|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de lessenreeks “Fluorescerend kenmerk” wordt de emissie van het licht bestudeerd. Aan de hand van opdrachten leert de student een blokschema van een fluorimeter lezen en begrijpen. Van de andere fotometrische technieken waaronder nefelometrie en vlamfotometrie, leert de student het blokschema, de onderdelen en hun eigenschappen. Voor alle technieken wordt het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal aangegeven en worden de mogelijkheden en de beperkingen besproken en leert de student analyses uitvoeren aan de hand van de aangeleerde technieken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Hij/zij kan een blokschema van een fluorimeter lezen en begrijpen. 2. Hij/zij is in staat om andere fotometrische technieken bij de juiste groep in te delen. 3. Hij/zij kent de verschillen tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied• 4. Hij/zij kan voor andere fotometrischetechnieken een blokschema op te stellen, en de onderdelen te benoemen, met vermelding van de specifieke eigenschappen van die onderdelen • 5. Hij/zij kent bij alle technieken het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal• 6. Hij/zij kent de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek. 7. Hij/zij doet praktijkervaring op :hij/zij kan analyses uitvoeren adhv de aangeleerde technieken.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
leerstof 1BL chemie , en reeds geziene leerstof 1P2 OO2
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
Bestrijding valsemunterij:Het Engelse 20-pondbiljet werd in 1999 uitgebracht…. Onder ultraviolet licht is op de voorzijde in de linker benedenhoek een fluorescerende ‘20’ te zien. Bij normaal licht is dit kenmerk onzichtbaar.”
|