2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Farmacologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Farmaceutische wetenschappen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20068 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
45 |
Totaal aantal contacturen: |
36 |
Totaal studietijd: |
105,3 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze lessenreeks wordt de student vertrouwd gemaakt met de basisbegrippen van de farmacokinetiek, farmacodynamiek en farmacotherapie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De studenten kennen de farmacokinetische basisprincipes
De studenen hebben kennis van de voornaamste farmacologische groepen
De studneten kunnen het verband leggen tussen structuurformule en farmacologische werking
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn in het eerste programmajaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen van periode 4 en 5
|
Andere begincompetenties
|
Grondig inzicht in bio-organische chemie
|
LEERINHOUDEN
|
In een eerste deel "Algemene farmacologie" worden de aspecten van de geneesmiddelenleer behandelt die onafhankelijk van het specifieke geneesmiddel te beschouwen zijn. Aandacht wordt besteed aan opname, verdeling, uitscheiding en algemene moleculaire werkingsmechanismen van geneesmiddelen.
In een tweede deel "Speciële farmacologie" worden de verschillende groepen geneesmiddelen voorgesteld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Ppt-presentaties van elke les
Oefeningenpakket - Peter Partoens
Atlas van de farmacologie; ISBN 90-5574-472-7
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
35
|
lesuren
|
33,02
|
practicum en oefeningen:
|
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
70
|
klokuren
|
66,04
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Geïntegreerd examen INT-6.1
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Ge¨ntegreerd examen INT-6.1
|
|
| |
|