3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3BMO - Onderdelen - Parasitologie |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Parasitologie en mycologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30050 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
51 |
Totaal aantal contacturen: |
40 |
Totaal studietijd: |
106,08 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus geeft een overzicht van de voornaamste eukaryote parasieten van de mens.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de kennis van de voornaamste parasieten van de mens grondig beheersen
- de biologische achtergrond begrijpen van de ontwikkelingscycli
- de plaats van de mens inzien in het geheel van het ecologisch systeem
- de verschillende technieken aanleren of bestuderen om parasieten bij de mens op te sporen, of om ze vermijden
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
basiskennis biologie
|
LEERINHOUDEN
|
-
algemene informatie over de parasiet en zijn omgeving, begrippen epidemiologie, nomenclatuur, ziekteprocessen, diagnose, controle en preventie, historiek
-
flagellaire parasitaire protozoa van het verteringskanaal, de urogenitale wegen, bloed en weefsels
-
amoeben van het verteringskanaal en pathogene vrijlevende amoeben
-
coccidia, microsporidia, piroplasmen en gecilieerde protozoa
-
malaria-parasieten
-
platworminfecties, trematoden en schistosomen
-
amphistomate en distomate 'botten'
-
lintwormen
-
aphasmide nematoden, rhabditiden en strongyliden
-
oxyuroidea, ascaridoidea en spirurida
-
filariae
-
insecten van medisch belang: luizen, kakkerlakken, wantsen, diptera en vlooien
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
microscopische preparaten
-
vers faecesmateriaal met wormeieren
-
geconserveerde volwassen wormen
-
wetenschappelijke artikels en fotomateriaal
-
cursus parasitologie deel 10A: algemene informatie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10B: protozoölogie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10C: helminthologie - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10D: arthropoda - Rob Asselberg
-
cursus parasitologie deel 10E: laboratoriumtechnieken - Rob Asselberg
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
38
|
lesuren
|
34,86
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
69
|
klokuren
|
63,30
|
Verdere toelichting:
- hoorcolleges
- praktijksessies (aanwezigheid verplicht)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT7-4
- permanente evaluatie van de praktijksessies (30%)
- schriftelijk examen (70%)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
schriftelijk (de punten van de permanente evaluatie blijven behouden)
|
|
| |
|