3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3BMO - Onderdelen - Integratief lab + project |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
30055 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
16 |
Wegingscoëfficient: |
16 |
Totaal aantal contacturen: |
164 |
Totaal studietijd: |
416 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Partoens Peter
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Theorie en praktijk zijn voor de component "Geïntegreerd lab" zeer nauw met elkaar verweven. Ook hier is de rode draad "van gen naar eiwit". Laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering, karakterisatiemethoden en gebruik van databanken worden ingeoefend. Bijzondere aandacht wordt besteed aan veilig- en kwaliteitsvol werken. Door specifieke opdrachten en projectwerk worden studenten vertrouwd met researchtechnieken en wordt het teamwerk bevorderd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
- BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
- BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
- BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
- BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
- BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
- BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
- BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
- BL312 Hij/zij beheerst de in-vivotechnieken.
- BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
- BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student bezit na deze praktijksessies:
1.
goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, manipulatie van levende cellen (eukaryoten en prokaryoten) op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
2.
goede kennis van de principes van de methoden en technieken.
3.
voldoende informaticavaardigheden
4.
een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel
De student kan na deze praktijksessies:
1.
eiwit- en nucleïnezuurdatabanken raadplegen en gebruiken.
2.
een efficiënte planning en tijdsindeling maken voor de uit te voeren proeven.
3.
nauwkeurig klassieke analytische methoden en instrumentale analytische technieken uitvoeren.
4.
de meetwaarden omzetten naar de gevraagde concentraties in het monster.
5.
de resultaten statistisch verwerken.
6.
de resultaten verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag en hierover mondeling rapporteren.
7.
een praktijkjournaal schrijven volgens de voorschriften.
8.
veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet volgen en hij bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel.
9.
op een correcte manier een job safety analyse uitvoeren en een SOP uitschrijven.
10.
in groep een opdracht uitvoeren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
Geslaagd zijn in het 1ste en 2de opleidingsjaar
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
In het geïntegreerd lab komen verschillende aspecten uit de biochemie, biotechnologie en celbiologie aan bod. Kennis en vaardigheden verworven gedurende de drie jaren worden hierbij toegepast en ingeoefend. Tijdens de seminaries worden enkele specifieke onderwerpen behandeld. Zij worden gegeven door gastsprekers en kunnen momenteel nog niet ingevuld worden in de lesweken. Enkele bedrijfsbezoeken illustreren de samenhang tussen de verschillende delen.
Groepswerk en enkele Engelstalige labopdrachten bereiden de student voor om te werken in een multiculturele en internationale omgeving.
Gedurende dit lab wordt ook tijd uitgetrokken voor een groot project rond het thema “De weg van gen naar eiwit” waarin de kennis aangeleerd tijdens de theorie en tijdens dit geïntegreerd practicum kan toegepast worden in een reeël biotechnologisch experiment.
Leerinhoud biotechnologie
Isolatie nucleïnezuren (plasmiden uit bacteriën, chromosomaal DNA uit bloed en planten)
PCR-reacties
Digesties met restrictie-enzymen, ligaties, transvecties,…
ELISA’s
Eiwit- en nucleïnezuurchromatografie en elektroforese
Blotten
Toepassen centrifugatie, concentreringstechnieken, dialyse, kleurreacties, karakterisatiemethoden,…
Gebruik databanken
Uitwerken individuele onderzoeksopdracht i.v.m. stage
Project “Van gen naar eiwit”
Leerinhoud celkweek
Aanleren van celmanipulatietechnieken (uitplaten, tellen)
Opsporen mycoplasma contaminatie
Cytotoxiciteitstest
|
STUDIEMATERIAAL
|
De labnota’s van het geïntegreerd lab bestaan uit verschillende delen:
a.
cursusdeel “Biotechnologie “ – auteur: Els Van doorslaer – Plantijnhogeschool 2007.
b.
cursusdeel “Celkweek en cytotoxiciteitstest“ – auteur: Rudolf Lucas – Blackboardcursus VALIM Intensief programma Breda 2007 (Engelstalige praktijknota’s).
c.
cursusdeel “Bioinformatica” – Peter Partoens - Plantijnhogeschool 2007.
d.
Manuals van bedrijven
e. Nota’s seminaries.
f. cursus: “Toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
160
|
lesuren
|
38,10
|
vormen van groepsleren:
|
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
256
|
klokuren
|
60,95
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Evaluatie van de practica:
§
aanwezigheid
§
permanente evaluatie van praktische vaardigheden
§
evaluatie van verslagen
§
controle praktijkjournaal (labschrift)
§
uitvoeren job safety analyse
§
opstellen SOP
§
literatuuronderzoek opdracht + presentatie en poster
§
uitvoeren project + presentatie
§
toetsing INT 7-4
Op het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
Puntenverdeling:
30% jaarwerk in lab
20% verslagen, presentaties
30% INT 7-4
20% project
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Voor de 2de zittijd blijven de punten van jaarwerk, verslagen/presentaties en project behouden. Enkel de integratieve toets 7-4 kan herdaan worden. De vraagstelling is analoog als in de 1ste zittijd
|
|
| |
|