de toepassingen van monoklonale antilichamen en beseft dat het belang hiervan nooit overschat kan worden.
- Hij/zij dient zich ervan bewust te zijn dat de klinisch-relevante antigenen zijn: erythrocytair (ABO- en Rhesus) en cellulair (HLA- met de klasse 1 en 2-eiwitten.
- Hij/zij kent de vier varianten van immuniteit (met de twee aktieve en de twee passieve vormen).
- Vaccinatie wordt een paraat bezit.
- Hij/zij ervaart dat het specifiek verweer tegen bacteriën, virussen en parasieten zal verschillen.
- De student dient duidelijk te beseffen dat het beschermend systeem kan ontsporen (hypo-, hyper- en auto-) en hij moet ook nu reeds beseffen dat bij transfusie, transplantatie en kanker er immunologische processen spelen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
De cel
Eiwitten
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Opleidingsjaar 1
Alle opleidingsonderdelen uit P4
|
Andere begincompetenties
|
- De belangrijkste moleculen uit de bio-organische chemie, de opbouw van de cel en de structuur van eiwitten moeten gekend zijn.
- Het niet-specifiek verweer met zijn cellen en eiwitten is paraat bezit voor de student.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het immuunsysteem
- De vijandige wereld
- Antigenen (vooral de klinisch relevante motieven)
- Antilichamen (met nadruk op monoklonale met hun productie en vooral de toepassingen)
- Immuniteit met de artificiële ontwikkeling via vaccinatie
- Verweer met niet-specifiek en specifiek karakter geïntegreerd (tegen bacterieën, virussen, parasieten).
- Introductie naar komend jaar: het immuunsysteem kan ook ontsporen, maar het blijft betrokken (bij transfusie, transplantatie, kanker).
|
STUDIEMATERIAAL
|
- eigen nota's "Het niet specifiek verweer"
- Zie aangegeven werken in periodeboek (aanwezig in bib en bevraagbaar bij ROB)
- Sesam Atlas van de immunologie (zie deelfiche niet-specifiek verweer 1mlt)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
12
|
lesuren
|
27,27
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
31
|
klokuren
|
70,45
|
Verdere toelichting:
- Introductietoets rond de kennis van het niet-specifiek verweer
- Hoorcolleges en werkcolleges met meerkeuzevragen en inzichtsvragen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT5-2
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-2
|
|
| |
|