2 Biomedische laboratoriumtechnologie - 2MLT - Onderdelen - Basisbegrippen en toepassingen |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Medische microbiologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20099 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
89 |
Totaal aantal contacturen: |
97 |
Totaal studietijd: |
347,1 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Micro-organismen kunnen een zowel een positieve als negatieve invloed hebben op onze samenleving. Het identificeren en classificeren van de potentiël pathogene micro-organismen is van groot belang om het onderscheid te kunnen maken met de normale commensale flora.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1.
De student beschikt over een grondig inzicht in de classificatie van de potentieel pathogene micro-organismen voor de mens.
2.
De student kent de normale vindplaats van deze micro-organismen.
3.
De student kent de principes van de isolatietechnieken van de pathogene micro-organismen uit een klinisch staal
4.
De student moet beschikken over de kennis van de identificatie-eigenschappen van deze micro-organismen.
5.
De student kent de manier van opzoeken (kwalitatief en/of kwantitatief) van antilichamen en antigenen
6.
De student beschikt over de theoretische kennis van het uitvoeren van een antibiogram met de dilutie en de diffusuetechniek
7.
De student kan een antibiogram uitvoeren volgens de dilutie en de diffusiemethode en kan het uitgevoerde antibiogram interpreteren
8.
De student kan de volgende serologische technieken uitvoeren: agglutinatie en IF (immunofluorescentie))
.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Periode 1: Basishandelingen en begrippen uit de microbiologie.
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Leerstof uit p5: Immunologie
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
w
In de cursus worden micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het natuurlijk voorkomen van de micro-organismen, welke type infectie(s) ze kunnen veroorzaken en op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïdentificeerd
w
Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen.
w
Gevoeligheidsbepaling of antibiogram Het antibiogram is een gevoeligheidsbepaling, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in v
ivo zal gedragen t.o.v. een antibioticum.
w
Volgende stalen worden besproken in de practrica:
urine
faeces
sputum en keel
etter
antibiogram
serologische teste
n
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus Microbiologie (C. Vanhentenrijk) cursus Microbiologie (P. Van Rossom) power-point presentatie op CD-rom (P. Van Rossom) Medische microbiologie voor laboratoriumtechnolopgen : deel 1 en 2J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave ISBN 90-334-3185-8 en ISBN 90-334-3299-4 websites nota's bij de praktijksessies (P. Winnen) medische stalen lichtmicroscoop en fluorescentiemicroscoop
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
50
|
lesuren
|
14,33
|
practicum en oefeningen:
|
43
|
lesuren
|
12,32
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
252
|
klokuren
|
72,21
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
Werkcollege
Practica
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT 6-1
Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
Permanente evaluatie in de practica met practische eindproef in de laatste labsessie
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT 6-1Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
De punten van de practica en eindproef 1e zittijd blijven behouden.
|
|
| |
|