ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2FBT - Onderdelen - Instrumentele analyse van geneesmiddelen
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 20070
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: P:6
Aantal studiepunten: 6
Wegingscoëfficient: 6
Totaal aantal contacturen: 47
Totaal studietijd: 156
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Gutschoven Inge
Verbeke Patrick


 

KORTE OMSCHRIJVING


In het deel ‘Chromatografische analyse" worden de verschillende vormen van chromatografie besproken en uitgevoerd. In het laboratorium wordt veel aandacht besteed aan het belang van de verschillende meetvoorwaarden en het gebruik van externe en interne standaarden.

De verschillende spectroscopische technieken die gebruikt worden in de determinatie, analyse en de zuiverheidscontrole van een (on)-bekende stof komen aan bod in het deel ‘Spectroscopie’.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
  • BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
  • BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
  • BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
  • BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
  • BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
  • BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
  • BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Hij kan de werking van MS en NMR bespreken
    • Hij kan de werking van GC en HPLC bespreken
    • Hij kan chromatografische scheidingen (DLC, GC, HPLC) uitvoeren;hij kan de mogelijkheden en beperkingen van een chromatografische bepaling inschatten
    • Hij kan de gegevens uit een chromatogram omrekenen naar de gevraagde concentratie(s) in het staal. Hij kan de gegevens en de resultaten van een chromatografische analyse verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag.
    • Hij kan de belangrijkste fragmentatiepatronen in een organische molecule opschrijven.
    • Hij kan op een correcte wijze, uitgaande van een gegeven IR-spectrum, de aanwezige functionele groepen bepalen.
    • Hij kan de factoren die een invloed hebben op de ligging & intensiteit van het golfgetal waargenomen in een IR-spectrum opsommen.
    • Hij kan uitgaande van een UV-spectrum een groot geconjugeerd systeem, een carbonylgroep of een benzeenkern herkennen.
    • Hij kan de invloed van delocalistie op het waargenomen UV-spectrum verklaren.
    • Hij kan de opsplitsingspatronen zichtbaar in een 1H-NMR spectrum verklaren.
    • Hij kan de verschillende parameters die de ligging van de  delta-waarde (van een 1H-kern) beïnvloeden toepassen op een gegeven organische molecule.
    • Hij kan het principe van C13-NMR weergeven.
    • Hij kan eenvoudige C13 spectra  interpreteren.
    • Hij kan op basis van een IR, UV, NMR en massaspectrum de structuur van een organische molecule bepalen.
    • Hij kan een definite geven van de veel gebruikte spectroscopische termen.
    • Hij kan op een juiste wijze gebruik maken van tabellen.
    • Hij kan via het internet spectra opzoeken.

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
    geen
    Andere begincompetenties
    • oplosbaarheid
    • maken van grafieken
    • afronding van resultaten, foutschatting, lineaire regressie
    • kennis van Word en Excel.bepaling van de onverzadigdheidsgraad

    LEERINHOUDEN
    • principe van massaspectrometrie
    • principe van kernmagnetische resonantie spectrometrie (NMR)
    • principe en gebruik van dunnelaag chromatografie
    • gaschromatografie
      principe, kwaliteit van een scheiding, kwalitatieve en kwantitatieve bepalling (o.a. interne standaard methode), gebruik van de methode
    • vloeistofchromatografie (HPLC)
      principe, NP en RP scheidingen, gebruik van de methode
    • structuurbepaling van een organische molecule via NMR, UV, IR en massaspectra

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus "Chromatografie en Spectroscopie", P. Verbeke - I. Gutschoven - Plantijnhogeschool 2007-08.

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    20

     lesuren

      12,50

    practicum en oefeningen:

    23

     lesuren

      14,38

    vormen van groepsleren:

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    113

     klokuren

      70,63

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges afgewisseld met oefeningen
    • Lab: de studenten werken per 2.
    • Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges
    • De studenten worden verwacht zelfstandig oefeingen te maken

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • integratieve toets INT 6-2
    • permanente evaluatie van het labwerk, verslagen, korte toetsen over parate kennis en vraagstukken

    tijd voor examinering
    uren
    4

    %
     
     02,50

    Tweede examenperiode
    • integratieve toets
    • de punten behaald op het labwerk blijven behouden, enkel de integratieve toets INT 6-2 kan hernomen worden.