ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3BMO - Onderdelen - Stage + eindwerk
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 30056
Academiejaar: 2007-2008
Type: kernondersteunend
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:8
Aantal studiepunten: 23
Wegingscoëfficient: 23
Totaal aantal contacturen: 521
Totaal studietijd: 598
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Reyniers Kathy


 

KORTE OMSCHRIJVING

De stageperiode is het sluitstuk van de opleiding; deze periode loopt over 14 werkweken in de 2° periode van het derde academiejaar. De stage verloopt in een bedrijf of instelling onder leiding van een deskundige van het bedrijf (stagementor). Dit kan zowel in het binnen- als buitenland.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
  • BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
  • BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
  • BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
  • BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
  • BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
  • BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
  • BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
Beroepsspecifieke competenties
  • BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
  • BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
  • BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
Tijdens de stage doet de student praktijkervaring op in een reële arbeidssituatie.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Geslaagd zijn in het eerste en tweede programmajaar

 


Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Alle opleidingsonderdelen uit periode 7
Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN
  • De stageperiode is het sluitstuk van de opleiding; deze periode loopt over  14 werkweken in de 2° periode van het derde acedemiejaar. De stage verloopt in een bedrijf of instelling onder leiding van een deskundige van het bedrijf (stagementor). Dit kan zowel in het binnen- als buitenland.
  • St udenten uit de afstudeerrichting Biomedische onderzoekstechnieken komen meestal terecht in een biochemisch/biotechnologisch of microbiologisch onderzoekslaboratorium.
  • Zij kunnen o.a. de volgende opdrachten krijgen: het tot expressie brengen en opzuiveren van een recombinant eiwit, het on derzoeken en optimaliseren van meetvoorwaarden bij de studie van receptoreiwitten of bij het op punt stellen van ELISA-technieken, het onderzoeken en opsporen van mutaties binnen een bepaalde familie enz...
  • Tijdens de stage-werkzaamheden wordt ruimte voorzien voor het schrijven van een eindwerk, d.i. een uitgebreid verslag over het onderwerp dat nader werd onderzoch t.

STUDIEMATERIAAL

De stagebrochure en de syllabus "Rapportering eindwerk"

      Indien verder nodig, voorzien door de stagementor.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

520

 lesuren

  86,81

vormen van groepsleren:

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

78

 klokuren

  13,02

Verdere toelichting:

EVALUATIE

Eerste examenperiode

De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier. Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury.

Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 40% van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties:

      de activiteiten gedurende de stageperiode: 60% (stagementor)

      het eindwerk: 24% (stagementor + lezers)

            de mondelinge presentatie en verdediging: 16% (jury)

tijd voor examinering
uren
1

%
 
 00,17

Tweede examenperiode

Het eindwerk kan ingediend worden tegen de tweede examenperiode. De eindwerkverdediging gebeurt dan in de tweede zittijd.

Het eindwerk kan herschreven en opnieuw verdedigd worden indien dit de oorzaak is van niet slagen voor de totale stage.

      Het praktische werk kan niet herdaan worden tijdens de maanden juli en augustus.